BE1011822A3 - Inrichting voor het in een te consolideren en te draineren slibmassa aanbrengen van een horizontaal net van draineerbuizen. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het in een te consolideren en te draineren slibmassa aanbrengen van een horizontaal net van draineerbuizen, gekenmerkt doordat zij bestaat uit : a) een drijvend ponton (4); b) een vanaf bedoeld ponton (4) neer te laten mechanische arm (5) met middelen voor het naar het uiteinde van deze arm geleiden van de draineerbuizen en c) minstens één mes (12) aan het onderste uiteinde van de mechanische arm (5) bevestigd voor het in de sliblaag trekken van een sleuf.

Description

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Inrichting voor het in een te consolideren en te draineren slibmassa aanbrengen van een horizontaal net van draineerbuizen" 
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een te consolideren en te draineren slibmassa, ook genoemd te compacteren slibmassa, aanbrengen van een horizontaal net van draineerbuizen. 



   Het stockeren van slib, dat vaak als een min of meer verontreinigde specie wordt aanzien, doet steeds meer problemen oprijzen zowel op het economisch als op het zuiver technisch vlak. 



   Om aan het plaatsgebrek te verhelpen, wordt thans veel beroep gedaan op een techniek die erin bestaat een bestaand waterbekken plaatselijk te verdiepen en in de op deze wijze ontstane onderwatercel slib te storten. Waterbekkens die daartoe bijzonder geschikt zijn, zijn   o. a.   kunstmatig gegraven havendokken. Inderdaad wordt de bodem van een dergelijk waterbekken gemakkelijk met 5 meter of meer uitgediept en aangezien de uitgegraven of weggebaggerde materialen meestal uit zand bestaan, kunnen deze zonder gevaar voor het verhogen van omliggende min of meer verwijderde gebieden aangewend worden. 



   In een op deze wijze ontstane kunstmatige cel kunnen aanzienlijke hoeveelheden slib worden gestort. Het compacteren van deze slibmassa verhoogt de bergingscapaciteit van de in de aanhef genoemde watercellen. 



   De uitvinding heeft nu tot doel een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 inrichting voor te schrijven die het mogelijk maakt een slibmassa te compacteren door het in deze massa aanbrengen van een horizontaal netwerk van draineerbuizen. 



   Om dit conform de uitvinding mogelijk te maken, bestaat de inrichting uit : a) een drijvend ponton uitgerust met middelen voor het verplaatsen van het ponton ten opzichte van het aan te brengen net ; b) een vanaf bedoeld ponton tot op de gewenste diepte neer te laten mechanische arm voorzien van middelen voor het naar het uiteinde van de mechanische arm geleiden van de draineerbuizen ; c) minstens   één   mes aan het onderste uiteinde van de mechanische arm bevestigd voor het in de sliblaag trekken van een sleuf waarin minstens   een   rij draineerbuizen kunnen worden ingewerkt tijdens de verplaatsing van het drijvend ponton. 



   In een bijzonder doeltreffende uitvoeringsvorm bestaat hogerbedoeld mes uit twee verticale platen die op een afstand van elkaar zijn gemonteerd die nagenoeg overeenstemt met de breedte van de te vormen sleuf terwijl vooraan, in de bewegingszin van het mes beschouwd, het mes uitgerust is met een verticale buis met vooraan een reeks spuitgaten voor het openwerken van de slibmassa. 



   Steeds volgens deze uitvoeringsvorm zijn tussen hogerbedoelde twee platen die het mes vormen, rollen voorzien om de tussen bedoelde platen door de geleidebuizen ingevoerde draineerbuizen over de nodige kromtestraal te buigen. 



   Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een inrichting voor het in een te consolideren en te draineren slibmassa aanbrengen van 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 een horizontaal net van draineerbuizen, volgens de uitvinding. 



   Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een schematische voorstelling volgens een langsdoorsnede van een onderwatercel waarin slib is gestort, met schematische voorstelling van geleide- en draineerbuizen. 



   Figuur 2 is een schematisch gehouden zijaanzicht van een ponton met mechanische arm uitgerust met een mes. 



   Figuur 3 vertoont op een andere schaal het mes zoals deze onderaan een mechanische arm is gemonteerd in een uitvoering met twee draineerbuizen. 



   Figuur 4 is op een grotere schaal een dwarsdoorsnede door een mes uit de inrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 5 is een bovenaanzicht op het mes uit de inrichting volgens de uitvinding. 



   Ter verduidelijking van de techniek die aan de basis ligt van de inrichting volgens de aanvrage wordt in figuur 1 de situatie weergegeven die zich in een waterbekken kan voordoen wanneer daarin een onderwatercel wordt   gecreëerd   voor het opvangen van slib afkomstig meestal van baggerwerken. 



   In   figuur l   wordt een langsdoorsnede van een dok (of meer algemeen een waterbekken) voorgesteld waarin een onderwatercel 1 werd gecreëerd. Verschillende waterpeilen werden voorgesteld met de verwijzingen a, b en c. In de veronderstelling dat met peil b een niveau-15 overeenstemt, dan stemt bijvoorbeeld peil c met niveau-20 overeen zodat de bodem 3 van de kunstmatig gecreëerde watercel hiermede 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 overeenstemt. De dikte van de gestorte slibmassa is dan onder deze omstandigheden vijf meter. 



   Door het aanbrengen in deze slibmassa van een horizontaal net van draineerbuizen kan de slibmassa op gevoelige wijze worden gecompacteerd nadat over een periode van bijvoorbeeld zes maanden bestendig een onderdruk in de draineerbuizen is onderhouden en het gedraineerde water wordt verwijderd. De duur van bedoelde periode hangt af van de snelheid van de ontwatering en de dikte van de sliblaag. De hierbij 
 EMI4.1 
 ontstane volumewinst kan 25 ä 30 % bedragen. Deze percentages kunnen variëren in functie van de begintoestand van het slib. 



   Om een dergelijke bewerking in een sliblaag in de hierboven beschreven omstandigheden met technisch betrouwbare middelen te kunnen uitvoeren is nu, volgens de uitvinding, een inrichting ontworpen die bestaat uit een drijvend ponton 4. Het begrip "ponton" omvat uiteraard ook een verbouwde emmerbaggermolen die zich dan uitstekend tot het uitvoeren van de noodzakelijke bewerkingen leent. 



   Op het ponton 4 is een mechanische arm 5 met scharnierpunt 6 en een gebruikelijke hefkabel 7 voorzien zodat uitgaande van de ruststand van de mechanische arm 5 deze in de werkstand kan worden gebracht zoals figuur 2 dit laat zien. Op het ponton komen haspels 8 voor waarop de nodige draineerbuizen 9 over hun ganse lengte zijn gewonden. 



   Deze draineerbuizen worden over een stel van twee of meer rollen 10 rechtgetrokken. Elke draineerbuis dringt onmiddellijk daarop in een op de mechanische arm 5 met beugels 10'of dergelijke bevestigde geleidebuis 11. De geleidebuizen 11 voeren de draineerbuizen 9 tot in de onmiddellijke nabijheid van elk mes 12. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   Met de   uitdrukking "mes" wordt   een structuur bedoeld die in detail aan de hand van figuren 3,4 en 5 zal worden beschreven. 



   In zijn meest voordelige uitvoeringsvorm bestaat elk mes 12 uit twee op een afstand van elkaar gemonteerde platen 13 waartussen de draineerbuizen 9 over rollen worden geleid (figuren 3 en 4). De afstand tussen de platen 13, vermeerderd met hun dikte op de verticale buis 20, en rekening houdend met andere op deze messen gemonteerde onderdelen, bepaalt de breedte van de sleuf. In figuur 5 zijn de in sleuven gevoerde draineerbuizen 9 zichtbaar. 



   Achteraan, in de bewegingszin van het mes beschouwd, is nagenoeg ter hoogte van de bovenrand van de messen 12 een cilinder 14 aangebracht (figuren 3 en 5) die als functie heeft het slibmateriaal af te strijken. 



   Verdere afstrijkmiddelen die de gevormde sleuf moeten dichten, worden gevormd door telkens voor elke sleuf twee verticale platen 15 die zich over de volledige dikte van de sliblaag uitstrekken (figuren 3 en 5) en onder tussenkomst van platen 16 met elke plaat 13 behorende tot een mes 12 zijn verbonden. 



   Twee onder elkaar samenwerkende platen 15 vormen met   een   der platen 13 uit een mes 12 een hoek die, bij de verplaatsing van het ponton, het vullen van een sleuf bevorderen. 



   Tussen twee platen 13 die een mes 12 vormen en bovenaan door tussenstukken 17 zijn verbonden, worden de draineerbuizen 9 derwijze afgebogen dat zij vanaf het einde van de mechanische arm 5 naar elk van de messen 12 worden gevoerd om nadien in elk mes op verschillende hoogtes te worden geleid en omgebogen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   De rollen 18 buigen de draineerbuizen naar elk van de messen 12 om, terwijl de rollen 19 de draineerbuizen over een hoek van 900 ombuigen en naar de niveau's waarop de draineerbuizen 9 in de sleuven moeten belanden richten. Uiteraard kunnen draineerbuizen op meer dan twee niveau's voorkomen. 



   Om in de slibmassa de nodige sleuven in een eerste fase open te werken, is elk mes 12 vooraan van een verticale buis 20 met een snijrand 21 voorzien waarin een reeks spuitgaten 22 voorkomen waardoorheen water onder druk kan worden gespoten. Door de uitgeoefende druk worden de hardere sliblagen afgebroken. Watertoevoer wordt verzekerd doorheen de leidingen 23. 



   Met de inrichting volgens de uitvinding kunnen volgens een technisch feilloos toepasbare werkwijze in sliblagen met betrekkelijk grote diktes draineerbuizen in boven elkaar voorkomende lagen worden aangebracht zodat door een over meerdere maanden gespreide onderdruk het in het slib aanwezige water wordt afgevoerd. Dit leidt dan tot een compactering van de sliblaag waardoor het volume van het slib aanzienlijk kan worden gereduceerd. 



   Bij het aanbrengen van drainagebuizen kunnen verschillende stadia onderscheiden worden : a) Aanbrengen van de walverbinding door middel van een gesloten buis ; b) Aanbrengen van de draineerbuizen in het mes en aanleggen van de verbinding met de wal ; c) Aanbrengen van de draineerbuizen in het slib ; d) Terugstellen naar de beginpositie van de volgende track. 



   Deze verschiilende stadia worden hierna meer in detail beschreven :
A. Aanbrengen van de gesloten buis. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 



   Vanaf de wal, waar de collectorleiding komt, wordt de gesloten buis vastgehouden en afgerold in het water en naar het mes gebracht die zich heeft gepositioneerd op het begin van een track. Dit gebeurt evenveel keer als er draineerbuizen worden aangebracht per track. 



   B. Aanbrengen van de draineerbuis in het mes. 



   Het ponton wordt gepositioneerd aan een uiteinde van de onderwatercel en de mechanische arm wordt naar boven gehaald zodat het mes volledig boven water komt te staan. De draineerbuizen worden op de haspels geplaatst en worden door de geleidebuizen op de mechanische arm naar en dan door het mes gebracht. 



  Eenmaal alle draineerbuizen door het mes zijn gebracht, wordt de verbinding gemaakt met de gesloten buis naar de wal die reeds ter plaatse is zoals hoger uiteengezet. 



   C. Aanbrengen van de draineerbuizen. 



   Zodra alle verbindingen aangelegd zijn en het ponton in zijn exacte positie is komen te staan, wordt de mechanische arm naar beneden gebracht tot op een diepte waarop het mes volledig in het slib is gebracht. Het ponton kan dan worden verplaatst naar het andere uiteinde van de slibcel. Dit kan gebeuren door op zichzelf bekende technieken. Als alle draineerbuizen zijn afgerold, op het einde van de slibcel, wordt de mechanische arm terug opgehaald. 



   D. Terugstellen naar de beginpositie.
Dit gebeurt door het toepassen van technieken die algemeen van toepassing zijn bij het verplaatsen van pontons of gelijkaardige drijvende constructies.

Claims (9)

1. CONCLUSIES 1. Inrichting voor het in een te compacteren slibmassa aanbrengen van een horizontaal net van draineerbuizen, met het kenmerk dat zij bestaat uit : a) een drijvend ponton (4) uitgerust met middelen voor het verplaatsen van het ponton ten opzichte van het aan te brengen net ; b) een vanaf bedoeld ponton (4) tot op de gewenste diepte neer te laten mechanische arm (5) voorzien van middelen voor het naar het uiteinde van deze arm geleiden van de draineerbuizen ; c) minstens een mes (12) aan het onderste uiteinde van de mechanische arm (5) bevestigd voor het in de sliblaag trekken van een sleuf waarin minstens een rij draineerbuizen (9) kunnen worden ingewerkt tijdens de verplaatsing van het drijvend ponton (3).
2. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde onder b) genoemde middelen gevormd worden door geleidebuizen (11) waarvan elke geleidebuis (11) een draineerbuis (3) naar het uiteinde van de mechanische arm (5) voert.
3. 3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoeld mes (12) uit twee verticale platen (13) bestaat die op een afstand van elkaar zijn gemonteerd die nagenoeg overeenstemt met de breedte van de te vormen sleuf terwijl vooraan, in de bewegingszin van het mes beschouwd, het mes uitgerust is met een verticale buis (20) met vooraan een snijrand (21) waarin een reeks spuitgaten voor het openwerken van de slibmassa zijn aangebracht.
4. 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat tussen hogerbedoelde twee platen (13) die het mes vormen, rollen zijn voorzien om de tussen bedoelde platen (13) door de geleidebuizen (11) <Desc/Clms Page number 9> ingevoerde draineerbuizen (9) over de nodige kromtestraal te buigen.
5. 5. Inrichting volgens een van de conclusies 3 - 5, met het kenmerk dat achter elk mes (12) afstrijkmiddelen zijn gemonteerd voor het dichten van hogerbedoelde sleuven.
6. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde afstrijkmiddelen gevormd worden door minstens één horizontale cilinder (14) bij het bovenste einde van het mes (12) gemonteerd.
7. 7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde afstrijkmiddelen worden gevormd door twee verticale platen (15) die achteraan het mes zijn gemonteerd en die derwijze ten opzichte van de platen (13) die het mes vormen een hoek vormen die het afstrijken van het slib in de richting van de sleuf bevorderen.
8. 8. Inrichting volgens een van de conclusies 2 - 7, met het kenmerk dat elk mes een hoogte vertoont die voldoende is om boven elkaar meerdere draineerbuizen (11) op te vangen.
9. 9. Inrichting volgens één van de conclusies 1 - 8, met het kenmerk dat op hogerbedoeld ponton voor elke draineerbuis (9) haspels (8) zijn gemonteerd met elk een capaciteit die beantwoordt aan de lengte van een draineerbuis 9.