BE1011545A3 - Bloembakensemble, werkwijze om zulk bloembakensemble te vervaardigen, en wand hieruit opgebouwd. - Google Patents

Abstract

Bloembakensenble, van het type dat bestaat uit, enerzijds, een houder (2) in de vorm van een recipiënt waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd en, anderzijds, één of meer hulpstukken (3-4-5) die met houder (2) kunnen samenwerken, daardoor gekenmerkt dat één of meer van de voornoemde hulpstukken (3-4-5) losbreekbaar en/of uitbreekbaar aan de houder (2) zijn bevestigd.

Description

Bloembakensemble, werkwijze om zulk bloembakensemble te vervaardigen, en wand hieruit opgebouwd.

Deze uitvinding heeft betrekking op een bloembakensemble, alsmede op een werkwijze om zulk bloembakensemble te vervaardigen en op een wand die uit dergelijke bloembakensembles is opgebouwd.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een bloembakensemble, ook wel plantenring genoemd, waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd.

In het bijzonder betreft zij bloembakensembles die worden vervaardigd uit beton, bijvoorbeeld getrild beton, doch in het algemeen kunnen ook andere materialen worden toegepast, zoals^te bakken klei en dergelijke.

Het is bekend om dergelijke bloembakensembles samen te stellen uit, enerzijds, een ringvormige houder en, anderzijds, één of meer hulpstukken in de vorm van bodemdelen. Deze hulpstukken worden afzonderlijk vervaardigd en samen met de ringvormige houder als één ensemble gecommercialiseerd. Afhankelijk van de toepassing, meer speciaal de wijze van stapelen van de houders, kunnen dan naar keuze één of meer bodemdelen in de houder worden gelegd, of kunnen deze bodemdelen zelfs worden weggelaten.

Een nadeel van deze bloembakensembles bestaat erin dat de houders en bodemdelen los zijn van elkaar, waardoor zij gescheiden kunnen geraken.

Nog een nadeel van deze bekende bloembakensembles doet zich voor bij de productie, en bestaat erin dat afzonderlijke producties noodzakelijk zijn voor, enerzijds, de houders en, anderzijds, de hulpstukken. Dit noodzaakt ombouwtijden aan de produktiemachines en kan aanleiding geven tot kleurverschillen tussen houders enerzijds en hulpstukken anderzijds.

De uitvinding heeft een bloembakensemble tot doel waarbij één of meer van voornoemde alsmede andere nadelen zijn uitgesloten.

Tot dit doel betreft de uitvinding een bloembakensemble, van het type dat bestaat uit, enerzijds, een houder in de vorm van een recipiënt waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd, en anderzijds, één of meer hulpstukken die met de houder kunnen samenwerken, daardoor gekenmerkt dat één of meer van de voornoemde hulpstukken losbreekbaar aan de houder zijn bevestigd.

Door het feit dat de hulpstukken losbreekbaar aan de houder zijn bevestigd, kunnen zij niet verloren gaan, zolang zij niet los gemaakt zijn. Ook is er geen afzonderlijke manipulatie van de hulpstukken nodig bij de commercia-lisatie en het transport, althans toch zolang men de hulpstukken aan de houder vast laat.

De hulpstukken kunnen volgens de uitvinding zowel bestaan uit de gebruikelijke bodemdelen, doch kunnen ook bestaan uit andere elementen die met de houder op één of andere wijze kunnen samenwerken.

Volgens een bijzonder kenmerk zal het bloembakensemble één of meer losbreekbare hulpstukken bevatten in de vorm van wanddelen die tussen twee naast elkaar, op een afstand van elkaar, geplaatste houders kunnen worden aangebracht.

Zulk wanddeel heeft als voordeel dat uit de betreffende bloembakensembles wanden kunnen worden opgebouwd waarbij de aangewende houders op een afstand van elkaar kunnen worden geplaatst, zodat voor het vormen van zulke wand minder bloembakensembles noodzakelijk zijn dan in het geval dat de houders onmiddellijk naast elkaar worden geplaatst.

Opgemerkt wordt dat zulk wanddeel ook voordelig is wanneer het niet losbreekbaar, doch van bij het begin los, bij het ensemble wordt geleverd. De uitvinding heeft bijgevolg ook betrekking op een bloembakensemble met als kenmerk dat het bestaat in de combinatie van een houder die bedoeld is om als bloembak te worden aangewend en waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd, en minstens één bijhorend wanddeel dat tussen twee naast elkaar, op een afstand van elkaar, geplaatste houders kan worden aangebracht, bij voorkeur in speciaal daartoe in de houders voorziene uitsparingen.

Tenslotte heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zulk bloembakensemble, met als kenmerk dat dit bloembakensemble wordt vervaardigd uit beton, eventueel beton in verschillende lagen om kleurschakeringen te verkrijgen, waarbij dit beton in een matrijs wordt getrild, waarbij de productie van alle elementen samen volgens één cyclus geschiedt, met andere woorden, waarbij de houder en de betreffende hulpstukken in één persbewerking worden gevormd, met als voordeel dat geen afzonderlijke productiehandelingen dienen te worden toegepast voor de hulpstukken.

Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 het bloembakensemble van de uitvinding in bovenaanzicht weergeeft; figuren 2 en 3 zichten weergeven volgens pijlen F2 en F3 in figuur 1; figuren 4, 5 en 6 doorsneden weergeven volgens lijnen IV-IV, V-V en VI-VI in figuur 1; figuur 7 een gelijkaardig zicht weergeeft als in figuur 1, doch nadat de hulpstukken losgebroken en verwijderd zijn; figuren 8 en 9 respectievelijk één van de losgebroken bodemdelen, alsmede een losgebroken wanddeel, weergeven; figuur 10 in bovenaanzicht weergeeft hoe verschillende bloembakensembles naast elkaar kunnen worden opgesteld, teneinde een wand te vormen, waarbij de onderliggende laag in streeppuntlijn is weergegeven; figuur 11 een zicht weergeeft volgens pijl Fll in figuur 10, van slechts één laag uit de wand; figuur 12 een doorsnede weergeeft volgens lijn XII-Xii in figuur 10; figuur 13 nog een toepassing weergeeft van het bloembakensemble van figuur 1; figuur 14 op een grotere schaal een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 met F14 is aangeduid.

Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 9 heeft de uitvinding betrekking op een bloembakensemble 1 dat bestaat uit, enerzijds, een houder 2 in de vorm van een recipiënt en, anderzijds, één of meer hulpstukken, in dit geval twee bodemdelen 3-4 en een hierna nog beschreven wanddeel 5, die met de houder 2 kunnen samenwerken.

De houder 2 bestaat hoofdzakelijk uit een ringvormige structuur, bestaande uit twee tegenovereenliggende kopse wanden 6-7 en twee zijwanden 8-9, met daartussen een open bodem, hierna aangeduid als bodemopening 10. Onderaan aan de ringvormige structuur zijn steunmiddelen aanwezig die toelaten dat de voornoemde bodemdelen 3-4 in de houder 2 kunnen worden gelegd. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze steunmiddelen uit naar binnen uitstekende steunranden 11-12-13-14 die zich nabij de onderzijde van de voornoemde wanden 6-7-8-9 bevinden. Deze steunranden kunnen zoals weergegeven doorlopend zijn uitgevoerd of volgens een variante onderbroken zijn.

De bodemdelen 3 en 4 zijn hoofdzakelijk uitgevoerd in de vorm van platen die ieder in neergelegde toestand ongeveer de helft bestrijken van het oppervlak van de bodem, zodat de voornoemde bodemopening 10 volledig of nagenoeg volledig is afgesloten wanneer de beide bodemdelen 3-4 naast elkaar in de houder 2 worden aangebracht.

Het voornoemde wanddeel 5 bestaat eveneens in hoofdzaak uit een plaatvormig element. Dit wanddeel 5 is zodanig uitgevoerd dat het tussen twee naast elkaar, op een afstand van elkaar geplaatste houders 2 kan worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld in de figuren 10 en 11 is afgebeeld.

De houder 2 is aan de buitenzijde van zijn zijwanden 8-9 voorzien van zittingen, meer speciaal uitsparingen 15-16, waarin wanddelen 5 met hun zijranden 17-18 kunnen worden aangebracht, waarbij deze uitsparingen 15-16 zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekken en in het midden van de betreffende zijwanden 8-9 zijn gesitueerd.

Een essentieel kenmerk van de uitvindig bestaat erin dat de voornoemde hulpstukken, in dit geval de bodemdelen 3-4 en het wanddeel 5 losbreekbaar en/of uitbreekbaar aan de houder 2 zijn bevestigd.

Meer speciaal zijn de losbreekbare hulpstukken, zoals afgebeeld voor het bodemdeel 3 in figuur 5 en voor het wanddeel 5 in figuur 6, aan de houder 2 bevestigd via, ten opzichte van het omgevende materiaal zwakke, breekbare materiaalgedeelten 19.

Zoals weergegeven worden de hulpstukken, alsdus de bodemdelen 3-4 en het wanddeel 5 hiertoe bij voorkeur op de steunranden 13 en 14 bevestigd, met andere woorden worden zij zodanig ééndelig met de houder 2 uitgevoerd dat de enige verbindingspunten zich bevinden ter plaatse van de steunranden 13-14.

Zoals weergegeven in het voorbeeld van de tekeningen geniet het de voorkeur dat de betreffende hulpstukken, aldus de bodemdelen 3-4 en het wanddeel 5, binnenin de ringvormige contour van de houder 2 zijn aangebracht, en bij voorkeur ook binnen de volledige buitencontour, met andere woorden zodanig dat de hulpstukken noch zijdelings, noch naar onder of naar boven buiten de houder 2 uitsteken. Dit heeft als voordeel dat de kans dat de hulpstukken accidenteel in contact komen met andere voorwerpen bij het transport of dergelijke, zeer klein is en de kans op een ongewild losbreken van de hulpstukken bijgevolg ook minimaal wordt.

De bodemdelen 3-4 en het wanddeel 5 worden in hun losbreekbare toestand rechtop in de houder 2 geplaatst. Hierdoor is het mogelijk om het geheel in één behandeling te vervaardigen, meer speciaal in één vormbewerking met behulp van een matrijs te realiseren.

In het geval dat het bloembakensemble 1 zoals afgebeeld in de figuren is voorzien van minstens drie hulpstukken, enerzijds, de twee voornoemde bodemdelen 3-4, en anderzijds, één wanddeel 5 zoals voornoemd, kunnen zoals weergegeven in losbreekbare toestand de twee bodemdelen 3-4 rechtop en parallel in de houder 2 zijn aangebracht, waarbij zij ook parallel zijn aan de kopse wanden 6-7, terwijl het voornoemde wanddeel 5 eveneens rechtop, doch diagonaal tussen de bodemdelen 3-4 is geplaatst.

Het is echter duidelijk dat in functie van de te realiseren uitvoeringsvorm en van de concrete fabricatieomstandigheden de hulpstukken ook op een andere wijze in de houder 2 kunnen worden aangebracht, bijvoorbeeld alle parallel aan elkaar. In de plaats van parallel aan de kopse wanden 6-7, kunnen zij ook parallel aan de zijwanden 8-9 worden aangebracht.

Zoals weergegeven in het voorbeeld van de figuren kunnen de buitenzijden van de kopse wanden 6-7 met een verschillende vormgeving worden uitgevoerd, wat in dit geval bereikt is door de wand 6 met een glad oppervlak uit te voeren, terwijl de wand 7 geprofileerd is, meer speciaal voorzien is van een geribd oppervlak. Enerzijds, wordt hierdoor verkregen dat door de houders in de ene of andere richting te plaatsen verschillende visuele aspecten kunnen worden verkregen. Anderzijds, wordt ook de mogelijkheid geboden om te kiezen tussen een glad oppervlak en een geribd opper- vlak, waarbij het gladde oppervlak gemakkelijker kan worden onderhouden, terwijl het geribde oppervlak dan weer het voordeel biedt dat een betere aanhechting wordt verkregen voor klimplanten en dergelijke.

Het wanddeel 5 kan op gelijkaardige wijze aan weerszijden van oppervlakken met een verschillende vormgeving worden voorzien, zoals ook blijkt uit de figuren.

De fabricage en het gebruik van de bloembakensembles 1 is als volgt.

Bij de fabricage wordt het bloembakensemble van figuur 1 in één stuk gevormd. Doordat de hulpstukken zich rechtop bevinden, kan dit eenvoudig door beton te persen en te trillen in eenzelfde matrijs in één cyclus.

Nadat het product uit de matrijs is genomen en uitgehard is, kan dit worden verhandeld.

De gebruiker kan de hulpstukken eenvoudig losmaken door ze met de hand los te breken of door ze uit de houder 2 te slaan door er voorzichtig in verticale richting een tik op te geven met een hamer of dergelijke. Na het verwijderen van de hulpstukken vertoont de houder 2 een vorm zoals afgebeeld in figuur 7. De verkregen hulpstukken zijn in perspectief afgebeeld in de figuren 8 en 9.

Figuren 10 tot 12 tonen hoe meerdere bloembakensembles 1 naast en op elkaar kunnen worden geplaatst om een wand te vormen. Het is duidelijk dat in deze opstelling de beide bodemdelen 3-4 vereist zijn om te verhinderen dat de aarde 20 uit de houders 2 valt.

Figuur 13 toont een opstelling waarbij de houders 2 over een halve lengte ten opzichte van elkaar verschoven zijn, en een schuine achteroverhellende wand vormen, waarbij per houder 2 één bodemdeel, in dit geval het bodemdeel 3 volstaat. Deze bodemdelen hebben hierbij onder meer tot doel te verhinderen dat bij het gieten van de planten aarde doorgespoeld wordt van de bovenste houders naar de onderste.

In de plaats dat de hulpstukken uitsluitend aan de steunranden 13 en 14 bevestigd zijn, kunnen zij ook worden bevestigd langs hun volledige zijwanden, bijvoorbeeld door middel van dunne materiaalgedeelten 21, zoals afgebeeld in figuur 14. Het is duidelijk dat zulke bevestiging eventueel ook aan slechts één zijwand kan worden voorzien.

Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op bloembakensembles waarbij bepaalde hulpstukken losbreekbaar in de houder zijn bevestigd, alsmede andere hulpstukken afzonderlijk als een los deel worden vervaardigd.

Eveneens is het niet uitgesloten om de hulpstukken reeds onmiddellijk na de productie maar voorafgaand aan de commercialisatie van de houder los te maken.

Het is duidelijk dat de houders 2 niet noodzakelijk rechthoekig hoeven te zijn zoals afgebeeld in de figuren, doch eender welke vorm kunnen vertonen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijk bloembakensemble kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

1. Bloembakensemble, van het type dat bestaat uit, enerzijds, een houder (2) in de vorm van een recipiënt waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd en, anderzijds, één of meer hulpstukken (3-4-5) die met de houder (2) kunnen samenwerken, daardoor gekenmerkt dat één of meer van de voornoemde hulpstukken (3-4-5) losbreekbaar en/of uitbreekbaar aan de houder (2) zijn bevestigd.

2. Bloembakensemble volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de losbreekbare hulpstukken (3-4-5) ééndelig met de houder (2) zijn gevormd, waarbij de hulpstukken (3-4-5) aan de houder (2) zijn bevestigd via zwakke, breekbare materiaal- gedeelten (19-21).

3. Bloembakensemble volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) hoofdzakelijk ringvormig is, meer speciaal hoofdzakelijk bestaat uit opstaande wanden, waartussen een open bodem aanwezig is; dat het bloembakensemble (1) minstens één bodemdeel (3-4) als hulpstuk bevat; en dat dit bodemdeel (3-4) losbreekbaar aan de houder (2) is bevestigd, zodanig dat zij na het losbreken los in de houder (2) kan worden neergelegd.

4. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een losbreekbaar hulpstuk bevat in de vorm van een wanddeel (5) dat tussen twee naast elkaar, op een afstand van elkaar, geplaatste houders (2) kan worden aangebracht.

5. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande con clusies, daardoor gekenmerkt dat de betreffende hulpstukken (3_4_5) binnenin de ringvormige contour van de houder (2) zijn aangebracht, en bij voorkeur ook binnen de volledige buitencontour.

6. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) van naar binnen uitstekende, al dan niet onderbroken, steunranden ( 13_14 ) is voorzien voor één of meer bodemdelen (3-4) en dat één of meer van de voornoemde hulpstukken op deze steunranden (13-14) zijn bevestigd.

7. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de hulpstukken (3-4-5) nabij één of meer zijranden losbreekbaar aan de houder (2) zijn bevestigd door middel van zwakke, breekbare materiaal-gedeelten (21) die zich langs de betreffende zijranden uitstrekken.

8. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de betreffende hulpstukken (3-4-5) ten opzichte van de houder (2) rechtop geplaatst zi jn.

9. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van minstens drie hulpstukken, enerzijds, twee bodemdelen (3-4) en, anderzijds, één wanddeel (5) dat tussen twee naast elkaar geplaatste houders (2) kan worden aangebracht, waarbij in losbreekbare toestand de twee bodemdelen (3-4) rechtop en parallel aan elkaar in de houder (2) zijn aangebracht, terwijl het voornoemde wanddeel (5) eveneens rechtop, doch diagonaal tussen de bodemdelen (3-4) is geplaatst.

10. Bloembakensemble, daardoor gekenmerkt dat het bestaat in de combinatie van een houder (2) die bedoeld is om als bloembak te worden aangewend en waarmee door opeenstapeling beplantbare wanden kunnen worden gevormd, en minstens één bijhorend wanddeel (5) dat tussen twee naast elkaar, op een afstand van elkaar, geplaatste houders (2) kan worden aangebracht.

11. Bloembakensemble volgens conclusie 4 of 10, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) aan de buitenzijde is voorzien van zittingen, bij voorkeur in de vorm van uitsparingen (15-16), waarin de voornoemde wanddelen (5) met hun zijranden (17-18) kunnen worden aangebracht, waarbij deze zittingen zich bij voorkeur in het midden van de zijwanden (8-9) van de betreffende houder (2) bevinden.

12. Bloembakensemble volgens één van de conclusies 4, 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de houder (2), alsook het voornoemde wanddeel (5), is voorzien van minstens twee buitenwanden met een verschillende vormgeving, zodat verschillende visuele aspecten kunnen worden gecreëerd.

13. Bloembakensemble volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het bestaat uit beton.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van een bloembakensemble volgens één van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat dit bloembakensemble (1) wordt vervaardigd uit beton, waarbij dit beton in eenzelfde matrijs wordt getrild, waarbij de productie in één cyclus geschiedt, met andere woorden, waarbij de houder (2) en de betreffende hulpstukken (3-4-5) in eenzelfde persbewerking worden gevormd.

15.- Wand, daardoor gekenmerkt dat hij is opgebouwd uit een stapeling, naast elkaar en op elkaar, van bloembakensembles (1) zoals beschreven in één van de conclusies 1 tot 13.