<Desc/Clms Page number 1>
Vorminrichting
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van vormlingen uit klei voor de produktie van stenen, voorzien van een transporteur voor losse vormbakken, boven de transporteur aangebrachte vulmiddelen voor het inbrengen van klei in de vormbakken, afstrijkmiddelen voor het afstrijken van een gevulde vormbak, middelen voor het keren van gevulde vormbakken, een vormbakkentransporteur voor het transporteren van gekeerde vormbakken, ten opzichte van de vormbakkentransporteur hellend verlopende transportmiddelen voor het aangrijpen en oplichten van vormbakken, middelen voor het afvoeren van vormlingen en middelen voor het in een gesloten baan terugvoeren van vormbakken.
Een dergelijke inrichting is onder meer bekend uit :"Handbuch für die Ziegelindustrie" van Willi Bender en Frank Händle, blz. 212.
Bij deze bekende inrichting wordt de vormling aan het einde van het vormproces gelost uit de vormbak door de vormbak aan te grijpen en te lichten. De vormling blijft dan achter op de onderliggende transporteur.
Er zijn echter omstandigheden, bijvoorbeeld door wisselende samenstellingen van klei, dat het op deze wijze lossen niet of slecht plaatsvinden.
De uitvinding beoogt hiervoor een oplossing te verschaffen.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de vormbakken een beweegbare, onder voorspanning naar de sluitstand staande, bodem vertonen en nabij de vormbakkentransporteur middelen zijn aangebracht voor het uit de sluitstand bewegen van de bodem van een vormbak.
<Desc/Clms Page number 2>
Door de maatregelen volgens de uitvinding wordt bereikt, dat de bodem van de vormbak over een korte afstand wordt verplaatst en onmiddellijk daarna wordt teruggesteld.
Hierdoor ontstaat voldoende luchtruimte tussen de vormling en de bodem, waarna de vormling op bedrijfszekere wijze wordt gelost.
Verdere bijzonderheden en voordelen zullen naar voren treden uit de beschrijving van bijgaande tekeningen van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
In de tekeningen toont :
Figuur 1 een perspektivisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding,
Figuur 2 een perspektivisch aanzicht volgens de pijl II in figuur 1,
Figuur 3 een tot een groep samengevoegd aantal vormbakken volgens de uitvinding,
Figuur 4 een doorsnede-aanzicht langs de lijn IVIV in figuur 3 en
Figuur 5 een doorsnede-aanzicht volgens de lijn VV in figuur 3.
De inrichting 1 bevat een frame 2, dat onder meer een transporteur 3 steunt in de vorm van een rollenbaan, voor het transport van losse vormbakken 4. Boven de rollentransporteur 3 is een reservoir 5 voor klei geplaatst, dat via een door een rollenpaar 6 en een paar transportbanden 7 een stuk klei vanuit het reservoir 5 in de vormbakken 4 brengt. De vormbakken zijn bezand vanuit een reservoir 8, dat geplaatst is op de retourbaan voor de vormbakken. Boven de rollentransporteur 3 zijn aandrukrollen 9 geplaatst, welke de klei in de vormbak aandrukken. Een afstrijker- en afvoerorgaan in de vorm van een horizontaal verlopende band 10 verwijdert de overmaat aan klei in de vormbakken. Door middel van een plaatsingsmechanisme 11 wordt een plaat 12 op de vormbak gebracht, welke daarna over 1800 wordt gekeerd en op een tweede transporteur 13 wordt geplaatst.
Het keren vindt plaats met behulp van het mechanisme 14.
Elke vormbak of groep vormbakken is voorzien van zijdelings gerichte aangrijppennen 15, 16. Deze aangrijppen-
<Desc/Clms Page number 3>
nen treffen een hellend opgestelde geleidingsbaan 17. De vormbak wordt op deze wijze op afstand gebracht van de afdekplaten. De vormling kan worden gelost en blijft op de afdekplaat achter, terwijl de vormbak ter plaatse van positie 18 wordt gelicht en over de rollenbaan 19 in de retourbaan 20 wordt gebracht. Na het reinigen en bezanden wordt de vormbak weer onder het vulreservoir 5 gebracht. De vormlingen worden via de transporteur 21 naar een droogtoren 22 gebracht. De bovenaangegeven, niet in detail beschreven inrichting, is bekend.
Volgens de uitvinding worden vormbakken met een verplaatsbare bodem toegepast (fig. 2).
Door middel van de bladveer 23, die aan de einddelen 24, 25 met tegenover elkaar liggende wanden van de vormbak is verbonden, staat de verplaatsbare bodem onder voorspanning naar de sluitstand. In het middendeel is de bladveer ondersteund door de staaf 26. Door middel van een plunjervormig orgaan 27 wordt de bodem over korte afstand verplaatst, welke onmiddellijk daarna onder invloed van de bladveer 23 weer terugbeweegt. Op deze wijze wordt tussen de vormling en de bodem een luchtlaag gevormd, welke het lossen op bedrijfszekere wijze waarborgt.
Zoals blijkt uit bijvoorbeeld fig. 5 wordt de bodem over slechts zeer beperkte afstand verplaatst. De ingedrukte stand is aangegeven met de stippellijn 28. Bij deze uitvoeringsvorm volgens de figuren 3 tot 5 zijn vormbakken verenigd tot een groep en worden overbrugd (zie fig. 4) door een met de respektievelijke verplaatsbare bodems verbonden bedieningsbalk 29, die evenals bij de andere uitvoeringsvormen onder voorspanning staat van de bladveer 30. De bladveer 30 is via de verbindingsstang 31 met twee aangrenzende bedieningsbalken 29,32 verbonden. Een aantal van dergelijke konstrukties vormt samen de in fig. 3 aangegeven eenheid 33.
<Desc / Clms Page number 1>
Molding device
The invention relates to a device for manufacturing bricks from clay for the production of bricks, provided with a conveyor for loose molding trays, fillers arranged above the conveyor for introducing clay into the molding trays, stripping means for stripping a filled molding tray , means for turning filled mold containers, a mold container conveyor for transporting inverted mold containers, transporting means inclined with respect to the mold container conveyor for gripping and lifting mold containers, means for discharging green bricks and means for returning in a closed path molding trays.
Such a device is known inter alia from: "Handbuch für die Ziegelindustrie" by Willi Bender and Frank Händle, p. 212.
In this known device, the green brick is released from the mold container at the end of the molding process by engaging and lifting the mold container. The green brick remains behind on the underlying conveyor.
However, there are circumstances, for example due to varying clay compositions, that unloading in this manner does not take place or only takes place poorly.
The object of the invention is to provide a solution for this.
This is achieved according to the invention in that the mold containers have a movable bottom, which is biased towards the closed position, and means are arranged near the mold container conveyor for moving the bottom of a mold container out of the closed position.
<Desc / Clms Page number 2>
The measures according to the invention ensure that the bottom of the mold container is moved a short distance and is reset immediately afterwards.
This creates sufficient air space between the green brick and the bottom, after which the green brick is unloaded in a reliable manner.
Further details and advantages will emerge from the description of the accompanying drawings of an exemplary embodiment of the invention.
In the drawings shows:
Figure 1 shows a perspective view of the device according to the invention,
Figure 2 is a perspective view according to the arrow II in Figure 1,
Figure 3 shows a number of molding trays according to the invention combined into a group,
Figure 4 is a sectional view taken on the line IVIV in Figure 3 and
Figure 5 is a sectional view taken on the line VV in Figure 3.
The device 1 comprises a frame 2, which supports, inter alia, a conveyor 3 in the form of a roller conveyor, for the transport of loose mold containers 4. Above the roller conveyor 3, a reservoir 5 for clay is placed, which via a pair of rollers 6 and a pair of conveyor belts 7 brings a piece of clay from the reservoir 5 into the molding trays 4. The mold containers are sanded from a reservoir 8, which is placed on the return path for the mold containers. Pressure rollers 9 are placed above the roller conveyor 3 and press the clay into the mold container. A scraper and discharge member in the form of a horizontally extending belt 10 removes the excess clay in the mold containers. A plate 12 is placed on the molding tray by means of a positioning mechanism 11, which is then turned 1800 and placed on a second conveyor 13.
The turning takes place using the mechanism 14.
Each mold container or group of mold containers is provided with laterally oriented engagement pins 15, 16. These engagement
<Desc / Clms Page number 3>
A guide track 17 is inclined. The molding tray is thus spaced from the cover plates. The green bricks can be unloaded and remain on the cover plate, while the shaped box is lifted at position 18 and brought over the roller conveyor 19 into the return conveyor 20. After cleaning and sanding, the mold container is placed under the filling reservoir 5 again. The green bricks are brought via the conveyor 21 to a drying tower 22. The above-mentioned device, not described in detail, is known.
According to the invention mold containers with a movable bottom are used (fig. 2).
The movable bottom is biased to the closed position by means of the leaf spring 23, which at the end parts 24, 25 is connected to opposite walls of the mold container. In the middle part, the leaf spring is supported by the rod 26. The bottom is moved a short distance by means of a plunger-shaped member 27, which moves back immediately under the influence of the leaf spring 23. In this way an air layer is formed between the green brick and the bottom, which guarantees the unloading in a reliable manner.
As can be seen from, for example, Fig. 5, the bottom is moved only over a very limited distance. The pressed-in position is indicated by the dotted line 28. In this embodiment according to Figures 3 to 5, mold containers are united in a group and are bridged (see Figure 4) by a control bar 29 connected to the respective movable bottoms, which, like the other embodiments are biased of the leaf spring 30. The leaf spring 30 is connected via the connecting rod 31 to two adjacent operating bars 29,32. A number of such constructions together form the unit 33 shown in Fig. 3.