Inrichting voor het verzamelen van afval in een voertuig.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verzamelen van afval, meer speciaal voor het gebruik in een voertuig.
In de eerste plaats is de uitvinding bedoeld voor personenen vrachtwagens, doch in het algemeen kan zij ook in andere voertuigen van toepassing zijn.
Men kent reeds lang het ongemak van de beperkte mogelijkheid om afval te verzamelen in een wagen. Meestal zijn in wagens slechts enkele asbakjes aangebracht waardoor deze, door hun kleine afmetingen en beperkt volume, na een zeer korte periode dienen geledigd te worden.
Voor groter afval, zoals de verpakking van eetwaren en dergelijke, kunnen de voornoemde asbakjes zelfs niet gebruikt worden. Bovendien zijn de asbakjes niet altijd gemakkelijk toegankelijk voor alle inzittenden
De uitvinding heeft als doel hieraan een efficiënte oplossing te bieden.
De uitvinding is hiertoe gevormd uit een inrichting voor het verzamelen van afval in een voertuig, met als kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een recipiënt en/of een houder voor een recipiënt en bevestigingsmiddelen die toelaten dat de recipiënt en/of de houder op verschillende plaatsen in het voertuig kunnen worden bevestigd.
Hierdoor wordt het voordeel bekomen dat de inrichting naar de wens van de gebruiker kan worden aangebracht.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting die bestaat uit een vast in het voertuig aangebrachte houder, die voorzien is van een vervangbare recipiënt.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft die in een voertuig is aangebracht; figuren 2 en 3 op een grotere schaal zichten weergeven volgens pijlen F2 en F3 in figuur 1; figuur 4 het onderdeel weergeeft dat in figuur 3 is aangeduid door pijl F4; figuur 5 op grotere schaal en in uiteengenomen toestand het gedeelte weergeeft dat in figuur 4 is aangeduid met F5; figuren 6 en 7 op grotere schaal een doorsnede weergeven, respektievelijk volgens lijnen VI-VI en VII-VII in figuur 3; figuren 8 en 9 varianten weergeven van de uitvinding; figuur 10 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn X-X in figuur 9;
figuur 11 een zicht weergeeft gelijkaardig aan dat van figuur 10 doch voor een uitvoeringsvariante.
Zoals weergegeven in figuur 1 heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 1 voor het verzamelen van afval in een voertuig 2. De inrichting 1 is hier volgens de uitvinding voorzien van bevestigingsmiddelen 3 die toelaten dat de inrichting 1, of altans een gedeelte ervan, op verschillende plaatsen in het voertuig 2 kan worden aangebracht, bij voorkeur zelfs zodanig dat het aanbrengen en wegnemen herhaaldelijk kan gebeuren.
Volgens de uitvoeringsvorm van figuren 1 tot 7 bestaat de inrichting 1, naast de voornoemde bevestigingsmiddelen 3, uit een houder 4, die met de bevestigingsmiddelen 3 is verbonden, en een aan de houder 4 aangebrachte recipiënt 5, in dit geval een kleine zak, bijvoorbeeld uit plastic.
Zoals weergegeven in figuur 4 bestaat de houder 4 uit een beugel. Deze beugel is bij voorkeur plastisch vervormbaar zodat hij in verschillende vormen kan worden gedrukt, waardoor de inrichting 1 qua vorm en afmetingen kan worden aangepast aan de plaats waar zij wordt aangebracht in het voertuig 2, in funktie van de aldaar beschikbare ruimte. Het is duidelijk dat de vervormbaarheid ook op andere wijzen kan worden verkregen.
Zoals weergegeven in figuur 5, zijn de bevestigingsmiddelen 3 bij voorkeur voorzien van eenvoudig losmaakbare koppeldelen 6 en 7, waarvan het eerste kan samen werken met het oppervlak 8 van een deel 9 van het voertuig 2, en waarvan het tweede bevestigd is of deel uitmaakt van het verpaatsbare gedeelte van de inrichting 1. Deze koppeldelen 6 en 7 kunnen zoals weergegeven bestaan uit de twee gedeelten van een klitsluiting. Het koppeldeel 6 is bij voorkeur zelfklevend, in dit geval aan de weergegeven zijde
10, waardoor dit op een oppervlak 8 kan worden gekleefd. Ten einde de kleeflaag op de zijde 10 te beschermen voor het aanbrengen op het oppervlak 8, kan hiertegen een verwijderbare beschermlaag 11 zijn aangebracht.
De bevestiging van de recipiënt 5 aan de beugel 4 kan van willekeurige aard zijn. Bij voorkeur zal, zoals weergegeven in figuur 4 gebruik worden gemaakt van een open beugel en, zoals weergegeven in figuren 6 en 7, van een recipiënt 5 met een lusvormige bovenrand 12, een en ander zodanig dat de recipiënt 5 eenvoudig met de bovenrand 12 over de beugel kan worden geschoven.
De werking en het gebruik van de inrichting 1 die in figuren 1 tot 7 is afgebeeld is hoofdzakelijk als volgt.
Eerst wordt het koppeldeel 6 op de plaats waar men de inrichting 1 wenst aan te brengen vastgekleefd. Vervolgens wordt de houder 4, met een hieraan aangebrachte recipiënt 5, door middel van het koppeldeel 7 aan het koppeldeel 6 gehecht.
Indien men een volle recipiënt 5 wenst te vervangen, kan dit het eenvoudigste door de houder 4 van het koppeldeel 6 los te maken, de volle recipiënt 5 af de houder 4 te schuiven, en een nieuwe recipiënt 5 op de houder 4 aan te brengen, waarna deze door middel van het koppeldeel 7 terug aan het koppeldeel 6 wordt gehecht.
Het is echter duidelijk dat de recipiënt 5 ook kan vervangen worden terwijl de houder 4 aan de wand 8 bevestigd blijft.
Belangrijk evenwel is dat de inrichting 1, of althans toch het gedeelte ervan dat gevormd is door de houder 4, de recipiënt 5 en het koppeldeel 7, eenvoudig op een andere plaats kan worden bevestigd, in dit geval door op deze andere plaats een tweede koppeldeel 6A aan te brengen, analoog als het koppeldeel 6.
Volgens een andere mogelijkheid wordt het koppeldeel 6 losgetrokken en op een andere plaats vastgekleefd.
In het geval dat weinig plaats beschikbaar is, bijvoorbeeld bij een bevestiging aan de deur 13 van een personenwagen, kan de inrichting 1 gedeeltelijk worden samengedrukt zoals weergegeven in streeplijn in figuur 4.
In figuur 8 is een variante weergegeven waarbij de recipiënt 5 bestaat uit een afvalemmer, waarin al dan niet een zak 14 is aangebracht. De bevestigingsmiddelen 3 bestaan in dit voorbeeld uit een tweevoudige koppeling, enerzijds een koppeling die gevormd is door koppeldelen 6 en 7, analoog als in figuur 5, en anderzijds een koppeling die bestaat uit koppeldelen 8 en 9, gevormd door een beugel en een aan de recipiënt 5 aangebrachte haak waarmee de recipiënt 5 aan de beugel kan worden vastgehaakt. Het is duidelijk dat de recipiënt 5 in dit geval eenvoudig kan worden geledigd, hetzij door de zak 14 met het hierin aanwezige afval te vervangen, hetzij door de recipiënt 5 los te haken en de inhoud, samen met de zak 14 wanneer deze aanwezig is, uit te kippen.
De inrichting van figuur 8 kan ook zonder de zak 14 worden aangewend.
In figuren 9 en 10 is nog een praktische uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij de recipiënt 5 bestaat uit een vlakke of relatief vlakke tas, in de vorm van een zogenaamde "mallette", die bijvoorbeeld tegen de voorzijde 17 van het zitgedeelte 18 van een zetel 19 kan worden bevestigd. De tas is bij voorkeur langwerpig. De hierbij aangewende bevestigingsmiddelen 3 kunnen bestaan uit koppeldelen 6 en 7 van analoge vorm als in figuur 5, doch die zich wel over de volledige lengte van de tas uitstrekken.
De recipiënt 5 kan hierbij bestaan uit leder, een weefsel, of dergelijke en kan eventueel worden voorzien van een vervangbare beschermzak 20 uit kunststof, papier of dergelijke.
Het is duidelijk dat de uitvinding ook met andere bevestigingsmiddelen kan worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van een zuignap.
Zoals uiteengezet in de inleiding en zoals afgebeeld in het voorbeeld van figuur 11, heeft de uitvinding ook betrekking op inrichtingen 1 die bestaan uit een vaste houder 21, die op zich ook de vorm van een recipiënt kan vertonen, waarin of waaraan een vervangbare recipiënt 22 is aangebracht en/of kan worden aangebracht.
Zoals weergegeven in figuur 11 kan deze houder 21 bestaan uit een element dat vast verbonden is aan de voorzijde 17 van het zitgedeelte 18 van een zetel 19, dat samen met de voorzijde 17 een tas vormt waarin de eigenlijke recipiënt 5, die bij voorkeur bestaat uit een plastic zak, is aangebracht en/of kan worden aangebracht. ook in dit geval vertoont het geheel bij voorkeur de vorm van een vlakke of relatief vlakke tas.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting voor het verzamelen van afval in een voertuig kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
Device for collecting waste in a vehicle.
The present invention relates to a waste collection device, more especially for use in a vehicle.
In the first place, the invention is intended for passenger cars and trucks, but in general it can also be applied in other vehicles.
The inconvenience of the limited possibility of collecting waste in a car has been known for a long time. Usually, only a few ashtrays are fitted in wagons, which, due to their small size and limited volume, must be emptied after a very short period.
For larger waste, such as the packaging of foodstuffs and the like, the aforementioned ashtrays cannot even be used. In addition, the ashtrays are not always easily accessible to all occupants
The object of the invention is to provide an efficient solution to this.
To this end, the invention consists of a device for collecting waste in a vehicle, characterized in that it mainly consists of a container and / or a container for a container and fasteners allowing the container and / or the container to be located in different places. can be mounted in the vehicle.
This provides the advantage that the device can be arranged according to the user's wishes.
The invention also relates to a device consisting of a holder fixedly mounted in the vehicle, which is provided with a replaceable container.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below, by way of example without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
figure 1 shows a device according to the invention mounted in a vehicle; figures 2 and 3 show views on a larger scale according to arrows F2 and F3 in figure 1; figure 4 represents the part indicated by arrow F4 in figure 3; figure 5 shows on a larger scale and in exploded position the part indicated by F5 in figure 4; figures 6 and 7 show a cross-section on a larger scale, respectively according to lines VI-VI and VII-VII in figure 3; figures 8 and 9 represent variants of the invention; figure 10 shows a cross-section along line X-X in figure 9 on a larger scale;
figure 11 represents a view similar to that of figure 10 but for an embodiment variant.
As shown in figure 1, the invention relates to a device 1 for collecting waste in a vehicle 2. The device 1 here is provided according to the invention with fastening means 3 which allow the device 1, or at least a part thereof, to be mounted on different places in the vehicle 2 can be arranged, preferably even such that the fitting and removal can take place repeatedly.
According to the embodiment of figures 1 to 7, the device 1 consists, in addition to the aforementioned fastening means 3, of a holder 4, which is connected to the fastening means 3, and a receptacle 5, in this case a small bag, arranged on the holder 4, for example plastic.
As shown in figure 4, the holder 4 consists of a bracket. This bracket is preferably plastically deformable so that it can be pressed into different shapes, whereby the device 1 can be adapted in shape and dimensions to the place where it is fitted in the vehicle 2, depending on the space available there. It is clear that the deformability can also be obtained in other ways.
As shown in figure 5, the fastening means 3 are preferably provided with easily detachable coupling parts 6 and 7, the first of which can interact with the surface 8 of part 9 of the vehicle 2, and the second of which is attached or forms part of the pourable part of the device 1. These coupling parts 6 and 7 can, as shown, consist of the two parts of a Velcro closure. The coupling part 6 is preferably self-adhesive, in this case on the side shown
10, whereby it can be adhered to a surface 8. In order to protect the adhesive layer on the side 10 before application to the surface 8, a removable protective layer 11 can be provided against it.
The attachment of the container 5 to the bracket 4 can be of any kind. Preferably, as shown in Fig. 4, use will be made of an open bracket and, as shown in Figs. 6 and 7, of a receptacle 5 with a loop-shaped top edge 12, such that the receptacle 5 is simply with the top edge 12 over the bracket can be slid.
The operation and use of the device 1 shown in Figures 1 to 7 is mainly as follows.
First, the coupling part 6 is glued to the place where it is desired to arrange the device 1. The holder 4, with a receptacle 5 arranged thereon, is then adhered to the coupling part 6 by means of the coupling part 7.
If one wishes to replace a full receptacle 5, this is easiest by detaching the holder 4 from the coupling part 6, sliding the full receptacle 5 off the holder 4, and placing a new receptacle 5 on the holder 4, after which it is bonded back to the coupling part 6 by means of the coupling part 7.
It is clear, however, that the container 5 can also be replaced while the container 4 remains attached to the wall 8.
It is important, however, that the device 1, or at least the part thereof which is formed by the holder 4, the receptacle 5 and the coupling part 7, can easily be mounted in another place, in this case by a second coupling part at this other location. 6A, analogous to the coupling part 6.
Alternatively, the coupling part 6 is pulled loose and glued in another place.
In the event that little space is available, for example when fastening to the door 13 of a passenger car, the device 1 can be partially compressed as shown in broken line in Figure 4.
Figure 8 shows a variant in which the container 5 consists of a waste bucket, in which a bag 14 may or may not be arranged. The fastening means 3 in this example consist of a double coupling, on the one hand a coupling which is formed by coupling parts 6 and 7, analogous to that in figure 5, and on the other hand, a coupling consisting of coupling parts 8 and 9, formed by a bracket and a receptacle 5 provided hook with which the receptacle 5 can be hooked to the bracket. It is clear that in this case the container 5 can be easily emptied, either by replacing the bag 14 with the waste contained therein, or by unhooking the container 5 and the contents, together with the bag 14 when it is present, chicken out.
The device of figure 8 can also be used without the bag 14.
Figures 9 and 10 show a further practical embodiment, in which the receptacle 5 consists of a flat or relatively flat bag, in the form of a so-called "mallette", which can for instance touch the front 17 of the seating part 18 of a seat 19. be confirmed. The bag is preferably elongated. The fastening means 3 employed herein can consist of coupling parts 6 and 7 of analogous shape as in figure 5, but which do extend over the full length of the bag.
The receptacle 5 can here consist of leather, a fabric, or the like, and can optionally be provided with a replaceable protective bag 20 of plastic, paper or the like.
It is clear that the invention can also be realized with other fastening means, for instance by using a suction cup.
As set forth in the preamble and as shown in the example of Figure 11, the invention also relates to devices 1 consisting of a fixed container 21, which in itself may also take the form of a container, in or to which a replaceable container 22 has been applied and / or can be applied.
As shown in figure 11, this holder 21 may consist of an element which is fixedly connected to the front 17 of the seating part 18 of a seat 19, which together with the front 17 forms a bag in which the actual container 5, which preferably consists of a plastic bag has been applied and / or can be applied. in this case too, the whole preferably has the form of a flat or relatively flat bag.
The present invention is by no means limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such a device for collecting waste in a vehicle can be realized in various shapes and sizes without departing from the scope of the invention.