BE1010578A3

BE1010578A3 - Inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals o.m. grond en puin.

Info

Publication number: BE1010578A3
Application number: BE9600714A
Authority: BE
Original assignee: Heirwegh Etienne
Priority date: 1996-08-22
Filing date: 1996-08-22
Publication date: 1998-10-06

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals o.m. grond en puin, gekenmerkt door a) een zelfdragende geperforeerde buisvormige trommel (1) met een inlaat en een uitlaat, die op een eerste frame (5) is gemonteerd dat onder een hoek ten opzichte van een horizontaal tweede frame (6) kan worden ingesteld; b) aandrijfwielen (3) waarop de trommel (1) minstens met zijn beide einden rust; c) een storttrechter (20) boven hogerbedoelde inlaat; d) een eerste transportband (15) voor het opvangen van de materialen met kleiner afmetingen die doorheen de geperforeerde buisvormige trommel (1) zijn afgevoerd; e) een tweede transportband (16) voor het opvangen van de materialen met grotere afmetingen die de geperforeerde trommel (1) bij zijn uitlaat verlaten.

Description

"Inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals o. m. grond en puin"
Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals o. m. grond en puin.

Doel van de uitvinding is een inrichting voor te schrijven die met technisch eenvoudige en betrouwbare middelen het zeven van de meest uiteenlopende materialen in uitstekende omstandigheden en met een hoog rendement mogelijk maakt.

Met de uitdrukking "technisch eenvoudige en betrouwbare middelen" wordt bedoeld dat in de inrichting zowel wat het concept als uitvoering betreft, de essentiële elementen tot een minimum werden herleid en in gebruik een optimaal rendement moeten opleveren.

Met de woorden "uitstekende omstandigheden" wordt buiten het begrip rendement vooral bedoeld dat de werking van de inrichting niet storend mag zijn, o. m. wat geluid en verspreiding van stof betreft.

Tenslotte wijzen de woorden "hoog rendement" op een snelle en niet gestoorde continue scheiding van materialen met zeer uiteenlopende karakteristieken.

Om deze doelstellingen conform de uitvinding mogelijk te maken, bestaat de inrichting uit a) een zelfdragende geperforeerde buisvormige trommel met een inlaat en een uitlaat, die op een eerste frame

is gemonteerd dat onder een hoek ten opzichte van een horizontaal tweede frame kan worden ingesteld ; b) aandrijfwielen waarop de trommel minstens met zijn beide einden rust ; c) een storttrechter boven hogerbedoelde inlaat ; d) een eerste transportband voor het opvangen van de materialen met kleinere afmetingen die doorheen de geperforeerde buisvormige trommel zijn afgevoerd ; e) een tweede transportband voor het opvangen van de materialen met grotere afmetingen die de geperforeerde trommel bij zijn uitlaat verlaten.

Steeds volgens de uitvinding is hogerbedoelde eerste frame met hogerbedoelde tweede frame scharnierend verbonden en zijn middelen voorzien om het eerste frame ten opzichte van het tweede frame in een verticaal vlak te wentelen.

Een uitstekende en geruisloze aandrijving van de trommel wordt verzekerd doordat hogerbedoelde aandrijfwielen van banden zijn voorzien.

Een kenmerk van de uitvinding bestaat hierin dat hogerbedoelde tweede frame van wielen is voorzien, zodat het verrijden van de inrichting gemakkelijk kan plaatsvinden.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrilving van. een inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals grond en puin, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een schematisch gehouden zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 is, op een grotere schaal, een doorsnede volgens de lijn II-II uit figuur 1.

Figuur 3 vertoont een detail van de buisvormige trommel uit de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting door deze figuren voorgesteld, bestaat uit een dikwandige zelfdragende geperforeerde stalen buisvormige trommel 1.

In de wand van de trommel 1 zijn sleuven 2 aangebracht. Afmetingen voor deze sleuven zijn bij voorkeur 32 x 100 mm, maar het is duidelijk dat deze maten slechts bij wijze van voorbeeld zijn gegeven aangezien voor specifieke opdrachten voor andere afmetingen zou kunnen worden gekozen.

De trommel 1 rust op minstens vier aandrijfwielen 3 en in het midden of nagenoeg in het midden van de trommel 1 rust deze nog op minstens een
EMI3.1
paar steunwielen 3'. Zowel de aandrijfwielen 3 als de steunwielen 3'zijn met banden uitgerust zodat een uitstekend contact van de diverse wielen met de trommel 1 verzekerd wordt. De steunwielen 3'hebben als doel de trommel bij zware overbelasting te ondersteunen en aldus tegen mogelijke vervorming en gevaarlijke trillingen te vrijwaren.

De aandrijfwielen met hun soepele banden verzekeren een blijvend contact met de trommel.

Zoals o. m. blijkt uit figuur 1 steunen zij op consoles 4. Uiteraard is in elk van de wielparen minstens een wiel hierop derwijze gemonteerd dat een verschuiving van dit wiel in de dwarsrichting mogelijk is. Dit verzekert steeds een optimaal contact van de wielen 3, 3'met de trommel 1.

De stalen zelfdragende trommel 1 steunt via de verschillende consoles 4 op een eerste frame 5 dat langs de zijde van de uitlaat scharnierend is verbonden met een tweede frame 6. De scharnierverbinding wordt met de verwijzing 7 duidelijk

gemaakt.

Hydraulische vijzels 8 die zijn gemonteerd tussen het tweede frame 6 en een steunpunt op een onderdeel dat op zijn beurt is bevestigd op het eerste frame 5, laten toe de trommel 1 volgens gelijk welke hoek ten opzichte van het verticale vlak in te stellen.

Is het eerste frame 5 met zijn trommel 1 in de gewenste schuine stand ingesteld, wordt het tweede frame 6 ten opzichte van het eerste frame 5 in de gewenste stand geblokkeerd, en kan de oliedruk in de hydraulische vijzels 8 worden opgeheven.

Dit gebeurt door beroep te doen op de voeten 9 die tussen het eerste frame 5 en het tweede frame 6 zijn gemonteerd. Onderaan vertoont elke voet 9 een scharnierverbinding 10 met het tweede frame 6 terwijl bovenaan de voet 9, die een reeks openingen 11 vertoont, door een cilindrische geleiding 12 behorende tot onderdelen die deel uitmaken van het eerste frame 5, gaat.

Pinnen 13 gaan door een van de openingen 11 en houden het eerste frame met zijn onderdelen ten opzichte van het tweede frame geblokkeerd.

Omdat de trommel in zijn werkstand schuin is ingesteld, wordt hij bij de in-of uitlaat tegen een overlangse verschuiving verzekerd dank zij de aanwezigheid van minstens een in de figuren niet voorgesteld wieltje dat gemonteerd is op een onderdeel dat vast is ten opzichte van het eerste frame 5.

De aandrijving van elk van de aandrijfwielen 3 wordt door individuele motoren 14 verzekerd.

Aan de zijde van de inlaat belanden de te sorteren materialen in de buisvormige trommel 1

doorheen een storttrechter 20 die een rechtstreekse voeding van de trommel 1 door een graafmachine toelaat.

Aangezien de trommel 1 behorende tot de inrichting een zeeftrommel is, belanden de materialen met kleinere afmetingen doorheen de sleuven 2 op een transportband 15 die ze afvoert in een richting die tegengesteld is met de richting waarin zieh de te sorteren materialen in de trommel 1 verplaatsen. De grovere materialen die niet doorheen de sleuven 2 kunnen vallen, verplaatsen zieh naar omlaag, d. i. in de richting van de uitlaat van de trommel 1. Daar worden zij door een transportband 16 opgevangen en rechtstreeks afgevoerd. Het is ook mogelijk de transportband 16 te combineren met een werkplatform.

De trommel 1 wordt over het grootste deel van zijn lengte door een omksting 21 omgeven. De omkasting heeft tot doel de stof-en geluidshinder tot een aanvaardbaar minimum te herleiden.

De trommel is aan de binnenzijde voorzien van stalen slijtstrippen 17 welke in langsrichting van de trommel en evenwijdig aan elkaar op de trommelwand gelast zijn en op eenvoudige wijze kunnen vervangen worden. Deze slijtstrippen 17 hebben tot doel de grootste slijtage van de trommelwand op te vangen. Aan de buitenzijde is de trommel voorzien van schraapstrippen 18. Dit zijn metalen strippen welke loodrecht op de. buitenwand van de trommel gelast zijn, op regelmatige afstand in de lengterichting en verspringend verdeeld over de omtrek. Deze schraapstrippen hebben tot doel de lichtere frakties en stof, welke zieh in de ruimte tussen de omkasting 21 en de trommel 1 afzetten en ophopen, voortdurend weg te schrapen om aldus een goede werking van de zeeftrommel te garanderen.

Tenslotte is de trommel 1 inwendig nog

voorzien van meenemers 19 die als functie een continue vermenging van de te scheiden materialen hebben.

Uit de beschrijving van de inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals grond en puin, volgens de uitvinding, blijkt dat de diverse onderdelen ervan een grote stevigheid en weerstand bij hoge belasting toelaten.

Tegelijkertijd met de zeer hoge capaciteit van de inrichting is een rationele en functionele opstelling van de diverse componenten van de inrichting een merkwaardig kenmerk van de uitvinding.

Claims

CONCLUSIES 1. Inrichting voor het sorteren van diverse materialen zoals o. m. grond en puin, met het kenmerk dat zij bestaat uit a) een zelfdragende geperforeerde buisvormige trommel (1) met een inlaat en een uitlaat, die op een eerste frame (5) is gemonteerd dat onder een hoek ten opzichte van een horizontaal tweede frame (6) kan worden ingesteld ; b) aandrijfwielen (3) waarop de trommel (1) minstens met zijn beide einden rust ; c) een storttrechter (20) boven hogerbedoelde inlaat ; d) een eerste transportband (15) voor het opvangen van de materialen met kleinere afmetingen die doorheen de geperforeerde buisvormige trommel (1) zijn afgevoerd ;

e) een tweede transportband (16) voor het opvangen van de materialen met grotere afmetingen die de EMI7.1 geperforeerde trommel (1) bij zijn uitlaat verlaten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde eerste frame (5) met hogerbedoelde tweede frame (6) scharnierend is verbonden en middelen zijn voorzien om het eerste frame (5) ten opzichte van het tweede frame (6) in een verticaal vlak te wentelen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat hogerbedoelde middelen hydraulische vijzels (8) zijt.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde aandrijfwielen (3) van banden zijn voorzien.
5. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat buiten hogerbedoelde aandrijfwielen (3) ook nog een paar EMI7.2 steunwielen (3') in het midden of nagenoeg in het midden van de trommel (1) zijn voorzien. <Desc/Clms Page number 8>
6. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 5, met het kenmerk dat hogerbedoelde geperforeerde buisvormige trommel (1) inwendig van overlangse meenemers (19) en slijtstrippen (17) is voorzien.
7. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk dat hogerbedoelde geperforeerde buisvormige geperforeerde trommel uitwendig van schraapstrippen (18) is voorzien.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 2 - 7, met het kenmerk dat hogerbedoelde tweede frame (6) van wielen is voorzien, zodat het verrijden van de inrichting gemakkelijk kan plaatsvinden.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 1 - 8, met het kenmerk dat hogerbedoelde geperforeerde trommel in een gesloten of althans afsluitbare omkasting (21) is gemonteerd.