<Desc/Clms Page number 1>
WERKWUZE VOOR HET VERVAARDIGEN VAN EEN
OVERKAPPING.
Deze uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een overkapping voor een veiligheidskast voorzien van een perifere omlijsting die verschoven naar het inwendige van de overkapping is opgesteld, welke overkapping een frontvlak, twee longitudinale en twee transversale zijvlakken omvat.
Dergelijke veiligheidskasten worden onder meer gebruikt voor het beveiligen van bedrading voor telefoon- en elektrische aansluitingen.
De bekende veiligheidskast omvat een overkapping die meestal scharnierend met een basisdeel verbonden is. Het basisdeel wordt meestal aan een vaste wand bevestigd. De overkapping is voorzien van een continue perifere omlijsting die naar het inwendige van de overkapping verschoven is opgesteld. In de gesloten stand van de veiligheidskast rust het basisdeel tegen deze perifere rand.
Bij de bekende veiligheidskast is de overkapping van frontvlak, twee longitudinale en twee transversale zijvlakken meestal uit een stuk vervaardigd ten einde een overkapping met een homogene opbouw te verkrijgen. Dit is voomamelijk van belang voor toepassingen in de elektriciteit, aangezien een niet homogene opbouw van de veiligheidskast potentiaalverschillen kan veroorzaken. De bekende veiligheidskast wordt
<Desc/Clms Page number 2>
meestal vervaardigd door gesmolten aluminium in de gewenste vorm te gieten met behulp van een matrijs. De perifere omlijsting wordt achteraf in de overkapping bevestigd middels lassen.
Deze bekende werkwijze heeft het nadeel dat het lassen van aluminium moeilijk en tijdrovend is. Daardoor is het vrij moeilijk om de omlijsting zodanig aan de overkapping te lassen dat ze over haar gehele omtrek in hoofdzaak evenwijdig loopt met het frontvlak.
Het doel van deze uitvinding bestaat erin een vereenvoudigde werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van dergelijke overkappingen.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een eerste metalen plaatdeel geplooid wordt om hieruit een eerste deel van de overkapping, omvattende een frontvlak met twee longitudinale zijvlakken, te vormen, waarbij aan de longitudinale zijvlakken middels plooien van genoemd eerste plaatdeel de longitudinale delen van genoemde perifere omlijsting worden gevormd, en waarbij uit ten minste een tweede metalen plaatdeel de transversale zijvlakken van de overkapping worden gevormd in welke transversale zijvlakken de transversale delen van de perifere omlijsting middels plooien van genoemd tweede plaatdeel worden gevormd, en waarbij vervolgens de transversale zijvlakken op het eerste deel worden bevestigd.
Doordat de delen die de omlijsting vormen geplooid worden in plaats van gelast, is het mogelijk om op een eenvoudige en snelle wijze een rechte omlijsting te verkrijgen. Aangezien het recht plooien van een plaatdeel ten einde een rechte rand te verkrijgen een eenvoudiger en sneller handeling is dan het lassen van een omlijsting in de overkapping, is het volgens de uitvinding mogelijk om op een economisch gunstige werkwijze een overkapping te vervaardigen.
<Desc/Clms Page number 3>
Doordat het eerste deel van het frontvlak en de twee longitudinale zijvlakken uit één plaatdeel worden vervaardigd, en de zijvlakken op dit eerste deel worden bevestigd, wordt geen afbreuk gedaan aan de homogeniteit van de overkapping.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de longitudinale en transversale delen van de omlijsting verkregen door de betreffende plaatdelen langs een eerste en een tweede plooirand zodanig te plooien dat aan het betreffende zijvlak een eerste omlijstingsdeel gevormd wordt dat in hoofdzaak evenwijdig loopt met het zijvlak en een tweede ornlijstingsdeel dat in hoofdzaak loodrecht op genoemd eerste omlijstingsdeel en het betreffende zijvlak staat. Op die wijze is het mogelijk de transversale en longitudinale delen van de omlijsting te vormen middels plooien en kan een lassen van de omlijsting op de zijvlakken vermeden worden.
De tweede plooirand van de longitudinale omlijstingsdelen wordt bij voorkeur vanaf zijn uiteinden over een deel van zijn lengte ingesneden. Het ingesneden deel wordt afgebogen zodat het naar het inwendige van de overkapping toe verspringt over een afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het tweede plaatdeel waaruit de transversale delen van de omlijsting zijn vervaardigd. De uiteinden van de transversale delen van de omlijsting worden op de van het inwendige van de overkapping afgekeerde zijde van de verspringende ingesneden delen bevestigd.
Een dergelijke constructie laat toe een bij benadering vlakke binnenrand te verkrijgen uitleggen ten opzichte van het basisdeel. Volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt aan het frontvlak en de longitudinale zijvlakken bij voorkeur een bevestigingsrand voor de transversale zijvlakken gevormd middels plooien van het eerste
<Desc/Clms Page number 4>
plaatdeel langs zijn transversale randen in de richting van de transversale zijvlakken. De bevestigingsrand staat in hoofdzaak loodrecht op het frontvlak en de longitudinale zijvlakken.
Door de aanwezigheid van een dergelijke bevestigingsrand is het mogelijk een groter overlap van de transversale zijvlakken met het eerste plaatdeel te verkrijgen en een betere bevestiging te realiseren.
Volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt genoemde bevestigingsrand zodanig geplooid, dat een deel naar het inwendige van de overkapping verspringt over een afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van de plaatdelen waaruit de transversale zijvlakken vervaardigd zijn. De transversale zijvlakken worden op maat gesneden zodat ze in het verzonken deel van de bevestigingsrand bevestigd kunnen worden op de van het inwendige van de overkapping weggekeerde zijde van de bevestigingsrand. Aan de uiteinden van de transversale omlijstingsdelen wordt materiaal verwijderd middels snijden, zodat er ruimte ontstaat om de bevestigingsrand op te vangen tussen het transversale zijvlak en het tweede deel van het transversale omlijstingsdeel. Dit laat toe de transversale zijvlakken stevig aan het eerste deel van de overkapping te bevestigen.
Volgens een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding worden bij voorkeur materiaalhoeken verwijderd middels insnijden van de transversale randen van genoemd eerste deel ter hoogte van de longitudinale plooiranden. Dit laat toe om plooihoeken op te vangen en zijvlakken met een vrijwel vlak oppervlak te verkrijgen. Daarbij wordt aan de uiteinden van het tweede omlijstingsdeel een uitstekende lip gevormd die op de van het inwendige van de overkapping afgekeerde zijde van het verspringende deel van de longitudinale omlijstingsdelen wordt bevestigd.
<Desc/Clms Page number 5>
In de tweede plooirand en het eerste en tweede deel van de omlijsting van ten minste één van de longitudinale delen van de omlijsting kunnen één of meer uitsparingen worden uitgesneden voor het aanbrengen van scharnieren. Dit laat toe het basisdeel scharnierend aan de overkapping te bevestigen.
In het frontvlak kan een uitsparing worden uitgesneden voor het aanbrengen van een slot.
De transversale zijvlakken en de transversale delen van de omlijsting worden bij voorkeur aan het eerste deel van de overkapping bevestigd middels lassen met meer voorkeur middels puntlassen.
De uitvinding betreft eveneens een veiligheidskast omvattende een overkapping zoals hierboven beschreven en een basisdeel.
De veiligheidskast is bij voorkeur vervaardigd in metaal, met meer voorkeur staal. Doordat staal een sterk materiaal is, is het mogelijk om de vorming van scheuren bij het plooien van het staal te voorkomen. Bovendien is staal goedkoper dan aluminium, zodat volgens de uitvinding goedkopere veiligheidskasten verkregen kunnen worden.
De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren en beschrijving van de figuren.
Figuur 1 toont een open veiligheidskast volgens de uitvinding in perspectief.
Figuur 2 toont een overkapping volgens de uitvinding in perspectief.
Figuur 3 toont de overkapping van figuur 2 met uitgenomen zijvlakken.
Figuur 4 toont een deel van de omlijsting in detail.
<Desc/Clms Page number 6>
Figuur 5 toont een eerste plaatdeel met plooilijnen voor het vervaardigen van het eerste deel van de overkapping.
Figuur 6 toont een tweede plaatdeel met vouwlijnen voor het vervaardigen van de transversale zijvlakken van de overkapping.
In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat de veiligheidskast 1 volgens de uitvinding een overkapping 2 en een basisdeel 3. Het basisdeel 3 is voorzien om tegen een wand te worden bevestigd. De overkapping 3 bevat bij voorkeur ten minste één uitsparing 4 voor het opnemen van scharnieren 36 voor het scharnierend bevestigen van de overkapping 2 aan het basisdeel 3 (figuur 2). De scharnieren zijn bij voorbeeld vervaardigd uit metaal, bij voorkeur staal. Ze worden bij voorkeur in de uitsparingen bevestigd door middel van lassen. De overkapping 2 en het basisdeel 3 kunnen verder de nodige uitsparingen 37 bevatten waarlangs bedrading de veiligheidskast kan binnenkomen en weer verlaten en een uitsparing 5 voor het aanbrengen van een slot.
Daartoe kan aan de naar het inwendige van de overkapping gekeerde zijde van het frontvlak 9 een slotplaat 38 bevestigd worden, bij voorkeur door middel van lassen. Het slot kan vervolgens aangebracht worden in de daartoe in de slotplaat 38 voorziene opening 39.
Zoals getoond wordt in figuur 2, bevat de overkapping 2 verder een perifere omlijsting 6 die verschoven naar het inwendige 7 van de overkapping is opgesteld. In de gesloten stand van de veiligheidskast 1 rust het basisdeel 3 met zijn bovenrand 39 tegen de perifere omlijsting 6.
De overkapping 2 omvat bij voorkeur een eerste deel 8 met een frontvlak 9 en twee longitudinale zijvlakken 10, en twee transversale zijvlakken 11 (zie figuur 3).
<Desc/Clms Page number 7>
Het eerste deel van de overkapping 2 wordt volgens de uitvinding vervaardigd door een eerste plaatdeel 21 langs plooilijnen 14 te plooien in de richting van de pijlen, zoals getoond wordt in figuur 5. Aan elk van de aldus verkregen longitudinale zijvlakken 10 worden een longitudinaal omlijstingsdeel 12 gevormd. Daartoe wordt het eerste plaatdeel 21 langs een eerste plooilijn 15 geplooid, zodat een eerste omlijstingsdeel 17 wordt verkregen dat in hoofdzaak evenwijdig loopt met het longitudinale zijvlak 10. Het eerste plaatdeel 21 wordt verder langs een tweede plooilijn 16 geplooid zodat een tweede omlijstingsdeel 18 verkregen wordt dat in hoofdzaak loodrecht op het eerste omlijstingsdeel 17 en het longitudinaal zijvlak 10 staat.
Het longitudinale omlijstingsdeel 12 wordt vanaf de uiteinden over een deel van de lengte van zijn tweede plooilijn ingesneden zodat een lip 39 verkregen wordt. De lip 39 wordt afgebogen in de richting van het inwendige 7 van de overkapping, zodat ze ten opzichte van het tweede longitudinale omlijstingsdeel 12 verspringt over een afstand die bij voorkeur ongeveer gelijk is aan de dikte van het tweede plaatdeel waaruit de transversale zijvlakken 11 vervaardigd worden.
Zoals getoond wordt in figuur 5, worden de transversale randen 27 van het eerste plaatdeel 21 bij voorkeur eveneens in de richting van de transversale zijvlakken 11 geplooid langs een plooilijn 36, voor het vormen van een bevestigingsrand 19 voor de transversale zijvlakken.
Door de transversale zijvlakken 11 ten minste gedeeltelijk met de bevestigingsrand 19 te laten overlappen, wordt het verbinden van genoemde delen vereenvoudigd. De bevestigingsrand 19 vormt bovendien een versteviging voor de transversale zijvlakken 11.
Ten einde plooihoeken op te vangen en een nagenoeg vlakke bevestigingsrand te verkrijgen, worden materiaalhoeken 28
<Desc/Clms Page number 8>
verwijderd middels insnijden van de transversale randen 27 van het eerste plaatdeel ter hoogte van de plooilijnen 14. De afstand waarover het eerste plaatdeel wordt ingesneden is ongeveer gelijk aan de breedte van de bevestigingsrand 19.
De bevestigingsrand wordt bij voorkeur over een deel van zijn breedte afgebogen in de richting van het inwendige 7 van de overkapping, zodat hij over ten minste een deel 20 van zijn breedte in de richting van het inwendige van de overkapping verspringt. Op die wijze wordt een bevestigingsrand verkregen met een deel 20 dat verzonken is ten opzichte van de transversale zijvlakken en dat voorzien is voor het opnemen van de transversale zijvlakken. Dit laat toe om nagenoeg vlakke zijvlakken te verkrijgen, en te voorkomen dat langs de ribben 40 spleten en scherpe randen worden gevormd.
Het verzonken deel 20 van de bevestigingsrand kan diagonaal afgesneden worden in de richting van het frontvlak (41).
Het transversale zijvlak 11 wordt verkregen door een tweede plaatdeel 22 te plooien zoals aangegeven is in figuur 5. Daarbij wordt het tweede plaatdeel langs een derde plooilijn 25 geplooid, zodat een eerste deel 23 van het transversale omlijstingsdeel 13 wordt gevormd dat in hoofdzaak evenwijdig loopt met het transversale zijvlak 11. Het tweede plaatdeel 22 wordt verder langs een vierde plooilijn 26 geplooid ter vorming van een tweede deel 24 van het transversale omlijstingsdeel 13 dat in hoofdzaak loodrecht op het transversale zijvlak 11 staat.
Ten einde transversale zijvlakken te verkrijgen die in het verzonken deel 20 passen, worden langs de randen 29 die geen deel uitmaken van het transversale omlijstingsdeel 13, materiaaldelen 30 verwijderd middels snijden, zoals aangegeven is in figuur 5. Aan de uiteinden van het eerste deel 23 van het transversale omlijstingsdeel 13, tussen de eerste
<Desc/Clms Page number 9>
plooirand en tweede plooirand wordt een materiaaldecl 31verwijderd voor het vormen van een insnijding 32 voor het opvangen van de bevestigingsrand 19.
Daarbij wordt een lip 33 gevormd voor het bevestigen van de transversale omlijstingsdelen 13 aan de longitudinale omlijstingsdelen 12. De lip kan desgewenst een additionele insnijding 34 bevatten voor het opvangen van het verzonken deel 20 van de bevestigingsrand 19 en een protrusie 35 voor het bevestigen van de lip aan het niet verzonken deel van de bevestigingsrand 19.
De overkapping 2 wordt verkregen door de transversale zijvlakken 11 aan het eerste deel 8 van de overkapping te bevestigen. Daarbij worden de transversale zijvlakken 11 op het verzonken deel 20 van de bevestigingsrand bevestigd, aan de van het inwendige 7 van de overkapping afgekeerde zijde van de bevestigingsrand. De bevestigingsrand wordt opgevangen in de insnijding 32 in het transversale omlijstingsdeel 13.
De insnijding 32 wordt aan het verzonken deel van de bevestigingsrand bevestigd. De protrusie wordt aan het niet verzonken deel van de bevestigingsrand bevestigd. De lippen 33 van het transversale omlijstingsdeel 13 worden aan de van het inwendige van de overkapping afgekeerde zijde van de verspringende longitudinale lippen 39 bevestigd, zodat een doorlopende nagenoeg vlakke omlijsting wordt verkregen.
De diverse delen worden bij voorkeur aan elkaar bevestigd door middel van lassen, met meer voorkeur puntlassen.
Op de aldus verkregen overkapping kan vervolgens een coating van een gewenste kleur worden aangebracht.
<Desc/Clms Page number 10>
LUST VAN GEBRUIKTE REFERENTIES 1. veiligheidskast 2. overkapping 3. basisdeel 4. uitsparing 5. uitsparing 6. omlijsting 7. inwendige 8. eerste deel 9. frontvlak 10. longitudinaal zijvlak 11. transversaal zijvlak 12. longitudinaal omlijstingsdeel 13. transversaal omlijstingsdeel 14. plooilijn 15. eerste plooilijn 16. tweede plooilijn 17. eerste omlijstingsdeel 18. tweede omlijstingsdeel 19. bevestigingsrand 20. verzonken deel 21. eerste plaatdeel 22. tweede plaatdeel 23. eerste transversaal omlijstingsdeel 24. tweede transversaal omlijstingsdeel 25. derde plooilijn 26. vierde plooilijn
<Desc/Clms Page number 11>
27. transversale randen 28. materiaalhoek 29. rand 30. materiaaldeel 31. materiaaldeel 32. insnijding 33.
lip 34.
35. protrusie 36. scharnier 37. uitsparing 38. slotplaat 39. lip 40. ribbe 41. afsnijding
<Desc / Clms Page number 1>
METHOD OF MANUFACTURING ONE
ROOF.
This invention relates to a method of manufacturing a canopy for a safety cabinet having a peripheral bezel disposed offset to the interior of the canopy, which canopy has a front face, two longitudinal and two transverse side faces.
Such safety cabinets are used, among other things, to protect wiring for telephone and electrical connections.
The known safety box comprises a roof which is usually hingedly connected to a base part. The base part is usually attached to a fixed wall. The canopy is provided with a continuous peripheral frame which is arranged offset to the interior of the canopy. In the closed position of the safety cabinet, the base part rests against this peripheral edge.
In the known safety cabinet, the front surface, two longitudinal and two transverse side surfaces are usually made in one piece in order to obtain a roof with a homogeneous structure. This is particularly important for electrical applications, as a non-homogeneous construction of the safety cabinet can cause potential differences. The well-known safety cabinet is
<Desc / Clms Page number 2>
usually manufactured by casting molten aluminum into the desired shape using a mold. The peripheral frame is retrofitted in the canopy by welding.
This known method has the drawback that welding aluminum is difficult and time consuming. This makes it quite difficult to weld the bezel to the canopy in such a way that it extends substantially parallel to the front face over its entire circumference.
The object of the present invention is to provide a simplified method for manufacturing such roofs.
This is achieved according to the invention in that a first metal sheet part is pleated to form a first part of the canopy therefrom, comprising a front surface with two longitudinal side surfaces, the longitudinal parts of said peripheral parts of said peripheral parts being folded on the longitudinal side surfaces framing, and in which the transverse side surfaces of the canopy are formed from at least a second metal plate part, in which transverse side surfaces the transverse parts of the peripheral frame are formed by folds of said second plate part, and wherein the transverse side surfaces on the first part are confirmed.
Because the parts that form the frame are folded instead of welded, it is possible to obtain a straight frame in a simple and quick manner. Since straight folding of a plate part in order to obtain a straight edge is a simpler and faster operation than welding a frame in the covering, it is possible according to the invention to produce a covering in an economically favorable method.
<Desc / Clms Page number 3>
Since the first part of the front surface and the two longitudinal side surfaces are manufactured from one plate part, and the side surfaces are fixed on this first part, the homogeneity of the covering is not affected.
According to a first embodiment of the invention, the longitudinal and transverse parts of the frame are obtained by folding the respective plate parts along a first and a second pleat edge such that a first frame part is formed on the relevant side surface which is substantially parallel to the side surface and a second framing part which is substantially perpendicular to said first framing part and the relevant side surface. In this way, it is possible to form the transverse and longitudinal parts of the frame by pleating and welding of the frame to the side surfaces can be avoided.
The second pleat edge of the longitudinal frame parts is preferably cut along its length from part of its length. The cut part is bent so that it jumps towards the interior of the canopy by a distance approximately equal to the thickness of the second plate part from which the transverse parts of the frame are made. The ends of the transverse parts of the frame are attached to the side of the staggered cut parts facing away from the interior of the canopy.
Such a construction makes it possible to obtain an approximately flat inner edge relative to the base part. According to a third embodiment of the invention, an attachment edge for the transverse side surfaces is preferably formed on the front surface and the longitudinal side surfaces by folding the first
<Desc / Clms Page number 4>
sheet part along its transverse edges towards the transverse side surfaces. The mounting edge is substantially perpendicular to the front face and the longitudinal side faces.
The presence of such a mounting edge makes it possible to obtain a greater overlap of the transverse side surfaces with the first plate part and to realize a better mounting.
According to a fourth embodiment of the invention, said fastening edge is folded in such a way that a part is staggered towards the interior of the canopy by a distance approximately equal to the thickness of the plate parts from which the transverse side surfaces are made. The transverse side surfaces are cut to fit in the recessed portion of the mounting edge on the side of the mounting edge facing away from the interior of the canopy. At the ends of the transverse framing sections, material is removed by cutting to create space to accommodate the mounting edge between the transverse side face and the second portion of the transverse framing section. This allows the transverse side surfaces to be securely attached to the first part of the canopy.
According to a fifth embodiment of the invention, material corners are preferably removed by cutting the transverse edges of said first part at the height of the longitudinal fold edges. This makes it possible to absorb bending angles and to obtain side surfaces with an almost flat surface. A protruding lip is formed at the ends of the second frame part, which is fixed on the side of the staggered part of the longitudinal frame parts facing away from the interior of the cover.
<Desc / Clms Page number 5>
In the second pleat edge and the first and second part of the frame of at least one of the longitudinal parts of the frame, one or more recesses can be cut out for fitting hinges. This allows the base part to be hinged to the canopy.
In the front face, a recess can be cut for fitting a lock.
The transverse side surfaces and the transverse parts of the frame are preferably attached to the first part of the canopy by welding, more preferably by spot welding.
The invention also relates to a safety box comprising a roof as described above and a base part.
The safety cabinet is preferably made of metal, more preferably steel. Because steel is a strong material, it is possible to prevent the formation of cracks when bending the steel. In addition, steel is cheaper than aluminum, so that according to the invention cheaper safety cabinets can be obtained.
The invention is further elucidated with reference to the annexed figures and description of the figures.
Figure 1 shows an open safety cabinet according to the invention in perspective.
Figure 2 shows a roof according to the invention in perspective.
Figure 3 shows the canopy of figure 2 with removed side surfaces.
Figure 4 shows part of the frame in detail.
<Desc / Clms Page number 6>
Figure 5 shows a first sheet part with fold lines for manufacturing the first part of the roof.
Figure 6 shows a second plate part with fold lines for manufacturing the transverse side surfaces of the canopy.
In the embodiment shown in figure 1, the safety box 1 according to the invention comprises a roof 2 and a base part 3. The base part 3 is provided for mounting against a wall. The cover 3 preferably contains at least one recess 4 for receiving hinges 36 for hinged attachment of the cover 2 to the base part 3 (figure 2). The hinges are, for example, made of metal, preferably steel. They are preferably secured in the recesses by welding. The canopy 2 and the base part 3 may further contain the necessary recesses 37 through which wiring can enter and leave the safety box and a recess 5 for fitting a lock.
For this purpose, a lock plate 38 can be attached to the side of the front face 9 facing the interior of the canopy, preferably by welding. The lock can then be fitted in the opening 39 provided for this purpose in the lock plate 38.
As shown in Figure 2, the canopy 2 further includes a peripheral frame 6 disposed offset to the interior 7 of the canopy. In the closed position of the safety box 1, the base part 3 rests with its top edge 39 against the peripheral frame 6.
The canopy 2 preferably comprises a first part 8 with a front face 9 and two longitudinal side faces 10, and two transverse side faces 11 (see figure 3).
<Desc / Clms Page number 7>
The first part of the canopy 2 is manufactured according to the invention by folding a first plate part 21 along fold lines 14 in the direction of the arrows, as shown in figure 5. On each of the longitudinal side surfaces 10 thus obtained, a longitudinal frame part 12 is formed. formed. For this purpose, the first plate part 21 is pleated along a first pleating line 15, so that a first framing part 17 is obtained which runs substantially parallel to the longitudinal side surface 10. The first plate part 21 is further pleated along a second pleating line 16, so that a second framing part 18 is obtained that is substantially perpendicular to the first framing portion 17 and the longitudinal side face 10.
The longitudinal framing portion 12 is cut from the ends along a portion of the length of its second pleat line to provide a lip 39. The lip 39 is deflected towards the interior 7 of the canopy so that it staggers relative to the second longitudinal framing portion 12 by a distance which is preferably approximately equal to the thickness of the second plate portion from which the transverse side faces 11 are made .
As shown in Figure 5, the transverse edges 27 of the first sheet member 21 are preferably also pleated toward the transverse side faces 11 along a crease line 36 to form an attachment edge 19 for the transverse side faces.
By at least partially overlapping the transverse side surfaces 11 with the mounting edge 19, the connection of said parts is simplified. The mounting edge 19 also forms a reinforcement for the transverse side surfaces 11.
In order to accommodate bending angles and to obtain a substantially flat mounting edge, material corners become 28
<Desc / Clms Page number 8>
removed by cutting the transverse edges 27 of the first plate part at the level of the fold lines 14. The distance over which the first plate part is cut is approximately equal to the width of the fixing edge 19.
The mounting edge is preferably bent over a part of its width towards the interior of the canopy so that it jumps over at least a part of its width towards the interior of the canopy. In this way a fixing edge is obtained with a part 20 which is recessed with respect to the transverse side surfaces and which is provided for receiving the transverse side surfaces. This makes it possible to obtain substantially flat side surfaces, and to prevent gaps and sharp edges from being formed along the ribs 40.
The countersunk part 20 of the mounting edge can be cut diagonally in the direction of the front face (41).
The transverse side face 11 is obtained by pleating a second plate portion 22 as shown in Figure 5. Thereby, the second plate portion is pleated along a third pleating line 25, so that a first portion 23 of the transverse framing portion 13 is formed which is substantially parallel to the transverse side face 11. The second plate portion 22 is further pleated along a fourth bend line 26 to form a second portion 24 of the transverse framing portion 13 which is substantially perpendicular to the transverse side face 11.
In order to obtain transverse side faces that fit into the recessed portion 20, along the edges 29 that are not part of the transverse framing portion 13, material portions 30 are removed by cutting, as shown in Figure 5. At the ends of the first portion 23 of the transverse frame part 13, between the first
<Desc / Clms Page number 9>
pleat edge and second pleat edge, a material sheet 31 is removed to form an incision 32 to receive the mounting edge 19.
Thereby a lip 33 is formed for attaching the transverse framing parts 13 to the longitudinal framing parts 12. The lip may optionally include an additional cut 34 for receiving the countersunk part 20 of the mounting edge 19 and a protrusion 35 for attaching the lip on the non-countersunk part of the mounting edge 19.
The canopy 2 is obtained by attaching the transverse side surfaces 11 to the first part 8 of the canopy. The transverse side surfaces 11 are attached to the recessed part 20 of the mounting edge on the side of the mounting edge facing away from the interior 7 of the cover. The mounting edge is received in the incision 32 in the transverse frame part 13.
The incision 32 is attached to the countersunk part of the mounting edge. The protrusion is attached to the non-countersunk part of the mounting edge. The lips 33 of the transverse framing portion 13 are attached to the side of the staggered longitudinal lips 39 remote from the interior of the canopy, so that a continuous substantially flat framing is obtained.
The various parts are preferably secured together by welding, more preferably spot welding.
A coating of a desired color can then be applied to the roof thus obtained.
<Desc / Clms Page number 10>
LUST OF REFERENCES USED 1. safety box 2. canopy 3. base part 4. recess 5. recess 6. frame 7. interior 8. first part 9. front surface 10. longitudinal side surface 11. transverse side surface 12. longitudinal frame part 13. transverse frame part 14. fold line 15. first fold line 16. second fold line 17. first framing part 18. second framing part 19. mounting edge 20. recessed part 21. first plate part 22. second plate part 23. first transverse framing part 24. second transverse framing part 25. third fold line 26. fourth fold line
<Desc / Clms Page number 11>
27. transverse edges 28. material corner 29. edge 30. material part 31. material part 32. cut 33.
lip 34.
35. protrusion 36. hinge 37. recess 38. lock plate 39. lip 40. rib 41. cut-off