BE1007645A6

BE1007645A6 - Laadplatform voor vrachtwagens.

Info

Publication number: BE1007645A6
Application number: BE9301175A
Authority: BE
Original assignee: Dhollandia Naamloze Vennootsch
Priority date: 1993-10-29
Filing date: 1993-10-29
Publication date: 1995-08-29

Abstract

Laadplatform voor vrachtwagens, daardoor gekenmerkt dat het laadplatform (1) achteraan een uitstekend gedeelte (28) vertoont dat bovenop een verbindingselement (4), respectievelijk verbindingselementen (4), is gelegen en hiermede is verbonden.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Laadplatform voor vrachtwagens. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een laadplatform voor vrachtwagens, meer speciaal een laadplatform van het type dat in hoofdzaak gevormd wordt door een dragende struktuur waarvan het bovenvlak het eigenlijk laadvlak vormt en waarbij zulk laadplatform bestaat uit meerdere naast elkaar geplaatste en met elkaar verbonden elementen waarvan de grootste hoogte, gelegen ter plaatse van de ophang van het laadplatform, progressief afneemt in hoogte naar het vrij uiteinde toe van het laadplatform. 



  De voornoemde dragende struktuur wordt in een voordelige uitvoeringsvorm gevormd door een vakwerkkonkstruktie en is meestal ter plaatse van de grootste hoogte van het laadplatform door middel van verbindingselementen en door tussenkomst van drukcilinders bevestigd met het geraamte van het betreffende voertuig. 



  Deze voornoemde bevestiging van ieder verbindingselement geschiedt in het algemeen in twee punten die op een verschillende hoogte gelegen zijn en waarvan   een   punt het scharnierpunt vormt voor het laadplatform, terwijl het tweede punt de verbinding vormt met een drukcilinder en waarop dus een trekkracht wordt uitgeoefend. 



  Het is duidelijk dat door de langgerekte konstruktie van zulk laadplatform, het zwaartepunt van het geheel ver van het scharnierpunt gelegen is wanneer het laadplatform zich in een horizontale positie bevindt. 



  Eveneens is het duidelijk dat, wanneer het laadplatform zich in vertikale positie bevindt er zeer grote krachten op de verbindingselementen tussen het eigenlijk laadplatform 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 en het geraamte worden uitgeoefend omwille van de geringe afstand tussen het voornoemde scharnierpunt en het punt waar de drukcilinder aangrijpt. 



  Inderdaad wordt vooral om vanuit vertikale toestand het laadplatform omlaag te bewegen een zeer grote kracht uitgeoefend op de aangrijping tussen drukcilinder en laadplatform. 



  Door deze grote trekkrachten wordt de verbinding tussen het laadvlak en de verbindingselementen alsook deze verbindingselementen op zichzelf zwaar belast waardoor zich plaatselijk in het verbindingselement vervormingen kunnen voordoen met als resultaat een verzwakking of een slecht funktioneren van het geheel. 



  Een ander nadeel dat het gevolg is van het voorgaande bestaat erin dat de verbinding tussen het laadvlak en de verbindingselementen scheurt en/of loskomt onder invloed van voornoemde trekkrachten. 



  De huidige uitvinding beoogt dan ook een laadplatform waarbij de voornoemde nadelen zijn uitgesloten. 



  Tot dit doel heeft de huidige uitvinding betrekking op een laadplatform voor vrachtwagens met als kenmerk dat het laadplatform achteraan een uitstekend gedeelte vertoont dat bovenop een verbindingselement, respektievelijk verbindingselementen, is gelegen en hiermede is verbonden. 



  Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 figuur 1 schematisch een voertuig weergeeft dat aan zijn achterzijde is voorzien van een laadplatform volgens de uitvinding ; figuur 2 op een grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 met F2 is aangeduid. 



  Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat een laadplatform 1 volgens de uitvinding in hoofdzaak uit een dragende struktuur 2, waarvan het bovenvlak het eigenlijk laadvlak 3 vormt en uit in het algemeen twee verbindingselementen 4 die over de breedte van het laadplatform zijn voorzien en via dewelke het laadplatform 1 verbonden is met het geraamte 5 van het voertuig. 



  De dragende struktuur 2 bestaat uit een aantal bijvoorbeeld geëxtrudeerde holle profielen 6 in aluminium waarvan de wanden met elkaar verbonden zijn door tussensteunen 7. 



  Het laadvlak 3 van ieder element 6 vertoont een haakvormig element 8 aan het ene uiteinde en een inkeping 9 aan het andere uiteinde,   een   en ander zodanig dat ieder haakvormig element 8 kan samenwerken met de inkeping 9 van een volgend element 6. 



  Aan de onderzijde van het laadplatform worden, op de scheiding tussen twee naast elkaar liggende elementen 6, lasnaden 10 voorzien die de elementen 6 met elkaar verbinden. 



  Volgens de uitvinding bestaat ieder verbindingselement 4 uit een eerste en een tweede steun, respektievelijk   11, 12.   



  Zoals weergegeven in figuur 2 bestaat de eerste steun 11 bij voorkeur uit een hoofdzakelijk L-profiel waarin 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 boringen zijn aangebracht, respektievelijk 14 en 15 die, enerzijds, het scharnierpunt vormen van het laadplatform en, anderzijds, het drukpunt, respektievelijk trekpunt, van de drukcilinder of cilinders die de hoekverplaatsing bevelen van het laadplatform. 



  Het vrije uiteinde van het kortste been 16 van de voornoemde eerste steun 11 is nog voorzien van een omgezet gedeelte 17 dat aanligt tegen de voornoemde tweede steun 12. 



  Deze tweede steun 12 vertoont een hoofdzakelijk omgekeerd z-profiel waar het lichaam 18, enerzijds en anderzijds, armen 19 en 20 vertoont waarvan de arm 19 aanligt met de onderzijde van het aanliggend hol profiel 6 van het laadplatform terwijl de arm 20 voorzien is van een doorgang 21 die   c-axiaal   kan geplaatst worden met de boring 14 in de eerste steun 11 terwijl de bovenwand van de tweede steun 12 voorzien is van inkepingen, in dit geval drie, respektievelijk 22,23 en 24 waarmede kongruente tanden 25, 26 en 27 kunnen samenwerken dit tot die doel voorzien zijn in een uitstekend deel 28 van het aanliggend element 6 van het laadplatform. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de arm 20 hol uitgevoerd. 



  De schuine inkepingen 22, 23, respektievelijk de schuine tanden   25,     26, "alsook   de plaatsing van de inkeping 24 en de tand 27 zijn zodanig bepaald dat, onder invloed van het eigen gewicht G van het laadplatform eventueel vermeerderd met het gewicht L van een last, de in het laadvlak 
 EMI4.1 
 uitgeoefende trekkracht P zodanig gericht is dat de verankering tussen het laadplatform 1, meer speciaal het .. uitstekend gedeelte 28 van het betreffende element 6 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 maximaal verankerd wordt ten opzichte van de verbindingselementen 4. 



  De schuine inkepingen vertonen een hoek die bij voorkeur begrepen is tussen 40 en 60 graden. 



  Verder wordt nog een verbinding tussen de verbindingselementen 4 en het aanliggend element 6 van het laadplatform 1 gevormd door lasnaden 29 en 30. 



  Bij voorkeur wordt er nog een laatste verbinding tussen de verbindingselementen 4 en het laadplatform gevormd door, per verbindingselement 4 minstens een bout 31 die doorheen het element 6 en het lichaam 18 van de tweede steun 12 samenwerkt met een schroefdraadgat 32 in de eerste steun 11 van een verbindingselement 4. 



  Het laadplatform 1 zal geschikt bevestigd worden met het voertuig 5 door het verbindingselement 4 via de boringen 14 en 21 aan te brengen op een geschikte scharnieras 33 en door de boring 15 te verbinden met de as 34 van een drukcilinder 35. 



  Het is duidelijk dat aldus een laadplatform wordt bekomen dat de optredende trekkrachten zodanig opvangt dat een minimale of zelfs geen vervorming bij een verbindingselement 4 optreedt, waardoor zulk laadplatform 1 zelfs na lang en veelvuldig gebruik nog steeds optimaal funktioneert. 
 EMI5.1 
 



  Alhoewel in het hiervoor beschreven voorbeeld een . verbindingselement 4 steeds is beschreven als bestaande uit twee delen, is het duidelijk dat zulk verbindingselement 4 eveneens uit   een   deel kan bestaan. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 Eveneens wordt nog opgemerkt dat de voornoemde tanden volgens de weergegeven uitvoering voorzien zijn op het uitstekend gedeelte 28 van het laadplatform, terwijl de voornoemde inkepingen zijn aangebracht in het of de verbindingsstukken 4 waarbij echter niets belet dat de tanden voorzien zijn op het of de verbindingsstukken 4, terwijl de inkepingen in dat geval voorzien zijn in het uitstekend gedeelte 28. 



  Het is vanzelfsprekend dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch zulk laadplatform 1 kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt, zonder buiten het kader van de uitvinding te vallen.

Claims

KONKLUSIES. l.-Laadplatform voor vrachtwagens, daardoor gekenmerkt dat het laadplatform (1) achteraan een uitstekend gedeelte (28) vertoont dat bovenop een verbindingselement (4), respektievelijk verbindingselementen (4), is gelegen en hiermede is verbonden.

2.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd uitstekend gedeelte (28) in het verlengde is gelegen van het laadvlak (3) van het laadplatform (1).

3.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de bevestiging van het voornoemd uitstekend gedeelte (28) van het eigenlijk laadplatform (1) minstens gevormd wordt door uitstekende tanden (25, 26, 27) EMI7.1 die ingrijpen met kongruente inkepingen (22, 23, 24).

4. vrachtwagens volgens konklusie 3, daardoor gekenmerkt dat de uitstekende tanden (25, 26, zijn aangebracht op de onderzijde van het voornoemd uitstekend gedeelte (28), terwijl de inkepingen (22, 23, 24) zijn aangebracht in het of de verbindingsstukken (4).

5.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de tanden (25, 26), respektievelijk de inkepingen (22, 23) schuin zijn aangebracht.

6.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de tanden (25, 26), respektievelijk <Desc/Clms Page number 8> de inkepingen (22, 23) onder een hoek zijn geplaatst van 40 ä 60 graden.

7.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der konklusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de op het vrij uiteinde van het uitstekend gedeelte (28) geplaatste tand (27) evenwijdig gericht is met het laadvlak (3) van het laadplatform (1).

8.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat een verbindingsstuk (4) door middel van minstens een schroef (31) bijkomend verbonden is met het laadplatform (1).

9.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der voorgaande kanklusies, daardoor gekenmerkt dat een verbindingsstuk (4) bijkomend verbonden is met het laadplatform (1) door lassen.

10.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat in een verbindingsstuk (4) ter plaatse van het vrij uiteinde van EMI8.1 het uitstekend gedeelte (28) een boring is voorzien voor de scharnieras (33) van het laadplatform (1).

(14)11.-Laadplatform voor vrachtwagens volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat onder de voornoemde eerste boring (14) in een verbindingsstuk (4) een tweede boring (15) is voorzien voor de bevestiging van een drukcylinder.