BE1010066A3

BE1010066A3 - Formulier voor non-impact printers.

Info

Publication number: BE1010066A3
Application number: BE9600268A
Authority: BE
Original assignee: Monti Nv
Priority date: 1996-03-26
Filing date: 1996-03-26
Publication date: 1997-12-02
Also published as: JPH1016445A; CA2250582C; CA2250582A1; EP0891260B1; AU2096497A; EP0891260A1; ATE192973T1; WO1997035729A1; DE59701718D1; US6705941B1

Abstract

De uitvinding betreft een formulier voor non-impact printers, gekenmerkt doordat het bestaat uit vier luiken (1,2,3,4) waarbij luik (1) het bovenste luik en luik (4) het onderste luik uitmaken, en dat elk luik van het volgende door evenwijdige plooilijnen of perforaties (5,6,7) is gescheiden, en het bovenste luik (1) dezelfde oppervlakte vertoont als de gezamelijke oppervlakten van de twee daaropvolgende luiken (2,3), waarover het bovenste luik (1) voor het printen is geplooid, zodanig dat luik (1) na het printen kan worden doorgeplooid over luik (4) en door middel van mechanische of chemische doordruktechnieken door het uitoefenen van een druk op luik (1) een beeld op luik (4) kan overgebracht worden.

Description

"Formulier voor non-impact printers"
Deze uitvinding heeft betrekking op een formulier voor non-impact printers.

Doel van de uitvinding is een formulier van het besproken type te ontwerpen dat niettegenstaande het essentieel bedoeld is om door een z. g. non-impact printer te worden bedrukt, na het printen kan gebruikt worden als een traditioneel zelfdoorschrijvend formulier.

Om dit conform de uitvinding mogelijk te maken, bestaat het formulier uit vier luiken en is elk luik van de volgende door evenwijdige plooilijnen of perforaties gescheiden en vertoont het bovenste luik dezelfde oppervlakte als de gezamelijke oppervlakten van de twee daaropvolgende luiken waarover het bovenste luik is geplooid zodanig dat het bovenste luik na het printen kan worden doorgeplooid over het onderste luik en door middel van mechanische of chemische doordruktechnieken door het uitoefenen van een druk op het eerste luik een beeld op het onderste luik kan overgebracht worden.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een formulier voor non-impact printers volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 stelt een formulier volgens de

uitvinding voor in open stand.

Figuur 2 stelt hetzelfde formulier volgens figuur 1 voor waarbij het eerste luik geplooid gaat worden over luiken 2 en 3. In deze toestand worden de formulieren verwerkt op de printers.

Figuur 3 stelt hetzelfde formulier volgens figuur 1 voor waarbij het eerste luik na het printen doorgeplooid gaat worden over luik 4.

Met non-impact printers is het niet mogelijk op de volgbladen van een meervoudig formulier of document een tekst af te drukken. In de praktijk bevat een dergelijk meervoudig formulier meerdere exemplaren. Het is dan ook duidelijk dat non-impact printers uitsluitend het bovenste exemplaar van het meervoudig document kunnen bedrukken.

Wil men toch een z. g. meervoudig formulier met non-impact printers bedrukken, dan dienen telkens de achtereenvolgende exemplaren te worden bedrukt. In een verdere nabewerkingsfase worden deze exemplaren terug samengevoegd bijvoorbeeld door verlijming of door een ander hechtingsprocédé.

Bij het samenstellen van een meervoudig doorschrijfformulier moet men, wanneer deze door nonimpact printers moet worden bedrukt, de verschillende bladen voorzien van de nodige chemische doorschrijflaag of-lagen en moeten deze bladen bij de invoer in de juiste volgorde liggen.

Met de formulieren volgens de uitvinding wordt thans de mogelijkheid geboden meervoudige formulieren samen te stellen. Dit zijn formulieren bestaande uit "luiken" waarvan luik 1 en 4 met een non-impact printer kunnen worden bedrukt. Deze formulieren kunnen na het printen als zelfdoorschrijvend formulier worden gebruikt door middel van de hierboven beschreven

doorschrijftechnieken.

Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm door de figuren l, 2 en 3 voorgesteld, bestaat het formulier uit vier luiken, t. w. de luiken 1, 2,3 en 4. Het luik 1 wordt als het bovenste luik beschouwd. Dit luik 1 wordt gevolgd door twee luiken 2 en 3 en een onderste luik 4.

Plooilijnen 5,6 en 7 scheiden de verschillende luiken van elkaar (figuren 1 en 3).

Het formulier kan in twee plooibewerkingen langsheen de plooilijnen 5 en 6 in de stand volgens figuur 3 (vertrekkende van de stand volgens figuur l over de stand volgens figuur 2) worden gebracht. In de geplooide stand, zoals voorgesteld door figuur 2, kan het formulier door een non-impact printer worden bedrukt. Het geprinte meervoudig formulier behoeft geen verdere nabewerking om samengevoegd te worden daar het reeds een fysisch geheel vormt van bij het begin, t. w. vanaf de invoer in de non-impact printer.

Het bekomen meervoudig formulier dat in een eerste fase door een non-impact printer werd bedrukt, kan dan worden gebruikt om verder manueel of machinaal te worden ingevuld, aangezien het in feite dan over een doorschrijfformulier gaat.

Het formulier biedt de mogelijkheid als een meervoudig doorschrijfformulier te worden gebruikt dat in de eerste fase reeds door de non-impact printer werd bedrukt.

De plooilijnen 5,6 en 7 kunnen ook perforaties zijn. Het is dan ook duidelijk dat het bovenste luik 1 en het onderste luik 4 in een bewerking uit het formulier kunnen worden verwijderd.

De drie belangrijkste doorschrijftechnieken zijn dus mogelijk :

In het eerste geval wordt een mechanische coating aangebracht op de achterzijde van luik 1. Een voorbeeld hiervan zijn formulieren met warm carbon op de achterzijde (zoals de vliegtuigtiketten). Wanneer luik 1 over luik 2 en 3 ligt en er wordt op luik 1 een drukkracht uitgeoefend, dan zal zich een beeld vormen op luiken 2 en 3.

Wanneer luik 1 doorgeplooid wordt over luik 4 en er wordt op luik 1 een drukkracht uitgeoefend dan zal zieh een beeld vormen op luik 4.

In het tweede geval brengt men een chemische coating aan op luik 1 en een andere chemische coating op luik 4 en eventueel ook op luik 2 en 3. Een beeld kan enkel ontstaan wanneer een drukkracht wordt uitgeoefend op luik 1 waarbij een chemische reactie ontstaat op de luiken 2 en 3 en hierdoor een beeld wordt gevormd of wanneer na het doorplooien van luik 1 over luik 4 een drukkracht wordt uitgeoefend op luik 1 waarbij een chemische reactie ontstaat op luik 4 en hierdoor een beeld wordt gevormd.

In het derde geval wordt op luik 1 geen enkele coating aangebracht. De chemische coating wordt wel aangebracht op luik 4 en eventueel ook op luiken 2 en 3. Deze chemische coating verandert van kleur (vorming van een beeld) wanneer een drukkracht wordt uitgeoefend.

Wanneer deze zelfreagerende coating zieh op luiken 2 en 3 bevindt en er wordt een drukkracht uitgeoefend op luik 1 dan wordt er een beeld gevormd op luik 2 en 3. Wanneer deze zelfreagerende coating zich op luik 4 bevindt en luik 1 wordt doorgeplooid over luik 4 kan een beeld worden gevormd op luik 4 wanneer een drukkracht wordt uitgeoefend op luik 1.

Het formulier volgens de uitvinding

combineert dus de voordelen van een non-impact printer met de mogelijkheden van de gebruikelijke doorschrijftechnieken. Bij deze doorschrijftechnieken behoren de impact printtechniek waarvan de nadelen zijn : geluidshinder en beperkte mogelijkheden met betrekking tot layout en fonts.

Deze nadelen worden met non-impact printers geheel opgeheven. Performante laser-of injektprinters (non-impact) bieden de mogelijkheid om de volledige bladspiegel voor minimale oplages zelf te drukken op gewoon papier.

Het formulier volgens de uitvinding biedt dan ook de mogelijkheid in een latere fase en op gelijk welk ogenblik door de klassieke doordruktechnieken een tekst, een tekening of een handtekening aan te brengen. De "flexibiliteit" of het aanpassingsvermogen van een formulier volgens de uitvinding is dus bijzonder hoog.

Claims

CONCLUSIES 1. Formulier voor non-impact printers, EMI6.1 met het kenmerk dat het bestaat uit vier luiken (1, 2, 3, 4) waarbij luik (1) het bovenste luik en luik (4) het onderste luik uitmaken, en dat elk luik van het volgende door evenwijdige plooilijnen of perforaties (5,6, 7) is gescheiden, en het bovenste luik (1) dezelfde oppervlakte vertoont als de gezamelijke oppervlakten van de twee daaropvolgende luiken (2,3), waarover het bovenste luik (1) vóór het printen is geplooid, zodanig dat luik (1) na het printen kan worden doorgeplooid over luik (4) en door middel van mechanische of chemische doordruktechnieken door het uitoefenen van een druk op luik (1) een beeld op luik (4) kan overgebracht worden. EMI6.2
2. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de keerzijde van luik (1) een z. mechanische coating zoals o. warm carbon wordt aangebracht, zodanig dat bij het uitoefenen van een druk op luik (1) een beeld kan worden gevormd op de luiken (2) en (3).
3. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de keerzijde van het bovenste luik (1) een z. mechanische coating zoals o. warm carbon wordt aangebracht zodanig dat bij het overplooien van luik (1) over luik (4) door drukkracht uit te oefenen op luik (1) een beeld kan worden gevormd op luik (4).
4. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een chemische coating minstens op luiken (1) en (4) wordt aangebracht een en ander zodanig dat bij het uitoefenen van een druk op luik (1) dat over luik (4) is geplooid, op deze laatste een beeld ontstaat.
5. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de luiken (2) en (3) een chemische <Desc/Clms Page number 7> coating wordt aangebracht een en ander zodanig dat bij het uitoefenen van een druk op luik (1), dat over de luiken (2) en (3) is geplooid, een beeld op luiken (2) en (3) ontstaat.

6. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op luik (4) een zelfreagerende coating wordt aangebracht, een en ander zodanig dat na het plooien van luik (1) over luik (4) en wanneer een druk op luik (1) wordt uitgeoefend een beeld op luik (4) ontstaat.
6. Formulier volgens conclusie 1, met het kenmerk dat op de luiken (2) en (3) een zelfreagerende coating wordt aangebracht een en ander zodanig dat bij het uitoefenen van een druk op luik (1), dat over luiken (2) en (3) is geplooid, een beeld op luiken (2) en (3) ontstaat.