BE1012470A3

BE1012470A3 - Werkwijze en inrichting voor het realiseren van communicatieverbindingen en voertuigen.

Info

Publication number: BE1012470A3
Application number: BE9900088A
Authority: BE
Original assignee: Smartmove Nv
Priority date: 1999-02-09
Filing date: 1999-02-09
Publication date: 2000-11-07
Also published as: AU3027200A; WO2000048412A1; EP1153515A1; CA2360828A1; JP2002537702A

Abstract

Werkwijze voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, meer speciaal baanvoertuigen, daardoor gekenmerkt dat de communicatieverbindingen worden tot stand gebracht over een netwerk (2) dat over verschillende communicatiekanalan (3-4-5) van verschillende soort beschikt, dat gebruik wordt gemaakt van verschillende applicatiecentra (6) voor het aanbieden van gegevens en/of diensten, en dat gebruik wordt gemaakt van minstens één in dit netwerk (2) opgenomen centraal communicatiecentrum (7), waarbij de verbinding tussen de applicatiecentra (6) en de voertuigen (8) wordt gerealiseerd via één of meer van dergelijke centrale communicatiecentra (7), waarbij in zulk centraal communicatiecentrum (7), respectievelijk zulke centrale communicatiecentra (7) automatisch beslist wordt via welk comunicatiekanaal (3-4-5) iedere betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum (6) en een voertuig (8), meer speciaal een in dit voertuig (8) aanwezige module (9), tot stand wordt gebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze en inrichting voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, meer speciaal baanvoertuigen. 



  De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting die toelaten om een transparante en veilige communicatie met voertuigen die zijn uitgerust met een telematica-platform aan te bieden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, meer speciaal baanvoertuigen, met als kenmerk dat de communicatieverbindingen worden tot stand gebracht over een netwerk dat over verschillende communicatiekanalen van verschillende soort beschikt ; dat gebruik wordt gemaakt van verschillende applicatiecentra voor het aanbieden van gegevens en/of diensten ;

   en dat gebruik wordt gemaakt van minstens   een   in dit netwerk opgenomen centraal communicatiecentrum, waarbij de verbinding tussen de applicatiecentra en de voertuigen wordt gerealiseerd via   een   of meer van dergelijke centrale communicatiecentra, waarbij in zulk centraal communicatiecentrum, respectievelijk zulke centrale communicatiecentra automatisch beslist wordt via welk communicatiekanaal iedere betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum en een voertuig, meer speciaal een in dit voertuig aanwezige module, of met andere woorden een "telematica-platform", tot stand wordt gebracht. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Deze werkwijze laat toe dat de applicatiecentra, waarmee centra worden bedoeld die via elektronische weg diensten en informatie verlenen, een onbeperkt aantal diensten op een vlotte wijze in een voertuig kunnen verschaffen. De voornoemde diensten kunnen van verschillende aard zijn, waarbij ieder applicatiecentrum gespecialiseerd is in zijn eigen diensten. Het kunnen hierbij bijvoorbeeld applicatiecentra betreffen die navigatiegegevens leveren om de bestuurder van een voertuig toe te laten een gewenste route te volgen, applicatiecentra die noodoproepen behandelen, applicatiecentra die vlootgegevens (bijvoorbeeld van een vrachtwagenpark) opvolgen, applicatiecentra die verkeersinformatie verstrekken, enzovoort. 



  Doordat de centrale communicatiecentra het contact leggen tussen, enerzijds, meerdere applicatiecentra, en, anderzijds, de voertuigen die gebruik maken van het betreffende systeem, kunnen op een veilige en rationele manier een groot aantal verbindingen tot stand worden gebracht, waarbij de   communicatieverantwoordelijkheid   bij de centrale communicatiecentra ligt. De scheiding tussen 
 EMI2.1 
 data-en van de applicatiecentra en ieder betreffend communicatiecentrum verlaagt de   hardware-en communicatie-investeringen,   zodat de kost van elke applicatie naar omlaag gaat.

   De dienstenleveranciers, met andere woorden de voornoemde applicatiecentra, kunnen zieh concentreren op het ontwikkelen van de aangeboden diensten, terwijl de centrale communicatiecentra de compatibiliteit, veiligheid en privacy van de communicatie voor haar rekening neemt. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Het is duidelijk dat door de centralisatie van het beheer van de communicaties zelf, verbindingen aan een optimale kost kunnen worden aangeboden. 



  Bij voorkeur wordt de keuze van de te gebruiken communicatiekanalen uitgevoerd op basis van communicatieprotocols, meer speciaal communicatieprotocols tussen een applicatiecentrum en een module in een voertuig. 



  Voor de communicatiekanalen kan gebruik worden gemaakt van verschillende mogelijkheden, waaruit gekozen wordt in functie van het communicatieprotocol. Bij voorkeur zal er een keuze worden gemaakt uit twee of meer van volgende soorten communicatiekanalen : communicatie over een kabelnetwerk, draadloze communicatie over grote afstand, meer speciaal via een paging netwerk, draadloze communicatie over korte afstand door middel van kortegolfsignalen, communicatie via een cellulair netwerk en satellietcommunicatie. 



  De communicatieprotocols kunnen verschillende criteria bevatten, zoals bijvoorbeeld prioriteiten vastleggen, waarbij de centrale communicatiecentra een keuze tussen de communicatiekanalen maken, alsmede de doorzending van de communicaties regelen, in functie van deze prioriteiten. Deze protocols regelen eveneens dat op geschikte wijze wordt overgeschakeld tussen de communicatiekanalen, dat berichten worden bevestigd, enzovoort. 



  Bij voorkeur zal ieder applicatiecentrum op directe wijze uitsluitend met   een   centraal communicatiecentrum communiceren. Eventuele communicaties via andere communicatiecentra verlopen dan steeds over het eerstgenoemde communicatiecentrum. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  In het geval dat gebruik wordt gemaakt van meerdere centrale communicatiecentra, geniet het de voorkeur dat de verbindingen tussen de centrale communicatiecentra en de voertuigen steeds gebeuren via het centrale communicatiecentrum dat actief is in de regio waarin het voertuig zieh bevindt. Dit biedt het voordeel dat de directe verbindingen met het voertuig steeds locaal zijn, waardoor zulke verbindingen het volledige netwerk nooit zwaar kunnen belasten. 



  In het geval dat gebruik wordt gemaakt van meerdere centrale communicatiecentra, geniet het eveneens de voorkeur dat aan ieder voertuig een eigen centraal communicatiecentrum wordt toegewezen, waarbij basisdata met betrekking tot het voertuig in dit centraal communicatiecentrum bewaard worden. Op deze wijze heeft een voertuig steeds   een"home"-communicatiecentrum   waarin de voornoemde basisdata worden bijgehouden, waar indien nodig deze basisinformatie kan worden ingewonnen door middel van een   zogenaamde "roaming".    



  Bij het behandelen van de communicaties kunnen volgens de uitvinding eventueel verschillende veiligheidsniveaus worden gehanteerd bij het verzenden van de communicatieberichten, in functie van de noodzaak hiervan. In de centrale communicatiecentra worden de berichten hiertoe geëncrypteerd naargelang het specifieke veiligheidsniveau. De identiteit van iedere verzender van een bericht wordt bij voorkeur geauthentiseerd met behulp van digitale handtekeningen en certificaten, eventueel met gebruikmaking van een identificatiekaart voor iedere bestuurder van een voertuig. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  De geheime sleutels en de databases die daartoe nodig zijn, worden bij voorkeur beheerd door de centrale communicatiecentra. Op die manier kan de betrouwbaarheid van de uitgewisselde gegevens gegarandeerd worden. 



  Volgens de uitvinding kunnen de centrale communicatiecentra voorzien in verschillende functionaliteiten, waarvan hierna enkele belangrijke mogelijkheden opgesomd zijn : - het scannen van de applicatiecentra, waarbij de centrale communicatiecentra de applicatiecentra valideert, onder andere met het oog op nazicht van hun credibiliteit en solvabiliteit ; - het registreren van gebruikers en het opslaan van deze registratie, opdat vanuit de centrale communicatiecentra kan worden opgevolgd voor welke gebruiker men een communicatie realiseert ; - het aanleggen van gebruikersbestanden, waarin bij voorkeur het gebruikersgedrag wordt opgeslagen, waardoor aan de toeleveranciers van de informatie of aan andere partijen statistische informatie kan worden aangeboden ;

   - het beheren van de dienstverlening, meer speciaal het automatisch ter beschikking stellen van verschillende gegevens, zoals het doorgeven van informatie in de gewenste taalversie. Op deze wijze kan men de gebruikers informeren over een nieuwe of vernieuwde versie en   commerciële   boodschappen mededelen ; - het zelf aanbieden van bepaalde informatiegegevens, met de eventuele mogelijkheden van downloaden naar een module in een voertuig en updaten van de informatie ; - het coördineren van de systeemsoftware van de 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 modules in de voertuigen. Een module zal bij voorkeur op geregelde tijdstippen zichzelf testen, waarvan de resultaten naar het centrale communicatiecentrum worden gestuurd, zodat dit kan handelen afhankelijk van de ontvangen informatie. 



   - het registreren van de communicaties en de data van deze communicaties. De geregistreerde gegevens zijn bijvoorbeeld het noteren van alle berichten van en naar een module, van het gebruikte communicatie- kanaal, van de prioriteit, van het veiligheidsniveau van de communicatie, van de operatorkosten en van bijzondere faciliteiten waarvan een module bij het realiseren van een communicatie gebruik heeft gemaakt ; - het ondersteunen van de applicatiecentra qua registreren van gegevens met betrekking tot het factureren van de kosten van de gerealiseerde communicatieverbindingen. 



  Het kenmerk dat een keuze wordt gemaakt uit verschillende communicatiekanalen wordt bij voorkeur minstens toegepast voor de verbindingen tussen ieder voertuig en een centraal communicatiecentrum. Het is evenwel niet uitgesloten om ook keuzes te maken voor communicatieverbindingen tussen de applicatiecentra en de centrale communicatiecentra of tussen de centrale communicatiecentra onderling. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting, meer speciaal een communicatiesysteem, voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, bij voorkeur volgens de hiervoor beschreven werkwijze, met als kenmerk dat zij bestaat in de combinatie van een netwerk dat over verschillende communicatiekanalen van verschillende soort beschikt ; verschillende applicatiecentra voor het aanbieden 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 van gegevens en/of diensten ; minstens   een   in het voornoemde netwerk opgenomen centraal communicatiecentrum dat is uitgerust met middelen die beslissen via welk communicatiekanaal iedere betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum en een voertuig, meer speciaal een in dit voertuig aanwezige module, tot stand wordt gebracht. 



  Bij voorkeur bezit de inrichting verschillende centrale communicatiecentra die onderling met elkaar kunnen communiceren en is ieder applicatiecentrum direct verbonden met slechts één centraal communicatiecentrum. 



  De centrale communicatiecentra kunnen hierbij onderling met elkaar communiceren. Met betrekking tot de directe communicaties met de voertuigen, geniet het de voorkeur dat ieder communicatiecentrum slechts zijn eigen regio bestrijkt. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de enige bijgaande figuur waarin schematisch een inrichting volgens de uitvinding is afgebeeld. 



  Zoals weergegeven in de bijgaande figuur bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit een netwerk 2 dat over communicatiekanalen 3-4-5 van verschillende soort beschikt ; verschillende applicatiecentra 6 voor het aanbieden van gegevens en/of diensten ; minstens   een,   en in het weergegeven voorbeeld drie, in het voornoemde netwerk 2 opgenomen centrale communicatiecentra 7 die zijn uitgerust met middelen die beslissen via welk communicatiekanaal 3,4 of 5 iedere 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum 6 en een voertuig 8, meer speciaal een in dit voertuig 8 aanwezige module 9, ook wel telematica-platform genoemd, tot stand wordt gebracht. 



  De applicatiecentra 6 zijn dienstverlenende centra die hun informatie op elektronische wijze ter beschikking stellen. leder applicatiecentrum 6 is bij voorkeur uitsluitend op   een   centraal communicatiecentrum 7 aangesloten, althans slechts met   één   hiervan rechtstreeks verbonden. 



  De centrale communicatiecentra 7 zijn onderling met elkaar verbonden, hetgeen op een willekeurige wijze mogelijk is. 



  Belangrijk is dat ieder communicatiecentrum 7 kan communiceren met ieder ander communicatiecentrum 7 van hetzelfde netwerk 2. 



  De centrale communicatiecentra 7 bestrijken ieder een beperkte regio 10, één en ander zodanig dat een module 9 van een voertuig 8 steeds zal communiceren met het centraal communicatiecentrum 7 van de regio 10 waarin het zieh bevindt. In zoverre dat deze regio's 10 elkaar overlappen, kunnen bepaalde criteria worden voorzien die bepalen met welk centraal communicatiecentrum 7 een verbinding zal worden gelegd. 



  De communicatiekanalen 3,4 en 5 bestaan in dit geval bijvoorbeeld uit een kabelnetwerk, zoals een klassiek telefoonnet, een   zogenaamd"paging"-netwerk   en een verbinding via een cellulair telefoonnetwerk. Het is evenwel duidelijk dat andere vormen van communicatiekanalen mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld verbindingen via satelliet of andere. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 In het weergegeven voorbeeld bestaan verschillende communicatiekanalen tussen, enerzijds, de applicatiecentra 6 en het centraal communicatiecentrum 7 waarmee zij rechtstreeks gekoppeld zijn en, anderzijds, de centrale communicatiecentra 7 en de voertuigen 8. Het is echter duidelijk dat volgens een variante de keuzemogelijkheid van verschillende communicatiekanalen ook kan worden voorzien tussen de centrale communicatiecentra 7 onderling.

   Ook is het niet uitgesloten om tussen de voertuigen 8 en de centrale communicatiecentra 7 uitsluitend in één communicatiekanaal te voorzien, terwijl de keuzemogelijkheid dan in een andere verbinding zit. 



  De werking van de inrichting 1 en de daarbij toegepaste werkwijze is in de inleiding beschreven. In hoofdzaak bestaat zij erin dat de applicatiecentra 6 informatie ter beschikking stellen of kunnen gecontacteerd worden om informatie door te geven. Alle uitwisseling van informatie gebeurt via de centrale communicatiecentra 7, waardoor een volledige optimalisatie mogelijk is van de communicaties, zoals reeds in de inleiding uiteengezet. Hier gebeurt ook de administratie en controle. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande figuur weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke werkwijze en inrichting kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Conclusies.

1.- Werkwijze voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, meer speciaal baanvoertuigen, daardoor gekenmerkt dat de communicatieverbindingen worden tot stand gebracht over een netwerk (2) dat over verschillende communicatiekanalen (3-4-5) van verschillende soort beschikt ; dat gebruik wordt gemaakt van verschillende applicatiecentra (6) voor het aanbieden van gegevens en/of diensten ;

en dat gebruik wordt gemaakt van minstens een in dit netwerk (2) opgenomen centraal communicatiecentrum (7), waarbij de verbinding tussen de applicatiecentra (6) en de voertuigen (8) wordt gerealiseerd via een of meer van dergelijke centrale communicatiecentra (7), waarbij in zulk centraal communicatiecentrum (7), respectievelijk zulke centrale communicatiecentra (7) automatisch beslist wordt via welk communicatiekanaal (3-4-5) iedere betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum (6) en een voertuig (8), meer speciaal een in dit voertuig (8) aanwezige module (9), tot stand wordt gebracht.

2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de keuze van de te gebruiken communicatiekanalen (3-4-5) wordt uitgevoerd op basis van communicatieprotocols.

3.-Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat voor de communicatiekanalen (3-4-5) gebruik wordt gemaakt van twee of meer van volgende soorten communicatiekanalen (3-4-5) : communicatie over een kabelnetwerk, draadloze communicatie over grote afstand, meer speciaal via een paging-netwerk, draadloze communicatie over korte afstand door middel van <Desc/Clms Page number 11> kortegolfsignalen, communicatie via een cellulair netwerk, satellietcommunicatie.

4.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de communicatie gebeurt met prioriteiten, waarbij de centrale communicatiecentra (7) een keuze tussen de communicatiekanalen (3-4-5) maken, alsmede de doorzending van de communicaties regelen, in functie van deze prioriteiten.

5.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat ieder applicatiecentrum (6) op directe wijze uitsluitend met één centraal communicatiecentrum (7) communiceert, waarbij eventuele communicaties via andere communicatiecentra (7) steeds verlopen over het eerstgenoemde communicatiecentrum (7).

6.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van meerdere centrale communicatiecentra (7) en dat de verbindingen tussen de centrale communicatiecentra (7) en de voertuigen (8) steeds gebeuren via het centrale communicatiecentrum (7) dat actief is in de regio (10) waarin het voertuig (8) zieh bevindt.

7.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van meerdere centrale communicatiecentra (7) en dat aan ieder voertuig (8) een eigen centraal communicatiecentrum (7) wordt toegewezen, waarbij basisdata met betrekking tot het voertuig (8) in dit centraal communicatiecentrum (7) bewaard worden. <Desc/Clms Page number 12>

8.-Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat verschillende veiligheidsniveaus worden gehanteerd bij het verzenden van de communicatieberichten, in functie van de noodzaak hiervan.

9.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de centrale communicatiecentra (7) voorzien in een of meer van volgende functionaliteiten : - het scannen van de applicatiecentra ; - het registreren van gebruikers en het opslaan van deze registratie ; - het aanleggen van gebruikersbestanden ; - het beheren van de dienstverlening, meer speciaal het automatisch ter beschikking stellen van verschillende gegevens, zoals het doorgeven van informatie in de gewenste taalversie ; - het zelf aanbieden van bepaalde informatiegegevens, met de eventuele mogelijkheden van downloaden naar een module in een voertuig en updaten van de informatie ; - het coördineren van de systeemsoftware van de modules in de voertuigen ;

- het registreren van de communicaties en de data daaromtrent ; - het ondersteunen van de applicatiecentra qua registreren van gegevens met betrekking tot het factureren van de kosten van de gerealiseerde communicatieverbindingen.

10.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de verschillende communicatiekanalen (3-4-5) minstens worden toegepast voor de <Desc/Clms Page number 13> verbindingen tussen ieder voertuig (8) en een centraal communicatiecentrum (7).

11.-Inrichting, meer speciaal communicatiesysteem, voor het realiseren van communicatieverbindingen met voertuigen, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de combinatie van een netwerk (2) dat over verschillende communicatiekanalen (3-4-5) van verschillende soort beschikt ; verschillende applicatiecentra (6) voor het aanbieden van gegevens en/of diensten ; minstens een in het voornoemde netwerk (2) opgenomen centraal communicatiecentrum (7) dat is uitgerust met middelen die beslissen via welk communicatiekanaal (3-4-5) iedere betreffende communicatie tussen een applicatiecentrum (6) en een voertuig (8), meer speciaal een in dit voertuig (8) aanwezige module (9), tot stand wordt gebracht.

12.-Inrichting volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat zij verschillende centrale communicatiecentra (7) bezit die onderling met elkaar kunnen communiceren en dat ieder applicatiecentrum (6) direct verbonden is met slechts éden centraal communicatiecentrum (7).

13.-Inrichting volgens conclusie 11 of 12, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van meerdere centrale communicatiecentra (7) ; dat deze centrale communicatiecentra (7) onderling met elkaar kunnen communiceren ; en dat deze communicatiecentra (7) met betrekking tot de directe communicaties met de voertuigen (8) ieder een eigen regio (10) bestrijken.