<Desc/Clms Page number 1>
Inbraakwerend samenstel bestaande uit twee profielen.
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een eerste en een tweede, met elkaar samenwerkend, profiel voor
EMI1.1
het afschermen van de ruimte tussen een vast constructiedeel t (in het bijzonder kozijn) en een ten opzichte daarvan ver- draaibaar paneel (in het bijzonder deur of raam).
Een dergelijk samenstel is op zieh bekend ; zie bijvoorbeeld FR-A-2 590 928 en EP-B-389 532.
De in een dergelijk bekend samenstel toegepaste profielen zijn door walsen uit plaatmateriaal vervaardigd. Deze bewerking is arbeidsintensief en duur, in het bijzonder omdat een latere oppervlaktebehandeling onontbeerlijk is. Door het walsen ontstaan in het materiaal blijvende spanningen die het gericht en rechtlijnig aanbrengen van de profielen langs bijvoorbeeld kozijn en deur bemoeilijken en het vrijwel onmogelijk maken nauwe toleranties aan te houden die echter, mede door het feit dat een draaiend paneel ook een verplaatsing ten opzichte van het vaste constructiedeel ondergaat, noodzakelijk zijn. De configuratie van de bekende profielen vergt veel plaatmateriaal en is dus zwaar.
Een groot bezwaar van het bekende samenstel is voorts dat, wanneer op een bepaalde plaats tussen het profiel en de ondergrond waarop het is bevestigd krachten worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door middel van een breekijzer of beitel, deze krachten over de gehele lengte van het profiel op de ondergrond zullen worden overgedragen zodat het uitoefenen van een loswrikkracht op een bepaalde plaats van het profiel ertoe leidt dat het profiel niet plaatselijk, doch over een aanzienlijke afstand kan worden losgewrikt.
Dit is het gevolg van het feit dat bij het uitoefenen van dergelijke krachten het plaatmateriaal niet plaatselijk
<Desc/Clms Page number 2>
uitbuigt doch de uitgeoefende krachten afleidt naar de rest van het profiel.
De uitvinding beoogt een samenstel met aanzienlijk betere eigenschappen te verschaffen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat : de profielen door extrusie uit aluminium zijn vervaar- digd ; het eerste profiel een basis omvat met aan het eerste einde daarvan een in hoofdzaak dwars daarop uitstekend eerste been en aan het tweede einde een eveneens dwars daarop en tot voorbij de eindrand van het eerste been uitstekend tweede been waarvan het einde in de vorm van een derde been in de richting van het eerste been is omgezet en het tweede profiel een basis omvat met aan één einde een daarvan uitgaand vierde been, een en ander met een zodanige configuratie dat in de gemonteerde toestand der beide profielen en bij dichtgedraaid paneel de eindrand van het vierde been in hoofdzaak tegenover de eindrand van het derde been ligt.
De vervaardiging door extrusie uit aluminium resulteert in een veel goedkopere vervaardiging en een veel lager gewicht (dus lagere transportkosten en gemakkelijker vervoer door de gemiddelde doe-het-zelver) terwijl aluminium bovendien het grote voordeel heeft taai en buigzaam te zijn : wanneer op een bepaalde plek loswrikkrachten tussen ondergrond en profiel worden uitgeoefend zal het profiel uitsluitend op die plaats uitbuigen en over de rest van de lengte intact blijven. Wanneer tussen de samenwerkende delen van het samenstel forceerkrachten worden uitgeoefend treedt hetzelfde effect op : uitsluitend daar waar getracht wordt het samenstel te forceren zal het materiaal uitbuigen en het zal over de rest van de lengte intact blijven.
De voorgestelde configuratie resulteert in een verregaande bescherming van de kwetsbare ruimte tussen paneel en vast constructiedeel. Om deze ruimte te bereiken is het nodig achtereenvolgens meerdere delen over een aanzienlijke lengte
<Desc/Clms Page number 3>
te forceren wat buitengewoon tijdrovend is en er al spoedig toe zal leiden dat een inbreker zijn pogingen opgeeft.
Een bijkomend voordeel van de voorgestelde configuratie is dat de bevestigingsschroeven verregaan ontoegankelijk zijn.
Een voorkeursuitvoeringsvorm, bestemd te worden toegepast bij een naar binnen draaiend paneel is beschreven in conclusie 2.
Een uitvoeringsvorm, bestemd te worden toegepast bij een naar buiten draaiend paneel is beschreven in conclusie 3.,
Voorkeursuitvoeringsvormen van het profiel zijn beschreven in de conclusies 4 t/m 6.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont : figuur 1 een dwarsdoorsnede van een samenstel, bestemd te worden toegepast bij een naar binnen draaiende deur.
De figuren 2 t/m 5 tonen in een soortgelijke doorsnede de verschillende stadia van plaatselijke deformatie van het samenstel volgens de uitvinding wanneer getracht wordt dit te forceren.
Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede door een samenstel volgens de uitvinding, bestemd te worden toegepast bij een naar buiten draaiende deur.
In de figuren zijn overeenkomstige delen aangegeven met gelijke verwijzingscijfers.
In de figuren 1 t/m 5 is met 2 aangegeven een kozijn en met 4 een met dit kozijn samenwerkende naar binnen draaiende deur die via de tochtstrip 6 in de gesloten stand tegen dit kozijn aanligt. De kritische ruimte 8 tussen kozijn 2 en deur 4 wordt beschermd door het in zijn geheel met 10 aangegeven profielsamenstel volgens de uitvinding.
Dit profielsamenstel bestaat uit twee uit aluminium geëxtrudeerde profielen. Het eerste, aangegeven met 12, is bevestigd aan het kozijn 2 en het tweede, aangegeven met 14, is bevestigd aan de deur 4. Het eerste profiel 12 omvat een basis 16 met aan het eerste einde 16a daarvan een uitstekend eerste been 18. Vanuit het tweede einde 16b van de basis 16
<Desc/Clms Page number 4>
steekt een tweede been 20 uit waarvan het einde haaks is omgezet tot een derde been 22. Nabij het eerste einde 16a is in de basis 16 een insnoering 24 gevormd terwijl nabij het tweede einde 16b vanuit de basis een korte ribbe 26 uitsteekt. Bij bevestiging van het profiel 12 op het kozijn 2 door middel van de schroeven 28 zal deze ribbe 26 in het kozijn doordringen en daarmee een extra beveiliging tegen loswrikken van het profiel verschaffen.
Het tweede profiel 14 heeft eveneens een basis aangegeven met 30 en vanuit deze basis steekt een vierde been 2 uit. Ook van dit profiel is de basis voorzien van een uitstekende ribbe 34 die bij het bevestigen van het profiel 14 op de deur 4 door middel van de schroeven 36 in het materiaal van de deur dringt en daardoor een extra beveiliging tegen forceren geeft.
Zoals uit de figuur blijkt is de configuratie van het geheel zodanig dat in de gemonteerde toestand en bij gesloten deur de eindrand van het been 22 onder vrijlating van een kleine tussenruimte ligt tegenover de eindrand van het been 32.
Zoals de figuur toont heeft van beide profielen de basis over de lengte daarvan niet overal dezelfde dikte : van de basis 16 neemt de dikte, uitgaande van het einde 16a, naar het einde 16b toe terwijl van de basis 30 de dikte uitgaande van het einde 30a naar het einde 30b toeneemt. Dit vergemakkelijkt in aanzienlijke mate het boren van de noodzakelijke bevestigingsgaten.
Hoe met dit profielsamenstel de kritische ruimte 8 tussen kozijn 2 en deur 4 wordt beschermd blijkt duidelijk uit de figuren 2 t/m 5.
Om deze ruimte 8 te bereiken zal allereerst de afstand 40 tussen de eindranden 32a en 32b moeten worden vergroot, en dit over een voldoende afstand om op meerdere plaatsen een breekijzer door te laten. Als gevolg van de taaiheid van het profielmateriaal zal dit forceren op een aantal plaatsen, en herhaald, moeten gebeuren. Van het profiel 12 zal het been 20 gaan uitbuigen ten opzichte van de basis 16 op de over-
<Desc/Clms Page number 5>
gangsplaats 42 tussen deze delen ; figuur 2 toont de eerste fase van dit proces en figuur 3 de tweede fase daarvan. Dat zal een inbreker reeds veel tijd hebben gekost, mede doordat, zoals gezegd, het forceren op een aantal naast elkaar gelegen plaatsen moet gebeuren.
Wanneer eenmaal de toestand volgens fig. 3 is bereikt is de ruimte tussen kozijn 2 en deur 4 nog steeds niet bereikbaar : deze wordt afgeschermd door de combinatie van het been 18 en de basis 30 van het profiel 14. Er rest een inbreker dan niets anders dan te trachten door het wegforceren van het been 32 van het profiel 14 zieh toegang tot deze kritische ruimte te verschaffen en ook dit is zeer tijdrovend ; ook hier zal forceren slechts resulteren in een uitbuiging op slechts een bepaalde plaats zodat uitsluitend herhaald op naast elkaar gelegen plaatsen uitgevoerd forceren zal resulteren in de situatie volgens figuur 4, waarin de ruimte tussen de profielen met een breekijzer toegankelijk is.
Ook dan nog is de kritische ruimte 8 tussen kozijn en deur nog steeds niet bereikbaar, immers : het been 18 zit nog in de weg. Uitbuigen van het been 18 in de richting van de basis 30 van het profiel 14 heeft geen zin omdat daardoor de toegang slechts wordt afgesloten zodat er geen andere mogelijkheid is dan te trachten door het forceren van het been 18 van de basis 30 af iets te bereiken. Hier echter zal de insnoering 24 van de basis 16 ervoor zorgen dat het versmalde einde van deze basis, tezamen met het been 18, in de in figuur 5 getekende stand komt waarmee de toegang tot de ruimte tussen kozijn 2 en deur 4 definitief is afgesloten.
Het zal uit het bovenstaande duidelijk zijn dat het profielsamenstel volgens de uitvinding een zeer afdoende beveiliging tegen forceren biedt.
De in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm is, zoals gezegd, bestemd te worden gebruikt voor naar binnen draaiende deuren of panelen. Onder toepassing van een zelfde eerste profiel 12 als dat wat in het voorgaande is beschreven, doch met een gewijzigd tweede profiel met een configuratie zoals getoond in figuur 6 wordt een samenstel volgens de
<Desc/Clms Page number 6>
uitvinding ter beveiliging van naar buiten draaiende panelen, in het bijzonder deuren, verkregen. In figuur 6 is het kozijn aangegeven met 2'en de, in de richting van de pijl 60 naar
EMI6.1
buiten draaiende deur met 4' het eerste profiel is aangegeven met 121 de delen daarvan zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers als die gebruikt in de figuren 1 t/m 5, voorzien van een accent-teken (").
Het tweede profiel 62 bestaat uit de basis 64 bevestigd op de deur 4'van welke basis het smalle einde 6'overgaat in een uitstekend been, in zijn geheel aangegeven met 68. Dit been 68 bestaat uit een eerste part 68a dat met de basis 64 een stompe hoek insluit, een tweede part 68b dat in de gemonteerde toestand van het samenstel en bij gesloten deur in hoofdzaak evenwijdig ligt aan het been 18'van het eerste profiel 12'en een derde part 68c waarvan het einde 70 in gesloten toestand van de deur 4'
EMI6.2
ligt tegenover het einde 22' het been 221 het eerste profiel 12'. Bij voorkeur zijn de overgangen tussen de vanverschillende parten enigszins ingesnoerd, zoals aangegeven met 72 en 74.
Het zal duidelijk zijn dat ook bij dit samenstel een inbreker zal worden geconfronteerd met het probleem dat bij forceren slechts een plaatselijke deformatie optreedt en dat een aantal barrières moet worden overwonnen voordat de kritische ruimte 76 tussen kozijn 2'en deur 4'toegankelijk is geworden. Wanneer het al lukt het part 68c van het been 68 op een aantal plaatsen uit te buigen blijft nog steeds de ruimte tussen het part 68b en het been 18'te overwinnen ; het plaatsen van een breekijzer tussen deze twee delen zal resulteren in een situatie overeenkomstig die welke in figuur 5 is afgebeeld, dus het ombuigen van het been 18'via de insnoering 24'waardoor de ruimte 76 definitief onbereikbaar is geworden.