BE1010882A5 - Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode. - Google Patents

Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode. Download PDF

Info

Publication number
BE1010882A5
BE1010882A5 BE9700078A BE9700078A BE1010882A5 BE 1010882 A5 BE1010882 A5 BE 1010882A5 BE 9700078 A BE9700078 A BE 9700078A BE 9700078 A BE9700078 A BE 9700078A BE 1010882 A5 BE1010882 A5 BE 1010882A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
light
detector
measuring
measuring volume
detection
Prior art date
Application number
BE9700078A
Other languages
English (en)
Inventor
Patrick Marcel Bouvyn
Original Assignee
Barco Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=3890301&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=BE1010882(A5) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Barco Nv filed Critical Barco Nv
Priority to BE9700078A priority Critical patent/BE1010882A5/nl
Priority to AT98901263T priority patent/ATE253220T1/de
Priority to EP98901263A priority patent/EP0956499B2/en
Priority to AU57428/98A priority patent/AU5742898A/en
Priority to DE69819302T priority patent/DE69819302T3/de
Priority to PCT/BE1998/000014 priority patent/WO1998033061A1/en
Priority to CA002277170A priority patent/CA2277170C/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1010882A5 publication Critical patent/BE1010882A5/nl
Priority to US09/359,891 priority patent/US6201602B1/en

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N21/00Investigating or analysing materials by the use of optical means, i.e. using sub-millimetre waves, infrared, visible or ultraviolet light
    • G01N21/84Systems specially adapted for particular applications
    • G01N21/88Investigating the presence of flaws or contamination
    • G01N21/89Investigating the presence of flaws or contamination in moving material, e.g. running paper or textiles
    • G01N21/8914Investigating the presence of flaws or contamination in moving material, e.g. running paper or textiles characterised by the material examined
    • G01N21/8915Investigating the presence of flaws or contamination in moving material, e.g. running paper or textiles characterised by the material examined non-woven textile material
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B11/00Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques
    • G01B11/08Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring diameters
    • G01B11/10Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring diameters of objects while moving
    • G01B11/105Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring diameters of objects while moving using photoelectric detection means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Analytical Chemistry (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Investigating Or Analysing Materials By Optical Means (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Investigating Materials By The Use Of Optical Means Adapted For Particular Applications (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding beschrijft een vreemde vezel detector (1) en een overeenkomstige detectiemethode, die kunnen gebruikt worden voor detectie van vreemde vezels en vreemde materialen in een meetobject (5) in de textielwereld, bijvoorbeeld in garens, lonten en ongevormde vezellinten op bijvoorbeeld weefmachines, spinmachines, spoelmachines, twijnmachines, kaarden, rekbanken en spilbanken... Het principe van de detectie is gebaseerd op het feit dat een meetobject (5) en vreemde vezels of materialen die zich in het meetobject (5) bevinden het door een lichtbron (2) in het meetvolume (4) gestraalde licht veschillend absorberen. Al het licht in het meetvolume (4) of een representatief staal ervan wordt door fotodetectoren (3) opgemeten en omgezet naar een foto-elektrisch signaal. Vergelijking van dit signaal met een signaal gemeten bij leeg meetvolume levert de absorptiegraad van het meetobject (5), waaruit door interpretatie de graad van verontreiniging van het meetobject (5) kan gehaald worden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een   absorptiemetin ?   van licht en   overeenkomstige   detectiemethode 
Een vreemde vezel detector volgens onderhavige uitvinding kan gebruikt worden voor detectie van vreemde vezels en vreemde materialen in de textielwereld, bijvoorbeeld in garens, lonten en ongevormde vezellinten op bijvoorbeeld (doch niet uitsluitend) weefmachines, ring-, open-end-, airjet-, of chemische spinmachines, spoelmachines, twijnmachines, kaarden, rekbanken, kammachines, spilbanken, textureermachines,... 



   Garens, lonten, ongevormde vezellinten en dergelijke meer worden in de verdere beschrijving van de uitvinding het meetobject genoemd. 



   Bestaande vreemde vezel detectors zijn gebaseerd op   een   van volgende methodes :   'Detectie   van verkleuring door detectie in twee of meer spectrale banden. 



   In WO 95/29396 (CSIRO) wordt een dergelijke methode beschreven. Het meetobject wordt voor een licht-absorberende achtergrond geplaatst, en tenminste één lichtbron laat licht met minstens twee verschillende golflengtes op het meetobject invallen, waarbij dit laatste licht reflecteert. Het door het meetobject gereflecteerde licht bevat ten minste twee verschillende golflengtes. De hoeveelheden licht van elke golflengte worden door een of meer detectors opgemeten, en uit deze opgemeten hoeveelheden licht worden signalen gegenereerd die een functie zijn van de kleur (of verkleuring) van het meetobject. Een gelijkaardige benadering vinden we in CH-A5-
674379 (SCHEINHOTTE) waar verder gespecificeerd wordt dat de invloed van de diameter van het garen op het gereflecteerde licht dezelfde is voor beide golflengtes en op deze wijze kan geëlimineerd worden. 



     'Detectie   van contrast van het garen tegenover een aangepaste achtergrond. 



   In EP-A-0 197 763 (CSIRO) wordt het te onderzoeken garen voor een achtergrond gehouden die zo is gekozen dat hij een 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 reflectiviteit heeft die ongeveer gelijk is aan die van het garen zelf. Diffuus licht verlicht het garen en de achtergrond. De totale hoeveelheid licht gereflecteerd door het garen en door de achtergrond wordt op een plaats gemeten. 



   Bij juiste keuze van de achtergrond is deze hoeveelheid zo goed als onafhankelijk van de dimensies van het te onderzoeken garen. Een verandering in het gemeten gereflecteerde licht duidt op de aanwezigheid van een verontreiniging, en niet op een verandering in de dimensies van het garen. Als alternatief voor een achtergrond met reflectiviteit gelijk aan die van het garen, wordt de mogelijkheid geopperd als achtergrond een semi-transparant materiaal te nemen en daar doorheen te belichten zodat de door de ontvanger waargenomen helderheid vanwege de achtergrond overeenstemt met de helderheid vanwege het op het garen gereflecteerde licht. Deze mogelijkheid wordt verder uitgewerkt onder meer in   EP-0   553 445   A2 (LOEPFE).   



    Detectie   van gereflecteerd licht genormaliseerd met diameterinformatie. 



   Een dergelijke methode is onder meer beschreven in WO 93/13407 (SIEGFRIED PEYER AG). Hierbij wordt gemoduleerd licht van een lichtbron op het bewegende garen gericht. Een eerste en een tweede sensor zijn voorzien, waarbij de eerste sensor licht ontvangt dat door het garen wordt   teruggekaatst,   en de tweede sensor terzelfdertijd licht ontvangt dat door het garen wordt doorgelaten. Het doorgaande en het gereflecteerde licht reageren in tegengestelde zin op variaties van de garendiameter. De signalen van beide sensoren worden met behulp van elektronische middelen gecombineerd zo dat aan de uitgang een signaal aanwezig is wanneer zieh een vreemde vezel in het garen bevindt en zo dat het effect van diametervariaties verregaand onderdrukt wordt.

   Een andere uitvoeringsvorm van deze methode wordt beschreven in
WO 93/19359   (ZELLMEGER   USTER AG)
In EP-A-0 553   46 (GEBRT) DER   LOEPFE AG) worden een methode en een apparaat beschreven voor de detectie van verontreinigingen in garens. Hierbij wordt met behulp van een eerste sensor door het garen gereflecteerde licht gemeten, waaruit een eerste meetsignaal gehaald wordt dat van de grootte van eventueel optredende verontreinigingen evenals van de diameter van het 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 garen afhankelijk is. Teneinde de afhankelijkheid van de diameter te elimineren, wordt een tweede meetsignaal opgenomen, dat in wezen enkel van de diameter van het garen afhankelijk is. Door de verhouding van beide meetsignalen te nemen, wordt de invloed van de diameter van het garen in het eerste meetsignaal gecompenseerd. 



   Het principe van het detecteren van vreemde vezels en vreemde materialen op basis van een kleurmeting heeft als nadeel dat bepaalde kleuren en verkleuringen met specifieke spectrale reflectie-eigenschappen niet gedetecteerd worden. 



   Het principe dat uitgaat van een contrastmeting ten opzichte van een achtergrond heeft als nadelen dat de achtergrond aan het garen aangepast dient te zijn. Bovendien kan dit principe de invloed van diametervariaties van het reine meetobject onvoldoende verwerpen. Dit nadeel geldt ook voor het principe dat de reflectie op het meetobject normaliseert met een diameterinformatie. Hierdoor ligt hun gevoeligheid voor vreemde vezels en vreemde materialen lager dan gewenst. 



   Het is de bedoeling van de detector volgens onderhavige uitvinding om een oplossing te bieden voor de hiervoor vermelde nadelen. 



  Principe
De detectiemethode voor het detecteren van vreemde vezels of vreemde materialen volgens de uitvinding steunt op een meting van de absorptie van licht dat een meetvolume vult waarbinnen een meetobject zich bevindt. Het spectrum van het licht dat hiervoor gebruikt wordt, is zo gekozen dat het meetobject dit licht niet wezenlijk absorbeert. Er wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat in dat geval vreemde vezels en vreemde materialen een grotere   absorptiecoëfficiënt   zullen hebben voor het spectrum van het gebruikte licht dan het meetobject zelf. 



   Bij voorkeur wordt de methode uitgevoerd door via minstens   een   lichtbron licht in het meetvolume te brengen waarin het te onderzoeken meetobject zich bevindt. Rondom dit meetvolume vindt fotodetectie plaats waardoor al het licht of een uniform staal van het licht binnen het meetvolume wordt opgemeten en omgezet in een evenredig elektrisch signaal. Vergelijking van dit signaal met een signaal gemeten bij leeg meetvolume levert de absorptiegraad in het 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 meetvolume en interpretatie hiervan levert de graad van verontreiniging van het meetobject. 



   Essentieel aan het principe is de detectie van al het licht in het meetvolume of van een representatief staal ervan dat gelijkmatig over het ganse meetvolume genomen wordt. Verder worden er geen specifieke voorwaarden gesteld aan belichting, detectie en meetvolume, in tegenstelling met de gangbare principes voor detectie van vreemde vezels en vreemde materialen waarvan de goede werking afhangt van de keuze van de achtergrond, de instelling van de achtergrondbelichting of van een hulpsignaal voor de normalisatie. 



  Werking
Bij een leeg meetvolume is er geen absorptie van licht in het meetvolume en wordt al het licht dat zich in het meetvolume bevindt, of een maatgevend deel ervan, door fotodetectie omgezet in een elektrisch signaal. 



   Bevindt er zich in het meetvolume een niet absorberend meetobject dan wordt eveneens geen licht geabsorbeerd : het licht dat op het meetobject valt wordt, ongeacht de dimensies van dat meetobject, terug in het meetvolume gebracht tot het uiteindelijk door fotodetectie omgezet wordt in een elektrisch signaal dat niet verschilt van het elektrisch signaal bij een leeg meetvolume. 



   Bevat het meetvolume echter een meetobject dat verontreinigd is met een vreemde vezel of vreemd materiaal, dan wordt niet langer al het licht dat op het meetobject valt terug in het meetvolume gebracht. Het licht dat op de vreemde vezel of het vreemd materiaal valt wordt er gedeeltelijk door geabsorbeerd en de hoeveelheid gedetecteerd licht is belangrijk minder. Het resulterende elektrisch signaal is significant veel kleiner dan het elektrisch signaal gemeten bij een leeg meetvolume of bij een niet verontreinigd meetobject. 



   Bevat het meetvolume een meetobject dat voor het gegeven licht een niet verwaarloosbare absorptie vertoont, dan zal de hoeveelheid licht in het meetvolume, en dus ook het meetsignaal bepaald worden door de dimensies van het meetobject en de absorptie ervan. Bij onveranderende dimensies kan het meetsignaal nog steeds als maat voor verontreinigingen gebruikt worden. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



  Verwerking van het signaal
In tegenstelling met de gebruikelijke vreemde vezel en vreemde materialen detectors, is slechts een zeer eenvoudige schakeling (signaalverwerkingseenheid) nodig om de detector volgens de uitvinding te laten werken : het volstaat de lichtbron aan te sturen met de geschikte elektrische stroom (bijvoorbeeld met een gelijkstroom voor een LED), en het foto-elektrisch signaal met een geschikte versterker tot een bruikbaar niveau te versterken. 



   Uit de absolute waarde van het gedetecteerde licht kan een absolute maat voor de absorptie van het gebruikte licht door het meetobject afgeleid worden. In een andere benadering die alleen rekening houdt met de variatie van het gedetecteerde licht kan de relatieve absorptie ten opzichte van een niet verontreinigd meetobject afgeleid worden. 



   Door het niveau van het elektrisch signaal te evalueren kan bepaald worden of er een vreemde vezel of vreemd materiaal in het meetvolume en dus in het meetobject aanwezig is. 



   Deze evaluatie kan leiden tot het op een geautomatiseerde manier toekennen van een contaminatie-index aan het meetobject, door met elke absorptiegraad een contaminatie-index te associëren. 



   Het elektrisch signaal kan op gebruikelijke wijze door middel van analoge of digitale schakelingen of met programmeerbare digitale signaalbewerking of microprocessorschakelingen verder verwerkt worden. Zo kunnen de amplitude en de lengte van de afwijking in rekening gebracht worden, bijvoorbeeld om te beslissen of de beweging van het meetobject, of de machinale bewerkingd die het meetobject ondergaat, moet onderbroken worden teneinde de afwijkende delen uit het meetobject te verwijderen, of voor de statistische karakterisering van het meetobject. Dergelijke verwerking en toepassing van de signalen is gebruikelijk zowel voor vreemde vezel detectors die op andere principes steunen als voor op diameter-of massameting gebaseerde meetapparatuur gekend uit de stand der techniek. 



  Lichtbron
Het spectrum van het meetlicht beinvloedt in grote mate de soorten vreemde vezels en vreemde materialen die met de detector volgens de uitvinding kunnen gedetecteerd worden. Dit gaat samen met de spectrale absorptie-eigenschappen van deze verontreinigingen. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   Sommige vreemde vezels en vreemde materialen in het meetobject kunnen visueel waargenomen worden als een intensiteitsverandering of als een verkleuring. Uitgebreide proeven tonen aan dat deze zichtbare verontreinigingen het beste met geel of groen meetlicht gedetecteerd worden. 



   Andere vreemde vezels en vreemde materialen zijn visueel niet te onderscheiden van het meetobject maar zijn van een andere materiaalsoort. Een veel voorkomende verontreiniging van katoen is bijvoorbeeld polypropyleen. Beide zien er in hun natuurlijke vorm nagenoeg wit uit. Zowel in het ultraviolet als in het nabije infrarood zijn beide materialen wel van elkaar te onderscheiden door hun verschillende specifieke absorptie van dit licht. Door de gepaste golflengte of golflengteband van het meetlicht te kiezen kunnen vreemde vezels en vreemde materialen gedetecteerd worden op basis van materiaalsoort in plaats van op basis van hun kleur. 



  Typisch situeren de golflengtes waar de materiaalsoorten verschillen in absorptie zieh in het nabije infrarood tussen   lOOOnm   en 5000nm. 



   De bij onderhavige uitvinding gebruikte lichtbron kan bijvoorbeeld doch niet uitsluitend een lichtgevende diode, meer gekend als LED   of"light   emitting diode", een gloeilamp of een booglamp zijn die het meetvolume vult met licht, hetzij direct of indirect via   een   of meer optische geleiders. 



   Als alternatieve lichtbron kunnen bijvoorbeeld elektroluminescente materialen gebruikt worden. Van een dergelijk materiaal wordt een laag aangebracht op een substraat. Dit substraat kan een cylindervorm aannemen. Teneinde de gevoeligheid over het meetvolume uniform te maken wordt de lichtbron bij voorkeur zo opgesteld dat de ruimte binnen het meetvolume gelijkmatig belicht wordt. 



   Het meetlicht afkomstig van de lichtbron mag wel of niet gemoduleerd zijn in intensiteit. Door het meetlicht met een bepaalde frequentie in intensiteit te moduleren kan onderscheid gemaakt worden met omgevingslicht en kan een goede onderdrukking van dit laatste bereikt worden. 



  Fotodetectie
Voor de fotodetectie kunnen een of meerdere fotogevoelige elementen gebruikt worden. Hun aantal is niet essentieel, wel een opstelling die toelaat al het licht in het meetvolume, of een representatief staal ervan, te meten. De gebruikte fotogevoelige 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 elementen moeten voldoende gevoelig zijn voor het spectrum van het meetlicht dat de lichtbron uitstraalt. 



   De fotodetectoren kunnen bijvoorbeeld Silicium fotodiodes zijn, al is de uitvinding niet tot deze detectors beperkt. Deze fotodiodes zijn geschikt voor detectie van licht binnen het zichtbare spectrum en het nabije infrarood (typisch 400 tot 1100nm). Zowel voor kortere (UV) als voor langere (IR) golflengtes van licht zijn andere fotodetectoren door de vakman gekend zoals bijvoorbeeld Germanium of InGaAs fotodiodes. 



   Meestal worden fotodiodes als discrete componenten opgebouwd. 



  Het is met de huidige stand van de technologie ook mogelijk om fotodetectoren aan te brengen onder de vorm van een actieve laag op een substraat. Het is denkbaar dat dit substraat een vorm aanneemt die aansluit aan het meetvolume of het meetvolume vormt zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend een cylindervorm. Deze werkwijze is een perfecte aanvulling van de benadering met een elektroluminescente lichtbron die zoals gesteld ook onder de vorm van een actieve laag op een substraat wordt aangebracht. 



  Meetvolume
De vorm van het meetvolume dient toe te laten middels fotodetectie al het aanwezige licht of een representatief staal ervan te meten. Deze vorm kan bijvoorbeeld een bol of een cylinder zijn. In het meetvolume zijn   een   of meer openingen voorzien om het meetobject toe te laten het meetvolume binnen te komen en te verlaten. Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm neemt deze opening de vorm van een sleuf aan. Anderzijds kunnen in een bol of cylinder 2 openingen voorzien worden respectievelijk voor in- en uitlaat van het meetobject. 



   De begrenzing van het meetvolume is uitgevoerd in een materiaal dat doorzichtig is of doorlatend voor het meetlicht. Het is bestand tegen de wrijving van het meetobject. Bij voorkeur is het vuilafstotend en gemakkelijk te reinigen. 



   Het meetvolume kan overal in de normale loop van het meetobject geplaatst worden, hetzij als extra element, hetzij ter vervanging of als aanvulling van elementen die reeds in de loop aanwezig zijn. 



  Gebruik van meerdere kleuren   0'golflengtes 0'golflengtebanden  
Bij gebruik van één kleur of golflengte of golflengteband kan het zijn dat een aantal verontreinigingen van het meetobject 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 moeilijk of niet te detecteren zijn. Als uitbreiding van onderhavige uitvinding kan daartoe een belichting gebruikt worden die bestaat uit meerdere kleuren of golflengtes of golflengtebanden. De combinatie kan geoptimaliseerd worden voor de detectie van specifieke verontreinigingen. 



   Hiertoe kan het licht van een of meerdere breedbandige lichtbronnen gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld een booglamp of gloeilamp, waarvan de spectrale verdeling al dan niet aangepast wordt aan de behoeften door actieve of passieve optische filtering. 



   Alternatief kan een combinatie van lichtbronnen gebruikt worden, waarbij verschillende lichtbronnen of groepen van lichtbronnen elk licht met een ander kleur of golflengte of golflengteband uitstralen. 



   De detectie bij dergelijke belichting kan gebeuren door de totale resulterende lichthoeveelheid in het meetvolume, of een representatief uniform staal ervan, te meten. Hieruit wordt een totale gewogen absorptie voor de gebruikte kleuren of golflengtes of golflengtebanden bekomen. 



   Alternatief kan de absorptie voor de verschillende kleuren of golflengtes of golflengtebanden apart gemeten worden. Teneinde de gedetecteerde signalen voor die verschillende kleuren of golflengtes of golflengtebanden te scheiden van elkaar kunnen de lichtbronnen of groepen lichtbronnen die een verschillend kleur of golflengte of golflengteband uitstralen sequentieel aan-en uitgeschakeld worden of met een verschillende frequentie in intensiteit gemoduleerd worden. Via synchrone detectie of elektronisch filteren kunnen de signalen van elkaar gescheiden worden. 



   Een scheiding in verschillende kleuren of golflengtes of golflengtebanden is ook mogelijk middels actieve of passieve optische filters geplaatst voor een of meerdere fotogevoelige elementen. 



   Essentieel in deze is enkel dat voor elk kleur of golflengte of golflengteband al het in het meetvolume aanwezige licht of minstens een uniform staal ervan wordt gedetecteerd. 



   De uitvinding zal verder beschreven worden aan de hand van figuren, waarbij figuur 1 een eerste detector volgens de uitvinding voorstelt, figuur 2 een tweede detector volgens de uitvinding voorstelt, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 figuur 3 een schematische voorstelling van de garenloop bij een open-end spinmachine weergeeft, en figuur 4 een schematische voorstelling van de aansturing van een detector volgens de uitvinding voorstelt. 



   Figuur 1 en figuur 2 stellen elk een detector   1,   volgens de uitvinding voor. Ze omvatten elk minstens   een   lichtbron 2 en   een   of meer fotodetectoren 3 die een meetvolume 4 omsluiten. Zowel de lichtbron 2 als de fotodetectoren 3 bevinden zich rondom het meetvolume 4 waardoorheen een te onderzoeken meetobject 5 loopt. 



    Toepassing  
Figuur 3 is een schematische voorstelling van de garenloop 13 bij een open-end spinmachine. In wat volgt wordt, als typische toepassing voor de uitvinding, een detector 1 besproken voor detectie van vreemde vezels en vreemde materialen in een meetobject 5, dat een garen is gesponnen op een open-end spinmachine. Een vakman kan deze uitvoeringsvorm omzetten naar andere toepassingen zoals andere types spinmachines, spoelmachines, twijnmachines, kaarden, kammachines, textureermachines, weefmachines,... 



   Op een open-end spinmachine worden gekende detectors 16 gewoonlijk tussen de navel 14 en de bobijn 15 in de garenloop geplaatst. Het garen 5 wordt via aandrijf-en geleidingsrollen 19 van de navel 14 op de bobijn 15 gewikkeld. Gekende detectors 16 in de garenloop zijn omwille van hun plaats steeds voorzien van een of andere vorm van sleuf waarlangs het garen 5 in de meetsleuf van de detector 16 gebracht wordt. Steunpunten 20 zorgen voor een stabiele positie van het garen 5 in een detector 16. In de gangbare uitvoeringswijze worden vreemde vezeldetectors geintegreerd met de diameter-of massameetapparatuur. De hier beschreven detectiemethode kan eveneens op die manier uitgevoerd worden. Een belangrijk probleem is echter dat hiervoor niet bij ieder type of model openend spinmachine voldoende plaats voorhanden is. 



   Naast de   plaatsing   in de garenloop, kan op open-end spinmachines een detector 1 gebaseerd op een absorptiemeting bovendien geplaatst worden tussen de navel 14 en de rotor 17 zelf, waar het   zogenaamde "spinbuisje" 18,   een buisvormig element dat essentieel is voor het open-end spinproces, een kanaal vormt dat het garen 5 uit de rotor 17 naar buiten geleidt. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



   De buisvorm van het spinbuisje 18 komt uiterst goed overeen met de eisen van een ideaal meetvolume. De detector 1 wordt op het spinbuisje 18 geplaatst of ermee   geintegreerd.   Dit heeft vele voordelen :   'toepasbaar   op open-end spinmachines van gelijk welke constructie 
 EMI10.1 
 . eigenschappen door de onderdruk uit de rotor 
17 en door de wrijving van het garen 5   *   materiaal voor het spinbuisje 18 kan gekozen worden in functie van de eisen voor de detector 1   . overvloed   aan ruimte   . inherente   afscherming van omgevingsinvloeden
De keuze van het spinbuisje 18 als meetpositie impliceert een cylindervormig meetvolume 4. 



   Aan de binnenwand van het spinbuisje 18 worden spintechnische vereisten gesteld, zoals een specifieke afwerking. Aan de buitenomtrek van het spinbuisje 18 worden door de spinmachine enkel montagetechnische eisen gesteld. Daarom worden de elementen van de detector 1 op de buitenomtrek van het spinbuisje 18 aangebracht. Dit brengt mee dat het materiaal van het spinbuisje 18 doorzichtig of doorlatend moet zijn voor het meetlicht afkomstig van de lichtbron 2. Er is voldoende ruimte en mogelijkheid om het spinbuisje 18 aan te vullen en aan te passen voor de montage van een detector 1. 



  Eerste voorkeursuitvoering
In een eerste voorkeursuitvoering volgens figuur 1 wordt het spinbuisje 18 uitgevoerd met een doorzichtige wand 6. 



   Op de buitenomtrek van deze wand 6 wordt eerst een lichtbron 2 aangebracht die bestaat uit 2 doorzichtige elektroden 7 en een actieve laag 8. De actieve laag 8 bestaat bijvoorbeeld uit een elektro-luminescent materiaal. Dit materiaal is doorzichtig of doorlatend voor het uitgestraalde licht. 



   Daarboven komt een lichtgevoelige laag 3 die bestaat uit 2 doorzichtige elektrodes 9 waartussen zieh een fotodetectielaag 10 bevindt. De fotodetectielaag 10 bestaat bijvoorbeeld uit een fotodiode gefabriceerd uit amorf Silicium. De opbouw van de lagen is verduidelijkt met een uitvergroting 33 van detector 1 in figuur 1. 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 



   Door het meetvolume 4 volledig te omvatten met een fotodetector 3 voldoet deze opstelling aan de eis om al het licht in het meetvolume 4 te detecteren. 



  Tweede voorkeursuitvoering
In een tweede voorkeursuitvoering volgens figuur 2 worden als fotodetectoren 3 Silicium fotodiodes gebruikt, gefabriceerd uit monokristallijn Silicium. Er wordt voor gezorgd dat de omtrek van het meetvolume 4 zo volledig mogelijk omvat wordt door de verschillende Silicium fotodiodes. 



   Deze fotodiodes zijn zo gekozen dat ze gevoelig zijn voor het licht dat door de in de detector 1 gebruikte lichtbron 2 wordt uitgestraald. 



   Tussen het meetvolume 4 en de fotodetectoren 3 wordt een niet absorberende optische diffuser 12 geplaatst. Hiertoe wordt een niet absorberend optisch diffuserend materiaal genomen voor de wand van het spinbuisje 18. Al het licht in het meetvolume 4 valt uiteindelijk op de diffuser 12. De ruimtelijke eigenschappen van dat licht worden in de diffuser 12 statistisch uitgemiddeld. Een deel van dit licht valt door de diffuser 12 op de fotodetectoren 3. Op deze wijze wordt een staal van al het licht in het meetvolume 4 gemeten en het staal is gelijkmatig over het ganse meetvolume 4 genomen waarmee voor deze tweede voorkeursuitvoering aan de eisen voldaan is. Op die manier is de invloed van de ongevoelige plaatsen tussen de fotodetectoren 3, afkomstig van de vlakke constructie van deze fotodetectoren 3 en van de lichtbronnen 2, weggewerkt. 



   Als lichtbron 2 worden lichtgevende diodes (LED's) gebruikt. In principe is één LED voldoende voor de werking van de detector 1 doch de grotere hoeveelheid licht die meerdere LED's in het meetvolume 4 brengen levert een grotere elektro-optische signaal-ruisafstand op. 



   De lichtbronnen 2 worden tussen de fotodetectoren 3 geplaatst en belichten het meetvolume 4 door de diffuser 12 heen. 



   Bij voorkeur worden gele LED's gebruikt omwille van hun hoge efficiëntie samengaand met absorptie door de meeste verkleurde vreemde vezels en vreemde materialen. 



   De elektro-optische elementen van de detector 1 kunnen op verschillende wijzen op het spinbuisje 18 aangebracht worden. Een eerste mogelijkheid is de lichtbronnen 2 en de fotodetectoren 3 direct op de omtrek te bevestigen. Een andere mogelijkheid is de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 
 EMI12.1 
 elementen eerst op een drager aan te brengen, die dan op zijn beurt op de buisvorm van het spinbuisje 18 wordt bevestigd. 



  Signaalverwerking Beide voorkeursuitvoeringen van deze uitvinding worden op dezelfde manier aangestuurd. Bijvoorbeeld doch niet uitsluitend kan de signaalverwerking uitgevoerd worden volgens figuur 4. 



  Met stuurschakeling 22 wordt een stroom 23 door de lichtbron 2 gestuurd. Hierdoor straalt de lichtbron 2 licht in het meetvolume 4. 



  De zaken aangeduid met referentiecijfers 24 tot en met 32 vormen samen de signaalverwerkingseenheid 21. 



  De signaalstroom 24 van de fotodetectoren 3 wordt versterkt met behulp van een versterker 25. Het versterkte signaal 26 is evenredig met de gemeten absorptie. 



  De variaties op het versterkte signaal 26 worden via een hoogdoorlaatfilter 27 versterkt in een wisselspanningsversterker 28. 



  Het uitgangssignaal 29 van de wisselspanningsversterker 28 is evenredig met de variatie van de absorptie. 



  Dit uitgangssignaal 29 van de wisselspanningsversterker 28 wordt toegevoerd aan een analoog naar digitaal omzetter 30. De gegevens 31 uit de analoog naar digitaalomzetter 30 worden verder verwerkt door een programmeerbare digitale computer 32.

Claims (29)

  1. Conclusies 1. Methode voor detectie van vreemde materialen in een meetobject (5), gebaseerd op absorptie van licht door het meetobject (5) in een meetvolume (4), daardoor gekenmerkt dat de absorptie gemeten wordt door al het licht, of een representatief staal van dit licht binnen het meetvolume (4) te meten, waarbij lichtbronnen voor reflectie en transmissie niet afzonderlijk aangestuurd zijn, waarbij gereflecteerd en doorgelaten licht niet afzonderlijk gedetecteerd worden en waarbij de reflectie van de achtergrond en het meetobject (5) niet noodzakelijk aan elkaar aangepast zijn.
  2. 2. Methode volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat ze de volgende stappen omvat : - licht wordt in een meetvolume (4) gebracht waarin het te onderzoeken meetobject (5) zich bevindt, - al het licht of een uniform staal van al het licht binnen het meetvolume (4) wordt opgemeten, - het opgemeten licht wordt omgezet in een evenredig elektrisch signaal (24), - vergelijking van dit signaal met een signaal gemeten bij leeg meetvolume levert de absorptiegraad van het meetobject (5), - interpretatie van deze absorptiegraad levert de graad van verontreiniging.
  3. 3. Methode volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het licht dat in het meetvolume (4) gebracht wordt, licht is van een kleur of golflengte of golflengteband.
  4. 4. Methode volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het licht dat in het meetvolume (4) gebracht wordt, licht is van meer dan een kleur of golflengte of golflengteband, waarna de totale resulterende lichthoeveelheid in het meetvolume (4), of een representatief staal ervan, wordt opgemeten, waaruit een gewogen absorptie voor de gebruikte kleuren of golflengtes of golflengtebanden wordt bekomen. <Desc/Clms Page number 14>
  5. 5. Methode volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het licht dat in het meetvolume (4) gebracht wordt, licht is van meer dan een kleur of golflengte of golflengteband, waarna de absorptiegraad voor elke kleur of golflengte of golflengteband afzonderlijk wordt bekomen.
  6. 6. Methode volgens een van de conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat met de graad van verontreiniging een contaminatie- index wordt geassocieerd.
  7. 7. Methode volgens een van de voorgaande conclusies toegepast terwijl het meetobject (5) in beweging is of een machinale bewerking ondergaat, daardoor gekenmerkt dat de methode bovendien een stap omvat die de beweging of bewerking stillegt wanneer een vreemd materiaal in het meetobject (5) wordt gedetecteerd.
  8. 8. Detector (1) voor detectie van vreemde materialen in een meetobject (5) dat zieh in een meetvolume (4) bevindt, daardoor gekenmerkt dat de detector (1) voorzien is van - minstens een lichtbron (2) die licht uitstraalt in het meetvolume (4), - een of meerdere fotodetectoren (3) die zodanig opgesteld zijn dat ze al het in het meetvolume (4) aanwezige licht, of minstens een representatief staal ervan, opvangen en omzetten naar een elektrisch signaal (24), - een signaalverwerkingseenheid (21) die uit het door foto- detectie bekomen signaal (29) op basis van absorptiemetingen bepaalt of vreemde materialen in het meetobject (5) aanwezig zijn.
  9. 9. Detector (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de lichtbron (2) gekozen is uit een LED, een gloeilamp of een booglamp.
  10. 10.Detector (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de lichtbron (2) een elekro-luminescente laag is.
  11. 11. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de lichtbron (2) geel of groen licht uitstraalt. <Desc/Clms Page number 15>
  12. 12. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 11, daardoor gekenmerkt dat de golflengte of golflengteband van het door de lichtbron (2) uitgestraalde licht zo gekozen is dat materiaalsoorten kunnen onderscheiden worden.
  13. 13. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 12, daardoor gekenmerkt dat hij voorzien is van 1 of meer lichtbronnen (2), die zorgen voor een belichting in meerdere kleuren of golflengtes of golflengtebanden. EMI15.1
  14. 14. volgens één van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de fotodetectoren (3) Silicium fotodetectoren zijn.
  15. 15. Detector (1) volgens één van de conclusies 8 tot 13, daardoor gekenmerkt dat de fotodetectoren (3) opgedampt zijn op een substraat.
  16. 16. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 15, daardoor gekenmerkt dat het door de lichtbron (2) uitgestraalde licht gemoduleerd is in intensiteit.
  17. 17. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het meetvolume (4) een sleuf is.
  18. 18. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat het meetvolume (4) een bol of een cylinder is voorzien van minstens één opening om het meetobject (5) toe te laten het meetvolume (4) binnen te komen.
  19. 19. Detector (1) volgens één van de conclusies 8 tot 18, daardoor gekenmerkt dat de begrenzing van het meetvolume (4) een licht doorlatende wand is.
  20. 20. Detector (1) volgens een van de conclusies 8 tot 19, daardoor gekenmerkt dat zich een diffuser (12) bevindt tussen het meetvolume (4) en de fotodetectoren (3). <Desc/Clms Page number 16>
  21. 21. Gebruik van de detector (1) zoals beschreven in een van de conclusies 8 tot 20 voor detectie van vreemde vezels of vreemde materialen op één van de machines gekozen uit een kaarde, een rekbank, een ringspinmachine, een airjet spinmachine, een open- end spinmachine, een chemische spinmachine, een spoelmachine, een twijnmachine, een kammachine, een spilbank, een textureermachine, een weefgetouw.
  22. 22. Detectie van vreemde materialen in een garen op een open-end spinmachine, daardoor gekenmerkt dat de detectie plaats vindt ter hoogte van het spinbuisje (18).
  23. 23. Detectie van vreemde materialen volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat de voor de detectie gebruikte detector (1) is zoals beschreven in een van de conclusies 8 tot 20.
  24. 24. Detectie van vreemde materialen volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat de elementen van de detector (1) direct op de omtrek van het spinbuisje (18) worden aangebracht.
  25. 25. Detectie van vreemde materialen volgens conclusie 23, daardoor gekenmerkt dat de elementen van de detector (1) op een drager worden aangebracht die aan de buis van het spinbuisje (18) wordt bevestigd.
  26. 26. Detectie van vreemde materialen in een lont ter hoogte van de breker of ter hoogte van de rotoringang op een open-end spinmachine.
  27. 27. Detectie van vreemde materialen in een lont op de uitgang van een kaarde.
  28. 28. Detectie van vreemde materialen in een lont op de ingang of uitgang van een rekbank.
  29. 29. Detectie van vreemde materialen volgens een van de conclusies 26 tot 28, daardoor gekenmerkt dat de voor de detectie gebruikte detector (1) is zoals beschreven in een van de conclusies 8 tot 20.
BE9700078A 1997-01-28 1997-01-28 Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode. BE1010882A5 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700078A BE1010882A5 (nl) 1997-01-28 1997-01-28 Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode.
AT98901263T ATE253220T1 (de) 1997-01-28 1998-01-28 Detektor und nachweisverfahren für fremdfasern und fremdmaterial basierend auf lichtabsorptionsmessung
EP98901263A EP0956499B2 (en) 1997-01-28 1998-01-28 A detector of foreign fibres and foreign materials based on an absorption measurement of light and corresponding detection method
AU57428/98A AU5742898A (en) 1997-01-28 1998-01-28 A detector of foreign fibres and foreign materials based on an absorption measu rement of light and corresponding detection method
DE69819302T DE69819302T3 (de) 1997-01-28 1998-01-28 Detektor und nachweisverfahren für fremdfasern und fremdmaterial basierend auf lichtabsorptionsmessung
PCT/BE1998/000014 WO1998033061A1 (en) 1997-01-28 1998-01-28 A detector of foreign fibres and foreign materials based on an absorption measurement of light and corresponding detection method
CA002277170A CA2277170C (en) 1997-01-28 1998-01-28 A detector of foreign fibres and foreign materials based on an absorption measurement of light and corresponding detection method
US09/359,891 US6201602B1 (en) 1997-01-28 1999-07-26 Detection of foreign fibres and foreign materials based on an absorption measurement of light and corresponding detection method

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700078A BE1010882A5 (nl) 1997-01-28 1997-01-28 Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010882A5 true BE1010882A5 (nl) 1999-02-02

Family

ID=3890301

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700078A BE1010882A5 (nl) 1997-01-28 1997-01-28 Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US6201602B1 (nl)
EP (1) EP0956499B2 (nl)
AT (1) ATE253220T1 (nl)
AU (1) AU5742898A (nl)
BE (1) BE1010882A5 (nl)
CA (1) CA2277170C (nl)
DE (1) DE69819302T3 (nl)
WO (1) WO1998033061A1 (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19859274A1 (de) 1998-12-22 2000-06-29 Schlafhorst & Co W Vorrichtung zur Erkennung von Fremdstoffen in strangförmigen textilen Material
US6650959B1 (en) 1999-03-10 2003-11-18 Barco N.V. Method and apparatus for the detection of foreign materials in moving textile materials
EP1037047B2 (en) * 1999-03-10 2008-11-19 Belgian Monitoring Systems bvba (BMS) Method and apparatus for the detection of foreign materials in moving textile materials
EP1058112A1 (en) * 1999-05-31 2000-12-06 Barco N.V. Improved detector and detection method for contaminants in textile materials based on an absorption measurement of light
DE10009131A1 (de) * 2000-02-26 2001-08-30 Schlafhorst & Co W Verfahren und Vorrichtung zur optischen Detektion von Verunreinigungen, insbesondere Fremdfasern, in längsbewegten Garn
DE10128324A1 (de) * 2001-06-12 2003-01-09 Matsushita Electric Works Europe Ag Gerät zur optischen Prüfung des Inhalts von Blisterpackungen
DE50213638D1 (de) * 2001-07-12 2009-08-06 Uster Technologies Ag Verfahren zur erkennung von fremdstoffen in einem textilen material
JP4261285B2 (ja) * 2003-08-21 2009-04-30 村田機械株式会社 糸の異物検出装置
ITMI20040252A1 (it) * 2004-02-16 2004-05-16 Tiziano Barea Dispositivo per l'analisi ottica anche bidimensionale di un filo o filato
WO2006133584A1 (de) 2005-06-15 2006-12-21 Uster Technologies Ag Verfahren und vorrichtung zur erkennung von fremdstoffen in einem bewegten, festen, länglichen prüfgut
JP2007212423A (ja) * 2006-01-16 2007-08-23 Murata Mach Ltd 異物検出装置および繊維機械および異物検出方法
US7608794B2 (en) * 2006-04-20 2009-10-27 Sunsweet Growers, Inc. Process and system for sorting and pitting fruit
DE102007056562A1 (de) * 2007-11-23 2009-05-28 Oerlikon Textile Gmbh & Co. Kg Vorrichtung zur optischen Detektion von Verunreinigungen in längsbewegtem Garn
DE102008021502A1 (de) * 2008-04-29 2009-11-05 Herbert Kannegiesser Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Sortieren, Vereinzeln und/oder Übergeben von Wäschestücken
JP5636785B2 (ja) * 2010-07-23 2014-12-10 村田機械株式会社 繊維条体測定装置及び糸巻取機
DE102010055523A1 (de) * 2010-12-22 2012-06-28 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Vorrichtung in der Spinnereivorbereitung zum Erkennen von Fremdteilen aus Kunststoff, wie Prolypropylenbändchen, -gewebe und -folien u. dgl.
JP2016500438A (ja) * 2012-12-10 2016-01-12 ウステル・テヒノロジーズ・アクチエンゲゼルシヤフト 移動する繊維材料を光学検査するための設備
DE102013010468A1 (de) * 2013-06-24 2014-12-24 Trützschler GmbH & Co. Kommanditgesellschaft Vorrichtung in der Spinnereivorbereitung zum Erkennen von Fremdteilen aus Kunststoff, wie Polypropylenbändchen, -gewebe und -folien u. dgl. in oder zwischen Faserflocken, z. B. aus Baumwolle
ITPO20150002A1 (it) * 2015-02-06 2016-08-06 Ecafil Best Spa Ind Filati Sistema e metodo di controllo e programmazione della produzione di un gomitolo
WO2016149848A1 (en) 2015-03-24 2016-09-29 Uster Technologies Ag Led-based fiber property measurement
CZ29192U1 (cs) * 2015-12-09 2016-02-22 Rieter Cz S.R.O. Distribuční systém vlhčicí kapaliny pro spřádací trysky tryskového dopřádacího stroje
GB201601213D0 (en) * 2016-01-22 2016-03-09 Mg Sensors Ltd Yarn imaging device
WO2017168236A1 (de) * 2016-04-01 2017-10-05 Schleuniger Holding Ag Kombinationssensor
GB201900914D0 (en) * 2019-01-23 2019-03-13 Proton Products International Ltd Outline measurements of moving objects
CN110596136B (zh) * 2019-09-26 2024-06-07 江苏兴达钢帘线股份有限公司 一种检测钢丝表面镀层颜色变化装置
DE102021003136A1 (de) 2021-06-21 2022-12-22 Hubert Hergeth Abfallkontrolle

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1938083A1 (de) * 1969-07-26 1971-02-25 Mahlo Gmbh Verfahren zur automatischen Fehlerueberwachung flaechenfoermiger Gueter und Vorrichtung zur Durchfuehrung des Verfahrens
US3841761A (en) * 1973-10-24 1974-10-15 Neotec Corp Method and apparatus for detecting faults in fabric
GB2095828A (en) * 1981-03-31 1982-10-06 Wool Dev Int Detection of defects in fibrous arrays
US4853776A (en) * 1987-04-03 1989-08-01 Gunze Ltd. Fabric inspecting method and appartus for detecting flaws
EP0553446A2 (de) * 1992-01-31 1993-08-04 Gebrüder Loepfe AG Verfahren und Vorrichtung zur Detektion von Verunreinigungen, insbesondere Fremdfasern in langgestreckten, textilen Gebilden
WO1993019359A1 (de) * 1992-03-17 1993-09-30 Zellweger Uster Ag Verfahren und vorrichtung zur detektion von verunreinigungen in einem textilen prüfgut
EP0643294A1 (de) * 1993-09-09 1995-03-15 Zellweger Luwa Ag Verfahren und Vorrichtung zur Detektion von Fremdstoffen in einem textilen Prüfgut
EP0652432A1 (de) * 1993-11-04 1995-05-10 BARCO nv/Automation Vorrichtung zum Erkennen von Fremdmaterial, insbesondere von Fremdfasern, in einem längsbewegten textilen Gebilde
WO1995029396A1 (en) * 1994-04-27 1995-11-02 Commonwealth Scientific And Industrial Research Organisation Methods and apparatus for determining a first parameter(s) of an object

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0197763B1 (en) 1985-04-04 1991-09-18 Commonwealth Scientific And Industrial Research Organisation Monitoring for contaminants in textile product
CH683294A5 (de) 1992-01-31 1994-02-15 Loepfe Ag Geb Vorrichtung zur Detektion von Verunreinigungen, insbesondere Fremdfasern in einem langgestreckten, textilen Gebilde.
ATE189444T1 (de) * 1995-09-06 2000-02-15 Luwa Ag Zellweger Garnsensor

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1938083A1 (de) * 1969-07-26 1971-02-25 Mahlo Gmbh Verfahren zur automatischen Fehlerueberwachung flaechenfoermiger Gueter und Vorrichtung zur Durchfuehrung des Verfahrens
US3841761A (en) * 1973-10-24 1974-10-15 Neotec Corp Method and apparatus for detecting faults in fabric
GB2095828A (en) * 1981-03-31 1982-10-06 Wool Dev Int Detection of defects in fibrous arrays
US4853776A (en) * 1987-04-03 1989-08-01 Gunze Ltd. Fabric inspecting method and appartus for detecting flaws
EP0553446A2 (de) * 1992-01-31 1993-08-04 Gebrüder Loepfe AG Verfahren und Vorrichtung zur Detektion von Verunreinigungen, insbesondere Fremdfasern in langgestreckten, textilen Gebilden
WO1993019359A1 (de) * 1992-03-17 1993-09-30 Zellweger Uster Ag Verfahren und vorrichtung zur detektion von verunreinigungen in einem textilen prüfgut
EP0643294A1 (de) * 1993-09-09 1995-03-15 Zellweger Luwa Ag Verfahren und Vorrichtung zur Detektion von Fremdstoffen in einem textilen Prüfgut
EP0652432A1 (de) * 1993-11-04 1995-05-10 BARCO nv/Automation Vorrichtung zum Erkennen von Fremdmaterial, insbesondere von Fremdfasern, in einem längsbewegten textilen Gebilde
WO1995029396A1 (en) * 1994-04-27 1995-11-02 Commonwealth Scientific And Industrial Research Organisation Methods and apparatus for determining a first parameter(s) of an object

Also Published As

Publication number Publication date
EP0956499B1 (en) 2003-10-29
CA2277170A1 (en) 1998-07-30
DE69819302T2 (de) 2004-07-29
DE69819302T3 (de) 2012-10-31
WO1998033061A1 (en) 1998-07-30
EP0956499B2 (en) 2012-06-06
AU5742898A (en) 1998-08-18
US6201602B1 (en) 2001-03-13
ATE253220T1 (de) 2003-11-15
DE69819302D1 (de) 2003-12-04
CA2277170C (en) 2003-07-08
EP0956499A1 (en) 1999-11-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010882A5 (nl) Een detector van vreemde vezels en vreemde materialen gebaseerd op een absorptiemeting van licht en overeenkomstige detectiemethode.
JPH0721463B2 (ja) 繊維製品の異物監視方法及び装置
US5499794A (en) Process and device for detecting foreign substances in a textile test material using an alternating light and dark background
US6175408B1 (en) Apparatus for detecting foreign substance in strand-like textile material
KR100366133B1 (ko) 물체의제1파라미터의순간편차를측정하는방법및장치
JP3189123B2 (ja) 繊維試料中の不純物を検出する方法と装置
JPH07325049A (ja) 異物材料の検出装置
JPH06505568A (ja) 糸内の異物繊維の認識法
US7324201B2 (en) Yarn sensor
JP5820810B2 (ja) 動く繊維材料の光学的走査装置及び方法
US20240175806A1 (en) Detecting a Mixture Ratio of Two Components of a Textile Fiber Structure
JP2008537591A (ja) 細長い繊維材料を光学走査するための装置および方法
JP2001521168A (ja) 繊維品質監視装置
EP1058112A1 (en) Improved detector and detection method for contaminants in textile materials based on an absorption measurement of light
CH706948A2 (en) Apparatus and method for the optoelectronic analysis of textile materials.
EP1592963A1 (en) Detection of contaminants in an elongated textile material
JPH07107506B2 (ja) 糸状蛍光物質検知装置
JP2001226870A (ja) 糸条の染着度および/または形状特性の測定方法、測定装置および糸条の製造方法
JP2002243417A (ja) 糸条の形状特性の測定方法および測定装置並びに糸条の製造方法
CN1293268A (zh) 自动检测纱、条中异色、异质纤维及纱疵装置
JPH01162863A (ja) 繊維束のブレンド率検査方法
WO2000040951A1 (en) Method and apparatus for detecting a non-uniform coating on a core member