BE1010637A5 - METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES. - Google Patents

METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES. Download PDF

Info

Publication number
BE1010637A5
BE1010637A5 BE9600793A BE9600793A BE1010637A5 BE 1010637 A5 BE1010637 A5 BE 1010637A5 BE 9600793 A BE9600793 A BE 9600793A BE 9600793 A BE9600793 A BE 9600793A BE 1010637 A5 BE1010637 A5 BE 1010637A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
veneer
belt
winding
belts
speed
Prior art date
Application number
BE9600793A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Spoelders Ludy
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Spoelders Ludy filed Critical Spoelders Ludy
Priority to BE9600793A priority Critical patent/BE1010637A5/en
Priority to DE1997141479 priority patent/DE19741479B4/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1010637A5 publication Critical patent/BE1010637A5/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H20/00Advancing webs
    • B65H20/24Advancing webs by looping or like devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27DWORKING VENEER OR PLYWOOD
    • B27D1/00Joining wood veneer with any material; Forming articles thereby; Preparatory processing of surfaces to be joined, e.g. scoring
    • B27D1/10Butting blanks of veneer; Joining same along edges; Preparatory processing of edges, e.g. cutting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H18/00Winding webs
    • B65H18/08Web-winding mechanisms
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H20/00Advancing webs
    • B65H20/16Advancing webs by web-gripping means, e.g. grippers, clips
    • B65H20/18Advancing webs by web-gripping means, e.g. grippers, clips to effect step-by-step advancement of web
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2511/00Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
    • B65H2511/10Size; Dimensions
    • B65H2511/11Length
    • B65H2511/112Length of a loop, e.g. a free loop or a loop of dancer rollers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Veneer Processing And Manufacture Of Plywood (AREA)

Abstract

De uitvinding omvat een werkwijze voor het transporteren en oprollen van fineerbanden nadat de fineerbanden van een bepaalde lengte (L) met elkaar verbonden werden door middel van een lasnaad, tussen een eerste en een tweede fineerband, met het kenmerk dat, - de eerste fineerband, die zich na de lasnaad bevind, met hoge snelheid (V1) uit de lasinrichting getrokken wordt over een lengte die overeenkomt met de lengte (L) van de tweede fineerband om de lasverbinding te verwezenlijken tussen de tweede fineerband en een volgende fineerband, - gedurende het verwezenlijken van de lasverbinding tussen de tweede en de volgende fineerband wordt de eerste fineerband met een constante lagere snelheid (V2) opgerold door een opwikkeleenheid (24).The invention comprises a method for transporting and winding up veneer belts after the veneer belts of a certain length (L) have been joined by means of a welding seam, between a first and a second veneer belt, characterized in that, - the first veneer belt, located after the weld, is pulled out of the welder at a high speed (V1) over a length corresponding to the length (L) of the second veneer belt to achieve the weld connection between the second veneer belt and a next veneer belt, - during the To realize the weld connection between the second and the next veneer belt, the first veneer belt is rolled up at a constant lower speed (V2) by a winding unit (24).

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   BESCHRIJVING Werkwijze en inrichting voor het transporteren en het opwikkelen van fineerbanden. 



   De uitvinding betreft een werkwijze en een inrichting voor het transporteren en opwikkelen van fineerbanden en meer in het bijzonder voor dunne en vochtige fineer. 



   Het is algemeen bekend dat fineer gebruikt wordt voor het bekleden van houten panelen. 



   Wegens economische en ecologische redenen worden de fabrikanten ertoe verplicht om op zoek te gaan naar alternatieve oplossingen om het gebruik van massief hout zoveel mogelijk te beperken. 



   Hiervoor werd een oplossing gevonden door massief hout te vervangen door samengestelde materialen te bekleden of te ommantelen met een dunne laag hout, meestal edel hout, ook fineer genoemd dat bij voorkeur verstevigd wordt met een of meerdere verstevigingslagen die kunnen bestaan uit allerhande soort materiaal in vliesvorm zoals bvb. papier   of plastiekvlies.   



   In Europa wordt meestal fineer gebruikt van 0, 6 tot 0, 9 mm dikte, daar waar in Azië een standaarddikte tussen 0, 12 en   0, 4 mm   wordt toegepast. 



   De machines voor het verwerken van fineer zijn normaal voorzien voor het behandelen van fineer met een dikte van 0, 6 tot 0, 9 mm en zijn doorgaans niet geschikt om aan de normale productievereisten te kunnen voldoen voor het behandelen van fineer met een dikte tot slechts 0, 12 dat bovendien nog vochtig kan zijn. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   Om ommantelingsfineer te bekomen met als   eindresultaat   een dikte van omzeggens 0, 3 mm wordt in het algemeen als volg tewerk gegaan : - men vertrekt van 0, 6 mm dik fineer   (Europa);   bij het aaneenlassen van twee banden wordt een verbindingslint of tape aangebracht ; in een andere machine wordt door een pers   of tussen drukrollen     in   of meerdere lagen verstevigingsvlies aangebracht aan de andere zijde van de verbindingstape ; vervolgens wordt de verbindingstape weggeschuurd tot de fineer een dikte heeft van ongeveer 0, 2 mm + dikte vlies ;
Probleemstelling : er gaat veel materiaal verloren. 



   - men vertrekt van 0, 25 mm dik fineer (o. a. Japan) ; bestaande machines kunnen fineer van 0, 25 mm niet opwikkelen, bovendien is het hout zo dun dat de verbindingstape niet kan weggeschuurd worden ; daarom wordt het hout op voorhand   gelamineerd t. t. z.   van vlies voorzien ; het nadeel hiervan is dat het laten overeenstemmen van de houtstruktuur, met andere woorden, het fineer draaien zodat de draad van het hout van de ene band verder loopt in de volgende band, moeilijk is en dat op de plaats van de verbinding de tape een dikteverschil geeft. 



   Nadeel : dit is een heel arbeidsintensieve werkwijze. 



   Het doel van de uitvinding is een werkwijze voor te stellen waardoor het fineer met zo weinig mogelijke spanning kan opgewikkeld worden, zodat het mogelijk wordt met een heel dunne tape (of zelfs met een plaatselijke lijmfilm alleen op de verbinding) de verbinding te verwezenlijken. 



   De verbinding geeft dus geen extra dikte en kan dus tussen het verstevigingsvlies en het fineer zitten waarbij het vervolgens niet hoeft weggeschuurd te worden. 



   Een andere mogelijkheid die geboden wordt door het opwikkelen met weinig spanning is het gebruik van tape volgens het 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 principe van "Post-It" (3M) waarbij de tape kan verwijderd worden voor of na het aanbrengen van het verstevigingsvlies in   in   of meerdere lagen in ofwel een vlakke pers, doorlooppers of rollenpers. Dit wordt bij voorkeur alleen bij voorgelijmd vlies toegepast. 



   In een ideale opstelling wordt het versteviginsvlies direct na het met elkaar verbinden van de fineerbanden verwezenlijkt, zoals in een uitvoeringsvorm hierna zal uitgelegd worden, maar dit kan tevens gebeuren in een andere werkgang. 



   Een tweede doel van de uitvinding is zo weinig mogelijk tijd te verliezen voor en na het aaneenlassen van de fineerbanden ondermeer door deze zo vlug mogelijk over hun ganse lengte te verplaatsen vanuit de lasinrichting naar de opwikkeleenheid. 



   Daarbij moet vooral opgelet worden dat de dunne fineerband niet beschadigd of gescheurd wordt en dat de band zo weinig mogelijk lateraal verplaatst tijdens de uittrekbeweging. 



   Dit doel wordt bereikt door de werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding zoals meer in het bijzonder omschreven in de conclusies die volgen op de beschrijving van praktische   uitvoeringsvormen.   



   Verdere bijzonderheden en kenmerken van deze uitvinding zullen verduidelijkt worden aan de hand van de hierbij gevoegde tekeningen waarbij :      Figuur 1 : een schematische afbeelding is van een zijzicht van de uitvinding ;   . Figuur 2 : een   schematische afbeelding van een bovenzicht van de uitvinding ;   o   Figuur 3 : schematische afbeelding is van het zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. 



   Zoals op de figuren 1 en 2 afgebeeld, wordt de band 10 uit fineerhout uit de lasinrichting (niet afgebeeld) getrokken door middel van de siede 12 van een transportband die zieh verplaatst met een snelheid VI over een afstand L langs een geleidingsbaan 18. 



   De transportband 12 is daartoe voorzien van een grijparm 14 die lateraal opgesteld is en de band 10 via de zijkant 16 kan vastgrijpen. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   Volgens de uitvinding, is de geleidingsbaan 18 nog voorzien van een tweede slede 20, die opgesteld staat in het midden van de geleidingsbaan 18 en die zieh met een snelheid V2 kan verplaatsen over een afstand L/2. 



   De snelheid V2 van de siede 20 is omzeggens de helft van de snelheid VI van de slede 12 waardoor beide sieden gelijktijdig het uiteinde van de geleidingsbaan 18 bereiken waarbij siede 12 een afstand L afgelegd heeft en slede 20 een afstand L/2. 



   De siede 20 is voorzien van een reeks geleidingsrollen 22 waarrond de fineerband omgebogen wordt om naar de wikkeleenheid 24 te worden afgevoerd via een vast boogelement 26. 



   Ter hoogte van de geleidingsrollen 22 wordt de al of niet aanwezigheid van de fineerband 10 vastgesteld en gecontroleerd door een schakelaar 28 die de wikkelmotor 30 kan bedienen. 



   Om de fineerband 10 zo strak mogelijk gespannen te houden gedurende het opwikkelen, is bij voorkeurswijze tussen het vast boogelement 26 van de slede 20 en de rol 30, verbonden met de opwikkelmotor, een opspaninrichting voorzien. 



   Deze inrichting bestaat hoofdzakelijk uit een stuurrol 32, eventueel uitgerust met een fotocel, en een opspanrol 34 bekleed met een antisliplaag. De opspanrol 34 is aangedreven door een motor 38 met rem door middel van een aandrijfriem of ketting 40 en een instelbare slipkoppeling 36. 



   De aandrijfriem of ketting 40 kan onder spanning gehouden worden door een looprol 42 onderhevig aan een veerspanning of drukcylinder 46. 



   Bij het wikkelproces heeft de motor 38 alleen de functie om de opspanrol 34 tegen te houden. De motor 38 draait alleen bij het terugwikkelen van de band waardoor de opspanrol 34 sneller draait dan de band 10 hetgeen opgevangen wordt door de slipkoppeling 36 hetgeen voor gevolg heeft dat de buitenste wikkelingen niet los komen. 



   De looprol 42 heeft als functie de aanloopmassa van fineerband 10 op te vangen door de opspanrol 36 bij de start van het opwikkelen. 



   De wikkelcyclus stopt door middel van de schakelaar 28 om het verschil in snelheid tussen de siede 20 en de opspanrol 34 op te 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 vangen De schakelaar 28 wordt bedient van zodra de fineerband 10 tot tegen de geleidingsrollen 22 komen te liggen hetgeen voor gevolg heeft dat. de wikkelmotor 30 tijdelijk stopt om zodoende terug voldoende speling te laten aan de fineerband die normaal met een losse boog naar het vast boogelement 26 gevoerd wordt. 



   De figuur 2 toont een bovenzicht van de transporteenheid waarop de fineerband 10 afgebeeld is die uit de lasinrichting getrokken wordt door de grijparm 14 van de slede 12 die zieh langs de geleidingsbaan 18 verplaatst. 



   De grijparm 14 neemt de band 10 met de zijkant 16 vast terwijl aan de ingang van de transporteenheid middelen 15 aangebracht zijn die een lichte wrijving veroorzaken op de oppervlakte van de fineerband 10 zodanig dat deze nauwkeurig en zonder problemen tegen de geleidingsrand verplaatst. 



   Deze middelen 15 kunnen bijvoorbeeld een reeks borstels zijn die in aanraking komen met de oppervlakte van de fineerband. 



   Hierbij dient opgemerkt te worden dat de afstand van deze middelen tot de rand 16 van de band 10 groter is dan de afstand van de plaats waar de grijparm 14 de band vasthoud. 



   Het is duidelijk dat door deze opstelling van uittransporteren en opwikkelen van de fineerband 10 het mogelijk wordt om tussen de transportsleden 12 en 20 en de opwikkeleenheid 24 de inrichting voor het aanbrengen van een   verstevigingsvlies   in te lassen zodat deze bewerking niet voor het aaneenlassen van de afzonderlijke lengten met fineerhout moet gebeuren maar wel na de lasbewerking. 



   Deze mogelijkheid biedt inderdaad grote voordelen aangezien de afzonderlijke lengten met fineerhout onmiddelijk en continu naar de lasinrichting kunnen aangevoerd worden, waarbij geen aandacht meer hoeft besteedt te worden welke zijde van de fineerband met een versterkingsvlies voorzien is. 



   Ook wordt het mogelijk om de verbindingsstrip of tape, die aangebracht wordt op de lasnaad in de lasinrichting, te overdekken en te beschermen door de versterkingsvlies die achteraf aangebracht wordt. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   Deze nieuwe opties worden slechts mogelijk door toedoen van de werkwijze en de kenmerkende onderdelen van de uitvoereenheid volgens de uitvinding. 



   De figuur 3 toont een dergelijke uitvoeringsvorm waarbij de fineerband 10 rechtstreeks van de transportband 18 met de siede 12 afgevoerd wordt via een stel rollen 50 die opgesteld zijn na de tweede siede 20 en naar een pers 52 gevoerd wordt voor het aanbrengen van de verstevigingsvlies 54 die aangevoerd wordt van een rol 56 vooraleer naar de wikkelinrichting 24 te worden afgevoerd. 



   De hoofdzaak van deze uitvinding is dus de werkwijze waarbij het opwikkelen van de fineerband kan gebeuren met zo weinig mogelijk spanningen, waardoor het mogelijk wordt zeer dun   fineerhout   te verwerken. 



   Het spreekt vanzelf dat andere uitvoeringsvormen van de uitvinding mogelijk zijn zonder daarom buiten de grenzen van de huidige octrooibeschrijving te vallen.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



   DESCRIPTION Method and device for transporting and winding up veneer strips.



   The invention relates to a method and an apparatus for transporting and winding up veneer strips and more particularly for thin and moist veneer.



   It is well known that veneer is used for covering wooden panels.



   For economic and environmental reasons, manufacturers are obliged to look for alternative solutions to minimize the use of solid wood.



   A solution was found for this by replacing solid wood by covering or covering composite materials with a thin layer of wood, usually noble wood, also called veneer, which is preferably reinforced with one or more reinforcement layers that can consist of all kinds of material in nonwoven form. such as eg. paper or plastic fleece.



   In Europe, veneer is usually used from 0.6 to 0.9 mm thickness, whereas in Asia a standard thickness between 0.12 and 0.4 mm is used.



   The veneer processing machines are normally designed to treat veneer with a thickness of 0.6 to 0.9 mm and are usually not suitable to meet normal production requirements for treating veneer with a thickness of only 0, 12 which can also be damp.

 <Desc / Clms Page number 2>

 



   In order to obtain casing veneer with the final result a thickness of about 0.3 mm, the following is generally done as follows: - Veneer is started from 0.6 mm thick (Europe); when joining two tapes, a connecting tape or tape is applied; in another machine, reinforcement fleece is applied to the other side of the joint tape by a press or between pressure rollers in one or more layers; then the joint tape is sanded away until the veneer has a thickness of about 0.2 mm + thickness fleece;
Problem definition: a lot of material is lost.



   - the starting material is 0.25 mm thick veneer (eg Japan); existing machines cannot wind up 0.25 mm veneer, moreover the wood is so thin that the joint tape cannot be sanded away; therefore the wood is laminated in advance t. t. z. provided with fleece; the disadvantage of this is that matching the wood structure, in other words, turning the veneer so that the thread of the wood from one band continues into the next band, is difficult and at the place of the connection the tape has a thickness difference gives.



   Disadvantage: this is a very labor-intensive method.



   The object of the invention is to propose a method whereby the veneer can be wound with as little tension as possible, so that it is possible to realize the connection with a very thin tape (or even with a local adhesive film only on the connection).



   The connection therefore does not give extra thickness and can therefore be between the reinforcement fleece and the veneer, whereby it does not have to be sanded away.



   Another option offered by low tension winding is to use tape according to the

 <Desc / Clms Page number 3>

 Principle of "Post-It" (3M) where the tape can be removed before or after applying the reinforcement fleece in or in several layers in either a flat press, walk-through or roller press. This is preferably only used for pre-glued fleece.



   In an ideal arrangement, the reinforcement web is realized immediately after joining the veneer belts together, as will be explained in one embodiment below, but this can also be done in another operation.



   A second object of the invention is to lose as little time as possible before and after welding the veneer strips together, inter alia by moving them as quickly as possible over their entire length from the welding device to the winding unit.



   Particular attention should be paid to ensure that the thin veneer band is not damaged or torn and that the band moves as little as possible laterally during the extraction movement.



   This object is achieved by the method and the device according to the invention as more particularly described in the claims following the description of practical embodiments.



   Further details and features of this invention will be elucidated on the basis of the accompanying drawings, in which: Figure 1 is a schematic view of a side view of the invention; . Figure 2: a schematic view of a top view of the invention; o Figure 3: schematic representation of the side view of another embodiment of the invention.



   As shown in Figures 1 and 2, the veneer log belt 10 is pulled out of the splicer (not shown) by the section 12 of a conveyor belt moving at a speed VI through a distance L along a guideway 18.



   For this purpose, the conveyor belt 12 is provided with a gripping arm 14 which is arranged laterally and which can grip the belt 10 via the side 16.

 <Desc / Clms Page number 4>

 



   According to the invention, the guide track 18 is further provided with a second slide 20, which is arranged in the middle of the guide track 18 and which can move at a speed V2 over a distance L / 2.



   The speed V2 of the section 20 is approximately half the speed VI of the slide 12, whereby both sections simultaneously reach the end of the guide track 18, section 12 having traveled a distance L and slide 20 traveling a distance L / 2.



   The siede 20 is provided with a series of guide rollers 22 around which the veneer tape is bent to be discharged to the winding unit 24 via a fixed arc element 26.



   At the location of the guide rollers 22, the presence or absence of the veneer belt 10 is determined and checked by a switch 28 which can operate the winding motor 30.



   In order to keep the veneer belt 10 as tight as possible during winding, a tensioning device is preferably provided between the fixed arc element 26 of the carriage 20 and the roller 30 connected to the winding motor.



   This device mainly consists of a control roller 32, optionally equipped with a photocell, and a tensioning roller 34 coated with an anti-slip layer. The tensioner roller 34 is driven by a motor 38 with a brake by means of a drive belt or chain 40 and an adjustable slip clutch 36.



   The drive belt or chain 40 can be held under tension by a track roller 42 subject to a spring tension or pressure cylinder 46.



   In the winding process, the motor 38 only functions to stop the tension roller 34. The motor 38 only rotates when the tape is rewound, so that the tensioner roller 34 rotates faster than the tape 10, which is received by the slip clutch 36, as a result of which the outer windings do not come loose.



   The roller 42 has the function of absorbing the starting mass of the veneer belt 10 from the tensioning roller 36 at the start of the winding.



   The winding cycle stops by means of the switch 28 to detect the difference in speed between the section 20 and the tensioning roller 34

 <Desc / Clms Page number 5>

 capture The switch 28 is operated as soon as the veneer belt 10 comes to rest against the guide rollers 22, which has the consequence that. the winding motor 30 temporarily stops so as to leave sufficient play again on the veneer belt which is normally fed with a loose arc to the fixed arc element 26.



   Figure 2 shows a top view of the transport unit showing the veneer belt 10 pulled out of the welding device by the gripping arm 14 of the carriage 12 which moves along the guide track 18.



   The gripping arm 14 grips the belt 10 with the side 16, while at the entrance of the transport unit means 15 are provided which cause a slight friction on the surface of the veneer belt 10 such that it moves accurately and without problems against the guide edge.



   These means 15 can be, for example, a series of brushes that come into contact with the surface of the veneer band.



   It should be noted here that the distance of these means from the edge 16 of the belt 10 is greater than the distance from the location where the gripping arm 14 holds the belt.



   It is clear that this arrangement of conveying and winding up the veneer tape 10 makes it possible to weld in between the transport sliders 12 and 20 and the winding unit 24 the device for applying a reinforcing fleece so that this operation is not for welding the individual lengths with veneer must be done after welding.



   This possibility does indeed offer great advantages since the individual lengths with veneer wood can be supplied immediately and continuously to the welding machine, whereby it is no longer necessary to pay attention to which side of the veneer belt is provided with a reinforcing fleece.



   It also becomes possible to cover and protect the connecting strip or tape, which is applied to the welding seam in the welding device, by the reinforcement fleece which is applied afterwards.

 <Desc / Clms Page number 6>

 



   These new options become possible only through the action of the method and the characteristic parts of the output unit according to the invention.



   Figure 3 shows such an embodiment where the veneer belt 10 is discharged directly from the conveyor belt 18 with the section 12 through a set of rollers 50 disposed after the second section 20 and is fed to a press 52 for applying the reinforcement web 54 is supplied from a roll 56 before being discharged to the wrapping device 24.



   The main object of this invention is thus the method in which the winding up of the veneer strip can take place with as few stresses as possible, which makes it possible to process very thin veneer wood.



   It goes without saying that other embodiments of the invention are possible without therefore falling outside the limits of the present patent description.


    

Claims (9)

CONCLUSIES 1 Werkwijze voor het transporteren en oprollen van fineerbanden nadat de fineerbanden van een bepaalde lengte (L) met elkaar verbonden werden door middel van een lasnaad, tussen een eerste en een tweede fineerband, met het kenmerk dat, - de eerste fineerband, die zieh na de lasnaad bevind, lateraal vastgegrepen wordt aan een zijkant, met hoge snelheid (vol) uit de lasinrichting getrokken wordt over een lengte die overeenkomt met de lengte (L) van de tweede fineerband om de lasverbinding te verwezenlijken tussen de tweede fineerband en een volgende fineerband ; - gedurende het verwezenlijken van de lasverbinding tussen de tweede en de volgende fineerband wordt de eerste fineerband met een lagere snelheid (V2) opgerold door een opwikkeleenheid (24).  CONCLUSIONS 1 Method for transporting and rolling up veneer belts after the veneer belts of a certain length (L) have been joined by means of a welding seam, between a first and a second veneer belt, characterized in that, - the first veneer belt, which is the weld is located, laterally gripped on one side, is pulled out of the welder at high speed (full) over a length corresponding to the length (L) of the second veneer belt to achieve the weld connection between the second veneer belt and a next veneer belt ; - during the welding connection between the second and the next veneer belt, the first veneer belt is rolled up at a slower speed (V2) by a winding unit (24). 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat gedurende het transport met hoge snelheid van de eerste band, een lichte weerstand wordt verwezenlijkt op de tweede band en dit op een afstand van de zijkant (16) van de band die groter is dan de afstand waarop de band vastgegrepen wordt en dit om een goede laterale geleiding van de opeenvolgende fineerbanden te bekomen.  Method according to claim 1, characterized in that during the high-speed transport of the first belt, a slight resistance is achieved on the second belt and this at a distance from the side (16) of the belt which is greater than the distance at which the belt is gripped, in order to obtain good lateral guidance of the successive veneer belts. 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat bij het oprollen van de fineerband door de opwikkeleenheid (24) de band constant onder spanning gehouden wordt zelfs in geval van breuk van de fineerband tussen de lasinrichting en de opwikkeleenheid.  Method according to claim 1, characterized in that when the veneer belt is wound up by the winding unit (24), the belt is constantly kept under tension even in case of breakage of the veneer belt between the welding device and the winding unit. 4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de fineerband voorzien wordt van een versterkingsvlies dat aangebracht wordt op een plaats die gelegen is tussen het transporteren van de opeenvolgende fineerbanden uit de lasinrichting en het opwikkelen ervan.  Method according to claim 1, characterized in that the veneer belt is provided with a reinforcing fleece which is applied at a location situated between the transport of the successive veneer belts from the welding device and the winding thereof. 5. Inrichting voor het transporteren en oprollen van fineerband nadat de afzonderlijke fineerbanden van een bepaalde lengte met elkaar verbonden of gelast werden in een lasinrichting, met het <Desc/Clms Page number 8> kenmerk dat, ze een transportband omvat die na de lasinrichting gemonteerd is en die voorzien is van een eerste slede (12) met een grijparm (14) en die zieh langs een geleidingsbaan (18) kan verplaatsen waarop een tweede slede (20) opgesteld staat, omzeggens in het midden van de geleidingsbaan (18) die voorzien is van geleidingsrollen (22) voor het ombuigen van de fineerband naar de wikkeleenheid (24), bij het verplaatsen van de sieden is de tweede slede (20) aangedreven met een snelheid die omzeggens de helft is van de snelheid van de eerste slede (12).  5. Device for transporting and winding up veneer belt after the individual veneer belts of a certain length have been joined or welded together in a welding device, with the  <Desc / Clms Page number 8>  characterized in that it comprises a conveyor mounted after the welding device and provided with a first carriage (12) with a gripping arm (14) and which can move along a guide track (18) on which a second carriage (20) is arranged , i.e. in the middle of the guide track (18) which is provided with guide rollers (22) for bending the veneer tape to the wrapping unit (24), when moving the siders, the second slide (20) is driven at a speed which approximately half the speed of the first slide (12). 6 Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de opwikkeleenheid (24) een opspanrol (34) omvat die aangedreven kan worden door een motor (38) met rem, waarbij de opspanrol bij het opwikkelen als rem werkt en bij het terugwikkelen als slipkoppeling.  Device according to claim 5, characterized in that the winding unit (24) comprises a tension roller (34) which can be driven by a motor (38) with a brake, the tension roller acting as a brake during winding and as a slip clutch during rewinding. 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de opspanrol (34) bekleed is met een antisliplaag.  Device according to claim 6, characterized in that the tensioning roller (34) is coated with an anti-slip layer. 8. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat aan de ingang van de geleidingsbaan (18) middelen (15) opgesteld staan die een lichte wrijving veroorzaken op de oppervlakte van de fineerband (10).  Device according to claim 5, characterized in that means (15) are arranged at the entrance of the guide track (18) which cause a slight friction on the surface of the veneer belt (10). 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de middelen (15) op een afstand gelegen zijn van de zijkant (16) van de band (10) die groter is dan de afstand waarop de grijparm (14) de fi. leerband (10) vastneemt.  Device according to claim 8, characterized in that the means (15) are spaced from the side (16) of the belt (10) which is greater than the distance at which the gripping arm (14). the leather strap (10).
BE9600793A 1996-09-20 1996-09-20 METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES. BE1010637A5 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600793A BE1010637A5 (en) 1996-09-20 1996-09-20 METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES.
DE1997141479 DE19741479B4 (en) 1996-09-20 1997-09-19 Method and device for conveying and rolling up veneer strips

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600793A BE1010637A5 (en) 1996-09-20 1996-09-20 METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010637A5 true BE1010637A5 (en) 1998-11-03

Family

ID=3889983

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600793A BE1010637A5 (en) 1996-09-20 1996-09-20 METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1010637A5 (en)
DE (1) DE19741479B4 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3131737A (en) * 1960-08-17 1964-05-05 Us Plywood Corp Scarfed veneer end joining apparatus
GB2151979A (en) * 1983-12-31 1985-07-31 Huang Chi Sheng Face veneer manufacturing apparatus
EP0246488A2 (en) * 1986-05-14 1987-11-25 T.A.F. Technologie, Anlagen- und Furnier-Import-Export AG Apparatus and method for joining veneer strip ends together
WO1988001558A1 (en) * 1986-08-28 1988-03-10 Erkki Rinne Method and apparatus for jointing or seaming and laminating level-surfaced objects, such as veneer leaves or sheets or other wooden objects

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE462381C (en) * 1927-09-30 1928-07-10 Wilhelm Becker Device for winding up the veneer tape from peeling machines

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3131737A (en) * 1960-08-17 1964-05-05 Us Plywood Corp Scarfed veneer end joining apparatus
GB2151979A (en) * 1983-12-31 1985-07-31 Huang Chi Sheng Face veneer manufacturing apparatus
EP0246488A2 (en) * 1986-05-14 1987-11-25 T.A.F. Technologie, Anlagen- und Furnier-Import-Export AG Apparatus and method for joining veneer strip ends together
WO1988001558A1 (en) * 1986-08-28 1988-03-10 Erkki Rinne Method and apparatus for jointing or seaming and laminating level-surfaced objects, such as veneer leaves or sheets or other wooden objects

Also Published As

Publication number Publication date
DE19741479A1 (en) 1998-07-09
DE19741479B4 (en) 2004-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1103644A (en) Winder apparatus for a paper machine
KR100235840B1 (en) Device and method for the automatic exchange of reels of web material
US7503153B2 (en) Paper feeding device for a banding machine for logs of sheet material
US5716472A (en) Plastic coating machine for joining together paper and cardboard sheets with a transparent film by means of solvent-free adhesives
US3633840A (en) Winding sheet material with threading device
CA2152573A1 (en) Device for separating a paper web
BE1010637A5 (en) METHOD AND APPARATUS FOR TRANSPORTING AND winding VENEER TYRES.
JP2719536B2 (en) Veneer veneer rewinding device
US6282868B1 (en) Method and device for strapping or wrapping objects
US6079661A (en) Automatic splicer for unwinder
FI69439B (en) FOERFARANDE OCH ANORDNING FOER ATT FORSLA BANANS AENDA
US7469822B2 (en) Drum machine for the storage of banknotes
US20040046080A1 (en) Method for changing a reel in a reel-up and a tape for use in the method
NZ247541A (en) Rolling and wrapping printed products such as newspapers; printed product conveyed into path of winding mandrel
JPH0752920A (en) Device to connect belt-like packing material
SE506084C2 (en) Apparatus and method for applying wraps to cylindrical bag rolls
JP2782663B2 (en) Method and apparatus for tailoring unwrapping of paper
NL8401716A (en) DEVICE FOR INTERMEDIATE STORAGE OF PRINTING.
CA1040501A (en) Device from joining strips cut out from tobacco leaves together to form a ribbon
FI90332C (en) A method of wrapping a roll, especially a roll of paper, with an elastic material such as a paper web or a plastic film
GB1046489A (en) Improvements in or relating to the manufacture of mouthpiece cigarettes
EP3554979A1 (en) Plant and process for the production of paper logs.
JPH0611631B2 (en) Automatic splicing device for web unwinder
JP2589832Y2 (en) Web through device
JP3595463B2 (en) Stripping paper connection device

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20110930