BE1008810A3

BE1008810A3 - Deur en combinatie van handgreep en handgreephuis daarvoor.

Info

Publication number: BE1008810A3
Application number: BE9400955A
Authority: BE
Inventors: Christophe Albert Nad Sergeant
Original assignee: Christophe Albert Nad Sergeant
Priority date: 1994-10-21
Filing date: 1994-10-21
Publication date: 1996-08-06

Abstract

De uitvinding betreft een deur omvattende een handgreep. De handgreep is in het algemeen een van het deurpaneel uitstekend element dat het uiterlijk van de deur kan verstoren. De uitvinding heeft ten doel een deur te verschaffen, waarbij de handgreep niet of nauwelijks het uiterlijk van de deur verstoort. Daartoe verschaft de uitvinding : een deur, omvattende een handgreep (29) en gekenmerkt door een de handgreep (29) opnemend handgreepbuis (13) en door een in een dwars op de deur staande richting gerichte relatieve verplaatsbaarheid tussen de handgreep (29) enerzijds en het handgreephuis (13) anderzijds.

Description

DEUR EN COMBINATIE VAN HANDGREEP EN HANDGREEPHUIS DAARVOOR
De uitvinding betreft een deur omvattende een handgreep.

De handgreep is in het algemeen een van het deurpaneel uitstekend element dat het uiterlijk van de deur kan verstoren. De uitvinding heeft ten doel een deur te verschaffen, waarbij de handgreep niet of nauwelijks het uiterlijk van de deur verstoort.

Daartoe is de deur volgens de uitvinding gekenmerkt zoals aangeduid is in conclusie 1.

De ui tvinding betreft en verschaft tevens een combinatie zoals aangeduid is in conclusie 8.

De uitvinding zal in de hiernavolgende beschrijving worden verduidelijkt aan de hand van tekeningen, waarin voorstellen :
Fig 1 een perspectivisch aanzicht van een deur volgens de uitvinding ;
Fig 2 op grotere schaal de doorsnede II van Fig 1 ;
Fig 3 op grotere schaal de fractie III van Fig 1 ;
Fig 4 een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht van een aantal onderdelen uit Fig 2 ;
Fig 5 een doorsnede over lijn V-V van Fig 2 en
Fig 6 een met Fig 4 overeenkomend aanzicht betreffende een andere uitvoeringsvariant.

De deur 1 van Fig 1 omvat een paneel 2 met scharnieren 3 en een handgreepinrichting 4. Zoals getoond in Fig 3 omvat de deur 1 een normaal slot dat in een slothuis 5 is opgenomen. Het slothuis 5 is middels een flens 6 en niet getekende schroeven in de sluitzijde van de deur opgenomen. Verder is daar in de deur 1 opgenomen en bevestigd een aan de plaat 8 vastgelaste trommel 9. Het slothuis 5 steekt door de sleuven 10 en 11 van de plaat 8 respectievelijk trommel 9. De trommel 9 is middels zijflenzen 12 die in of practisch in het zijvlak van de deur l'staan aan de deur bevestigd. Daartoe zijn bijvoorkeur geringe uitsparingen in de deurzijvlakken aangebracht. Eventueel liggen deze dunne platen 12 op de deurzijvlakken.

In de trommel 9 is een handgreephuis 13 aangebracht dat een aantal bijvoorbeeld drie over de omtrek verdeelde uitsteeksels 14 heeft, die opgenomen zijn in respectievelijke sleuven 15 van de trommel9, zodaig dat het handgreephuis 13 in richtingen 16 d. w. z. dwars op het deurvlak ten opzichte van de trommel 9

en daarmede ten opzichte van de deur verplaatsbaar is. De trommel 9 heeft tenminste een doch bijvoorkeur twee kogelhuizen 17 elk voor het opnemen van een veer 18 met een kogel 19 die in drie standen kan grijpen in een buitenholte 20 van het handgreephuis 13 om de standen daarvan vast te houden.

De trommel 9 heeft aan de zijde waar het slot 5 doorheen gaat een daaraan gepaste brede uitsparing 22, opdat tijdens het verschuiven van het handgreephuis 13 dit niet met het slot 5 in conflict komt.'
Het slot 5 bevat de gebruikelijke onder de werking van een veer 23 staande slotschoot 24 die middels een stang 26 op een vleugel 25 van een slotas 27 met een vierkante doorgang aangrijpt, waarin een vierhoekige as 28 passend maar met nauwe, klemmende passing doorheen steekt. Deze as blijft tijdens het gebruik van het slot 5 overschuif- baar in de as 28. Aan elk einde van de as 28 bevindt zieh een handgreep 29 van de in de tekening weergegeven langgerekte vorm, waarvan het buitenvlak zieh bijvoorkeur in het buitevlak van een plaat 12 bevindt.

De langgerekte, aan de einden afgeronde vorm van de handgreep 29 past met geringe speling in een aangepaste holte 30 van het handgreephuis 13. Middels een schroef 31 is de handgreep 29 op een einde van de as 28 bevestigd.

Fig 2 toont hoe bij een middenstand van het handgreephuis 13 de buitenvlakken van dit huis de platen 12 en de handgreep 31 in een en hetzelfde buitenvlak 34 van de deur 1 samenvallen.

De deur 1 bevat bijvoorbeeld een rechthoekig houten freem 35 met een normale dekplaat 36 en een vulling 37. Daarbij kan eventueel een metalen verfraaiingsplaat 38 de buitenzijde van de deur 1 vormen. Dan ziet men aan de buitenzijde een doorlopend metalen vlak 38.

Indien het handgreephuis aan de ene zijde naar binnen wordt geschoven, komt het aan de andere zijde naar buiten, zoals met streeplijnen is aangeduid.

In het geval van een kastdeur is de trommel 13 indrukbaar tegen de werking van een lichte bladveer 40 die aangrijpt op twee pennen 14 van het handgreephuis 13 en twee pennen 54 var de trommel 9. De bediening van de handgreep 29 en het verminderen van de uitwendige kracht tegen het handgreephuis 13 komt dit huis Automatisch terug. (zie Fig 6) Een handgreep 29 kan dan aan de binnenzijde vervallen of niet hanteerbaar zijn.

Claims

CONCLUSIES 1. Deur (1), omvattende een handgreep (29) en gekenmerkt door een de handgreep (29) opnemend handgreephuis (13) en door een in een dwars op de deur staande richting gerichte relatieve verplaatsbaarheid tussen de handgreep (29) enerzijds en het handgreephuis (13) anderzijds.
2. Deur (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de deur (1) een gebouwdeur is, die een dikte heeft van meer dan 6 cm en liefst meer dan 7 cm.
3. Deur (1) volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de handgreep (29) niet en het handgreephuis (13) wel in de dwars op de deur staande richting verplaatsbaar is.
4. Deur (1) volgens een van de conclusies 1-3 met het kenmerk dat het handgreephuis (13) vanuit een ruststand tegen veerwerking in in de dwars op de deur gerichte richting verplaatsbaar is.
5. Deur (1) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat het handgreephuis (13) in dwarsrichting verplaatsbaar is tussen tenminste twee doch bijvoorkeur drie standen, waarin het door middel van een inklik-inrichting (18-20) wordt vastgehouden.
6. Deur (1) volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het handgreephuis (13) vanuit een ruststand, waarin zijn voorvlak in hoofdzaak samenvalt met een voorvlak van de deur en een voorvlak van de handgreep (29) tegen veerwerking in achterwaarts, d. w. z. dwars op de deur verplaatsbaar is.
7. Deur volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat een eerste handgreephuis (13) de handgreep (29) omhult en dat een tweede handgreephuis het eerste handgreephuis (13) omhult, welk tweede handgreephuis in dwarsrichting ten opzichte van de deur, bijvoorkeur tegen veerwerking in verplaatsbaar is, terwijl het eerste handgreephuis (13) in dwarsrichting ten opzichte van het tweede handgreephuis bijvoorkeur tegen veerwerking in, verplaatsbaar is.
8. Combinatie van een handgreep en een handgreephuis, kennelijk bestemd om met een deurpaneel een deur volgens een van de volgende conclusies te vormen.