<Desc/Clms Page number 1>
Speelinrichting. De uitvinding heeft betrekking op een speelinrichting, meer speciaal een speelinrichting waarbij op een geruit speelbord volgens bepaalde spelregels speelstukken, bijvoorbeeld schaakstukken verplaatst worden met als doel een tegenspeler uit te schakelen.
Onder de gekende speelinrichtingen van deze aard is het schaakspel het meest verspreide, waarbij twee partijen het tegen elkaar opnemen en waarbij bij de aanvang van het spel beide partijen evenveel speelstukken in een respektieve kleur en aan tegenoverliggende kanten van één enkel speelbord opgesteld krijgen.
Omwille van zijn geschiedenis zijn er voor het schaakspel een aantal concepten, ouvertures en slotakkoorden beschreven, onder de vorm van een aantal strategische verdediging-en aanvalstechnieken, waardoor een speler zowel in het openings-, midden-, als eindspel volgens een voorgeprogrammeerd taktisch scenario het spel naar zijn hand kan zetten.
Het nadeel hiervan is dat het voor een getraind speler, die deze technieken meester is, nog weinig persoonlijke kreativiteit vraagt waardoor het spel op zichzelf minder boeiend wordt.
Een bijkomend nadeel is dat het schaakspel, doordat het reeds door de eeuwen heen praktisch ongewijzigd bleef, aan nieuwigheid ontbreekt en voor het jongere publiek minder aantrekkingskracht uitstraalt.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft in eerste instantie als doel de voornoemde nadelen totaal uit te sluiten.
Meer algemeen heeft de uitvinding tot doel een speelinrichting te bieden, waarbij gebruik wordt gemaakt van geruite speelvlakken, die in haar gebruik meer kreativiteit en inspanning van de spelers vraagt dan bij gebruikelijke spelen die op geruite speelvlakken worden gespeeld.
Tot dit doel bestaat de speelinrichting volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit de kombinatie van minstens twee geruite speelvlakken en een aantal speelstukken, waarbij de speelvlakken met een bij voorkeur gemeenschappelijke drager samenwerken, zodanig dat de speelstukken tussen de verschillende speelvlakken kunnen worden verplaatst.
Doordat deze speelinrichting toelaat dat gelijktijdig op twee of meer speelvlakken kan worden gespeeld, is het duidelijk dat zulke speelinrichting bij het erop spelen van een spel, dat op zich verschillende spelregels kan hebben, meer kreativiteit en een grotere inspanning van de spelers vergt.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de speelinrichting voorzien van speelvlakken die op een verschillende hoogte opgesteld staan. Hierdoor bekomt de speelinrichting een bijkomende dimensie waardoor een ruimtelijk spel wordt verkregen.
Hierbij geniet het de voorkeur dat de speelinrichting drie speelvlakken boven elkaar bevat. In veel toepassingen worden de speelmogelijkheden pas interessant bij meer dan twee speelvlakken. Drie speelvlakken is daarentegen
<Desc/Clms Page number 3>
optimaal, omdat vier of meer speelvlakken het geheel uitermate komplex zouden maken. Het gebruik van twee, vier of meer speelvlakken is echter volgens de uitvinding niet uitgesloten.
Meer speciaal nog zijn de speelvlakken, of althans toch minstens de bovenliggende speelvlakken, doorzichtig, zodanig dat door bovenop de speelinrichting te kijken zeer goed kan gevolgd worden welke posities de speelstukken innemen, onafhankelijk van het speelvlak waarop zij zich bevinden.
De drager kan hierbij uitgevoerd zijn in de vorm van een tafel, waarbij de speelvlakken ondersteund worden door op verschillende niveaus aangebrachte horizontale kaders die door de poten van de tafelvormige drager worden gedragen.
In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt gebruik gemaakt van geruite speelvlakken met speelvelden die dezelfde schikking vertonen en in hetzelfde aantal aanwezig zijn als bij een klassiek schaakbord. Bij voorkeur zal ook gebruik worden gemaakt van dezelfde speelstukken als bij een klassiek schaakspel.
Met het doel de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld en zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief schematisch een speelinrichting volgens de uitvinding weergeeft, zonder dat speelstukken hierop aanwezig zijn ; figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft van de speelinrichting van figuur 1 ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuren 3 en 4 op een kleinere schaal zichten weergeven volgens pijlen F3 en F4 in figuur 2, waarbij speelstukken in de speelinrichting zijn geplaatst.
Zoals weergegeven in de figuren bestaat de speelinrichting 1 hoofdzakelijk uit een drager 2 en een aantal, in dit geval drie hiermee samenwerkende geruite speelvlakken of speelborden 3.
De speelvlakken 3 bevinden zich horizontaal en zijn bij voorkeur vierkant. Zoals weergegeven kunnen deze speelvlakken 3 voorzien zijn van speelvelden, respektievelijk I-II-III, waarvan de schikking van de speelvakken 4 overeenstemt met die van een klassiek schaakbord, met andere woorden ieder speelvlak 3 is verdeeld in 8x8 gelijke speelvakken 4.
Aan twee tegenovereenliggende zijden van de speelvlakken 3, meer speciaal aan de zijden die naar de respektievelijke spelers zijn gekeerd, zijn de lijnen bij voorkeur aangeduid met de letters A tot H. Aan de zijranden zijn bij voorkeur de cijfers "1" tot "8" aangebracht, als rijnummering.
De speelvlakken 3 bevinden zich volgens de uitvinding bij voorkeur op verschillende niveaus, en meer speciaal geniet het de voorkeur dat de speelvlakken 3, respektievelijk de speelvelden I-II-III, zich recht boven elkaar bevinden.
Om te bekomen dat de verschillende speelvlakken 3 gemakkelijk toegankelijk blijven, is tussen deze speelvlakken 3 telkens een open ruimte 5 aanwezig met een hoogte H1 van minimum 15 centimeter en bij voorkeur ongeveer 20 centimeter. Om echter nog een goed overzicht te bewaren zal het bovenste speelvlak 3, dat het speelveld I bevat, zich op een hoogte H2 bevinden die gemeten vanaf de
<Desc/Clms Page number 5>
onderzijde van de speelinrichting 1 maximaal 100 centimeter bedraagt, en beter nog beperkt blijft tot hoogstens 85 centimeter. Deze hoogtebeperking laat tevens toe dat de spelers in een komfortabele zithouding aan het spel op ieder van de speelvlakken 3 kunnen deelnemen.
In een praktische uitvoering beslaan de speelvelden I-II-III ieder een oppervlakte van 40 x 40 ä 50 x 50 cm.
De drager 2 is uitgevoerd in de vorm van een tafel met verschillende niveaus.
In het weergegeven voorbeeld bestaat deze drager 2 uit vier poten 6-7-8-9 waartussen vierkante kaders 10-11-12 zijn bevestigd, waarop de speelvlakken 3 zijn aangebracht.
De drager 2 kan uit verschillende materialen vervaardigd zijn. In een praktische uitvoeringsvorm, waarbij de drager 2 als een meubelstuk fungeert, zal hij bestaan uit hout.
Zoals weergegeven in de figuren zijn de speelvlakken 3 bij voorkeur doorzichtig. Hiertoe kunnen zij gevormd zijn uit glasplaten die aan hun randen door de kaders 10-11-12 worden ondersteund.
Om een optimaal overzicht mogelijk te maken zijn de speelvelden I, II en III hierbij even groot, zodat de overeenstemmende speelvlakken 4 precies boven elkaar liggen.
Zoals bekend van een klassiek schaakbord wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van afwisselend heldere en donkere speelvakken 4. Niet alleen de heldere, doch ook de donkere speelvakken 4 zijn volgens de uitvinding doorzichtig.
<Desc/Clms Page number 6>
De speelvakken 4 kunnen op verschillende wijzen op de speelvlakken 3 zijn aangebracht. In het geval dat de speelvlakken 3, zoals weergegeven in de figuren bestaan uit glasplaten, kunnen de speelvakken 4 hierop aangebracht worden door middel van een druk- of verfprocédé, waarbij gebruik wordt gemaakt van transparante drukinkt of verf.
Volgens een andere mogelijkheid worden de donkere speelvakken 4 uit een gekleurde folie gesneden en op de glasplaten gekleefd, of wordt het glas ter plaatse van de donkere speelvakken 4 gefumeerd of geëtst.
Uiteraard kunnen de doorzichtige speelvlakken 3 ook bestaan uit andere doorzichtige of transparante materialen, bijvoorbeeld kunststoffen zoals plexiglas of dergelijke.
De speelvlakken 3, in dit geval de glasplaten, zijn bij voorkeur uitschuifbaar, meer speciaal in de twee tegengestelde richtingen X en Y naar de spelers toe.
In het weergegeven voorbeeld zijn de speelvlakken 3, en meer speciaal de glasplaten, hiertoe vrij opgelegd op de kaders 10-11-12. Zijdelings worden zij hierbij geleid door middel van opstaande randen 13.
Het is duidelijk dat, volgens een variante, ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van schuifsystemen waarbij het kantelen van de speelvlakken 3 bij het uitschuiven wordt uitgesloten, zoals bijvoorbeeld schuifsystemen die ook worden aangewend bij laden.
De speelvlakken 3 zijn bij voorkeur zijdelings draaibaar.
In het weergegeven voorbeeld wordt dit bereikt doordat het geheel op rollen, meer speciaal zwenkwielen 14 is gesteld.
<Desc/Clms Page number 7>
Volgens een variante, die niet in de figuren is weergegeven, kunnen de speelvlakken 3 draaibaar bevestigd worden aan een vaste drager.
Verder is de speelinrichting 1 voorzien van een aantal speelstukken. Bij voorkeur worden hierbij dezelfde speelstukken aangewend als bij het schaakspel, die zoals bekend en zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 bestaan uit pionnen 15, torens 16, lopers 17, paarden 18, een koningin of dame 19 en een koning 20.
Bij het spel kunnen verschillende spelregels uitgedacht worden. Bij het gebruik van de speelinrichting 1 worden evenwel steeds de hierna bekomen voordelen verkregen.
Omwille van het doorzichtig karakter van de speelvlakken 3 verkrijgt men een speelinrichting waarin men een ruimtelijk doorzicht heeft. De mogelijkheid om tijdens het spel de speelvlakken 3 in en uit de drager 2 te schuiven, laat toe om het spelconcept beter te analyseren. Aangezien bijkomend de drager 2 verrolbaar is, krijgen de spelers de mogelijkheid om vanuit hun stoel of zetel de volledige speelinrichting vanuit verschillende hoeken te bekijken, eenvoudig door ze te verdraaien.
Het is duidelijk dat de speelinrichting 1 volgens verschillende varianten kan worden verwezenlijkt. Zo bijvoorbeeld kunnen de speelvlakken 3 in de plaats van recht boven elkaar ook tapvormig boven elkaar worden gesitueerd.
Ook is het duidelijk dat in de uitvoering waarbij doorheen de speelvlakken 3 moet kunnen worden gekeken, om de onderliggende speelvlakken 3 te kunnen waarnemen, het
<Desc/Clms Page number 8>
onderste speelvlak 3, dat in het voorbeeld het speelveld III bevat, niet noodzakelijk doorzichtig hoeft te zijn.
Ter verduidelijking van de uitvinding is hierna een spel beschreven dat op de speelinrichting 1 kan worden gespeeld, en dat in veel opzichten gelijkenis vertoont met het klassieke schaakspel.
Bij de aanvang van het spel worden, zoals afgebeeld in de figuren 3 en 4, de speelstukken van een speler op het onderste speelveld III en de speelstukken van de andere speler op het bovenste speelveld I geplaatst. Zij worden hierbij opgesteld in twee rijen, analoog als bij het klassieke schaakspel.
Bij de verdere beschrijving is ervan uitgegaan dat de witte speelstukken bovenaan vertrekken, terwijl de zwarte speelstukken onderaan vertrekken. Verder is in de onderhavige beschrijving een onderscheid gemaakt tussen "spelen"en"slaan", wat in de schaakschrijftaal zoals algemeen bekend wordt aangeduid met de tekens"-"en"x", waarbij met "spelen" bedoeld is dat de speelstukken louter verplaatst worden en met "slaan" bedoeld is dat een speelstuk van de tegenpartij wordt afgenomen.
De bedoeling van het spel is, zoals bij het schaakspel, de koning van de tegenpartij te veroveren. Dit kan enkel op zijn niveau gebeuren. Staat de koning evenwel schaak, dan kan hij niet meer vluchten naar een ander niveau. Vanuit elk niveau kan aangevallen en verdedigd worden, hetzij op zijn eigen speelvlak, hetzij op een nabijliggend niveau.
Het aanvallend karakter van de speler wordt aangemoedigd doordat het middenste speelvlak enkel toelaat aanvallend te slaan en niet verdedigend. Zo kunnen de witte speelstukken slaan van speelveld I naar speelveld II, van II naar III en
<Desc/Clms Page number 9>
van III naar II, maar niet van II naar I. Overeenkomstig kunnen de zwarte speelstukken slaan van speelveld III naar speelveld II, van II naar I en van I naar II, maar niet van II naar III.
Om defensief gedrag te vermijden, wordt het slaan van I naar II voor wit en van III naar II voor zwart enkel toegestaan als II bezet wordt door minstens een speelstuk respektievelijk van wit en van zwart.
Op elk niveau krijgen de verschillende speelstukken dezelfde rol en bewegingsmogelijkheden als in het gewoon schaakspel, met uitzondering van de pionnen 15. Deze pionnen 15 hebben dezelfde bewegingsmogelijkheden als in het schaakspel maar hun bewegingen op elk niveau zijn onherroepelijk en elke pion 15 kan ook schuin achteruit slaan, bijvoorbeeld voor een witte pion 15 : slaan van positie A2 op speelveld I naar positie Bl op speeldveld I (I A2 x I Bl).
De bewegingsmogelijkheden van een niveau naar een ander worden hierna voor de verschillende speelstukken opgesomd.
De voorbeelden die telkens worden gegeven hebben betrekking op de witte speelstukken.
Een pion 15 kan tijdens het dalen of stijgen van een speelveld naar een ander speelveld parallel spelen, bijvoorbeeld : van positie A2 op speelveld I naar positie A3 op speelveld II (I A2-II A3), of van positie A2 op speelveld I naar positie A4 op speelveld II. Ook kan deze pion parallel slaan, bijvoorbeeld : van positie B2 op speelveld I naar positie A3 op speelveld II, of van positie A4 op speelveld III naar positie B3 op speelveld II.
<Desc/Clms Page number 10>
Een toren 16 kan vertikaal stijgen of dalen, bijvoorbeeld : spelen van positie Al op speelveld I naar positie Al op speelveld II, en slaan van positie Al op speelveld III naar positie Al op speelveld II.
Een loper 17 kan diagonaal dalen of stijgen van een speelveld naar een hoger of lager gelegen speelveld met de beperking van een verschuiving van één rij of één lijn, bijvoorbeeld : spelen van positie Cl op speelveld I naar positie D2 op speelveld II, of slaan van positie G3 op speelveld III naar positie F2 op speelveld II.
Een paard 18 voert volgens de voorgestelde spelregels dezelfde beweging uit als op één niveau maar dan parallel verplaatst, bijvoorbeeld : spelen van positie B1 op speeldveld I naar positie C3 op speelveld II, en slaan van positie A4 op speelveld III naar positie B2 op speelveld II.
De koningin of dame 19 heeft de eigenschappen van de loper 17 en de toren 16 maar kan bovendien een kombinatie aangaan van vertikale en diagonale bewegingen, in elke richting, bijvoorbeeld : spelen van positie Dl op speelveld I naar positie E2 op speelveld II, spelen van positie D1 op speelveld I naar positie D1 op speelveld II ; spelen van positie D1 op speelveld I naar positie D2 op speelveld II, spelen van positie D1 op speelveld I naar positie El op speelveld II, en slaan van positie F3 op speelveld III naar positie F2 op speelveld II.
De koning 20 heeft tijdens het dalen of stijgen dezelfde eigenschappen als die van de toren 16.
Het is duidelijk dat nog andere toegelaten speelmogelijkheden en beperkingen in de spelregels kunnen worden opgenomen.
<Desc/Clms Page number 11>
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke speelinrichting kan in verschillende varianten, afmetingen en vormen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Play equipment. The invention relates to a playing device, more particularly a playing device in which game pieces, for instance chess pieces, are moved on a checkered game board in accordance with certain rules of the game with the aim of eliminating an opponent.
Among the known playing devices of this nature, the game of chess is the most widespread, with two parties competing against each other and, at the start of the game, both parties having the same number of game pieces arranged in a respective color and on opposite sides of a single game board.
Because of its history, a number of concepts, overtures and final chords have been described for the game of chess, in the form of a number of strategic defense and attack techniques, allowing a player to play in the opening, middle and end game according to a pre-programmed tactical scenario. game.
The disadvantage of this is that for a trained player who is master of these techniques, it requires little personal creativity, which makes the game itself less interesting.
An additional drawback is that the game of chess, because it has remained practically unchanged over the centuries, lacks novelty and radiates less appeal to the younger audience.
<Desc / Clms Page number 2>
The object of the invention is primarily to eliminate the above-mentioned drawbacks completely.
More generally, the object of the invention is to provide a playing apparatus using checkered playing surfaces which, in its use, requires more creativity and effort from the players than in conventional games played on checkered playing surfaces.
For this purpose the playing device according to the invention mainly consists of the combination of at least two checkered playing surfaces and a number of playing pieces, the playing surfaces co-operating with a preferably common carrier, such that the playing pieces can be moved between the different playing surfaces.
Since this playing device allows that two or more playing surfaces can be played simultaneously, it is clear that such playing device requires more creativity and a greater effort from players when playing a game, which in itself can have different rules.
According to a preferred embodiment, the playing device is provided with playing surfaces which are arranged at a different height. The playing device hereby acquires an additional dimension, whereby a spatial play is obtained.
It is preferred here that the playing device comprises three playing surfaces one above the other. In many applications, the playing possibilities only become interesting when there are more than two playing surfaces. Three playing surfaces, on the other hand
<Desc / Clms Page number 3>
optimal, because four or more playing surfaces would make the whole extremely complex. According to the invention, the use of two, four or more playing surfaces is not excluded.
More specifically, the playing surfaces, or at least at least the upper playing surfaces, are transparent, such that by looking on top of the playing device it is possible to follow very well which positions the playing pieces occupy, irrespective of the playing surface on which they are located.
The support can be in the form of a table, the playing surfaces being supported by horizontal frames arranged at different levels, which are supported by the legs of the table-shaped support.
In the most preferred embodiment use is made of checkered playing surfaces with playing fields which have the same arrangement and are present in the same number as with a classic chess board. Preferably use will also be made of the same game pieces as in a classic chess game.
For the purpose of better demonstrating the features of the invention, a preferred embodiment is described hereinafter, by way of example and without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically shows a playing device according to the invention, without that playing pieces are present on this; figure 2 represents a top view of the playing device of figure 1;
<Desc / Clms Page number 4>
figures 3 and 4 show views on a smaller scale according to arrows F3 and F4 in figure 2, with playing pieces placed in the playing device.
As shown in the figures, the playing device 1 mainly consists of a carrier 2 and a number, in this case three checkered playing surfaces or playing boards 3 co-operating therewith.
The playing surfaces 3 are horizontal and are preferably square. As shown, these playing surfaces 3 can be provided with playing fields, respectively I-II-III, whose arrangement of the playing areas 4 corresponds to that of a classic chess board, in other words each playing area 3 is divided into 8x8 equal playing areas 4.
On two opposite sides of the playing surfaces 3, more particularly on the sides facing the respective players, the lines are preferably indicated by the letters A to H. On the side edges, the numbers "1" to "8" are preferably applied, as row numbering.
According to the invention, the playing surfaces 3 are preferably at different levels, and more particularly it is preferred that the playing surfaces 3 and the playing fields I-II-III, respectively, are directly above each other.
In order to ensure that the different playing surfaces 3 remain easily accessible, an open space 5 is always present between these playing surfaces 3, with a height H1 of at least 15 centimeters and preferably about 20 centimeters. However, in order to maintain a good overview, the top playing surface 3, which contains the playing field I, will be at a height H2 which is measured from the
<Desc / Clms Page number 5>
bottom side of the play device 1 is a maximum of 100 centimeters, and better still is limited to a maximum of 85 centimeters. This height restriction also allows the players to participate in the game on any of the playing surfaces 3 in a comfortable sitting position.
In a practical version, the playing fields I-II-III each cover an area of 40 x 40 to 50 x 50 cm.
The carrier 2 is in the form of a table with different levels.
In the example shown, this carrier 2 consists of four legs 6-7-8-9 between which are mounted square frames 10-11-12, on which the playing surfaces 3 are arranged.
The carrier 2 can be made of different materials. In a practical embodiment, in which the carrier 2 functions as a piece of furniture, it will consist of wood.
As shown in the figures, the playing surfaces 3 are preferably transparent. To this end, they may be formed of glass plates supported at their edges by frames 10-11-12.
In order to allow an optimal overview, the playing fields I, II and III are the same size, so that the corresponding playing surfaces 4 lie exactly one above the other.
As is known from a classic chess board, use is preferably made of alternating clear and dark playing areas 4. Not only the clear, but also the dark playing areas 4 are transparent according to the invention.
<Desc / Clms Page number 6>
The playing compartments 4 can be arranged on the playing surfaces 3 in different ways. In the case that the playing surfaces 3, as shown in the figures, consist of glass plates, the playing compartments 4 can be applied to them by means of a printing or painting process, using transparent printing ink or paint.
Alternatively, the dark play areas 4 are cut from a colored foil and glued to the glass plates, or the glass is fumed or etched at the location of the dark play areas 4.
Obviously, the transparent playing surfaces 3 can also consist of other transparent or transparent materials, for example plastics such as plexiglass or the like.
The playing surfaces 3, in this case the glass plates, are preferably extendable, more particularly in the two opposite directions X and Y towards the players.
In the example shown, the playing surfaces 3, and more particularly the glass plates, are freely placed on frames 10-11-12 for this purpose. They are guided sideways by means of raised edges 13.
It is clear that, according to a variant, use could also be made of sliding systems in which the tilting of the playing surfaces 3 is excluded when extending, such as, for example, sliding systems which are also used for loading.
The playing surfaces 3 are preferably rotatable sideways.
In the example shown, this is achieved in that the whole is set on rollers, more particularly castor wheels 14.
<Desc / Clms Page number 7>
According to a variant not shown in the figures, the playing surfaces 3 can be rotatably attached to a fixed support.
Furthermore, the play device 1 is provided with a number of game pieces. Preferably, the same game pieces are used here as in the game of chess, which, as known and as shown in Figures 3 and 4, consist of pawns 15, towers 16, runners 17, horses 18, a queen or queen 19 and a king 20.
Different game rules can be devised during the game. When using the play device 1, however, the advantages obtained below are always obtained.
Because of the transparent character of the playing surfaces 3, a playing device is obtained in which one has a spatial view. The possibility of sliding the playing surfaces 3 in and out of the carrier 2 during the game makes it possible to analyze the game concept better. In addition, since the carrier 2 is rollable, the players are given the opportunity to view the entire playing device from different angles from their seats or seats, simply by rotating them.
It is clear that the play device 1 can be realized in different variants. For example, instead of directly above each other, the playing surfaces 3 can also be positioned tap-like above each other.
It is also clear that in the embodiment in which it is possible to look through the playing surfaces 3, in order to be able to perceive the underlying playing surfaces 3, the
<Desc / Clms Page number 8>
bottom playing surface 3, which in the example contains playing field III, does not necessarily have to be transparent.
To clarify the invention, a game is described below which can be played on the playing device 1 and which in many respects resembles the classic chess game.
At the start of the game, as shown in Figures 3 and 4, the playing pieces of one player are placed on the bottom playing field III and the playing pieces of the other player on the top playing field I. They are arranged in two rows, analogous to the classic chess game.
The further description assumes that the white game pieces start at the top, while the black game pieces start at the bottom. Furthermore, in the present description, a distinction has been made between "playing" and "hitting", which is commonly known in chess writing language by the characters "-" and "x", where "playing" is intended to mean that the game pieces are merely displaced and by "hitting" is meant that a playing piece is taken from the other party.
The aim of the game, as in chess, is to conquer the king of the opponent. This can only happen at its level. However, if the king is in check, he can no longer flee to another level. Attack and defense can be taken from any level, either on its own playing surface or on an adjacent level.
The offensive character of the player is encouraged because the middle playing surface only allows attacking and not defensive. For example, the white game pieces can move from playing field I to playing field II, from II to III and
<Desc / Clms Page number 9>
from III to II, but not from II to I. Accordingly, the black game pieces can hit from playing field III to playing field II, from II to I and from I to II, but not from II to III.
To avoid defensive behavior, hitting from I to II for white and from III to II for black is only allowed if II is occupied by at least one game piece of white and black respectively.
At each level, the different game pieces have the same role and movement options as in normal chess, with the exception of the pawns 15. These pawns 15 have the same movement options as in chess, but their movements at each level are irrevocable and each pawn 15 can also move backwards. hitting, for example for a white pawn 15: hitting from position A2 on playing field I to position Bl on playing field I (I A2 x I Bl).
The movement possibilities from one level to another are listed below for the different game pieces.
The examples given each time refer to the white game pieces.
A pawn 15 can play parallel during the descent or rise from one playing field to another playing field, for example: from position A2 on playing field I to position A3 on playing field II (I A2-II A3), or from position A2 on playing field I to position A4 on playing field II. This pawn can also strike parallel, for example: from position B2 on playing field I to position A3 on playing field II, or from position A4 on playing field III to position B3 on playing field II.
<Desc / Clms Page number 10>
A tower 16 can rise or fall vertically, for example: playing from position Al on playing field I to position Al on playing field II, and striking from position Al on playing field III to position Al on playing field II.
A runner 17 can descend or rise diagonally from a playing field to a higher or lower playing field with the limitation of a shift of one row or one line, for example: playing from position Cl on playing field I to position D2 on playing field II, or striking position G3 on playing field III to position F2 on playing field II.
A horse 18 performs the same movement according to the proposed rules of the game as on one level but moves in parallel, for example: playing from position B1 on playing field I to position C3 on playing field II, and striking from position A4 on playing field III to position B2 on playing field II. .
The queen or queen 19 has the characteristics of the bishop 17 and the rook 16, but can also combine vertical and diagonal movements in any direction, for example: playing from position D1 on playing field I to position E2 on playing field II, playing position D1 on playing field I to position D1 on playing field II; playing from position D1 on playing field I to position D2 on playing field II, playing from position D1 on playing field I to position El on playing field II, and hitting from position F3 on playing field III to position F2 on playing field II.
King 20 has the same characteristics as that of rook 16 when descending or ascending.
It is clear that other permitted playing options and restrictions can be included in the rules.
<Desc / Clms Page number 11>
The present invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such playing device can be realized in different variants, sizes and shapes without departing from the scope of the invention.