BE1010006A3 - Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan. - Google Patents

Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan. Download PDF

Info

Publication number
BE1010006A3
BE1010006A3 BE9600047A BE9600047A BE1010006A3 BE 1010006 A3 BE1010006 A3 BE 1010006A3 BE 9600047 A BE9600047 A BE 9600047A BE 9600047 A BE9600047 A BE 9600047A BE 1010006 A3 BE1010006 A3 BE 1010006A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
radiator
jacket
radiator according
resin
tubes
Prior art date
Application number
BE9600047A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hafra Naamloze Vennootschap
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hafra Naamloze Vennootschap filed Critical Hafra Naamloze Vennootschap
Priority to BE9600047A priority Critical patent/BE1010006A3/nl
Priority to EP97200121A priority patent/EP0785403A1/fr
Application granted granted Critical
Publication of BE1010006A3 publication Critical patent/BE1010006A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D1/00Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
    • F28D1/02Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid
    • F28D1/0246Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid heat-exchange elements having several adjacent conduits forming a whole, e.g. blocks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/122Details
    • F24D3/127Mechanical connections between panels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D3/00Hot-water central heating systems
    • F24D3/12Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating
    • F24D3/16Tube and panel arrangements for ceiling, wall, or underfloor heating mounted on, or adjacent to, a ceiling, wall or floor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D1/00Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
    • F28D1/02Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid
    • F28D1/04Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid with tubular conduits
    • F28D1/053Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid with tubular conduits the conduits being straight
    • F28D1/05316Assemblies of conduits connected to common headers, e.g. core type radiators
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D1/00Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators
    • F28D1/02Heat-exchange apparatus having stationary conduit assemblies for one heat-exchange medium only, the media being in contact with different sides of the conduit wall, in which the other heat-exchange medium is a large body of fluid, e.g. domestic or motor car radiators with heat-exchange conduits immersed in the body of fluid
    • F28D2001/0253Particular components
    • F28D2001/026Cores
    • F28D2001/0273Cores having special shape, e.g. curved, annular
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D21/00Heat-exchange apparatus not covered by any of the groups F28D1/00 - F28D20/00
    • F28D2021/0019Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for
    • F28D2021/0035Other heat exchangers for particular applications; Heat exchange systems not otherwise provided for for domestic or space heating, e.g. heating radiators
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Domestic Hot-Water Supply Systems And Details Of Heating Systems (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

Radiator, daardoor gekenmerkt dat hij een mantel (2) vertoont die hoofdzakelijk bestaat uit een door middel van een hars (3), of een gelijkaardige uithardbare kunststof, gebonden produkt (4).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een radiator en een werkwijze voor het vervaardigen ervan. 



  De uitvinding heeft tot doel een radiator te bieden die in tegenstelling tot de klassieke radiators, die doorgaans bestaan uit gietijzer of plaatstaal, gemakkelijk in verschillende vormen en kleuren, eventueel aangepast aan de omgeving, kan worden verwezenlijkt. 



  De uitvinding heeft eveneens een radiator tot doel die, volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, een zeer glad, naadloos oppervlak vertoont. Hierbij is het de bedoeling over een radiator te beschikken die gemakkelijk, vlug en grondig kan worden gereinigd, waardoor zulke radiator uit hygiënisch oogpunt bijzonder geschikt is voor bijvoorbeeld badkamers, toiletruimten, ziekenhuizen, enzovoort. 



  De uitvinding beoogt eveneens een radiator die niet meer dient geverfd te worden. 



  Verder heeft de uitvinding ook een radiator tot doel waarin, volgens een bijzondere uitvoeringsvorm, recyclageproducten, zoals bijvoorbeeld glas, kunnen worden verwerkt. 



  Hiertoe bestaat de uitvinding uit een radiator, met als kenmerk dat hij een mantel vertoont die hoofdzakelijk bestaat uit een door middel van een hars, of een gelijkaardige uithardbare kunststof, gebonden product. Dit   product, wat. in wezen een vul-en/of sierproduct is,   bestaat bij voorkeur uit een granulaat, terwijl voor het hars gebruik wordt gemaakt van een kunsthars. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



  Het granulaat is bij voorkeur gekozen uit de reeks van : kwarts, glas, calciumcarbonaat en bariumsulfaat. Het is evenwel duidelijk dat ook andere materialen in aanmerking komen. In het geval van glas is het duidelijk dat probleemloos gebruik kan worden gemaakt van gerecycleerd glas, waardoor de uitvinding ook bijdraagt tot een oplossing aan de milieuproblematiek met betrekking tot afvalmaterialen. 



  Voor het hars wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van polyesterhars, wat zeer goede resultaten qua gladheid en fabricagemogelijkheden oplevert. Het is echter duidelijk dat ook andere harsen kunnen worden aangewend zoals bijvoorbeeld epoxyhars, polyurethaanhars en dergelijke. 



  Bij voorkeur bedraagt de volumehoeveelheid hars, ten opzichte van de totale volumehoeveelheid aan bestanddelen, maximum 20% en beter nog maximum 15%. Hierdoor wordt de kostprijs beperkt gehouden. Tevens wordt hierdoor vermeden dat een grote krimp optreedt, wat belangrijk is om het ontstaan van breuken, scheuren en dergelijke uit te sluiten. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de radiator samengesteld uit een buizenradiator, waarbij rond deze buizenradiator, of tegen deze buizenradiator de voornoemde mantel is aangebracht. Deze uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de mantel aan geen vereisten wordt onderworpen qua waterdichtheid, daar deze laatste wordt verzekerd door de buizenradiator. Bovendien kan op deze wijze worden uitgegaan van een bestaande buizenradiator, waarrond de radiator volgens de uitvinding wordt opgebouwd. 



  Meer speciaal geniet het de voorkeur dat de mantel is verwezenlijkt als een gietstuk, waarbij de buizenradiator in dit gietstuk is ingegoten. Op deze wijze wordt door het 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 hecht contact tussen de mantel en de buizen bij het gebruik van de radiator een optimale warmte-overdracht verkregen van de buizen naar de mantel. 



  In de mantel kunnen luchtdoorgangen zijn aangebracht, die zieh bij voorkeur in de hoogte, bijvoorbeeld verticaal, uitstrekken. Deze bieden het voordeel dat een betere warmte-overdracht naar de omgevingslucht wordt verkregen. 



  De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zulke radiator, die hoofdzakelijk bestaat in opeenvolgend het verwezenlijken van een buizenen/of platenradiator ; het bereidstellen van een hoofdzakelijk uit twee vormdelen bestaande gietvorm, respektievelijk een eerste vormdeel dat de vorm van minstens de voorzijde van de voornoemde mantel bepaalt en een tweede vormdeel dat minstens de vorm bepaalt van minstens een gedeelte van de achterzijde ; het neerleggen van het eerste vormdeel ; het in dit vormdeel aanbrengen en op een afstand hiervan 
 EMI3.1 
 ondersteunen van de buizen-en/of het over de buizen-en/of platenradiator, op een afstand ervan positioneren van het tweede vormdeel het vullen van de gietvorm met een mengeling van vloeibaar hars en een vul-, respektievelijk sierprodukt ; het laten uitharden van het hars ;

   en het uit de gietvorm nemen van het bekomen eindprodukt. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een radiator volgens de uitvinding weergeeft ; 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur   1 :   figuur 3 de buizenradiator weergeeft die in de radiator van figuur 1 is aangewend ; figuur 4 het bevestigingsprofiel weergeeft dat in figuur 1 met pijl F4 is aangeduid ; figuur 5 op een kleinere schaal en in dwarsdoorsnede een gietvorm weergeeft waarin een radiator zoals weergegeven in figuur 1 kan worden verwezenlijkt ; figuren 6,7 en 8 in bovenaanzicht enkele varianten weergeven van een radiator volgens de uitvinding ;

   figuren 9 en 10 in doorsnede nog twee radiators volgens de uitvinding weergeven. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 vertoont een radiator 1 volgens de uitvinding een mantel 2 die hoofdzakelijk bestaat uit een door middel van een hars 3 gebonden product 4, waarbij dit hars 3 en het product 4 bestaan uit materialen zoals beschreven in de voorafgaande inleiding. 



  De mantel 2, die bij voorkeur bestaat uit een massief blok met gladde wanden kan verschillende vormen hebben. In het voorbeeld is een gebogen vorm afgebeeld, wat het voordeel biedt dat de stralingswarmte tijdens het gebruik gelijkmatig wordt verspreid over een grote hoek. 



  De mantel 2 is aangebracht rond een buizenradiator 5, die op zieh ook verschillende vormen kan vertonen, doch waarvan de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuur 3. 



  De buizenradiator 5 is samengesteld uit een onderste collector 6, een bovenste collector 7 en zich hiertussen uitstrekkende buizen 8. De onderste collector 6 is door 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 middel van een in het midden aangebrachte scheiding 9 verdeeld in twee compartimenten 10 en 11. 



  Aan de vier uiteinden van de collectoren 6-7 zijn aansluitstukken, respektievelijk 12-13-14-15 voorzien, waarbij het in eerste instantie de bedoeling is dat het aansluitstuk 12 als ingang functioneert, het aansluitstuk 13 als uitgang functioneert en de aansluitstukken 14 en 15 ontluchtingsopeningen vormen, welke kunnen worden voorzien van ontluchtingsventieltjes 16-17. 



  De buizenradiator 5 kan, zoals weergegeven in de figuren 2 en 3, worden verwezenlijkt uit buizen   8,   en eventueel ook collectoren 6-7 met een rechthoekige dwarsdoorsnede. De buizen 8 zijn zodanig gepositioneerd dat twee tegenovereenliggende zijden hiervan zieh hoofdzakelijk parallel bevinden met de voorzijde 18, respektievelijk achterzijde 19 van de mantel 2. Hierdoor wordt verkregen dat, in tegenstelling tot het gebruik van ronde buizen, de gemiddelde afstand van deze buizen 8 tot aan de buitenwand 18 en/of 19 tot een minimum kan worden gereduceerd en warmteverliezen in de mantel 2 worden beperkt gehouden. 



  Om dezelfde reden geniet het de voorkeur dat de dikte D van de radiator 1 beperkt wordt tot 50 en beter nog 45 mm, alhoewel dit uiteraard geen noodzaak is. 



  De collectoren 6-7 en de buizen 8-9 bestaan bij voorkeur uit metaal, meer speciaal koper of aluminium. 



  Verder is de radiator 1 bij voorkeur ook voorzien van luchtdoorgangen 20 om, zoals voornoemd de warmte-overdracht van de buizen 8 naar de omgeving te vergemakkelijken. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaan deze luchtdoorgangen 20 uit zieh in de hoogte uitstrekkende kanalen, zodanig dat 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 hierin, tijdens het gebruik, automatisch een luchtstroom kan onstaan door de opstijging van de hierin aanwezige lucht die wordt verwarmd. 



  In het geval dat dergelijke luchtdoorgangen 20 worden toegepast, zal de buizenradiator 5, zoals weergegeven in figuur 3, bij voorkeur voorzien zijn van collectoren 6-7 die zijdelings tegen de buizen 8 zijn aangebracht, en worden de luchtdoorgangen 20 tussen de buizen 8 gerealiseerd. Op deze wijze wordt de afstand tussen de buizen 8 en de luchtdoorgangen 20 beperkt gehouden en vormen de collectoren 6-7 geen hinder voor de luchtdoorgangen 20. 



  In het voorbeeld van figuur 3 zitten de collectoren 6-7 aan de voorzijde. Volgens een variante kunnen deze aan de achterzijde worden gesitueerd zodat de afstand tussen de buizen 8 en de voorzijde 18 van de mantel 2 kleiner kan worden gekozen, met het oog op een betere warmteoverdracht. 



  De mantel 2 is bij voorkeur uitgevoerd als een gietstuk, waarbij de buizenradiator 5 hierin is ingegoten, uiteraard zodanig dat de aansluitstukken 12-13-14-15 uit de mantel 2 steken, doch de buizenradiator 5 overigens volledig ingekapseld zit in de mantel 2. 



  De luchtdoorgangen 20 zijn dan bij voorkeur gevormd door middel van ingegoten buisjes 21. Het is echter duidelijk dat deze luchtdoorgangen 20 ook kunnen worden gevormd door openingen in de mantel 2, zonder de aanwezigheid van de voornoemde buisjes 21 of dergelijke. 



  Om de radiator 1 aan een wand of dergelijke te kunnen bevestigen, is deze, zoals weergegeven in figuur 2, bij voorkeur voorzien van ingegoten bevestigingsstukken 22, 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 waarmee hij rechtstreeks of onrechtstreeks aan de betreffende wand kan worden bevestigd. 



  Zoals weergegeven in de figuren 1, 2 en 4 kan een doeltreffende bevestiging worden verwezenlijkt door gebruik te maken van twee bevestigingsprofielen 23-24 die links en rechts aan de achterzijde van de mantel 2 worden aangebracht, meer speciaal door middel van bouten of schroeven 25, die in de bevestigingsstukken 22. 



  De bevestigingsprofielen 23-24 zijn bij voorkeur dunwandig. 



  Hiertoe kunnen zij bestaan uit inox-plaat. Zij zijn volgens dwarsdoorsnede trapvormig gebogen en bestaan uit een eerste flens 26 die bedoeld is om aan te sluiten tegen de achterzijde van de mantel 2 en die voorzien is van openingen 27 voor de schroeven 25, en een tweede flens 28 die evenwijdig is aan de eerste flens 26, doch ten opzichte hiervan naar achteren en naar binnen is verplaatst, en die is voorzien van openingen 29, bij voorkeur sleutelgatopeningen, om de radiator 1 aan een wand op te hangen. 



  Aan de eerste flens 26 is bij voorkeur een omgebogen rand 30 voorzien die tegen de betreffende zijkant van de radiator 1 aansluit. 



  Aan de radiator 1 kunnen accessoires worden bevestigd. De hiervoor beschreven ophanging van de radiator 1 laat eenvoudig toe dat zulke accessoires mee door middel van de voornoemde schroeven 25 kunnen worden bevestigd. In een practische uitvoeringsvorm en zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, zal de radiator 1 worden voorzien van een handdoekdrager 31 die dan kan bestaan uit een beugel 32 die zich parallel langs de voorzijde 18 uitstrekt, en die is 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 voorzien van naar binnen geplooide uiteinden 33 die een bevestiging tegen de achterzijde van de mantel 2 toelaten. 



  Het is duidelijk dat de radiator   1,   en meer speciaal de mantel 2 in verschillende vormen kan worden verwezenlijkt, en niet noodzakelijk gekromd hoeft te zijn zoals het geval is in figuur 1. Wel geniet het de voorkeur dat aan de achterzijde een zieh in de hoogte uitstrekkende holte 34 wordt gevormd, wat een betere warmte-overdracht verzekert daar een opstijgende warmteluchtstroom ontstaat in het kanaal dat dan omschreven wordt door de achterzijde 19 en de wand waartegen de radiator 1 zal worden bevestigd. 



  Het gebruik van de radiator 1 is hoofdzakelijk hetzelfde als een klassieke radiator. Na de aansluiting van de aansluitstukken 12 en 13 op een toevoerleiding voor warm water en een afvoerleiding, circuleert het warme water doorheen de buizenradiator 5. Hierdoor ontstaat een warmte-afgifte, enerzijds, door straling doordat de mantel 2 opwarmt, en anderzijds, door convectie door opwarming van de luchtstroom die opstijgt langsheen de zijden 18-19 en doorheen de luchtdoorgangen 20. 



  Voor de fabricage wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een gietvorm 35 die hoofdzakelijk bestaat uit twee vormdelen 36-37 zoals in de doorsnede van figuur 5 is weergegeven. 



  De hierbij gevolgde werkwijze bestaat aldus in het vervaardigen van een buizenradiator   5 ;   het bereidstellen van een gietvorm 35 die zoals voornoemd bestaat uit twee vormdelen, respektievelijk een eerste vormdeel 36 dat de vorm van minstens de voorzijde 18 van de mantel 2 bepaalt en een tweede vormdeel 37 dat minstens de vorm bepaalt van minstens een gedeelte van de achterzijde 19 ; het neerleggen 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 van het eerste vormdeel   36 ;   het in dit vormdeel 36 aanbrengen en op een afstand hiervan ondersteunen van de buizenradiator   5 ;   het over de buizenradiator 5, op een afstand ervan positioneren van het tweede vormdeel 37 ; het vullen van de gietvorm 35 met een mengeling van vloeibaar hars en een vul-, respektievelijk sierprodukt ; het laten uitharden van het hars ;

   en het uit de gietvorm 35 nemen van het bekomen eindprodukt. 



  Zoals weergegeven in figuur 5 kan het positioneren van het tweede vormdeel 37 gebeuren door middel van profielen 38, waaraan het tweede vormdeel 37 is bevestigd en waarbij de profielen 38 op het eerste vormdeel 36 worden afgesteund. 



  Deze profielen 38 laten tevens toe om de bevestigingsstukken 22 in de gietvorm 35 te positioneren, bijvoorbeeld met behulp van achteraf terug te verwijderen bouten 39. 



  De buizenradiator 5 kan tijdens het gieten worden ondersteund door deze door middel van de aansluitstukken 12-13-14-15 in zijpanelen 40 van de gietvorm 35 te bevestigen. 



  Het tweede vormdeel 37 is bij voorkeur smaller dan het eerste vormdeel 36, zodanig dat aan weerszijden relatief grote vulopeningen, respektievelijk 41 en 42, ontstaan. 



  Het gebruik van een breed vormdeel 36 en een smal vormdeel 37, op de wijze zoals voorgesteld in figuur 5, heeft ook als voordeel dat slechts een beperkte oppervlakte van de bekomen mantel 2 min of meer ruw is, daar het grootste gedeelte van het oppervlak van de mantel 2 in contact is met de wand van de gietvorm 35 en bijgevolg zeer glad wordt. 



  Deze min of meer ruwe gedeelten van het oppervlak kunnen eenvoudig worden bekleed door gebruik te maken van de 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 voornoemde bevestigingsprofielen 23-24, waarvan de flens 26 dan een afdekking vormt. 



  De figuren 6 tot 8 tonen dat de mantel 2 in verschillende vormen kan worden uitgevoerd. 



  Alhoewel, zoals voornoemd, bij voorkeur wordt uitgegaan van een buizenradiator 5 die in de mantel 2 wordt ingegoten, is dit volgens de uitvinding geen strikte vereiste. 



  In de mantel 2 zouden bijvoorbeeld   een   of meer gietholten kunnen worden voorzien die toelaten dat het water hierdoor kan circuleren, zonder gebruik te maken van een buizenradiator of dergelijke. 



  Zoals weergegeven in figuur 9 kan de mantel 2 ook samengesteld zijn uit verschillende delen die elk op basis van kunsthars zijn vervaardigd en zodanig zijn samengebracht en aan elkaar gehecht dat hiertussen een ruimte 43 voor het circuleren van water wordt gevormd. In de uitvoering van figuur 9 wordt hiertoe gebruik gemaakt van een voorplaat 44, een achterplaat 45 en langs de omtrek hiertussen aangebrachte afstandhouders in de vorm van strips 46. 



  In figuur 10 is nog een variante weergegeven waarbij de mantel 2 is samengesteld uit voorafgaandelijk afzonderlijk gevormde elementen 47-48 die tegen de buizen 8 worden bevestigd. Zij zijn hiertoe bij voorkeur voorzien van uitsparingen 49-50 die toelaten dat deze elementen 46-47 precies rond de buizen 8 aansluiten. 



  Opgemerkt wordt dat de radiator volgens de uitvinding ook kan zijn samengesteld uit een radiatorelement, zoals bijvoorbeeld de buizenradiator 5, en een mantel 2 die het 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 radiatorelement slechts gedeeltelijk omgeeft. zo zou bijvoorbeeld in de uitvoering van figuur 10 de achterplaat 48 kunnen worden weggelaten. 



  Het in de mantel 2 aanwezige radiatorelement hoeft niet noodzakelijk een buizenradiator te zijn, en kan bijvoorbeeld ook bestaan uit een platenradiator. De werkwijze voor het vervaardigen blijft analoog. 



  De uitvinding is vooral bedoeld voor radiators 1 die dienen te worden opgehangen aan een wand of dergelijke of vrij in een ruimte worden opgesteld. Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm zal de mantel 2 worden uitgevoerd in de vorm van een zuil, wat een centrale plaatsing in een te verwarmen ruimte toelaat, zonder dat veel hinder van de radiator 1 wordt ondervonden. 



  Het is evenwel niet uitgesloten om de radiator 1 in andere vormen te verwezenlijken, bijvoorbeeld als een inbouwelement om te worden ingebouwd in een wand, vloer of plafond, of als een gebruiksvoorwerp, waarbij bijvoorbeeld gedacht wordt aan een verwarmde zitbank. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke radiator en werkwijze voor het verwezenlijken ervan, kunnen in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. De verschillende kenmerken van de aan de hand van de tekeningen beschreven uitvoeringsvormen kunnen al dan niet onderling gekombineerd voorkomen.

Claims (1)

  1. Conclusies.
    1. - Radiator, daardoor gekenmerkt dat hij een mantel (2) vertoont die hoofdzakelijk bestaat uit een door middel van een hars (3), of een gelijkaardige uithardbare kunststof, gebonden produkt (4).
    2.-Radiator volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het produkt hoofdzakelijk bestaat uit een granulaat.
    3.-Radiator volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat het granulaat gekozen is uit de reeks van : kwarts, glas, calciumcarbonaat, bariumsulfaat, gegranuleerde recyclageproducten.
    4.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het hars (3) een kunsthars is uit de reeks van : polyesterhars, epoxyhars, polyurethaanhars.
    5.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de samenstelling waaruit de mantel (2) is gevormd maximum 20% en beter nog maximum 15% hars (3) bevat.
    6.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de mantel (2) is voorzien van luchtdoorgangen (20) die zieh hoofdzakelijk in de hoogte uitstrekken.
    7.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij een buizen-en/of platen radiator (5) vertoont waarrond of waartegen de mantel (2) is aangebracht. <Desc/Clms Page number 13> 8.-Radiator volgens conclusies 6 en 7, daardoor gekenmerkt dat hij een buizenradiator (5) bevat die bestaat uit collectoren (6-7) en zieh hiertussen uitstrekkende buizen (8), waarbij de collectoren (6-7) zijdelings verplaatst zijn ten opzichte van de buizen (8) en waarbij de luchtdoorgangen (20) zieh tussen de buizen (8) bevinden.
    9.-Radiator volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de buizen (8) van de buizenradiator (5) een rechthoekige doorsnede vertonen, waarbij telkens twee tegenovereenliggende zijden van de buizen (8) zieh hoofdzakelijk parallel bevinden aan de aangrenzende buitenzijden (18-19) van de mantel (2).
    10.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de mantel (2) bestaat uit een gietstuk.
    11.-Radiator volgens conclusie 10 en één van de conclusies 7,8 of 9, daardoor gekenmerkt dat de buizen-en/of platenradiator (5) is ingegoten in de mantel (2).
    12.-Radiator volgens conclusie 6 en een van de conclusies 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de luchtdoorgangen (20) bestaan uit ingegoten buisjes (21).
    13.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij een dikte (D) vertoont van maximum 50 mm en beter nog maximum 45 mm.
    14.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is uitgevoerd als een opbouwelement en dat de mantel (2) gebogen is. <Desc/Clms Page number 14>
    15.-Radiator volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van in de mantel (2) ingegoten bevestigingsstukken (22).
    16.-Radiator volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat hij twee verticale zijkanten vertoont ; dat hij aan weerszijden is voorzien van dunwandige bevestigingsprofielen (23-24) ; en dat elk van deze profielen (23-24) trapvormig gebogen is en bestaat uit een eerste flens (26) die aansluit tegen de achterzijde van de mantel (2) en die is voorzien van openingen (27) via dewelke zij aan de voornoemde bevestigingsstukken (22) kan worden bevestigd, een tweede flens (28) die evenwijdig is aan de eerste flens (26), doch ten opzichte hiervan naar achteren en naar binnen is verplaatst, en die is voorzien van openingen (29) om de radiator (1) aan een wand op te hangen, en een aan de eerste flens (26) aansluitende omgebogen rand (30) die tegen de betreffende zijkant van de radiator (1) aansluit.
    17.-Werkwijze voor het vervaardigen van een radiator volgens één van de conclusies 7 tot 16, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in opeenvolgend het verwezenlijken van een buizen-en/of platenradiator (5) ; het bereidstellen van een hoofdzakelijk uit twee vormdelen bestaande gietvorm (35), respektievelijk een eerste vormdeel (36) dat de vorm van minstens de voorzijde (18) van de voornoemde mantel (2) bepaalt en een tweede vormdeel (37) dat minstens de vorm bepaalt van minstens een gedeelte van de achterzijde (19) ; het neerleggen van het eerste vormdeel (36) ; het in dit vormdeel (36) aanbrengen en op een afstand hiervan EMI14.1 ondersteunen van de buizen-en/of het over de buizen-en/of platenradiator (5), op een afstand ervan positioneren van het tweede vormdeel (37) ;
    het vullen van de gietvorm (35) met een mengeling van vloeibaar hars <Desc/Clms Page number 15> en een vul-, respektievelijk sierprodukt ; het laten uitharden van het hars ; en het uit de gietvorm (35) nemen van het bekomen eindprodukt.
    18.-Werkwijze volgens conclusie 17, daardoor gekenmerkt dat het tweede vormdeel (37) smaller is dan het eerste vormdeel (36) en dat de gietvorm (35) gevuld wordt via de aldus aan weerszijden van het tweede vormdeel (37) aanwezige vulopeningen (41-42).
BE9600047A 1996-01-19 1996-01-19 Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan. BE1010006A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600047A BE1010006A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
EP97200121A EP0785403A1 (fr) 1996-01-19 1997-01-15 Radiateur et procédé pour sa réalisation

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9600047A BE1010006A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1010006A3 true BE1010006A3 (nl) 1997-11-04

Family

ID=3889480

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9600047A BE1010006A3 (nl) 1996-01-19 1996-01-19 Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0785403A1 (nl)
BE (1) BE1010006A3 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2785369B1 (fr) * 1998-10-14 2001-01-26 G C Technology Panneau chauffant moule, composition, dispositif et procede pour sa fabrication
EP4321829A1 (en) * 2022-08-10 2024-02-14 Changshu Gavap Gas Equipment Co.,Ltd. Squirrel-cage frame radiator

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR923261A (fr) * 1946-01-29 1947-07-02 Appareil de chauffage
FR1259876A (fr) * 1960-06-16 1961-04-28 Dispositif d'habillage pour radiateur de chauffage d'un local
US3498371A (en) * 1967-06-12 1970-03-03 Alfred E Zygiel Heat transfer device
GB1204751A (en) * 1968-01-08 1970-09-09 Colin Stuart Groves Bathroom heater
BE769134A (en) * 1971-06-28 1971-11-03 Poorter Romain De Decorative panel - with decorations made of an epoxide resin product
FR2653535A1 (fr) * 1989-10-19 1991-04-26 Cinier Michel Radiateur de chauffage a ame chauffante noyee dans un mineral moule.
DE4104078A1 (de) * 1990-09-04 1992-03-05 Walter Wilhelm Dietrich Heizkoerper

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR923261A (fr) * 1946-01-29 1947-07-02 Appareil de chauffage
FR1259876A (fr) * 1960-06-16 1961-04-28 Dispositif d'habillage pour radiateur de chauffage d'un local
US3498371A (en) * 1967-06-12 1970-03-03 Alfred E Zygiel Heat transfer device
GB1204751A (en) * 1968-01-08 1970-09-09 Colin Stuart Groves Bathroom heater
BE769134A (en) * 1971-06-28 1971-11-03 Poorter Romain De Decorative panel - with decorations made of an epoxide resin product
FR2653535A1 (fr) * 1989-10-19 1991-04-26 Cinier Michel Radiateur de chauffage a ame chauffante noyee dans un mineral moule.
DE4104078A1 (de) * 1990-09-04 1992-03-05 Walter Wilhelm Dietrich Heizkoerper

Also Published As

Publication number Publication date
EP0785403A1 (fr) 1997-07-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1010006A3 (nl) Radiator en werkwijze voor het vervaardigen ervan.
EP1803347A1 (en) A heater plate for pigsty floors and the like, and a process for manufacturing it
US4607791A (en) Hydronic room heating device
RU98119066A (ru) Узел и установка для формования и тепловой обработки пищевых продуктов
NL8300534A (nl) Verwarmbare vloer in een stal.
NO992811D0 (no) Uavhengig benyttbar og flyttbar radiator og fremgangsmÕte til dens fremstilling
BE1013874A3 (nl) Decoratieve radiator.
CN1068722A (zh) 有组合节能结构的多功能金属烧具及制造方法
US20090242179A1 (en) Structure of radiator for heating
GB2073089A (en) A dismountable die plate for food-pasta extrusion
CN214977466U (zh) 一种汽车轮毂轴承法兰盘外圈的终锻模具
NL1019342C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hol en verstevigd object en een overeenkomstig object.
CN201085513Y (zh) 一种面包机
CN206675237U (zh) 一种取暖餐桌
US20020135091A1 (en) Female mold for plastic sanitaryware
CN212168944U (zh) 一种铸造模具预热装置
CN218535577U (zh) 一种方便出料的塑料挤出模具
CN217032112U (zh) 一种铜铝复合散热器
CN213291017U (zh) 一种可快速成型的灯具用模具
FR2791291B1 (fr) Procede de realisation d&#39;un echangeur de chaleur pour cuve de vinification et les echangeurs ainsi realises
CN217173246U (zh) 一种汽车保护剂的生产装置
CN220835525U (zh) 一种甲酚用反应釜
US1711686A (en) Culinary mold
CN211204690U (zh) 一种恒温控制箱
CZ302079B6 (cs) Police pro uložení výrobku a zpusob výroby takové police

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: HAFRA N.V.

Effective date: 20010131