<Desc/Clms Page number 1>
Strooiinrichting.
De uitvinding betreft een strooiinrichting volgens de aanhef van de octrooiconclusie 1.
Zulke strooiinrichtingen zijn bedoeld voor het strooien, respectievelijk het verstuiven van strooigoed, meer speciaal van droog zand of andere anti-slipmaterialen, rechtstreeks voor de wielen van voertuigen zoals bijvoorbeeld spoorvoertuigen of vrachtwagens.
Bij tot op heden bekende oplossingen wordt achter een zandreservoir een zogenaamde"zandtrap" (zoals een sifon bij vloeistoffen) voorzien om te voorkomen dat het zand ongewenst wegstroomt. Met het oog op het afvoeren wordt druklucht in het zandreservoir geblazen. Hiertoe dient het reservoir drukdicht te worden uitgevoerd, wat duur is. Bovendien verhoogt het in de transportleiding achtergebleven zand de stromingsweerstand en bemoeilijkt andermaal het hernieuwd naar buiten brengen van bijkomende hoeveelheden zand. Verder bestaat er tot heden geen ruimtelijke scheiding tussen het zandreservoir en de transportleiding voor het zand, zodat vocht via de transportleiding ook in het zandreservoir kan binnendringen, wat daar tot het klonteren van het zand kan leiden.
In de transportleiding leidt vochtigheid tot het aankleven van het zand en eventueel tot het verstoppen van de leiding.
Het SU 935 356 beschrijft een inrichting voor het afgeven van zand onder spoorwielen, met een injector voor het afgeven van een zand-lucht-mengeling onder een wielpaar.
Door het activeren van een elektro-pneumatisch ventiel wordt perslucht in een zogenaamde injector, die met een zandreservoir is verbonden, gevoerd en wordt een zand-
<Desc/Clms Page number 2>
lucht-mengeling naar de wielen geleid. Voor een hogere efficiëntie en een geringer zandverbruik stemt de duur van de persluchtstoot overeen met de duur van een volledige rotatie van het wiel. Door deze inrichting is een van het transport van het zand afzonderlijke dosering van dit laatste niet mogelijk.
Het AT 251 431 beschrijft een zandstrooier voor voertuigen, met een zandreservoir, waarvan de uitloopopening uitmondt in een persluchtleiding die is aangesloten op een blazer, waarbij tussen het reservoir en de persluchtleiding een afsluitorgaan is voorzien. Dit octrooischrift heeft als doel de opdracht om, bij een zo eenvoudig mogelijke constructie, een verstoppen van de leiding door het zand te beletten. Ten einde deze opdracht uit te voeren, is de afsluiting in de vorm van een magneetventiel gemaakt en is de schakelaar voor de magneet en de blazer een meertrapsschakelaar, die eerst de blazer en vervolgens de schuif voor de opening van het zandreservoir activeert. Bij deze inrichting bestaat geen mogelijkheid om het zand precies te doseren. Bij geopend ventiel komt het zand onder toedoen van de zwaartekracht in het leidinggedeelte terecht.
Daardoor is de hoeveelheid uittredend zand afhankelijk van de vulhoogte van de trechter, respectievelijk van het erboven gesitueerd zandreservoir. Verder heeft de bekende zandstrooier geen injector als afvoerinrichting, zodat het transport van het zand rechtstreeks door de blazer geschiedt.
Het DE 31 07 219 Al betreft een werkwijze en een inrichting ter verhoging van de grip van berijpte wielen van voertuigen op een glad wegdek door het gebruik van een korrelig anti-slipmiddel. Ter verbetering van de aanhechting wordt het loopvlak van een band minstens gedeeltelijk van een kleefmiddel voorzien dat zowel het korrelige anti-slipmiddel bindt als met het loopvlak van
<Desc/Clms Page number 3>
de band een vaste verbinding aangaat, en wordt het antislipmiddel gelijktijdig of daarna op het loopvlak van de band aangebracht. Een pistoolachtig opdraagarmatuur heeft aan een handvat een uittreemondstuk en twee aansluitingen voor telkens een reservoir die het antislipmiddel, respectievelijk het kleefmiddel, bevatten.
Door bekrachtiging van een handgreep treedt eerst het kleefmiddel in de vorm van een spray in een kamer, en het anti-slipmiddel komt na openen van een schuif onder toedoen van de zwaartekracht eveneens in de kamer terecht en daarna via het uittreemondstuk op het loopvlak van de band. Bij dit octrooischrift handelt het om een werkwijze voor het voorbereiden van de wielen van een voertuig door het manueel opdragen van een anti-slipmiddel op de wielen, voor de aanvang van de rit en niet tijdens de rit.
Het doel van de uitvinding is het verwezenlijken van maatregelen voor het scheiden van de zanddosering van het transport, dit terwijl de nadelen van de bekende inrichtingen worden vermeden, zodanig dat er geen vocht kan binnendringen in het zandreservoir en in de daarop aansluitende transportleiding en zodanig dat het zandreservoir niet drukdicht moet worden gemaakt.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door de maatregelen volgens het karakteristieke gedeelte van de octrooiconclusie 1.
Een voordelige uitvoering van de injectorruimte voor het optimaliseren van het transport wordt verkregen door de maatregel volgens octrooiconclusie 2.
Een verdere voordeel wordt verkregen door de maatregel volgens octrooiconclusie 3.
<Desc/Clms Page number 4>
Voor het optimale transporteren van het strooigoed bleken ook de maatregelen volgens de conclusies 4 tot 6 voordelig.
De uitvinding wordt nader verduidelijkt met behulp van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van het voorwerp van de uitvinding is weergegeven. Hierin toont : figuur 1 een loodrechte doorsnede van de strooi- inrichting, figuur 2 een doorsnede van de doseerinrichting op grotere schaal, figuur 3 een bovenaanzicht van het injectorhuis, en figuur 4 een doorsnede van dit laatste volgens lijn
III-III in figuur 3.
De strooiinrichting volgens de uitvinding bestaat hoofdzakelijk uit een niet weergegeven voorraadreservoir voor het strooigoed, een doseerinrichting 1 en een hierop aangesloten afvoerinrichting 2. De doseerinrichting 1 kan naar believen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens het AT 394 169. In het weergegeven geval vertoont de doseerinrichting 1 een doseerkamer 3, waarvan de uittreeopening 4 wordt afgesloten door een doseerplunjer 5, die met behulp van een veer 6 in de weergegeven gesloten stand wordt gehouden. Voor het openen van de uittreeopening 4 is er een hefmagneet 7 voorzien, waarmee de doseerplunjer 5 tegen de kracht van de veer 6 kan worden teruggetrokken.
De afvoerinrichting 2, die zoals een straalpomp werkt volgens het injectorprincipe, bestaat uit een injectorhuis 8 met een injectormondstuk 9, dat zieh in het weergegeven geval in het midden van de lengte van het injectorhuis 8 bevindt en door een zijdelingse opening 10 daarvan wordt ingebracht. Het injectorhuis 8 bezit een
<Desc/Clms Page number 5>
toevoertrechter 11 waarop een kanaal 12 is aangesloten dat schuin verloopt naar het injectormondstuk 9. De vultrechter 11 vormt met de bovenste rand van het kanaal 12 een rand 14 die, gezien in de stromingsrichting van het strooigoed, voor de uittreeopening 16 van het injectormondstuk 9 gelegen is. De uittreeopening 16 van het injectormondstuk 9 bevindt zieh op een afstand A voor de inlaatopening 17 in een trechtervormig kanaal 13, meer bepaald een injectortrechter 13.
Hierbij is de afstand A gelijk aan de doormeter van de inlaatopening 17 van de injectortrechter 13. De injectortrechter 13 verloopt coaxiaal met het injectormondstuk 9 in horizontale richting.
Door de opstelling van de rand 14, gezien in de stromingsrichting van het strooigoed en de lucht, voor de uittreeopening 16 van het mondstuk 9, en de gedefineerde afstand A tussen de uittreeopening 16 van het mondstuk 9 en de inlaatopening 17 van de injectortrechter 13, ontstaat een afgebakende injectorruimte 18 waarvan de geometrische uitvoering de optimalisatie van het afvoeren van het strooigoed mogelijk maakt.
De strooiinrichting volgens de uitvinding werkt volgens het straalpompprincipe, volgens hetwelke het strooigoed uit het niet weergegeven voorraadreservoir in de injectorruimte 18 wordt gezogen en via de in de injectorruimte 18 ingeblazen lucht door de injectortrechter 13 en een op de uittreeopening 20 hiervan aangesloten niet weergegeven slang, een transportleiding of dergelijke wordt afgevoerd. De ingeblazen lucht zorgt door de zuigwerking in de injectorruimte 18 zowel voor het transport van het strooigoed uit het voorraadreservoir naar de injectorruimte 18 als voor het transport van het strooigoed uit deze laatste via de aan de injectortrechter 13 aangesloten slangvormige leiding
<Desc/Clms Page number 6>
of dergelijke, bijvoorbeeld naar het wiel van een voertuig.
De luchttoevoer naar het injectormondstuk 9 kan ofwel radiaal in de richting van pijl B door het kanaal 19 of in axiale richting van de pijl C plaats vinden.
Op een voordelige manier kan de kegelhoek alfa van de
EMI6.1
toevoertrechter 11 1200 en de kegelhoek beta van de injectortrechter 13 150 bedragen, waarbij de be- schrijvende generatrice van de wand 21 van de toevoertrechter 11, die naar de axiale invoerzijde van het injectormondstuk 9 is gekeerd, parallel ligt ten opzichte van de as X-X van kanaal 12 en met de horizontale middenas Y-Y van het mondstuk 9 een hoek gamma van 300 omsluit. De kegelhoek alfa wordt gevormd als compromis tussen een goed rijzen van het zand en een lage bouwhoogte van de toevoertrechter 11.
De zijdelingse opening 10, de kanalen 12,13 en 19, evenals de toevoertrechter 11 in het injectorhuis 8 kunnen worden vervaardigd door middel van boren of frezen. Door de constructie volgens de uitvinding wordt het aanbrengen van een eigen uitvoerinrichting, zoals bijvoorbeeld een ronddraaiende borstel, binnen het bereik van het wiel overbodig. Indien een iets duurdere vervaardiging van de inrichting volgens de uitvinding wordt aanvaardt en alle overgangen in het injectorhuis met overgangsradiussen, respectievelijk afgerond, worden uitgevoerd, kunnen stromingstechnisch gezien betere resultaten worden verkregen.
Bij voorkeur bedraagt de luchtsnelheid aan de mondstukuitgang ongeveer 560 m/s, aan de inlaatopening 17 van de injectortrechter 13 ongeveer 100 tot 120 m/s en in de niet weergegeven transportleiding ongeveer 18 m/s, wat
<Desc/Clms Page number 7>
ook met de uiteindelijke uittreesnelheid van het zand overeenstemt. Met behulp van de hierboven beschreven uitvinding kan zand met een korrelgrootte van 0, 5 tot 3 mm in hoeveelheden van 300 tot 2000 g/min via tot 8 m lange transportleidingen met een diameter van 14 tot 15 mm met behulp van hoeveelheden lucht van 8 tot 10 m 3/u worden afgevoerd. Het zandreservoir moet niet drukdicht worden uitgevoerd, daar het zand door middel van onderdruk in het injectorhuis wordt aangezogen.
Deze onderdruk werkt tot achter een niet weergegeven aansluitflens van het zandreservoir op de doseerinrichting, respectievelijk tot in het zandreservoir, en voorkomt een zogenaamde"brugvorming", zodat het zand ongehinderd kan nalopen.
Het voordeel van de uitvoering van de strooiinrichting volgens de uitvinding is dat de lucht het zand niet tegen de wand drukt, maar meezuigt in haar stroom. Hierdoor kan de slijtage van de onderdelen tot een minimum worden beperkt en kan de inrichting uit lichte, goedkope materialen worden vervaardigd.
Dankzij een op zieh bekende werkwijze die deze uitvinding niet betreft, waarbij na het uitschakelen, respectievelijk het sluiten, van de zanddoseerinrichting, de persluchttoevoer nog een bepaalde tijd verder gaat, kan het achtergebleven zand uit de transportleiding worden gevoerd, zodat deze volledig leeg wordt gemaakt.
Uiteraard kunnen binnen het raam van de uitvinding nog verschillende wijzigingen worden uitgevoerd. Zo kunnen de vermelde hoeken nog een weinig groter of kleiner worden gemaakt. In plaats van lucht kan ook een ander gasvormig medium als transportmedium worden aangewend.
<Desc / Clms Page number 1>
Spreading device.
The invention relates to a spreading device according to the preamble of the patent claim 1.
Such spreading devices are intended for the spreading or spraying of spreading material, in particular of dry sand or other anti-slip materials, directly in front of the wheels of vehicles such as, for example, rail vehicles or trucks.
In solutions known to date, a so-called "sand trap" (such as a siphon for liquids) is provided behind a sand reservoir to prevent the sand from flowing away undesirably. Compressed air is blown into the sand reservoir for disposal. For this purpose, the reservoir must be pressure-tight, which is expensive. In addition, the sand remaining in the transport pipe increases the flow resistance and again makes it difficult to bring additional amounts of sand out again. Furthermore, until now there is no spatial separation between the sand reservoir and the sand transport pipe, so that moisture can also penetrate into the sand reservoir via the transport pipe, which can lead to the clumping of the sand there.
In the transport pipe, moisture leads to the sand sticking and possibly to the pipe clogging.
SU 935 356 describes an apparatus for dispensing sand under rail wheels, with an injector for dispensing a sand-air mixture under a wheel pair.
By activating an electro-pneumatic valve, compressed air is fed into a so-called injector, which is connected to a sand reservoir, and a sand
<Desc / Clms Page number 2>
air mixture to the wheels. For higher efficiency and less sand consumption, the duration of the compressed air blast corresponds to the duration of a full rotation of the wheel. Due to this device, the latter cannot be dosed separately from the transport of the sand.
AT 251 431 describes a sand spreader for vehicles, with a sand reservoir, the outlet opening of which opens into a compressed air line which is connected to a blower, wherein a shut-off member is provided between the reservoir and the compressed air line. The purpose of this patent is to prevent, in the simplest possible construction, blockage of the pipe through the sand. In order to carry out this task, the closure is made in the form of a solenoid valve and the switch for the magnet and the blower is a multi-stage switch, which first activates the blower and then the slide for the opening of the sand reservoir. With this device there is no possibility to dose the sand precisely. When the valve is open, the sand ends up in the pipe section under gravity.
As a result, the amount of emerging sand depends on the filling height of the funnel, or on the sand reservoir situated above it. Furthermore, the known sand spreader does not have an injector as a discharge device, so that the sand is transported directly through the blower.
DE 31 07 219 A1 concerns a method and a device for increasing the grip of frosted wheels of vehicles on a slippery road surface by the use of a granular anti-slip agent. To improve adhesion, the tread of a tire is at least partially coated with an adhesive that binds both the granular anti-slip agent and the tread of
<Desc / Clms Page number 3>
the tire forms a fixed bond, and the anti-slip agent is applied to the tire tread simultaneously or subsequently. A pistol-like support fitting has an outlet nozzle and two connections for a reservoir, each containing a non-slip agent or adhesive.
By energizing a handle, the adhesive first enters a chamber in the form of a spray, and the anti-slip agent also enters the chamber after opening a slide under the action of gravity and then through the exit nozzle on the tread of the band. This patent is a method for preparing the wheels of a vehicle by manually applying an anti-slip agent to the wheels before the start of the ride and not during the ride.
The object of the invention is to realize measures for separating the sand dosage from the transport, while avoiding the disadvantages of the known devices, such that no moisture can penetrate into the sand reservoir and into the subsequent transport pipe and such that the sand reservoir must not be made pressure-tight.
According to the invention, this object is achieved by the measures according to the characteristic part of the patent claim 1.
An advantageous embodiment of the injector space for optimizing the transport is obtained by the measure according to patent claim 2.
A further advantage is obtained by the measure according to patent claim 3.
<Desc / Clms Page number 4>
The measures according to claims 4 to 6 have also proved advantageous for the optimum transport of the spreading material.
The invention is further elucidated with the aid of the drawing, in which an embodiment of the object of the invention is shown. Herein: figure 1 shows a perpendicular cross-section of the spreading device, figure 2 shows a cross-section of the metering device on a larger scale, figure 3 shows a top view of the injector housing, and figure 4 shows a cross-section of the latter in line.
III-III in figure 3.
The spreading device according to the invention mainly consists of a storage reservoir (not shown) for the spreading material, a dosing device 1 and a discharge device 2 connected thereto. The dosing device 1 can be designed at will, for example according to AT 394 169. In the case shown, the dosing device 1 a metering chamber 3, the exit opening 4 of which is closed by a metering plunger 5, which is held in the shown closed position by means of a spring 6. A lifting magnet 7 is provided for opening the outlet opening 4, with which the dosing plunger 5 can be retracted against the force of the spring 6.
The discharge device 2, which works like a jet pump according to the injector principle, consists of an injector housing 8 with an injector nozzle 9, which in the case shown is in the middle of the length of the injector housing 8 and is inserted through a lateral opening 10 thereof. The injector housing 8 has one
<Desc / Clms Page number 5>
feed hopper 11 to which a channel 12 is connected, which runs at an angle to the injector nozzle 9. The hopper 11 forms with the upper edge of the channel 12 an edge 14 which, viewed in the direction of flow of the spreading material, is located in front of the outlet opening 16 of the injector nozzle 9 is. The outlet opening 16 of the injector nozzle 9 is located at a distance A from the inlet opening 17 in a funnel-shaped channel 13, in particular an injector funnel 13.
The distance A here is equal to the diameter of the inlet opening 17 of the injector funnel 13. The injector funnel 13 extends coaxially with the injector nozzle 9 in a horizontal direction.
Due to the arrangement of the rim 14, viewed in the flow direction of the spreading material and the air, in front of the outlet opening 16 of the nozzle 9, and the defined distance A between the outlet opening 16 of the nozzle 9 and the inlet opening 17 of the injector funnel 13, a delineated injector space 18 is created, the geometric design of which makes it possible to optimize the removal of the spreading material.
The spreading device according to the invention operates according to the jet pump principle, according to which the spreading material is drawn from the storage reservoir (not shown) into the injector space 18 and via the air blown into the injector space 18 through the injector funnel 13 and a hose (not shown) connected to the outlet opening 20 thereof, a transport pipe or the like is removed. Due to the suction effect in the injector space 18, the blown-in air transports the spreading material from the supply reservoir to the injector space 18 as well as the transport of the spreading material from the latter via the hose-shaped pipe connected to the injector funnel 13.
<Desc / Clms Page number 6>
or the like, for example to the wheel of a vehicle.
The air supply to the injector nozzle 9 can take place either radially in the direction of arrow B through the channel 19 or in the axial direction of the arrow C.
In an advantageous manner, the cone angle alpha of the
EMI6.1
feed funnel 11 1200 and the cone angle beta of the injector funnel 13 are 150, the descriptive generator of the wall 21 of the feed funnel 11 facing the axial inlet side of the injector nozzle 9 being parallel to the axis XX of channel 12 and encloses an angle range of 300 with the horizontal center axis YY of the nozzle 9. The cone angle alpha is formed as a compromise between a good rise of the sand and a low construction height of the feed funnel 11.
The side opening 10, channels 12, 13 and 19, as well as the feed funnel 11 in the injector housing 8 can be made by drilling or milling. The construction according to the invention makes the provision of a separate discharge device, such as, for example, a rotating brush, unnecessary within the range of the wheel. If a slightly more expensive manufacture of the device according to the invention is accepted and all transitions in the injector housing with transition radii, respectively rounded, are carried out, flow-wise better results can be obtained.
Preferably, the air velocity at the nozzle outlet is about 560 m / s, at the inlet opening 17 of the injector funnel 13 about 100 to 120 m / s and in the transport pipe (not shown) about 18 m / s
<Desc / Clms Page number 7>
also corresponds to the final exit speed of the sand. Using the invention described above, sand with a grain size of 0.5 to 3 mm in amounts of 300 to 2000 g / min can be supplied through up to 8 m long pipelines with a diameter of 14 to 15 mm using amounts of air of 8 to 10 m 3 / h are removed. The sand reservoir should not be pressure-tight, as the sand is sucked into the injector housing by means of underpressure.
This negative pressure acts behind a connecting flange of the sand reservoir on the metering device (not shown) or into the sand reservoir, and prevents so-called "bridging", so that the sand can run freely.
The advantage of the design of the spreading device according to the invention is that the air does not press the sand against the wall, but draws it into its flow. As a result, the wear of the parts can be minimized and the device can be manufactured from light, inexpensive materials.
Thanks to a method known in the art which does not concern the present invention, wherein after the sand metering device has been switched off or closed, the compressed air supply continues for a certain time, the remaining sand can be discharged from the transport pipe, so that it is completely emptied .
Various modifications can of course be made within the scope of the invention. The angles mentioned can thus be made slightly larger or smaller. Instead of air, another gaseous medium can also be used as a transport medium.