BE1011922A3 - Werkwijze voor het behandelen van afvalwater. - Google Patents

Werkwijze voor het behandelen van afvalwater. Download PDF

Info

Publication number
BE1011922A3
BE1011922A3 BE9800377A BE9800377A BE1011922A3 BE 1011922 A3 BE1011922 A3 BE 1011922A3 BE 9800377 A BE9800377 A BE 9800377A BE 9800377 A BE9800377 A BE 9800377A BE 1011922 A3 BE1011922 A3 BE 1011922A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
reactor
sludge
waste water
time
nitrifying bacteria
Prior art date
Application number
BE9800377A
Other languages
English (en)
Inventor
Herwig Bogaert
Zhiguo Yuan
Original Assignee
Aquafin N V
Sev Trent Water Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aquafin N V, Sev Trent Water Ltd filed Critical Aquafin N V
Priority to BE9800377A priority Critical patent/BE1011922A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1011922A3 publication Critical patent/BE1011922A3/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F3/00Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F3/006Regulation methods for biological treatment
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F3/00Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F3/02Aerobic processes
    • C02F3/12Activated sludge processes
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2209/00Controlling or monitoring parameters in water treatment
    • C02F2209/14NH3-N
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F2209/00Controlling or monitoring parameters in water treatment
    • C02F2209/15N03-N
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W10/00Technologies for wastewater treatment
    • Y02W10/10Biological treatment of water, waste water, or sewage

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Purification Treatments By Anaerobic Or Anaerobic And Aerobic Bacteria Or Animals (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het behandelen van afvalwater door onder andere nitrificerende bacteriën, waarin het afvalwater en een slib samen gemengd worden om zo een gemengde vloeistof te vormen, waar in het slib bacteriën groeien, en waarin tenminste tijdelijk, slib gespuid wordt, met het kenmerk dat ten minste één keer per dag een maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën of een variatie ervan begroot of bepaald wordt, dat het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater opgemeten wordt, dat een hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib of een variatie ervan begroot of bepaald wordt in functie van de bepaalde maximale groeisnelheid of variatie ervan en bij voorkeur in functie van het opgemeten ammoniumgehalte en van een gewenst ammoniumgehalte, en dat de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in fucntie van de bepaalde hoeveelheid per tijdseenheid of variatie ervan aangepast wordt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Werkwijze voor het behandelen van afvalwater Huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van afvalwater door onder andere nitrificerende bacterie, waarin het afvalwater en een bacterie bevattende massa (slib) samen gemengd worden om zo een gemengde vloeistof te vormen, waar in de gemengde   vloeistof bacterien   groeien, en waarin, tenminste tijdelijk, bacterie bevattende massa van de gemengde vloeistof of slib (vloeibare slib) gespuid wordt. 



  Tot nu toe is de te spuien hoeveelheid zodanig geregeld dat een vooraf gedefinieerde hoeveelheid slib in het systeem wordt gehandhaafd. Die werkwijze houdt echter onvoldoende rekening met voortdurende wijzigingen in samenstelling van het afvalwater en in de omgevingsfactoren. De hoeveelheid slib die in het systeem moet worden gehandhaafd wordt immers bepaald in de ontwerpfase van de water zuiveringsinstallatie, en die hoeveelheid is zodanig dat er steeds voldoende slib in het systeem aanwezig is om zelfs onder de minst gunstige omstandigheden de gewenste effluentkwaliteit te   halen.   Het resultaat is dat er doorgaans meer slib in het systeem wordt gehouden dan strikt noodzakelijk.

   Meer slib in het systeem houden dan strikt noodzakelijk is, is niet efficient vanwege een hoger energieverbruik (voor menging en   beluchting),   hogere investeringskosten (grotere volumes nodig voor beluchting en bezinking) en een hoger risico op vorming van drijflagen en licht slib. 



  De werkwijze volgens de uitvinding is een werkwijze om slib te spuien waarbij de hoeveelheid slib die in het systeem gehandhaafd wordt steeds optimaal is, dit is de minimale hoeveelheid die noodzakelijk is om voldoende nitrificatie te verkrijgen. 



  De werkwljze volgens de uitvinding is een werkwijze waardoor het behandelen van afvalwater door nitrificerende   bacteriën   vrijwel optimaal gehandhaafd wordt. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  In de werkwijze volgens de uitvinding wordt, tenminste een keer per dag, een maximale groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   of een variatie ervan begroot of bepaald. Het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater wordt bij voorkeur vrijwel continu opgemeten. 



  Door die opmetingen of begrotingen, wordt een hoeveelheid per tijdseenheid van slib of massa, die gespuid wordt, of een variatie ervan begroot of bepaald in functie van de bepaalde maximale groeisnelheid of variatie ervan en bij voorkeur ook in functie van het opgemeten ammoniumgehalte en van een gewenst ammoniumgehalte. De hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib of massa wordt in functie van de bepaalde hoeveelheid per tijdseenheid of variatie ervan aangepast. 



  Bij voorkeur, wordt bovengenoemde hoeveelheid per tijdseenheid of variatie ervan tenminste één keer om de 6 uren, bij voorkeur om de twee uren, in het bijzonder om de 30 minuten, begroot of bepaald. Beter nog wordt bovengenoemde hoeveelheid per tijdseenheid vrijwel continu bepaald. 



  Volgens een uitvoeringsvorm, wordt de behandeling van het afvalwater in een reaktor uitgevoerd, waarbij de reaktor van een toevoer voor het te behandelen afvalwater, van een uitlaat om slib uit de reaktor te spuien en van een toevoer van slib voorzien is. In de reaktor wordt de gemengde vioeistof tussen de toevoer van afvalwater en de uitlaat van de reaktor vrijwel continu verplaatst. In die uitvoeringsvorm, worden het nitnficatievermogen van de gemengde vioeistof slib en de nitraat concentratie van het slib in de omgeving van de toevoer van afvalwater In de reaktor en in de omgeving van de uitiaat van gemengde vloeistof uit de reaktor begroot. De maximale groeisnelheid of een variatie ervan wordt in functie van het begrootte nitrificatievermogen van de gemengde vloeistof en de nitraatconcentratie van bovengenoemde gemengde vioeistof bepaald of begroot. 



  Bij voorkeur, wordt de groeisnelheid of de variatie ervan door een der volgende formules bepaald of begroot : 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 
 EMI3.1 
 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 waarbij : de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vloeistof als volgt berekend wordt 
 EMI5.1 
 Qw = of, indien het slib van de reaktor In een heldere waterige fase en in een slib bevattende   vloeibare   massa (het retourslib) gescheiden wordt, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een vioeibare massa als volgt berekend wordt 
Qw=KV (f Amax-bA) metK=Qr/ (Qinf+Qr) Qr :

   de hoeveelheid per tijdseenheid van slib bevattende vloeibare massa die terug naar de reaktor gestuurd wordt,   Qlnf :   de hoeveelheid per tijdseenheid van het afvalwater dat in de reaktor behandeld wordt, of, indien het te behandelen afvalwater en het slib vrijwel volledig gemengd worden gedurende de behandeling, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vloeistof als volgt berekend wordt 
Qw = K V ( A max (SNH sp/(SNH sp+KNH))-bA) 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 met 
CN (t1)   of CN(t) of CN(#):   nitrificatievermogen van de reaktor of op een bepaalde plaats van de reaktor (g   N. m-3. d-1)   op tijd t1, t of T,   d. w. z.   de hoeveelheid stikstof die per dag door nitrificerende bacteriën in 1 m3 gemengde vloeistof behandeld kan worden ; 
To :

   referentietemperatuur ( C) 
T1 : temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t,   T2   temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t2 f het deel van de reaktor waar de groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën maximaal is 
A een functie of vaste parameter   ATO   een functie of vaste parameter op de referentie- temperatuur To. 
 EMI6.1 
 



  PA"lax specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën (d-') PA van de nitrificerende bacteriën op de referentietemperatuur To    maximale# A max:   variatie van de groeisnelheid   maxTo   variatie van de groeisnelheid op de referentietem- 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 peratuur 
V volume van reaktor waarin de nitrificerende   bacterien   groeien (m3) 
E, V1 : som van de volumen van de cellen met slib waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) bA : afstervingcoéfficiént van de nitrificerende   bacteriën   (d-') afstand tussen de toevoer van afvalwater en de uit- laat van gemengde vloeistof (m) of een infinitesimale waarde voor een volledige gemengde behandeling 
SNO (z,t.) :

   nitraatgehalte in de reaktor op tijd t die gemeten wordt op een plaats die op een afstand Z van de toevoer   ligt   (gN.m-3)   rD(Z, #): denitrificatiesnelheid   in aanwezigheid van zuurstof opgemeten op tijd   #   en op een plaats van de reaktor die op een afstand Z van de toevoer ligt   (gN. m . d-')     CN RAS (t) :   nitrificatievermogen van de nitrificerende   bacteriën   van het slib dat naar de reaktor teruggestuurd wordt op tijd   #(gN.m-3.   d-')   SNHIP :   gewenst ammoniumgehalte van het water na behandeling (gN.m-3)   KNH :   affiniteitskonstante van de nitrificerende bacteriën   (gN. m-3)   SNO uit (t) :

   nitraatconcentratie van het behandeld afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 SNO ( ) ) nitraatconcentratie van het te behandelen afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor. 



  Volgens een voordelig kenmerk van een werkwijze volgens de uitvinding wordt de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde (bijvoorbeeld 0) begroot, zo lang het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater kleiner is dan het gewenste   ammoniumgehalte.   



  Volgens een detail van een   u) tvoeringsvorm,   wordt het nitrificatievermogen van de nitrificerende bacteriën in het slib tenminste een keer om de 6 uren, bij voorkeur om de 3 uren, begroot, zodat een gemiddeld nitrificatievermogen van de reaktor begroot wordt voor een periode van tenminste 12 uren. Het begrootte nitrificatievermogen wordt met het gemiddelde nitrificatievermogen vergeleken, waarbij zolang het begrootte nitrificatievermogen kleiner is dan 0, 8 x het gemiddelde nitrificatievermogen (bij voorkeur 0, 9 x het gemiddelde nitrificatievermogen), de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde begroot wordt. 



  Volgens een specifieke uitvoeringsvorm, wordt een gemiddeld ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater in de omgeving van de uitlaat van de reaktor, bepaald of begroot over een termijn van tenminste   een   dag, zodat het verschil tussen het gewenste ammoniumgehalte en het bovengenoemde gemiddelde ammoniumgehalte bepaald wordt en dat de hoeveelheid per tijdseenheld van het te spuien slib in functie van bovengenoemd verschil aangepast wordt. 



  Volgens een andere speclfieke uitvoeringsvorm, wordt de behandeling van het afvalwater in een reaktor uitgevoerd, waarbij slib uit de reaktor gespuid wordt om naar een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gestuurd te worden. In dit scheidingsmiddel (filtratie, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 decantatie, centrifugatie) wordt het slib in een heldere waterige fase en In een slib bevattende vloeibare massa (retourslib) gescheiden. De slib bevattende vloeibare massa (retourslib) wordt tenminste gedeeltelijk terug naar de reaktor in de omgeving van de toevoer van afvalwater gestuurd.

   De hoeveelheid per tijdseenheid van de bodemslib of massa die uit het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gespuid wordt en niet naar de reaktor gestuurd wordt, wordt bepaald in functie van de maximale   groeisnelheid   van de nitrificerende   bacteriën   en van het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater dat uit de reaktor gespuid wordt. 



  Bij voorkeur, wordt het afvalwater in de reaktor aan een beluchting of aan een zuurstof toevoeg onderworpen. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op een systeem voor het uitvoeren van een werkwijze volgens de uitvinding. Dit systeem bevat :   .   een installatie met een reaktor waarin het afvalwater met een slib samen gemengd wordt om zo een gemengde vioeistof te vormen,   .   tenminste een middel om een parameter van het slib in de reaktor of in de omgeving van een uitlaat van de reaktor voor slib op te meten, dat een signaal zendt naar een middel om de maximale groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   of de variatie ervan te bepalen,   .   tenminste een middel om het ammoniumgehalte van het behandeld   afvalwater te bepalen,      *   een middel dat de hoeveelheid per tijdseenheid van het slib, die uit de installatie gespuid wordt,

   of een variatie van die hoeveelheid per tijdseenheid in functie van de maximale groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   en bij voorkeur in functie van het opgemeten ammoniumgehalte, bepaald of begroot wordt, . een middel om de hoeveelheid per tijdseenheid van de uit de installatie te spuien slib ten opzichte van de bepaalde hoeveelheid per tijdseenheid te besturen. 



  Het systeem bevat bij voorkeur bijkomende middelen om de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 nitraatconcentratie in de omgeving van de toevoer van het afvalwater in de reaktor en in de omgeving van de uitlaat van de reaktor op te meten, waarbij bovengenoemde middelen signalen sturen naar het middel om de maximale groeisneiheid te bepalen. 



  Volgens een ultvoeringsvorm, bevat de installatie een reaktor en een scheidingsmiddel (filtratie,   decantatte,   centnfugatie), waarbij een leiding   zich   tussen de reaktor en het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centnfugatie) uitstrekt om gemengde   vloeistof   van de reaktor naar het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) te sturen, terwijl een andere leiding het   retoursilb   naar de reaktor, in de omgeving van de toevoer van het afvalwater In de reaktor, terugstuurt.

   Het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) is voorzien van een leiding met een afsluitingsmiddel voor het spuien uit de installatie van een hoeveelheid per tijdseenheid van retourslib, waarbij dit afsluitingsmiddel bestuurd wordt door het middel om de hoeveelheid per tijdseenheid van het uit de installatie te spuien slib ten opzichte van de hoeveelheid per tijdseenheid die bepaald wordt. 



  Het middel om de maximale   groeisnelheid   van de nitrificerende   bacteriën   of de variatie ervan te bepalen is bij voorkeur een middel dat de maximale groeisnelheid of een variatie ervan als volgt begroot of bepaalt : 
 EMI10.1 
 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 
 EMI11.1 
 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 
 EMI12.1 
 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 waarbij :

   de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde   vioeistof   als volgt berekend wordt   Qw= V (fu -bA)   of, indien het slib van de reaktor in een heldere waterige fase en in een slib bevattende vioeibare massa (het retourslib) gescheiden wordt, de   hoeveelheld   per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een vloeibare massa als volgt berekend wordt 
Qw=KV (f Amax-bA)   met K#Qr/ (Qinf+Qr)   Qr :

   de hoeveelheid per tijdseenheid van slib bevattende vloeibare massa die terug naar de reaktor gestuurd wordt,   Qtnf :   de hoeveelheid per tijdseenheid van het afvalwater dat in de reaktor behandeld wordt, of, indien het te behandelen afvalwater en het slib vrijwel volledig gemengd worden gedurende de behandeling, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vloeistof als volgt berekend wordt 
Qw = K V ( A max (SNH sp/(SNH sp+KNH))-bA) 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 met 
CN (t1)   Of CN (t) Of CN (T   nitrificatievermogen van de reaktor of op een bepaalde plaats van de reaktor (g   N. m-3. d-1)   op tijd   t1,   t   of T, d. w. z.   de hoeveelheid stikstof die per dag door nitrificerende bacteriën in 1 m3 gemengde vloeistof behandeld kan worden ; 
To :

   referentietemperatuur ( C) 
T, temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t,   T2   temperatuur van de   afvalwaterbehandeling (OC)   op tijd t2 f het deel van de reaktor waar de groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   maximaal is 
A een functie of vaste parameter 
ALTO een functie of vaste parameter op de referentie- temperatuur To. 



     PA Max maximale   specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacterien (d-')  A max.To: maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende   bacterie (dz   op de referentietemperatuur To   # A max: variatie   van de groeisneiheid 

 <Desc/Clms Page number 15> 

   APA   max.

   To : variatie van de groeisnelheid op de referentietem- peratuur 
 EMI15.1 
 volume van reaktor waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) Ei V, : som van de volumen van de cellen met slib waarin de nitrificerende   bacteriën   groeien (m3)   bA afstervingcoëfficient   van de nitrificerende   bacteriën     (d-1)   afstand tussen de toevoer van afvalwater en de uit- laat van gemengde vioeistof (m) of een infinitesimale waarde voor een volledige gemengde behandeling SNO (z,t.) : nitraatgehalte in de reaktor op tijd t die gemeten wordt op een plaats die op een afstand Z van de toevoer   ligt   (gN. m )   rD(Z, #):

   denitrificatiesnelheid   in aanwezigheid van zuurstof opgemeten op tijd T en op een plaats van de reaktor die op een afstand Z van de toevoer ligt (gN.m-3.d-1)   CN RAS (#):   nitrificatievermogen van de nitrificerende   bacteriën   van het slib dat naar de reaktor teruggestuurd wordt op tijd   # (gN.m-3.d-1)     SNHsp :   gewenst ammoniumgehalte van het water na behandeling   (gN. m')    KNH : affiniteitskonstante van de nitrificerende   bacteriën   (gN.m-3) 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 SNO IT   (1.)   nitraatconcentratie van het behandeld afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor SNO In   (1.)   nitraatconcentratie van het te behandelen afvalwater op tljd t voor een gemengde reaktor. 



  Het systeem is bij voorkeur van een middel voorzien om het nitrificatievermogen van de nitrificerende   bacterien   in de gemengde vloeistof tenminste één keer om de 6 uren, bij voorkeur om de 3 uren, te begroten ; van een middel om een   gemiddeld   nitrificatievermogen van de reaktor te begroten voor een periode van tenminste 12 uren, en van een middel om het begroot nitrificatievermogen te vergelijken met het gemiddeld nitrificatievermogen, en om de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde te besturen zolang het begrootte nitrificatievermogen kleiner is dan 0, 8 x het gemiddelde nitrificatievermogen,. 



  Het systeem is bij voorkeur ook van een middel voorzien om een gemiddeld ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater in de omgeving van de uitlaat van de reaktor te begroten over een termijn van tenminste   één   dag, van een middel om het verschil tussen het gewenste ammoniumgehalte en het bovengenoemde gemiddelde ammoniumgehalte te bepalen en om de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in functie van bovengenoemd verschil aan te passen. 



  Details en kenmerken van de uitvinding zullen uit de hierna volgende beschrijving voortvloeien waarin naar de bijgevoegde tekeningen verwezen wordt. 



  In die tekeningen tonen 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 figuur 1 een aanzicht van een installatie voor het behandelen van afvalwater door onder andere, nitrificerende   bacteriën ;   figuur 2 een schematisch aanzicht van regelingsstappen van de installatie van figuur 1, figuur 3 een bijkomend aanzicht van een installatie voor het behandelen van afvalwater ; figuur 4 een voorbeeld van een afvalwaterdebiet dat in de installatie vioeit   (1/minuut) ;   figuur 5 een voorbeeld van het stikstofgehalte van het afvalwater   (gil) ;   figuur 6 een voorbeeld van het BOD-gehalte van het afvalwater (g/l); figuur 7 een voorbeeld van het verschil tussen de berekende   pen   de theoretische   prn, ax ;   figuur 8 een voorbeeld van het debiet van het retourslib dat gespuid wordt ;

   figuur 9 een voorbeeld van het ammoniumgehalte van het water na de behandeling. 



  De installatie van fig. 1 bevat :   . een   reaktor 1 met een toevoer 2 van afvalwater   (0101   (t)), een uitlaat 3 (Q (t) =   Qnf   (t) + Qr (t)), waar het afvalwater en nitificeerende bacterien samen gemengd worden om een gemengde   vioeistof   te vormen,   .   een leiding 10 om zuurstof (lucht) in het slib toe te voegen,   .   een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) 4 waar het slib (GV) van de reaktor in een heldere waterige fase (Qinf(t)-Qw(t)) en in een slib bevattende vloeibare massa (GVB) gescheiden wordt ;

   

 <Desc/Clms Page number 18> 

 een leiding 5 om een deel Qr (t) van de   slib   bevattende vloeibare massa (retourslib) (GVB) van het scheidingsmiddel   (filtratie,   decantatie, centrifugatie) 4 naar de toevoer 2 van de reaktor te sturen ; . een leiding 6 om behandeld water   (Q (t)-Q (t))   uit het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie)   af te voeren ;   een middel 7 om een deel   (Q, (t))   van het slib van het scheidingsmiddel te spuien   (d. w. z.   dat dit deel niet terug in de reaktor gestuurd wordt) ;

   Het deel   Qw (t)   van het retourslib van het scheidingsmiddel dat uit de installatie gespuid wordt, is in functie van de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacterien en in functie van het gewenste ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater aangepast of geregeld. 



  Het doel van die aanpassing is de groeisnelheid vrijwel optimaal te handhaven (de hoeveelheid slib in de reaktor is dus vrijwel optimaal voor het te behandelen afvalwater) en het ammonia gehalte tot een minimale waarde te handhaven. 



  Het deel van het slib, dat gespuid wordt, is per tijdseenheid als volgt begroot : 
Qw=KV (f Amax-bA)   met K # Qr/ (Qinf + Qr)   Qr. de hoeveelheld per tijdseenheid van slib bevattende vloeibare massa die terug naar de reaktor gestuurd wordt, 
 EMI18.1 
 Qrnt de hoeveelheid per tijdseenheid van het afvalwater dat in de reaktor behandeld wordt, 
 EMI18.2 
 'c. -D) )] met (.'-')--D)) +Ls )- ''+J'., (14 2-)- @; (So (zXt)- 5 0 (zXr - D))iz + V &verbar; n Q(rXS o (1,r)- S u (O,r))dr+ Z g &verbar; DrD (z.r * 1 v 1 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 :De begroting van  A max kan ook door de volgende formules bepaald worden. Eventueel kan slechts een variatie van de groeisnelheid bepaald worden om een variatie van de te spuien hoeveelheid van slib te bepalen. 
 EMI19.1 
 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 
 EMI20.1 
 
 EMI20.2 
 



  J-Dir als volgt 
 EMI20.3 
 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 
 EMI21.1 
 In die formules, beteken CN (t1) ofCN nitrificatievermogen van de reaktor of op een bepaalde plaats van de reaktor (g N.   m"3 d"1)   op tijd t1, t   of i, d. w. z.   de hoeveelheid stikstof die per dag door nitrificerende   bacteriën   in 1 m3 gemengde vioeistof behandeld kan worden ; To : referentietemperatuur ( C)   T1   temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t, T2 temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t2 f het deel van de reaktor waar de groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   maximaal is A een functie of vaste parameter   Aro   een functie of vaste parameter op de referentie- temperatuur To. 



   A max : maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën   (d-1)  A max To: maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende   bacteriën (dz   op de referentietemperatuur To   # A max:   variatie van de groeisnelheid   # A max.To:   variatie van de groeisnelheid op de referentietem- 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 peratuur V : volume van reaktor waarin de nitrificerende bacterien groeien (m3)   I,   V1 :

   som van de volumen van de cellen met slib waarin de nitrificerende   bacteriën   groeien (m3) 
 EMI22.1 
 bA van de nitrificerende bacteriën (d) afstand tussen de toevoer van afvalwater en de uit- afstervingcoefficientlaat van gemengde vloeistof (m) of een infinitesimale waarde voor een volledige gemengde behandeling SNO   (z, t.) nitraatgehalte   in de reaktor op tijd t die gemeten wordt op een plaats die op een afstand Z van de toevoer   ligt   (gN. m-3)   rD(Z, #):

   denitrificatiesnelheid   in aanwezigheid van zuurstof opgemeten op tijd T en op een plaats van de reaktor die op een afstand Z van de toevoer   ligt     (gN. m . d-')     CN RAS (#):   nitrificatievermogen van de nitrificerende   bacteriën   van het slib dat naar de reaktor teruggestuurd wordt op tijd   i (gN. m-'. d-')    SNH sp: gewenst ammoniumgehalte van het water na behandeling   (gN. m-')     KNH :   affiniteitskonstante van de nitrificerende bacteriën (gN.m-3) 

 <Desc/Clms Page number 23> 

   SNO     t   :

   nitraatconcentratie van het behandeld afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor   SNO In (1.)   nitraatconcentratie van het te behandelen afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor. 



   Die berekening van   umax   is bijvoorbeeld om de 30 minuten uitgevoerd zodat Qw (t) om de 30 minuten aangepast wordt. 



  In die formule kan D een korte tijdsperiode (bv. 1 à 6 uren) zijn, om de variatie van  max snel te bepalen. Indien 0 een lange periode (bv. 1   ä   7 dagen) is, worden slechts de belangrijkste maar tragere variaties van   Umax   (wegens weersomstandigheden, winter, zomer, enz.) bepaald. 



  De waarde bA kan in boeken teruggevonden worden   (bijvoorbeeld in "8.   



  Sharma and   R. C. Ahlert   (1977) Nitrification and Nitrogen Removal. 



  Water Research, 11(10), 897-925" en in "M. Henze,   C. P. L.   Grady, W. 



  Gujer,   G. v. R.   Marais &   T. Matsuo   (1987) Water Research, 21 (5), 505- 515") of kan door testen bepaald worden (zie Water Research, Volume 32, Number 1,1/98, biz 71-81). De affiniteit van de nitrificerende bacteriën kan in boeken teruggevonden worden. 



  Het nitraatgehalte in de reaktor is vrijwel continu aan de toevoer en aan de uitgang van de reaktor opgemeten. 



  Daar de berekening op meerdere dagen (D      2 dagen) uitgevoerd wordt, is het eerste deel van de noemer kleiner dan het tweede en derde deel van de noemer. Het eerste deel van de noemer kan dus, zonder belangrijke begrotingsfout, bepaald worden door het opmeten van het nitraatgehalte aan de toevoer SNO(O,t), SNO(O,t-D) en aan de uitgang van de reaktor SNo (', t), SNo (l, t-D). 



  Het bepalen van   buzz   en   Qw   wordt door de letter A in figuur 2 aangeduid. 



  Aan de uitgang van de reaktor wordt het ammoniumgehalte (SNH 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 opgemeten, om een gemiddeld ammoniumgehalte (bv. over een periode van 24 uren) te bepalen. 



  Bij voorkeur, ingeval het gemiddelde ammoniumgehalte aan de uitgang van de reaktor boven de maximale toegelaten waarde (bv.   1, 5   mg N/l) ligt, is het spuien van het slib minimaal. Het spuien van het slib is achteraf steeds minimaal, zolang het   gemiddelde ammoniumgehalte   aan de uitgang boven een waarde (bv. 1 mg N/l, beter nog 0, 5 mg N/l) ligt die kleiner is dan de gewenste waarde. 



  In figuur 2 wordt die regelingsstap door de letter B aangeduid. 



  Een middel 20 stuurt een   signaat"0"of"1"naar   een middel 21 die de vermenigvuldiging van   Qw   (bepaald door regelingsstap A) en het signaal (0 of 1) van het middel 20 uitvoert. 



  Het   signaal 10" wordt   gestuurd zodra het gemiddelde ammoniumgehalte boven een maximale waarde   (1, 5 9 Nil) ligt   en achteraf zolang het ammoniumgehalte boven een minimale waarde   (0, 5 9 Nil) ligt.   



  Bij voorkeur, wordt een gemiddelde CN over een periode van 24 uren berekend. De   opgemeten CN wordt   dan met de berekende gemiddelde CN vergeleken. Zodra en zolang de opgemeten of berekende CN kleiner is dan 0, 8 x de gemiddelde CN, wordt een signaal"O" door het middel 26 naar het middel 21 gestuurd. Qw wordt dan op een minimale waarde geregeld. 



  Een gemiddelde waarde van het ammoniumgehalte wordt bij voorkeur op een lange termijn (bv 3 à 7 dagen) begroot. 



  De variatie van het op lange termijn gemiddelde ammoniumgehalte wordt gebruikt om de waarde van   Qu'berekend   in stap A, aan 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 passen. De correctiefactor wordt bijvoorbeeld als volgt berekend :   SNH (dag k) = y SNH (dag   k-1) +   (1- y) SNH (dag k)   met 
 EMI25.1 
 y of 0, 1) = 0, 995SNH (dag k) : gemiddelde ammoniumgehalte in het behandeld afvalwater. 



  Qw wordt gecorrigeerd met een term F   F = 0, 075 x (SNH (dagk)-S sp)   met SNH sp = gewenste waarde voor het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater. 



  Fig. 3 toont een andere installatie voor het behandelen van afvalwater volgens de uitvinding aan. Die installatie is gelijkaardig met de installatie van fig. 1, behalve dat de reaktor meerdere cellen bevat. 



  Figuren 4 tot en met 9 tonen respectievelijk voor de installatie van fig. 1 het afvalwaterdebiet (Qinf(t)) dat in de installatie vloeit (1/minuut); het stikstofgehalte van het afvalwater   (gai) ;   het BOD-gehalte van het afvalwater (g/l); het verschil tussen de berekende  max en de theoretische   (Jmax ;   het debiet van het   slib (QJ   die gespuid wordt ; het ammonia gehalte (SNH) van het water na de behandeling aan.

Claims (1)

  1. CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het behandelen van afvalwater door onder andere nltnficerende bacteriën, waarin het afvalwater en een slib samen gemengd worden om zo een gemengde vloeistof te vormen, waar In het slib bacteriën groeien, en waarin tenminste tijdelijk, slib gespuid wordt, met het kenmerk dat ten minste één keer per dag een maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacterien of een variatie ervan begroot of bepaald wordt, dat het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater opgemeten wordt, dat een hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib of een variatie ervan begroot of bepaald wordt in functie van de bepaalde maximale groeisnelheid of variatie ervan en bij voorkeur in functie van het opgemeten ammoniumgehalte en van een gewenst ammoniumgehalte,
    en dat de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in functie van de bepaalde hoeveelheid per tijdseenheid of variatie ervan aangepast wordt.
    2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat bovengenoemde hoeveelheid per tijdseenheid of variatie ervan tenminste één keer om de 6 uren, bij voorkeur om de twee uren, in het bijzonder om de 30 minuten, begroot of bepaald wordt.
    3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk dat bovengenoemde hoeveelheid per tijdseenheid vrijwel continu bepaald wordt.
    4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t. e. m. 3, waarin het behandelen van het afvalwater in een reaktor uitgevoerd wordt, waarblj de reaktor van een toevoer voor het te behandelen afvalwater, van een uitlaat om slib uit de reaktor te spuien en van een toevoer van slib voorzien is, en waarin gemengde vloeistof tussen de toevoer van afvalwater en de uitlaat van de reaktor continu verplaatst wordt, <Desc/Clms Page number 27> met het kenmerk dat het nitrificatievermogen van de gemengde vloeistof en de nitraat concentratie van het slib in de omgeving van de toevoer van afvalwater in de reaktor en in de omgeving van de uitlaat van gemengde vioeistof uit de reaktor begroot wordt,
    dat de maximale groeisnelheld of een variatie ervan in functie van het begrootte nitrificatievermogen van het slib en de nitraatconcentratie van bovengenoemd slib in de omgeving van de toevoer van afvalwater In de reaktor en in de omgeving van de uitlaat van het slib Ult de reaktor bepaald of begroot wordt.
    5. Werkwljze volgens één der conclusles 1 t. e. m. 4, met het kenmerk dat de groeisnelheid of de vanatie ervan door één der volgende formules bepaald of begroot wordt : EMI27.1 <Desc/Clms Page number 28> EMI28.1 <Desc/Clms Page number 29> EMI29.1 <Desc/Clms Page number 30> waarbij :
    de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vloeistof als volgt berekend wordt EMI30.1 Qw =V -b,) of, indien het slib van de reaktor in een heldere waterige fase en in een slib bevattende vioeibare massa (het retourslib) gescheiden wordt, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een vioeibare massa als volgt berekend wordt Qw=KV (f Amax-bA) met K # Qr/ (Qinf + Qr) Q, :
    de hoeveelheid per tijdseenheid van slib bevattende vioeibare massa die terug naar de reaktor gestuurd wordt, Qlnt : de hoeveelheid per tijdseenheid van het afvalwater dat in de reaktor behandeld wordt, of, indien het te behandelen afvalwater en het slib vrijwel volledig gemengd worden gedurende de behandeling, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spulen slib in de vorm van een gemengde EMI30.2 vloeistof als volgt berekend wordt Qw = K V (u + <Desc/Clms Page number 31> met CN (t1) of CN(t) of CN(#): nitrificatievermogen van de reaktor of op een bepaalde plaats van de reaktor (g N.m-3.d-1) op tijd t1, t of i, d. w. z. de hoeveelheid stikstof die per dag door nitrificerende bacteriën in 1 m3 gemengde vloeistof behandeld kan worden ;
    To : referentietemperatuur ( C) T1 temperatuur van de afvalwaterbehandeling (OC) op tijd t, T2 temperatuur van de afvalwaterbehandeling (OC) op tijd t2 f het deel van de reaktor waar de groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën maximaal is A een functie of vaste parameter ATO een functie of vaste parameter op de referentie- temperatuur To.
    PA, : maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën (d-') A max To: maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën (d-') op de referentietemperatuur To # A max: variatie van de groeisnelheid # A max To variatie van de groeisnelheid op de referentietem- <Desc/Clms Page number 32> EMI32.1 peratuur V van reaktor waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) Ei V, : som van de volumen van de cellen met slib waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) bA van de nitrificerende bacteriën (cT) afstand tussen de toevoer van afvalwater en de uit- volumelaat van gemengde vloeistof (m) of een infinitesimale waarde voor een volledige gemengde behandeling SNO (z,t.) :
    mitraatgehalte in de reaktor op tijd t die gemeten wordt op een plaats die op een afstand Z van de toevoer ligt (gN. m-3) rd(Z, #): denitrificatiesnelheid in aanwezigheid van zuurstof opgemeten op tijd T en op een plaats van de reaktor die op een afstand Z van de toevoer ligt (gN. m-3, d-1) CN RAS (#): nitrificatieverrmogen van de nitrificerende bacteriën van het slib dat naar de reaktor teruggestuurd wordt op tijd # (gN.m-3.d-1) SNHsp gewenst ammoniumgehalte van het water na behandeling EMI32.2 (gN. m') KNH : affiniteitskonstante van de nitrificerende bacteriën (gN.m-3) SNUIT Ult :
    nitraatconcentratie van het behandeld afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor <Desc/Clms Page number 33> So, (t.) : nitraatconcentratie van het te behandelen afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor.
    6. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t. e. m. 5, met het kenmerk dat, zo lang het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater kleiner is dan het gewenste ammoniumgehalte, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde begroot wordt.
    7. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t. e. m. 6, met het kenmerk dat het nitrificatievermogen van de nitrificerende bacteriën in de gemengde vloeistof tenminste één keer om de 6 uren, bij voorkeur om de 3 uren, begroot wordt ; en dat een gemiddeld nitrificatievermogen van de reaktor begroot wordt voor een periode van tenminste 12 uren, en dat het begroot nitrificatievermogen vergeleken wordt met het gemiddelde nitrificatievermogen, waarbij zolang het begrootte nitrificatievermogen kleiner is dan 0, 8 x het gemiddelde nitrificatievermogen, de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde begroot wordt.
    8. Werkwijze volgens één der conclusies 1 t. e. m. 7, met het kenmerk dat een gemiddeld ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater in de omgeving van de uitlaat van de reaktor, bepaald of begroot wordt op een termijn van tenminste één dag, dat het verschil tussen het gewenste ammoniumgehalte en het bovengenoemde gemiddelde ammoniumgehalte bepaald wordt en dat de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in functie van bovengenoemd verschil aangepast wordt.
    9. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de behandeling van het afvalwater in een reaktor uitgevoerd wordt, dat de gemengde vloeistof naar een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gestuurd te worden waarin de gemengde vloeistof in een heldere waterige fase en in een slib bevattende vloeibare massa of retourslib gescheiden wordt, dat de slib <Desc/Clms Page number 34> bevattende vloeibare massa of retourslib tenminste gedeeltelijk naar de reaktor in de omgeving van de toevoer van afvalwater gestuurd wordt, en dat een hoeveelheid per tijdseenheid van de gemengde vloeistof, die uit de reaktor gespuid wordt en niet naar het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gestuurd wordt,
    bepaald wordt in functie van de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën en van het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater. lO. Werkwijze votgens een der conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk dat de behandeling van het afvalwater in een reaktor uitgevoerd wordt, dat de gemengde vioeistof naar een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gestuurd wordt waarin de gemengde vioeistof in een heldere waterige fase en in een retourslib gescheiden wordt, dat het retourslib tenminste gedeeltelijk naar de reaktor in de omgeving van de toevoer van afvalwater gestuurd wordt, en dat een hoeveelheid per tijdseenheid van het retourslib, die uit het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) gespuid wordt en niet naar de reaktor gestuurd wordt,
    bepaald wordt in functie van de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën en van het ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater.
    11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk dat het afvalwater in de reaktor aan een beluchting of aan een zuurstof toevoeg onderworpen wordt.
    12. Systeem voor het uitvoeren van een werkwijze volgens één der voorgaande conclusie, waarbij dit systeem bevat : . een installatie met een reaktor waarin het afvalwater met een slib samen gemengd worden om zo een gemengde vloeistof te vormen, * tenminste een middel om een parameter van het slib in de reaktor of in de omgeving van een uitlaat van de reaktor voor slib op te meten, dat een signaal zendt naar een middel om de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacterien of de variatie ervan te bepalen, . tenminste een middel om het ammoniumgehalte van het behandeld <Desc/Clms Page number 35> afvalwater te bepalen, * een middel dat de hoeveelheid per tijdseenheid van het slib, die uit de installatie gespuid wordt,
    of een variatie van die hoeveelheid per tijdseenheid in functie van de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën en in functie van het opgemeten ammoniumgehalte, bepaalt of begroot, * een middel om de hoeveelheid per tijdseenheid van het uit de installatie te spuien slib ten opzichte van de hoeveelheid per tijdseenheid die bepaald wordt te besturen.
    13. Systeem volgens conclusie 12, met het kenmerk dat het middelen bevat om de nitraatconcentratie in de omgeving van de toevoer van het afvalwater in de reaktor en in de omgeving van de uitlaat van de reaktor op te meten, waarbij bovengenoemde middelen signalen sturen naar het middel om de maximale groeisnelheid te bepalen.
    14. Systeem volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de installatie een reaktor en een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) bevat, waarbij een leiding zieh tussen de reaktor en het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) uitstrekt om gemengde vloeistof van de reaktor naar het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) te sturen, terwijl een andere leiding zieh tussen de bodem van het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) en de reaktor uitstrekt om het retourslib van het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) naar de reaktor, in de omgeving van de toevoer van het afvalwater in de reaktor, te sturen, en dat het systeem van een leiding met een afsluitingsmiddel voorzien is voor het spuien uit de installatie een hoeveelheid per tijdseenheid van gemengde vioeistof,
    waarbij dit afsluitingsmiddel bestuurd wordt door het middel om de hoeveelheid per tijdseenheid van de uit de installatie te spuien slib ten opzichte van de bepaalde hoeveelheid per tijdseenheid te besturen.
    15. Systeem volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat de installatie een reaktor en een scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) bevat, waarbij een leiding zieh tussen de reaktor en het <Desc/Clms Page number 36> scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) uitstrekt om gemengde vloeistof van de reaktor naar het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) te sturen, terwijl een andere leiding zieh tussen de het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centrifugatie) en de reaktor uitstrekt om het retourslib van het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centnfugatie) naar de reaktor, in de omgeving van de toevoer van het afvalwater in de reaktor, te sturen, en dat het scheidingsmiddel (filtratie, decantatie, centnfugatie)
    voorzien is van een leiding met een afsluitingsmiddel voor het spuien uit de installatie van een hoeveelheid per tijdseenheid van slib of retourslib, waarbij dit afsluitingsmiddel bestuurd wordt door het middel om de hoeveelheid per tijdseenheid van de Ult de installatie te spuien slib ten opzichte van debepaalde hoeveelheid per tijdseenheid te besturen.
    16. Systeem volgens een der conclusies 12 tot en met 15, met het kenmerk dat het middel om de maximale groeisnelheid van de nitrificerende bacteriën of de vanatie ervan te bepalen een middel is dat de maximale groeisnelheid of een variatie ervan als volgt begroot of bepaalt : EMI36.1 <Desc/Clms Page number 37> EMI37.1 <Desc/Clms Page number 38> EMI38.1 <Desc/Clms Page number 39> waarbij :
    de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vioeistof als volgt berekend wordt EMI39.1 Qw = -bA) of, indien het slib van de reaktor in een heldere waterige fase en in een slib bevattende vloeibare massa (het retourslib) gescheiden wordt, de hoeveelheld per tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een vloelbare massa als volgt berekend wordt EMI39.2 QW = KV -b) (fu, met K # Qr/(Qinf+Qr) Qr :
    de hoeveelheid per tijdseenheid van slib bevattende vloeibare massa die terug naar de reaktor gestuurd wordt, Qlnf : de hoeveelheid per tijdseenheid van het afvalwater dat in de reaktor behandeld wordt, of, indien het te behandelen afvalwater en het slib vrijwel volledig gemengd worden gedurende de behandeling, de hoeveelheid per EMI39.3 tijdseenheid van het te spuien slib in de vorm van een gemengde vloeistof berekend wordt Qw = K V (PA".
    (SNH / ))-bj <Desc/Clms Page number 40> met CN (t1) of CN(t) of CN(#): nitrificatievermogen van de reaktor of op een bepaalde plaats van de reaktor (g N. m-'. d-') op tijd t1, t of i, d. w. z. de hoeveelheid stikstof die per dag door nitrificerende bacterien in 1 m3 gemengde vioeistof behandeld kan worden ; To referentietemperatuur ( C) T1 : temperatuur van de afvalwaterbehandeling ( C) op tijd t, T2 temperatuur van de afvalwaterbehandeling (OC) op tijd t2 f het deel van de reaktor waar de groeisnelheid van de nitrificerende bacterien maximaal is A een functie of vaste parameter ATO een functie of vaste parameter op de referentie- temperatuur To.
    A max : maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacterien (d-') A max To: maximale specifieke groeisnelheid van de nitrificerende bacterie (dz op de referentietemperatuur To APA max : variatie van de groeisnelheid # A max To: variatie van de groeisnelheid op de referentietem- <Desc/Clms Page number 41> peratuur V :
    volume van reaktor waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) #1 V1. som van de volumen van de cellen met slib waarin de nitrificerende bacteriën groeien (m3) EMI41.1 bA van de nitrificerende bacteriën (d"1) afstervingcoefficientafstand tussen de toevoer van afvalwater en de uit- laat van gemengde vloeistof (m) of een infinitesimale waarde voor een volledige gemengde behandeling SNO (z,t.) : nitraatgehalte in de reaktor op tijd t die gemeten wordt op een plaats die op een afstand Z van de toevoer ligt (gN. m-3) rD (Z, T) :
    denitrificatiesnelheid in aanwezigheid van zuurstof opgemeten op tijd T en op een plaats van de reaktor die op een afstand Z van de toevoer ligt (gN.m-3.d-1) CNRAS (r) : nitrificatievermogen van de nitrificerende bacteriën van het slib dat naar de reaktor teruggestuurd wordt op tijd T (gN. m='. d-') SNHsp: gewenst ammoniumgehalte van het water na behandeling (gN.m-3) KNH :
    affiniteitskonstante van de nitrificerende bacteriën (gN.m-3) SNouit (t-) nitraatconcentratie van het behandeld afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor <Desc/Clms Page number 42> SNO In (t) : nitraatconcentratie van het te behandelen afvalwater op tijd t voor een gemengde reaktor.
    17 Systeem volgens een der conclusies 12 tot en met 16, met het kenmerk dat het van een middel voorzien is om het nitrificatievermogen van de nitrificerende bacteriën in de gemengde vloeistof tenminste één keer om de 6 uren, bij voorkeur om de 3 uren, te begroten ; van een middel om een gemiddeld nitrificatievermogen van de reaktor te begroten voor een periode van tenminste 12 uren, en van een middel om het begroot nitrificatievermogen te vergelijken met het gemiddeld nitrificatievermogen, en om de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib tot een minimale waarde te besturen zolang het begrootte nitrificatievermogen kleiner is dan 0, 8 x het gemiddelde nitrificatievermogen,.
    18. Systeem volgens een der conclusies 12 tot en met 17, met het kenmerk dat het van een middel voorzien is om een gemiddeld ammoniumgehalte van het behandeld afvalwater in de omgeving van de uitlaat van de reaktor te begroten op een termijn van tenminste een dag, van een middel om het verschil tussen het gewenste ammoniumgehalte en het bovengenoemde gemiddelde ammoniumgehalte te bepalen en om de hoeveelheid per tijdseenheid van het te spuien slib in functie van bovengenoemd verschil aan te passen.
BE9800377A 1998-05-19 1998-05-19 Werkwijze voor het behandelen van afvalwater. BE1011922A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800377A BE1011922A3 (nl) 1998-05-19 1998-05-19 Werkwijze voor het behandelen van afvalwater.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9800377A BE1011922A3 (nl) 1998-05-19 1998-05-19 Werkwijze voor het behandelen van afvalwater.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011922A3 true BE1011922A3 (nl) 2000-03-07

Family

ID=3891255

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9800377A BE1011922A3 (nl) 1998-05-19 1998-05-19 Werkwijze voor het behandelen van afvalwater.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1011922A3 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0691292A (ja) * 1992-09-14 1994-04-05 Meidensha Corp 嫌気−好気活性汚泥処理装置の運転制御方法
DE4415602A1 (de) * 1994-05-04 1995-11-09 Thomae Gmbh Dr K Prozeßführung der aeroben Abwasserbehandlung mit Hilfe eines Verfahrens und einer Anlage, die eine an der Substratabbaurate der Organismen ausgerichtete Steuerung/Regelung ermöglicht
JPH1043788A (ja) * 1996-05-31 1998-02-17 Mitsubishi Electric Corp 生物学的水処理装置の制御方法

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0691292A (ja) * 1992-09-14 1994-04-05 Meidensha Corp 嫌気−好気活性汚泥処理装置の運転制御方法
DE4415602A1 (de) * 1994-05-04 1995-11-09 Thomae Gmbh Dr K Prozeßführung der aeroben Abwasserbehandlung mit Hilfe eines Verfahrens und einer Anlage, die eine an der Substratabbaurate der Organismen ausgerichtete Steuerung/Regelung ermöglicht
JPH1043788A (ja) * 1996-05-31 1998-02-17 Mitsubishi Electric Corp 生物学的水処理装置の制御方法

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
HILLENBRAND T, BÖHM E: "Untersuchungen zur Verbesserung der Prozessstabilität bei der Stickstoffelimination", KORRESPONDENZ ABWASSER, vol. 40, no. 4, April 1993 (1993-04-01), pages 536 - 554, XP000356121 *
LONDONG L: "Strategien zur optimierten Nitratreduktion bei vorgeschalteter Denitrifikation", KORRESPONDENZ ABWASSER, vol. 40, no. 4, April 1993 (1993-04-01), pages 556 - 563, XP000356122 *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 018, no. 357 (C - 1221) 6 July 1994 (1994-07-06) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 098, no. 006 30 April 1998 (1998-04-30) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7473365B2 (en) Method and installation for the biological treatment of water using activated sludge and comprising aeration regulation
CA2620824A1 (en) Denitrification process and system
US11434157B2 (en) Operating method for organic wastewater treatment apparatus and organic wastewater treatment apparatus
HUE024179T4 (en) Dynamic control of membrane bioreactor system
JP4229999B2 (ja) 生物学的窒素除去装置
Rutherford et al. Management of phosphorus and nitrogen inputs to Lake Rotorua, New Zealand
BE1011922A3 (nl) Werkwijze voor het behandelen van afvalwater.
JP4298405B2 (ja) 汚水処理方法
Gray The influence of sludge accumulation rate on septic tank design
Laera et al. Influence of sludge retention time on biomass characteristics and cleaning requirements in a membrane bioreactor for municipal wastewater treatment
Stamou et al. Modelling of an alternating oxidation ditch system
WO2016009650A1 (ja) 曝気風量演算装置及び水処理システム
JP2001038386A (ja) 廃水処理装置の反応槽構造
JP3203774B2 (ja) 有機性排水の処理方法及びメタン発酵処理装置
JPS63175696A (ja) Sviを用いたバルキング制御方法
US10150684B2 (en) System and method for preventing ammonia rebound in a cold-weather bioreactor
JP3704697B2 (ja) 廃水の硝化方法及び装置並びに窒素除去装置
JPS5845913B2 (ja) 活性汚泥法における微生物反応速度制御方法
JPS6128498A (ja) 有機排水の窒素・リン同時除去方法
KR101229455B1 (ko) 고도처리 방류수질 관리 및 에너지 절감 시스템
JP2515255B2 (ja) 汚水処理槽内における汚泥濃度の自動調整装置
JP4478002B2 (ja) 下水処理方法および下水処理制御装置
Lemoine et al. Simultaneous Nitrification/Denitrification Control for Activated Sludge Waste Water Treatment
Sen et al. Process design and operational modifications of oxidation ditches for biological nutrient removal
Schuchardt et al. Potential of OUR and OTR measurements for identification of activated sludge removal processes in aerated basins

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20050531

RE Patent lapsed

Effective date: 20050531