<Desc/Clms Page number 1>
DOSEERAPPARAAT VOOR HET VERDELEN VAN EEN VLOEISTOF
Onderhavige uitvinding heeft betrekking op een doseerapparaat voor het verdelen van een vloeistof in voorbepaalde doses, bestaande uit een bekervormige can die dienst doet, als reservoir om de te doseren hoeveelheid aan vloeistof op te vangen.
Ze vindt haar belangrijkste toepassing in het nauwkeurig doseren van vloeibare geneesmiddelen (zowel voor humane als diergeneeskundige toepassing). Zij kan worden uitgebreid voor doseringen van alle vloeistoffen van welke domeinen ook.
Door WO 96/07599 is een verpakking voor vloeibaar wasmiddel bekend, dat met een verstelbare doseerinrichting voor vloeistof uitgerust is. De doseerinrichting is in de verpakking ingebouwd en doet dienst als dispenser van een verstelbare hoeveelheid aan vloeibaar wasmiddel. De doseerinrichting omvat een verstelbare bovenplaat die langs de binnenzijde van het recipiënt kan worden verschoven om de hoogte van een schutkamer te veranderen juist voor het gebruik van het recipiënt, waardoor de te verdelen dosis aan vloeibaar wasmiddel wordt ingesteld.
EMI1.1
Deze doseerinrichting schenkt voldoening voor -. wasmiddelen is voor het doseren van geneesmiddelen ver niet nauwkeurig en betrouwbaar genoeg.
Bovendien moet men het recipiënt volledig over kop draaien bij het vergieten van de hoeveelheid vloeistof, wat noch praktisch noch hygiënisch is, omdat het reci-piënt zwaar is en omdat onzuiverheden die op de buitenkant van de verpakking aanwezig kunnen zijn, in het ver-goten geneesmiddel terecht kunnen komen.
Onderhavige uitvinding beoogt deze nadelen te verhelpen alsook een aantrekkelijke en betrouwbare op-
<Desc/Clms Page number 2>
lossing te verschaffen aan het probleem van hygiënische en gemakkelijke verdeling in gelijke en reproduceerbare doses van vloeibare geneesmiddelsamenstellingen. De opgave wordt volgens de onderhavige uitvinding verwezenlijkt met de hulp van een doseerapparaat voor vloeistof zoals in het inleidend gedeelte van de hierbij gevoegde conclusie 1 omschreven.
Dit doseerapparaat is gekenmerkt doordat het bestaat uit twee cilindrische kokers. Het onderdeel, dat onderaan volledig dicht is, doet dienst als reservoir.
Het bovendeel, dat bovenaan is voorzien van een gietopening, wordt op het onderdeel geschroefd. Het doseerapparaat biedt het voordeel dat het op een staand recipiënt kan worden aangebracht en gebruikt, zonder het recipiënt om te draaien.
Het draaibare bovendeel kan als sluiting van de flacon dienen, omdat het aan de binnenzijde een conus heeft die, wanneer het volledig wordt dichtgedraaid op het onderdeel van de doseerder, die op zijn beurt is vastgeschroefd of gesnapt op de flacon, de enige doorgang van het onderdeel luchtdicht kan afsluiten, zodat eventuele vluchtige bestanddelen in het recipiënt geen kans van verdamping hebben en niet verloren gaan.
Volgens een bijzonderheid van de uitvinding, omvat het doseerapparaat een draaibaar bovendeel, lekdicht sluitend op de binnenwand van het onderdeel dat dient als reservoir. Het draaibare bovendeel bevat een maanvormige gietopening en een cilindrisch gaatje tegenover deze gietopening, om het uitgieten te vergemakkelijken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de doseerder bovenaan afgesloten, met uitzondering van de gietopening en het cilindrische gaatje.
Het onderdeel van de doseerder, dat dienst doet als reservoir, heeft centraal een cilindrische koker met
<Desc/Clms Page number 3>
bovenaan de enige opening om de vloeistof door te laten.
Deze opening staat via een buisje in verbinding met het vulgoed in de flacon. Het buisje is voorzien van een Uvormige inkeping en maakt bij voorkeur contact met de bodem van de flacon, om de inhoud van de flacon tot op het einde volledig te benutten. Het bodemgedeelte van het onderdeel loopt schuin omhoog naar de cilindrische koker, waardoor reeds een zeer kleine dosering kan worden bekomen.
Volgens een ontwikkeling van de uitvinding bestaat het bovendeel uit een draaibare schroefkoker, waarvan de buitenste aansluit met de binnenwand van het onderdeel, en de binnenste koker als geleiding dienst doet rondom de cilindrische koker van het onderdeel, waarlangs de vloeistof in het reservoir wordt gestuwd, en bij overdosering langs dezelfde weg terug in de flacon wordt gezogen.
De buitenste ring van het bovendeel is aan de binnenzijde voorzien van een aangespoten schroefdraad, waardoor het bovendeel door manueel naar links of naar rechts te draaien, naar onder of terug naar boven langsheen de wand van het onderdeel dat dienst doet als reservoir, kan worden bewogen. De schroefdraad is voorzien van inkepingen, zoveel als men doseerinstellingen wil. Door manuele druk uit te oefenen op de flacon,
EMI3.1
met dit laatste via het buisje, dat met het vu verbonden is met het bekervormige onderdeel, door de opening van het onderdeel gedreven, waardoor de vloeistof in de zone tussen de binnenste koker van het onderdeel en de binnenste koker van het bovendeel in het reservoir vloeit.
Het gewenste doseervolume zorgt ervoor dat het teveel aan vloeistof boven het ingestelde doseervolume, door de gecreëerde onder-en bovendruk, terug via dezelfde weg in de flacon wordt gezogen.
<Desc/Clms Page number 4>
Op de bovenste rand van de buitenomtrek van het onderdeel is er een aangespoten tand, die maakt dat door het links of rechts draaien van het bovendeel, een klikstand ontstaat, telkens wanneer de tand een inkeping bereikt.
Het bovendeel is aan de buitenzijde voorzien van een geribde structuur, om een betere grip te bekomen bij het doseren.
Het onderdeel kan worden bedrukt met de benodigde dosering. Aangezien de bedrukking geen contact heeft met het vulgoed, zijn er ook geen registraties nodig inzake voedselgeschiktheid van de bedrukking.
Voordelen van dit doseerapparaat voor vloeistoffen.
* afhankelijk van de toepassing kunnen een groot aantal doseringen worden voorzien ;
EMI4.1
* van het concept kunnen zeer kleine doseringen worden voorzien ; * de afstand tussen de opeenvolgende doseringen kan zeer klein worden gehouden ; * grote doseernauwkeurigheid (versterkt door de ingebouwde klikstand ; * stopstand die ervoor zorgt dat de doseerder lucht- dicht kan worden afgesloten, zodat mogelijke vluchtige bestanddelen in de flacon geen kans op verdamping hebben ; * toepasbaar voor alle vloeistoffen die dienen gedo- seerd te worden in welke industrietak ook, met een speciale vermelding voor farmaceutische toepas- singen (humaan en diergeneeskundig) ;
* mogelijkheid van bedrukking aan de buitenzijde van het reservoir, zonder dat het vulgoed in contact komt met de bedrukking.
<Desc/Clms Page number 5>
Teneinde de bediening van de bekervormige gietcan te vergemakkelijken, is de gietopening uitgerust met een tuit.
Inkepingen op de schroefdraad van de schroefkoker maken het mogelijk het gewenste doseervolume in te stellen.
De bekervormige can wordt op een vat of flacon bevestigd door middel van een schroefdraad of een snapverbinding.
Het draaibare bovendeel en de bekervormige can van het doseerapparaat zijn uit spuitgegoten onderdelen vervaardigd.
Deze en andere kenmerken en bijzonderheden van het doseerapparaat, volgens de uitvinding, uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen wordt naar de hierbij gevoegde tekeningen.
Deze tekeningen zijn : - figuur 1 : een dwarsdoorsnede in de lengterichting van het bovendeel van een doseerapparaat volgens de uitvinding ; - figuur 2 : een bovenaanzicht van dit bovendeel, gezien langs de binnenzijde ;
EMI5.1
rs - - 3 dwarsdoorsnede in de lengterichting van het onderdeel van het doseerapparaat ; - figuur 4 : een bovenaanzicht van het onderdeel afgebeeld in figuur 3 ; - figuur 5 : een dwarsdoorsnede gelijk aan degene van figuren 1 en 3 van het doseerapparaat volgens de uitvinding in afgesloten toestand ;
<Desc/Clms Page number 6>
figuur 6 : een dwarsdoorsnede gelijk aan degene van figuur 5 van het doseerapparaat volgens de uitvinding in positie van kleinste doseerinstel- ling ; figuur 7 : een dwarsdoorsnede gelijk aan degene van figuren 5 en 6 van het doseerapparaat in po- sitie van grootste doseerinstelling ;
figuur 8 : en zijaanzicht van het doseerapparaat tijdens de bediening ervan als gietcan, en figuur 9 een detailtekening op grotere schaal van de geleiding van de schroefdraad.
In deze figuren verwijzen dezelfde referentie- tekens naar gelijke of gelijkaardige elementen.
Zoals afgebeeld in figuur 5, omvat een doseerapparaat 1 voor het verdelen van een vloeistof in voorbepaalde doses, een onderdeel 2 dat dienst doet als reservoir om de te doseren hoeveelheid aan vloeistof op te vangen en een draaibaar bovendeel 3 dat bovenaan het onderdeel 2 geschroefd is.
Het onderdeel 2 is over tenminste een deel van haar lengte van een concentrische koker 4 voorzien. De koker 4 is bovenaan door een bovenplaat 5 afgesloten.
De bovenplaat 5 heeft een opening 6 met een aanzet waarin een buisje 8 kan worden geklemd dat reikt tot aan de bodem van flacon 9 (Figuren 1 en 2).
Het draaibare bovendeel 3 bezit een inwendige schroefdraad 10 met een concentrische omhulsel 12 die rond de concentrische koker 4 van het onderdeel 2 past en dienst doet als kanalisering van de vloeistof in- en uit het onderdeel, namelijk het reservoir. Door de
<Desc/Clms Page number 7>
schroefkoker 10 naar links of rechts manueel te draaien, schuift het bovendeel 3 naar onder en terug naar bo'""- over de koker 4 waardoor vloeistof uit de flacon 9, door het buisje 8 en de opening 6 van de bovenplaat 5 in het reservoir van de koker 4 wordt gedreven door manuele druk op de wand van de flacon. Door de manuele druk op de fleswand wordt het onderdeel 2, dat dienst doet als reservoir, gevuld tot boven de ingestelde doseerwaarde.
Door de ontstane druk in de flacon wordt het vloeistofniveau terug in de flacon gezogen tot dit de concentrische koker 12 bereikt. Hierna stopt het wegzuigen van de vloeistof, en de nog te niveleren onderdruk wordt door luchtaanzuiging hersteld. Via de gietopening van het bovendeel kan de aanwezige vloeistof in het reservoir worden uitgegoten.
De gietopening 13 van het bovendeel 3 is met een tuit 14 uitgerust. Het onderdeel 2 heeft in het midden een cilindervormige koker 4 met bovenaan een opening 6, die door een buisje 8 de bodem van de flacon raakt. Het bovendeel 3 omvat in het midden een concentrische koker 12.
Inkepingen 16 op de schroefdraad 19 van de schroefkoker 10 zijn, staan voor het gewenste doseervolume in.
EMI7.1
Ze latentoe stap per stap met grote nauwkeurigheid verschillende dosterinstellingen te bekomen. Deze nauwkeu- righeid wordt versterkt met een ingebouwde klikstand.
Het onderdeel 2 wordt op de flacon 9 bevestigd door middel van een tweede schroefdraad 20 of een snapverbinding.
De nulstand en de maximale doseerinstelling worden met merktekens op het bovendeel 3 en op het onderdeel aangebracht. Afhankelijk van de toepassingen kan een groot aantal doseerinstellingen worden voorzien.
<Desc/Clms Page number 8>
Het bovendeel 3 draagt bovenaan aan de binnenzijde een conus 18, die wanneer het volledig dichtgedraaid wordt op het onderdeel 2 van het doseerapparaat, de enige doorgang van het onderdeel 2 luchtdicht kan afsluiten, zodat eventuele vluchtige bestanddelen geen kans van verdamping hebben en niet verloren gaan.
Het bovendeel 3 omvat een gietopening 13 en een gaatje 15 tegenover deze opening 13, om het uitgieten te vergemakkelijken (Figuur 6).
Het onderdeel 2 heeft een schuin omhoog opgesteld bodemgedeelte heeft dat naar de onderste cilindrische koker 4 loopt, waardoor reeds een zeer kleine dosering kan worden bekomen.
De buitenwand van de schroefkoker 10 sluit met de binnenwand van het onderdeel 2 aan, en de binnenste koker 4 doet dienst als geleiding rondom de cilindrische koker 12 van het bovendeel 3, waarlangs de vloeistof in het reservoir wordt gestuwd, en bij overdosering langs dezelfde weg terug in de flacon 9 wordt gezogen.
Het draaibaar bovendeel 3 en het onderdeel 2 zijn uit spuitgegoten stukken vervaardigd.
Met een merkteken 21 op het draaibaar bovendeel 3 wordt de stopstand, maximale stand en de overige
EMI8.1
doseerinstellingen overeenkomstig de gravure in het onderdeel 2 op, bedrukking op het onderdeel 2 tegen- over elkaar weergegeven.
Het onderdeel 2 vertoont op de bovenste rand van het buitenomtrek een aangespoten tand 17, die maakt dat door het links of rechts draaien van het bovendeel 3, een klikstand ontstaat telkens wanneer de tand 17 en inkeping 16 langs de schroefdraad 19 van het bovendeel 3 bereikt.