<Desc/Clms Page number 1>
Wasmachine.
Deze uitvinding heeft betrekking op een wasmachine die een vaste buitentrommel bevat, een daarin draaibaar gemonteerde en van openingen voorziene binnentrommel die op de binnenzijde van ribben is voorzien, middelen om de binnentrommel te wentelen, een waterinlaat die in de buitentrommel uitmondt, en een wateruitlaat die op de onderkant van de buitentrommel aansluit.
Tijdens het wassen wordt de buitentrommel tot op een bepaald niveau met water gevuld. Dit water wordt enigzins warm toegevoerd of in de buitentrommel opgewarmd, bijvoorbeeld door stoominspuiting, en aan dit water wordt wasprodukt toegevoerd.
Door rotatie van de binnentrommel wordt het wasgoed door de ribben uit het water meegenomen waarna het terug in het water valt.
Een goed wasresultaat verkrijgt men door kombinatie van deze mechanische aktie, de watertemperatuur, de hoeveelheid wasprodukt en de tijd. Deze vier faktoren staan in verhouding tot elkaar, dit wil zeggen dat één van deze faktoren kan verminderd worden wanneer een andere faktor vermeerderd wordt.
Het verhogen van de watertemperatuur of het vergroten van de hoeveelheid wasprodukt is niet ekonomisch aangezien wasprodukten en hoge temperaturen het grootste gedeelte van de kosten bij het wassen vertegenwoordigen.
De wastijd vergroten is noch erg praktisch, noch ekonomisch.
<Desc/Clms Page number 2>
Vandaar dat men ook heeft geprobeerd de mechanische aktie te vergroten door optimalisatie van de ligging en de afmetingen van de ribben op de binnentrommel.
De hierdoor verkregen verbetering van het wasresultaat is evenwel beperkt.
De uitvinding heeft tot doel voornoemde nadelen te verhelpen en een wasmachine te verschaffen waarmee een beter wasresultaat op een ekonomische manier kan worden verkregen.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de wasmachine middelen bevat om water onder hoge druk in de binnentrommel te spuiten.
Door de inspuiting onder hoge druk wordt de mechanische aktie op een goedkope manier gevoelig verhoogd.
Bij voorkeur bevatten voornoemde middelen ook middelen om tijdens het inspuiten van water onder hoge druk een nagenoeg overeenstemmende hoeveelheid water uit de buitentrommel weg te laten.
In dit geval kunnen de middelen om water onder hoge druk in te spuiten een gesloten kringloop bevatten waarin een hogedrukpomp is gemonteerd voor het onder hoge druk brengen van het water.
Dit water onder hoge druk kan via één of meerdere spuitopeningen, bijvoorbeeld spuitkoppen, ingebracht worden. Deze spuitopeningen kunnen op de buitentrommel aangebracht zijn maar zijn bijvoorkeur gelegen in de laaddeur, de achterwand van de binnentrommel of de ribben op de binnentrommel.
<Desc/Clms Page number 3>
In de laatste twee gevallen geschiedt de toevoer van water onder druk via een roterende aansluiting en doorheen een kanaal in de as waarmee de binnentrommel roterend in de buitentrommel is gemonteerd.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van een wasmachine volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 op schematische wijze een dwarse doorsnede weergeeft van een wasmachine volgens de uitvinding ; figuren 2,3 en 4 op schematische wijze axiale doorsneden weergeven van een gedeelte van een wasmachine, maar met betrekking tot respektievelijk een tweede, een derde en een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding.
De wasmachine weergegeven in figuur 1 bevat een vaste buitentrommel 1 die met haar as horizontaal is opgesteld, een co-axiale en draaibaar daarin gelegen binnentrommel 2 die van openingen 3 is voorzien, middelen, gevormd door een motor 4 en/of een overbrenging, voor het aandrijven van de binnentrommel 2, een waterinlaat 5 die op de binnenkant van de buitentrommel 1 uitgeeft, een wateruitlaat 6 die op de onderkant van de buitentrommel 1 aansluit en middelen 7 om water op hoge druk in de binnentrommel 2 te spuiten.
Deze middelen 7 zijn gevormd door een gesloten kringloop waarin een vergaartank 8 en een hogedrukpomp 9 gemonteerd zijn.
<Desc/Clms Page number 4>
De vergaartank 8 sluit met de leiding 10 aan op een uitlaat 11 die op de onderkant van de buitentrommel 1 aansluit en waarop een klep 12 is gemonteerd. Deze vergaartank 8 staat in verbinding met de hogedrukpomp 9 door middel van een leiding 13.
De uitgang van de hogedrukpomp 9, die een druk levert hoger dan 8 bar, bijvoorbeeld 100 bar en een debiet van bijvoorbeeld 10 liter per min, is via leidingen 14 verbonden met vier spuitopeningen 15, bijvoorbeeld gevormd door spuitkoppen, die gelijkmatig verdeeld over de omtrek, in de vaste buitentrommel 1 gemonteerd zijn.
Ook op de waterinlaat 5 en de wateruitlaat 6 zijn kleppen respektievelijk 16 en 17 gemonteerd.
De kleppen 12,16 en 17 zijn elektrisch bestuurde kleppen die samen met de hogedrukpomp 9 en de motor 4 bestuurd worden door een besturingsinrichting 18.
Op de binnenkant van de binnentrommel zijn ribben of schoepen 19 aangebracht.
In de vergaartank 8 zijn verwarmingsmiddelen gevormd door elektrische weerstanden 20 aanwezig, die kunnen zorgen voor een opwarming tot ongeveer 90 graden C.
De werking van de wasmachine is als volgt.
Na het vullen met wasgoed beveelt de besturingsinrichting 18 het openen van de klep 16 terwijl de andere kleppen gesloten zijn en dit tot het gewenst niveau 21 bijvoorbeeld zodanig dat een vierde van de binnentrommel 2 onder water
EMI4.1
is.
<Desc/Clms Page number 5>
Dit niveau kan bijvoorbeeld worden bepaald door een niet in figuur 1 weergegeven vlotter die een signaal naar de besturingsinrichting 18 stuurt wanneer het niveau bereikt is, waarna deze besturingsinrichting 18 het sluiten van de klep 16 beveelt.
Op een bekende manier worden de nodige wasprodukten in het water gebracht waarna de besturingsinrichting 18 het in werking stellen van de motor 4 beveelt en deze de binnentrommel 2 in beweging brengt. Deze binnentrommel 2 kan kontinu of intermitterend, eventueel afwisselend in de ene of de andere zin, worden gewenteld.
Onmiddellijk daarna brengt de besturingsinrichting 18 de hogedrukpomp 9 in werking en beveelt ze tegelijkertijd het openen van de klep 12 zodanig dat deze klep nagenoeg hetzelfde debiet doorlaat als het debiet dat via de vier spuitopeningen 15 ingespoten wordt en bijgevolg het niveau in de trommels 1 en 2 nagenoeg konstant blijft.
Het water wordt op de gewenste temperatuur gebracht door de elektrische weerstanden 20 in de vergaartank of door middel van een stoominspuiting.
Door het feit dat tijdens het wassen door de middelen 7 kontinu water in gesloten kringloop doorheen de binnentrommel 2 gepompt wordt en dus ook doorheen de vergaartank 8 stroomt, wordt uiteindelijk al het water opgewarmd.
Het is mogelijk de werking van de hogedrukpomp 9 pas te starten nadat het water in de trommel 2 de gewenste temperatuur bereikt heeft.
<Desc/Clms Page number 6>
Het verwarmen zou evenwel ook of mede kunnen geschieden door bijvoorbeeld elektrische weerstanden die onderaan in de vaste buitentrommel 1 zijn gemonteerd of nog door middel van verwarmingsmiddelen die buiten de eigenlijke wasmachine zijn opgesteld, bijvoorbeeld middelen voor stoominspuiting of door een kombinatie van deze mogelijkheden met weerstanden in de vergaartank 8.
Het wasgoed in de binnentrommel 2 wordt niet alleen op de klassieke manier gewassen door de onderlinge wrijving van stukken wasgoed maar daarenboven ook door een bijkomende mechanische aktie, namelijk de inwerking van water onder hoge druk op het wasgoed. Dit water dat door de spuitopeningen 15 wordt gespoten komt doorheen de openingen 3 in de binnentrommel 2 op het in beweging zijnde wasgoed terecht.
De uitvoeringsvormen volgens de figuren 2 tot 4 verschillen van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm enkel en alleen doordat de spuitopeningen 15 niet in de buitenmantel 1 maar op andere plaatsen zijn aangebracht, waardoor vermeden wordt dat een gedeelte van de spuitkracht verloren gaat doordat de waterstraal tegen de binnentrommel 2 botst.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 zijn de spuitopeningen 15 in de laaddeur 22 gemonteerd die de horizontale buitentrommel 1 aan de voorzijde afsluit. De spuitkoppen die deze spuitopeningen 15 vormen spuiten dus rechtstreeks via de opening 23 in de voorkant van de binnentrommel 1 in deze binnentrommel.
De spuitopeningen 15 zijn uiteraard boven het waterniveau 21 in de buitentrommel 1 gelegen, terwijl de leidingen 14 via een flexibel gedeelte op deze spuitopeningen 15 aansluiten om het openen van de laaddeur toe te laten.
<Desc/Clms Page number 7>
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn de spuitopeningen 15 in de achterwand van de binnentrommel 2 aangebracht, zodat ook rechtstreeks in de binnenkant van deze binnentrommel 2 kan worden gespoten.
Het uiteinde van de leiding 14 die de spuitopeningen 15 voedt sluit aan via een roterende koppeling 24 op een kanaal 25 dat zieh axiaal doorheen de as 26 uitstrekt waarmee de binnentrommel 2 ten opzichte van de buitentrommel 1 gelagerd is en dat via kanalen in, of leidingen 27 op de rugwand van de binnentrommel 2 met de spuitopeningen 15 in verbinding staat.
De uitvoeringsvorm volgens figuur 4 verschilt slechts van de vorige uitvoeringsvorm doordat de kanalen of leidingen 27 in de rugwand van de binnentrommel 2 doorlopen tot in de ribben 19 en verder axiaal tot aan de spuitopeningen 15 die in deze ribben 19 zijn aangebracht.
In een variante van deze uitvoeringsvorm kunnen de ribben hol zijn waarbij de spuitkoppen kunnen vervangen zijn door gewone spuitopeningen rechtstreeks in de ribben, bijvoorbeeld op een naar binnen gerichte rand van deze ribben.
In al deze uitvoeringsvormen kan op een eenvoudige en relatief goedkope manier, door het inspuiten van water onder hoge druk in de binnentrommel 2 een merkelijk beter wasresultaat worden verkregen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke wasmachine kan in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc/Clms Page number 8>
In het bijzonder moet de wasmachine niet noodzakelijk een binnentrommel bevatten die één kompartiment vormt. Deze trommel kan relatief lang zijn en in de axiale richting in verschillende kompartimenten ingedeeld zijn. Dergelijke wasmachines, wasstraten genoemd, worden vooral in industriële wasserijen gebruikt. Het wasgoed wordt aan één uiteinde in de wasmachine geladen en wordt automatisch van het ene kompartiment naar het volgende gebracht en in elk kompartiment aan een was of spoelbewerking onderworpen.
Ook kunnen de trommels op om het even welke wijze worden opgehangen, namelijk op een vrijdragende as ; op een aan ieder uiteinde voorziene as ; enz.
Zulke wasstraat kan volgens de uitvinding voorzien zijn van middelen om water onder hoge druk in te spuiten in die kompartimenten van de binnentrommel waar een wasbewerking plaats vindt.