BE1010533A3 - Recipient voor een voedingsprodukt en toepassingen van zulk recipient. - Google Patents

Abstract

Recipiënt voor een voedingsprodukt, in de vorm van een kom, daardoor gekenmerkt dat de recipiënt (1), aansluitend aan de zijwand (3) ervan, een verhoogd bodemdeel (4) vertoont.

Description

Recipiënt voor een voedingsprodukt en toepassingen van zulk recipiënt.

Deze uitvinding heeft betrekking op een recipiënt voor een voedingsprodukt, alsmede op toepassingen van zulk recipiënt.

Het is bekend dat voedingsprodukten zoals pâté, meer speciaal vleespastei en dergelijke, worden verhandeld, en doorgaans ook aangemaakt, in een recipiënt zoals een terrine of dergelijke. In voedingswinkels worden deze

Produkten in de recipiënt in de toonbank gesteld en worden zij, naarmate er vraag naar is, uit de recipiënt verwijderd door opeenvolgend schijfvormige porties af te snijden en/of los te steken.

Hierbij ontstaat het nadeel dat de konsumenten, op het ogenblik dat dergelijke recipiënt vrijwel leeg is, onterecht het idee verkrijgen dat de laatste in de recipiënt aanwezige portie niet meer vers is. De meeste konsumenten laten zich hierbij misleiden door dit idee, en gaan dan ook niet over tot de aankoop van de voornoemde laatste portie.

Om te verhinderen dat het betreffende produkt dan niet meer verder verkocht wordt, zal de verkoper dikwijls het laatste gedeelte ais af val moeten beschouwen, en de nog niet lege recipiënt dienen te'vervangen door een volle recipiënt.

De uitvinding beoogt een recipiënt voor een voedingsprodukt waarmee de voornoemde nadelen worden uitgesloten.

Hiertoe bestaat de uitvinding uit een recipiënt voor een voedingsprodukt in de vorm van een kom, waarbij de recipiënt, aansluitend aan een zijwand ervan, een verhoogd bodemdeel vertoont.

Door een dergelijk recipiënt te vullen roet voedingsprodukt tot op een geringe hoogte boven het verhoogd bodemdeel, en vervolgens het voedingsprodukt systematisch af te snijden te beginnen vanaf het einde dat zich tegenoverliggend aan het verhoogd bodemdeel bevindt, wordt bij de konsument, op het ogenblik dat nog slechts een relatief geringe hoeveelheid voedingsprodukt aanwezig is, het onterechte gevoel weggenomen dat het hier zou gaan om een laatste portie van mindere kwaliteit.

De uitvinding laat ook toe dat verschillende hoeveelheden van een voedingsprodukt op een uniforme manier kunnen worden gepresenteerd, door de omvang van het verhoogd bodemdeel te wijzigen, doch de omvang van de recipiënt ongewijzigd te laten.

Bij voorkeur bevindt het bovenvlak van het verhoogd bodemdeel zich op een kleine afstand onder de bovenrand van de vulruimte van de recipiënt, meer speciaal op een afstand van minder dan 15 mm.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont het verhoogd bodemdeel de vorm van een trede, die zich plaatselij}^ over dç volledige breedte van de recipiënt uitstrekt, met een bovenvlak dat horizontaal of vrijwel horizontaal is, en een frontzijde die vertikaal of vrijwel vertikaal is.

In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de recipiënt tevens het kenmerk dat het verhoogd bodemdeel zich vanaf de voorrand van dit bodemdeel tot aan de binnenrand van de recipiënt uitstrekt over een afstand die minstens 3 cm bedraagt, dit ten einde optimaal het beoogde effekt te bereiken.

De uitvinding is vooral bedoeld om te worden aangewend bij terrines, met andere woorden kommen van aardewerk, doch kan uiteraard ook in andere recipiënten worden toegepast.

Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm wordt de buitenwand doorlopend uitgevoerd, zodanig dat het verhoogd bodemdeel vanaf de buitenzijde niet zichtbaar is, waardoor de recipiënt uiterlijk de klassieke vorm blijft behouden.

Zoals verder beschreven heeft de uitvinding ook betrekking op bepaalde toepassingen van de voornoemde recipiënt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een bovenaanzicht weergeeft van een recipiënt volgens de uitvinding; figuur 2 in perspektief een onderaanzicht weergeeft van de recipiënt van figuur 1; figuur 3 een langsdoorsnede weergeeft van de recipiënt volgens de figuren 1 en 2, in gevulde toestand; figuur 4 een. gelijkaardig zicht weergeeft als figuur 3, waarbij de recipiënt nog slechts een geringe hoeveelheid voedingsprodukt bevat; figuur 5 een bijzondere toepassing van de recipiënt weergeeft; figuren 6, 7 en 8 gedeelten weergeven van een aantal varianten van recipiënten volgens de uitvinding, waarbij de verhoogde bodemdelen op verschillende wijzen zijn gerealiseerd.

Zoals weergegeven in de figuren 1 tot 4 heeft de uitvinding betrekking op een recipiënt 1 voor een voedingsprodukt 2.

De recipiënt 1 is hierbij uitgevoerd in de vorm van een kom, meer speciaal een rechthoekige terrine, die, aansluitend aan de zijwand 3 ervan, een verhoogd bodemdeel 4 vertoont.

Dit verhoogd bodemdeel 4 vertoont de vorm van een trede, die zich plaatselijk over de volledige breedte van de recipiënt 1 uitstrekt en die een bovenvlak 5 heeft dat horizontaal of vrijwel horizontaal is, en een frontzijde 6 die vertikaal of vrijwel vertikaal is.

Zoals is aangeduid in figuur 3 bevindt het bovenvlak 5 zich op een geringe afstand Dl onder de bovenrand 7 van de vulruimte 8, waarbij deze afstand Dl bij voorkeur kleiner is dan 15 mm.

Het verhoogd bodemdeel 4, dat zich in dit geval nabij een korte zijde van de recipiënt 1 bevindt, strekt zich vanaf de voor rand 9 van dit bodemdeel 4 tot aan de binnenrand 10 van de recipiënt 1 uit over een afstand D2 die in dit geval minstens 3*.cm bedraagt.

In het voorbeeld van de figuren 1 tot 4 maakt het verhoogd bodemdeel 4 een vast deel uit van de recipiënt 1 en is het gevormd door een instulping 11 aan de buitenzijde van de recipiënt 1. De wanddelen 12-13 die de lange zijden begrenzen, strekken zich evenwel tot voorbij de instulping 11 uit, meer speciaal over de volledige of nagenoeg de volledige lengte van de recipiënt 1.

Het is duidelijk dat de recipiënt 1 volgens de uitvinding bij voorkeur aan slechts één einde is voorzien van zulk verhoogd bodemdeel 4.

De recipiënt 1 volgens de uitvinding is bedoeld om te worden gevuld met een voedingsprodukt 2, in het bijzonder paté, dat, zoals aangeduid in de figuren 3 en 4, in schijfvormige porties 14 of dergelijke uit de recipiënt 1 kan worden verwijderd.

Volgens de uitvinding wordt de recipiënt 1 hierbij, zoals weergegeven in figuur 3, gevuld tot boven het verhoogd bodemdeel 4, zodanig dat dit bodemdeel 4 uit het zicht onttrokken is.

Ingevolge de verkoop van het voedingsprodukt 2, ontstaat na een bepaalde tijd een toestand zoals afgebeeld in figuur 4, waarbij nog slechts een hoeveelheid voedingsprodukt 2 die één portie 14 vertegenwoordigt in de recipiënt 1 aanwezig is. Aangezien de konsument echter niet merkt dat het om de laatste portie gaat, wordt uitgesloten dat deze konsument het onterechte gevoel verkrijgt dat het een laatste portie van mindere kwaliteit is.

Nadat de voornoemde laatste portie 14 is weggenomen, wordt de recipiënt 1 vervangen door een vol recipiënt, waarbij de geringe hoeveelheid -produkt die zich boven het verhoogde bodemdeel 4 bevindt^ afval vormt.

In het geval dat de recipiënt 1 gevuld wordt met een voedingsprodukt 2 dat, zoals weergegeven in figuur 5, een afdeklaag 15, zoals een vetlaag of een korst, bevat, wordt de vulling bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat boven het verhoogd bodemdeel 4 uitsluitend de afdeklaag 15 aanwezig is, waardoor de aanwezigheid van het doorgaans kostbare basisprodukt 16 dat zich onder de afdeklaag 15 bevindt, boven het verhoogd bodemdeel 4 wordt uitgesloten.

Tot slot wordt opgemerkt dat het verhoogd bodemdeel 4 ook nog op andere wijzen kan gevormd zijn dan door middel van de voornoemde uitstulping 11.

Als voorbeeld is in figuur 6 een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij het verhoogd bodemdeel 4 gevormd is door een verdikking 17 in de zijwand 3. Om het gewicht te verminderen, kan hierin, zoals afgebeeld in figuur 7 een holte 18 worden aangebracht die al dan niet in de onderzijde 19 uitgeeft.

Figuur 8 geeft een variante weer waarbij het verhoogd bodemdeel 4 gevormd is door een inzetstuk 20, dat bijvoorbeeld in de recipiënt wordt vastgekleefd of vastgeklemd, wat als voordeel heeft dat de tot op heden bestaande recipiënten eenvoudig kunnen omgevormd worden tot een recipiënt zoals hiervoor beschreven.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook bij een ronde of andere pot kan worden toegepast, waarbij het verhoogd bodemdeel zich dan over een boogsektie uitstrekt.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeldt beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen^% doch dergelijk recipiënt alsmede de toepassingen ervan kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

1. Recipiënt voor een voedingsprodukt, in de vorm van een kom, daardoor gekenmerkt dat de recipiënt (1), aansluitend aan de zijwand (3) ervan, een verhoogd bodemdeel (4) vertoont.

2. Recipiënt volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het bovenvlak (5) van het verhoogd bodemdeel (4) zich op een geringe afstand (Dl) onder de bovenrand (7) van de vulruimte (8) bevindt.

3. Recipiënt volgens konklusie 2, daardoor gekenmerkt dat het bovenvlak (5) zich op een afstand (Dl) van minder dan 15 mm onder de bovenrand (7) bevindt.

4. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het verhoogd bodemdeel (4) zich vanaf de voorrand (9) van dit bodemdeel (4) tot aan de binnenrand (10) van de recipiënt (1) uitstrekt over een afstand (D2) die minstens 3 cm bedraagt.

5. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het verhoogd bodemdeel (4) de vorm van een trede vertoont, die zich plaatselijk over de volledige breedte van de recipiënt (1) uitstrekt, met een bovenvlak (5) dat horizontaal of vrijwel horizontaal is, en een frontzijde (6) die vertikaal of vrijwel vertikaal is.

6. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een terrine, met andere woorden een kom van aardewerk.

7. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat hij rechthoekig is en dat het verhoogd bodemdeel (4) zich nabij één van de korte zijden bevindt.

8. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het verhoogd bodemdeel (4) vast deel uitmaakt van de recipiënt (1).

9. Recipiënt volgens één van de voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de buitenwand doorlopend is uitgevoerd, alsof er geen verhoogd bodemdeel (4) aanwezig is.

10. Recipiënt volgens de konklusies 7 en 8, daardoor gekenmerkt dat het verhoogd bodemdeel (4) gevormd is door een instulping (11) in de zijwand (3) van de recipiënt (1) en dat de wanddelen (12-13) die de lange zijden van de recipiënt begrenzen zich tot voorbij de instulping (11) en over de volledige of nagenoeg de volledige lengte van de recipiënt (1) uitstrekken.

11. Recipiënt volgens één van de konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat het verhoogd bodemdeel (4) gevormd is door een inzetstuk (20).

12. Toepassing van een recipiënt volgens één van de konklusies 1 tot,11, daardoor gekenmerkt dat de recipiënt (1) gevuld is met een voedingsprodukt (2) dat in schijfvormige porties (14) of dergelijke uit de recipiënt (1) kan worden verwijderd en dat de recipiënt (1) gevuld is tot boven het verhoogd bodemdeel (4).

13. Toepassing volgens konklusie 12, daardoor gekenmerkt dat hierin een voedingsprodukt (2) is aangebracht dat een afdeklaag (15), zoals een vetlaag of een korst, bevat, en dat boven het verhoogd bodemdeel (4) uitsluitend de afdeklaag (15) aangebracht is.

14.- Toepassing volgens konklusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het voedingsprodukt (2) bestaat uit pâté, in het bijzonder vleespastei.