BE1010637A5 - Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1010637A5 BE1010637A5 BE9600793A BE9600793A BE1010637A5 BE 1010637 A5 BE1010637 A5 BE 1010637A5 BE 9600793 A BE9600793 A BE 9600793A BE 9600793 A BE9600793 A BE 9600793A BE 1010637 A5 BE1010637 A5 BE 1010637A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- veneer
- belt
- winding
- belts
- speed
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H20/00—Advancing webs
- B65H20/24—Advancing webs by looping or like devices
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B27—WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
- B27D—WORKING VENEER OR PLYWOOD
- B27D1/00—Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring
- B27D1/10—Butting blanks of veneer; Joining same along edges; Preparatory processing of edges, e.g. cutting
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H18/00—Winding webs
- B65H18/08—Web-winding mechanisms
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H20/00—Advancing webs
- B65H20/16—Advancing webs by web-gripping means, e.g. grippers, clips
- B65H20/18—Advancing webs by web-gripping means, e.g. grippers, clips to effect step-by-step advancement of web
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65H—HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
- B65H2511/00—Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
- B65H2511/10—Size; Dimensions
- B65H2511/11—Length
- B65H2511/112—Length of a loop, e.g. a free loop or a loop of dancer rollers
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Forests & Forestry (AREA)
- Veneer Processing And Manufacture Of Plywood (AREA)
Abstract
De uitvinding omvat een werkwijze voor het transporteren en oprollen van fineerbanden nadat de fineerbanden van een bepaalde lengte (L) met elkaar verbonden werden door middel van een lasnaad, tussen een eerste en een tweede fineerband, met het kenmerk dat, - de eerste fineerband, die zich na de lasnaad bevind, met hoge snelheid (V1) uit de lasinrichting getrokken wordt over een lengte die overeenkomt met de lengte (L) van de tweede fineerband om de lasverbinding te verwezenlijken tussen de tweede fineerband en een volgende fineerband, - gedurende het verwezenlijken van de lasverbinding tussen de tweede en de volgende fineerband wordt de eerste fineerband met een constante lagere snelheid (V2) opgerold door een opwikkeleenheid (24).
Description
<Desc/Clms Page number 1> BESCHRIJVING Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het transporteren en opwikkelen van fineerbanden en meer in het bijzonder voor dunne en vochtige fineer. Het is algemeen bekend dat fineer gebruikt wordt voor het bekleden van houten panelen. Wegens economische en ecologische redenen worden de fabrikanten ertoe verplicht om op zoek te gaan naar alternatieve oplossingen om het gebruik van massief hout zoveel mogelijk te beperken. Hiervoor werd een oplossing gevonden door massief hout te vervangen door samengestelde materialen te bekleden of te ommantelen met een dunne laag hout, meestal edel hout, ook fineer genoemd dat bij voorkeur verstevigd wordt met een of meerdere verstevigingslagen die kunnen bestaan uit allerhande soort materiaal in vliesvorm zoals bvb. papier of plastiekvlies. In Europa wordt meestal fineer gebruikt van 0, 6 tot 0, 9 mm dikte, daar waar in Azië een standaarddikte tussen 0, 12 en 0, 4 mm wordt toegepast. De machines voor het verwerken van fineer zijn normaal voorzien voor het behandelen van fineer met een dikte van 0, 6 tot 0, 9 mm en zijn doorgaans niet geschikt om aan de normale productievereisten te kunnen voldoen voor het behandelen van fineer met een dikte tot slechts 0, 12 dat bovendien nog vochtig kan zijn. <Desc/Clms Page number 2> Om ommantelingsfineer te bekomen met als eindresultaat een dikte van omzeggens 0, 3 mm wordt in het algemeen als volg tewerk gegaan : - men vertrekt van 0, 6 mm dik fineer (Europa); bij het aaneenlassen van twee banden wordt een verbindingslint of tape aangebracht ; in een andere machine wordt door een pers of tussen drukrollen in of meerdere lagen verstevigingsvlies aangebracht aan de andere zijde van de verbindingstape ; vervolgens wordt de verbindingstape weggeschuurd tot de fineer een dikte heeft van ongeveer 0, 2 mm + dikte vlies ; Probleemstelling : er gaat veel materiaal verloren. - men vertrekt van 0, 25 mm dik fineer (o. a. Japan) ; bestaande machines kunnen fineer van 0, 25 mm niet opwikkelen, bovendien is het hout zo dun dat de verbindingstape niet kan weggeschuurd worden ; daarom wordt het hout op voorhand gelamineerd t. t. z. van vlies voorzien ; het nadeel hiervan is dat het laten overeenstemmen van de houtstruktuur, met andere woorden, het fineer draaien zodat de draad van het hout van de ene band verder loopt in de volgende band, moeilijk is en dat op de plaats van de verbinding de tape een dikteverschil geeft. Nadeel : dit is een heel arbeidsintensieve werkwijze. Het doel van de uitvinding is een werkwijze voor te stellen waardoor het fineer met zo weinig mogelijke spanning kan opgewikkeld worden, zodat het mogelijk wordt met een heel dunne tape (of zelfs met een plaatselijke lijmfilm alleen op de verbinding) de verbinding te verwezenlijken. De verbinding geeft dus geen extra dikte en kan dus tussen het verstevigingsvlies en het fineer zitten waarbij het vervolgens niet hoeft weggeschuurd te worden. Een andere mogelijkheid die geboden wordt door het opwikkelen met weinig spanning is het gebruik van tape volgens het <Desc/Clms Page number 3> principe van "Post-It" (3M) waarbij de tape kan verwijderd worden voor of na het aanbrengen van het verstevigingsvlies in in of meerdere lagen in ofwel een vlakke pers, doorlooppers of rollenpers. Dit wordt bij voorkeur alleen bij voorgelijmd vlies toegepast. In een ideale opstelling wordt het versteviginsvlies direct na het met elkaar verbinden van de fineerbanden verwezenlijkt, zoals in een uitvoeringsvorm hierna zal uitgelegd worden, maar dit kan tevens gebeuren in een andere werkgang. Een tweede doel van de uitvinding is zo weinig mogelijk tijd te verliezen voor en na het aaneenlassen van de fineerbanden ondermeer door deze zo vlug mogelijk over hun ganse lengte te verplaatsen vanuit de lasinrichting naar de opwikkeleenheid. Daarbij moet vooral opgelet worden dat de dunne fineerband niet beschadigd of gescheurd wordt en dat de band zo weinig mogelijk lateraal verplaatst tijdens de uittrekbeweging. Dit doel wordt bereikt door de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding zoals meer in het bijzonder omschreven in de conclusies die volgen op de beschrijving van praktische uitvoeringsvormen. Verdere bijzonderheden en kenmerken van deze uitvinding zullen verduidelijkt worden aan de hand van de hierbij gevoegde tekeningen waarbij : Figuur 1 : een schematische afbeelding is van een zijzicht van de uitvinding ; . Figuur 2 : een schematische afbeelding van een bovenzicht van de uitvinding ; o Figuur 3 : schematische afbeelding is van het zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Zoals op de figuren 1 en 2 afgebeeld, wordt de band 10 uit fineerhout uit de lasinrichting (niet afgebeeld) getrokken door middel van de siede 12 van een transportband die zieh verplaatst met een snelheid VI over een afstand L langs een geleidingsbaan 18. De transportband 12 is daartoe voorzien van een grijparm 14 die lateraal opgesteld is en de band 10 via de zijkant 16 kan vastgrijpen. <Desc/Clms Page number 4> Volgens de uitvinding, is de geleidingsbaan 18 nog voorzien van een tweede slede 20, die opgesteld staat in het midden van de geleidingsbaan 18 en die zieh met een snelheid V2 kan verplaatsen over een afstand L/2. De snelheid V2 van de siede 20 is omzeggens de helft van de snelheid VI van de slede 12 waardoor beide sieden gelijktijdig het uiteinde van de geleidingsbaan 18 bereiken waarbij siede 12 een afstand L afgelegd heeft en slede 20 een afstand L/2. De siede 20 is voorzien van een reeks geleidingsrollen 22 waarrond de fineerband omgebogen wordt om naar de wikkeleenheid 24 te worden afgevoerd via een vast boogelement 26. Ter hoogte van de geleidingsrollen 22 wordt de al of niet aanwezigheid van de fineerband 10 vastgesteld en gecontroleerd door een schakelaar 28 die de wikkelmotor 30 kan bedienen. Om de fineerband 10 zo strak mogelijk gespannen te houden gedurende het opwikkelen, is bij voorkeurswijze tussen het vast boogelement 26 van de slede 20 en de rol 30, verbonden met de opwikkelmotor, een opspaninrichting voorzien. Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een stuurrol 32, eventueel uitgerust met een fotocel, en een opspanrol 34 bekleed met een antisliplaag. De opspanrol 34 is aangedreven door een motor 38 met rem door middel van een aandrijfriem of ketting 40 en een instelbare slipkoppeling 36. De aandrijfriem of ketting 40 kan onder spanning gehouden worden door een looprol 42 onderhevig aan een veerspanning of drukcylinder 46. Bij het wikkelproces heeft de motor 38 alleen de functie om de opspanrol 34 tegen te houden. De motor 38 draait alleen bij het terugwikkelen van de band waardoor de opspanrol 34 sneller draait dan de band 10 hetgeen opgevangen wordt door de slipkoppeling 36 hetgeen voor gevolg heeft dat de buitenste wikkelingen niet los komen. De looprol 42 heeft als functie de aanloopmassa van fineerband 10 op te vangen door de opspanrol 36 bij de start van het opwikkelen. De wikkelcyclus stopt door middel van de schakelaar 28 om het verschil in snelheid tussen de siede 20 en de opspanrol 34 op te <Desc/Clms Page number 5> vangen De schakelaar 28 wordt bedient van zodra de fineerband 10 tot tegen de geleidingsrollen 22 komen te liggen hetgeen voor gevolg heeft dat. de wikkelmotor 30 tijdelijk stopt om zodoende terug voldoende speling te laten aan de fineerband die normaal met een losse boog naar het vast boogelement 26 gevoerd wordt. De figuur 2 toont een bovenzicht van de transporteenheid waarop de fineerband 10 afgebeeld is die uit de lasinrichting getrokken wordt door de grijparm 14 van de slede 12 die zieh langs de geleidingsbaan 18 verplaatst. De grijparm 14 neemt de band 10 met de zijkant 16 vast terwijl aan de ingang van de transporteenheid middelen 15 aangebracht zijn die een lichte wrijving veroorzaken op de oppervlakte van de fineerband 10 zodanig dat deze nauwkeurig en zonder problemen tegen de geleidingsrand verplaatst. Deze middelen 15 kunnen bijvoorbeeld een reeks borstels zijn die in aanraking komen met de oppervlakte van de fineerband. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de afstand van deze middelen tot de rand 16 van de band 10 groter is dan de afstand van de plaats waar de grijparm 14 de band vasthoud. Het is duidelijk dat door deze opstelling van uittransporteren en opwikkelen van de fineerband 10 het mogelijk wordt om tussen de transportsleden 12 en 20 en de opwikkeleenheid 24 de inrichting voor het aanbrengen van een verstevigingsvlies in te lassen zodat deze bewerking niet voor het aaneenlassen van de afzonderlijke lengten met fineerhout moet gebeuren maar wel na de lasbewerking. Deze mogelijkheid biedt inderdaad grote voordelen aangezien de afzonderlijke lengten met fineerhout onmiddelijk en continu naar de lasinrichting kunnen aangevoerd worden, waarbij geen aandacht meer hoeft besteedt te worden welke zijde van de fineerband met een versterkingsvlies voorzien is. Ook wordt het mogelijk om de verbindingsstrip of tape, die aangebracht wordt op de lasnaad in de lasinrichting, te overdekken en te beschermen door de versterkingsvlies die achteraf aangebracht wordt. <Desc/Clms Page number 6> Deze nieuwe opties worden slechts mogelijk door toedoen van de werkwijze en de kenmerkende onderdelen van de uitvoereenheid volgens de uitvinding. De figuur 3 toont een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij de fineerband 10 rechtstreeks van de transportband 18 met de siede 12 afgevoerd wordt via een stel rollen 50 die opgesteld zijn na de tweede siede 20 en naar een pers 52 gevoerd wordt voor het aanbrengen van de verstevigingsvlies 54 die aangevoerd wordt van een rol 56 vooraleer naar de wikkelinrichting 24 te worden afgevoerd. De hoofdzaak van deze uitvinding is dus de werkwijze waarbij het opwikkelen van de fineerband kan gebeuren met zo weinig mogelijk spanningen, waardoor het mogelijk wordt zeer dun fineerhout te verwerken. Het spreekt vanzelf dat andere uitvoeringsvormen van de uitvinding mogelijk zijn zonder daarom buiten de grenzen van de huidige octrooibeschrijving te vallen.
Claims (9)
- CONCLUSIES 1 Werkwijze voor het transporteren en oprollen van fineerbanden nadat de fineerbanden van een bepaalde lengte (L) met elkaar verbonden werden door middel van een lasnaad, tussen een eerste en een tweede fineerband, met het kenmerk dat, - de eerste fineerband, die zieh na de lasnaad bevind, lateraal vastgegrepen wordt aan een zijkant, met hoge snelheid (vol) uit de lasinrichting getrokken wordt over een lengte die overeenkomt met de lengte (L) van de tweede fineerband om de lasverbinding te verwezenlijken tussen de tweede fineerband en een volgende fineerband ; - gedurende het verwezenlijken van de lasverbinding tussen de tweede en de volgende fineerband wordt de eerste fineerband met een lagere snelheid (V2) opgerold door een opwikkeleenheid (24).
- 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat gedurende het transport met hoge snelheid van de eerste band, een lichte weerstand wordt verwezenlijkt op de tweede band en dit op een afstand van de zijkant (16) van de band die groter is dan de afstand waarop de band vastgegrepen wordt en dit om een goede laterale geleiding van de opeenvolgende fineerbanden te bekomen.
- 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat bij het oprollen van de fineerband door de opwikkeleenheid (24) de band constant onder spanning gehouden wordt zelfs in geval van breuk van de fineerband tussen de lasinrichting en de opwikkeleenheid.
- 4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de fineerband voorzien wordt van een versterkingsvlies dat aangebracht wordt op een plaats die gelegen is tussen het transporteren van de opeenvolgende fineerbanden uit de lasinrichting en het opwikkelen ervan.
- 5. Inrichting voor het transporteren en oprollen van fineerband nadat de afzonderlijke fineerbanden van een bepaalde lengte met elkaar verbonden of gelast werden in een lasinrichting, met het <Desc/Clms Page number 8> kenmerk dat, ze een transportband omvat die na de lasinrichting gemonteerd is en die voorzien is van een eerste slede (12) met een grijparm (14) en die zieh langs een geleidingsbaan (18) kan verplaatsen waarop een tweede slede (20) opgesteld staat, omzeggens in het midden van de geleidingsbaan (18) die voorzien is van geleidingsrollen (22) voor het ombuigen van de fineerband naar de wikkeleenheid (24), bij het verplaatsen van de sieden is de tweede slede (20) aangedreven met een snelheid die omzeggens de helft is van de snelheid van de eerste slede (12).
- 6 Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de opwikkeleenheid (24) een opspanrol (34) omvat die aangedreven kan worden door een motor (38) met rem, waarbij de opspanrol bij het opwikkelen als rem werkt en bij het terugwikkelen als slipkoppeling.
- 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de opspanrol (34) bekleed is met een antisliplaag.
- 8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat aan de ingang van de geleidingsbaan (18) middelen (15) opgesteld staan die een lichte wrijving veroorzaken op de oppervlakte van de fineerband (10).
- 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de middelen (15) op een afstand gelegen zijn van de zijkant (16) van de band (10) die groter is dan de afstand waarop de grijparm (14) de fi. leerband (10) vastneemt.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9600793A BE1010637A5 (nl) | 1996-09-20 | 1996-09-20 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. |
DE1997141479 DE19741479B4 (de) | 1996-09-20 | 1997-09-19 | Verfahren und Einrichtung zum Fördern und Aufrollen von Furnierbändern |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9600793A BE1010637A5 (nl) | 1996-09-20 | 1996-09-20 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1010637A5 true BE1010637A5 (nl) | 1998-11-03 |
Family
ID=3889983
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9600793A BE1010637A5 (nl) | 1996-09-20 | 1996-09-20 | Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1010637A5 (nl) |
DE (1) | DE19741479B4 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3131737A (en) * | 1960-08-17 | 1964-05-05 | Us Plywood Corp | Scarfed veneer end joining apparatus |
GB2151979A (en) * | 1983-12-31 | 1985-07-31 | Huang Chi Sheng | Face veneer manufacturing apparatus |
EP0246488A2 (de) * | 1986-05-14 | 1987-11-25 | T.A.F. Technologie, Anlagen- und Furnier-Import-Export AG | Vorrichtung und Verfahren zum Verbinden von Furnierstreifenenden |
WO1988001558A1 (en) * | 1986-08-28 | 1988-03-10 | Erkki Rinne | Method and apparatus for jointing or seaming and laminating level-surfaced objects, such as veneer leaves or sheets or other wooden objects |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE462381C (de) * | 1927-09-30 | 1928-07-10 | Wilhelm Becker | Einrichtung zum Aufwickeln des Furnierbands von Schaelmaschinen |
-
1996
- 1996-09-20 BE BE9600793A patent/BE1010637A5/nl not_active IP Right Cessation
-
1997
- 1997-09-19 DE DE1997141479 patent/DE19741479B4/de not_active Expired - Fee Related
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3131737A (en) * | 1960-08-17 | 1964-05-05 | Us Plywood Corp | Scarfed veneer end joining apparatus |
GB2151979A (en) * | 1983-12-31 | 1985-07-31 | Huang Chi Sheng | Face veneer manufacturing apparatus |
EP0246488A2 (de) * | 1986-05-14 | 1987-11-25 | T.A.F. Technologie, Anlagen- und Furnier-Import-Export AG | Vorrichtung und Verfahren zum Verbinden von Furnierstreifenenden |
WO1988001558A1 (en) * | 1986-08-28 | 1988-03-10 | Erkki Rinne | Method and apparatus for jointing or seaming and laminating level-surfaced objects, such as veneer leaves or sheets or other wooden objects |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE19741479B4 (de) | 2004-04-29 |
DE19741479A1 (de) | 1998-07-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1103644A (en) | Winder apparatus for a paper machine | |
KR100235840B1 (ko) | 웨브재료의 리일의 자동교환장치 및 방법 | |
US7503153B2 (en) | Paper feeding device for a banding machine for logs of sheet material | |
PL186616B1 (pl) | Sposób i urządzenie do formowania złożonego zwojuwarstwowego | |
US5716472A (en) | Plastic coating machine for joining together paper and cardboard sheets with a transparent film by means of solvent-free adhesives | |
US3633840A (en) | Winding sheet material with threading device | |
CA2152573A1 (en) | Device for separating a paper web | |
BE1010637A5 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. | |
JP2719536B2 (ja) | ベニヤ単板巻玉の巻戻し装置 | |
US2980356A (en) | Non-stop winding of continuous web into successive rolls | |
US6282868B1 (en) | Method and device for strapping or wrapping objects | |
US6079661A (en) | Automatic splicer for unwinder | |
FI69439B (fi) | Foerfarande och anordning foer att forsla banans aenda | |
US7469822B2 (en) | Drum machine for the storage of banknotes | |
FI74679B (fi) | Anordning foer avskaerning av bana. | |
US20040046080A1 (en) | Method for changing a reel in a reel-up and a tape for use in the method | |
NZ247541A (en) | Rolling and wrapping printed products such as newspapers; printed product conveyed into path of winding mandrel | |
JPH0752920A (ja) | 帯状包装材のつなぎ合わせ装置 | |
SE506084C2 (sv) | Anordning och förfarande för applicering av omslag på cylindriska påsrullar | |
JP2782663B2 (ja) | 巻取紙の解梱仕立て方法及び装置 | |
NL8401716A (nl) | Inrichting voor tussenopslag van drukwerk. | |
CA1040501A (en) | Device from joining strips cut out from tobacco leaves together to form a ribbon | |
FI90332B (fi) | Menetelmä rullan, varsinkin paperirullan, käärimiseksi elastisella materiaalilla, kuten paperirainalla tai muovikalvolla | |
GB1046489A (en) | Improvements in or relating to the manufacture of mouthpiece cigarettes | |
EP3554979A1 (en) | Plant and process for the production of paper logs. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Effective date: 20110930 |