<Desc/Clms Page number 1>
VERBINDINGSELEMENT VOOR WANDEN UIT OPEENGESTAPELDE HOUTEN
BALKEN EN WANDEN VERKREGEN DOOR HET GEBRUIK VAN DERGELIJKE
VERBINDINGSELEMENTEN Objekt van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op elementen voor het verbinden van op elkaar geplaatste houten balken die een wand vormen, b. v. voor prefabwoningen en dergelijke.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op wanden, waarbij dergelijke verbindingselementen worden gebruikt.
De uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op een element voor het verbinden van opeengestapelde houten balken om wanden te vormen in de hoeken van een woning of op andere plaatsen, waar een wand een andere wand loodrecht of onder een andere hoek raakt, een en ander zodanig dat op deze verbindingsplaatsen geen uitstekende delen worden gevormd.
Achtergrond van de uitvindinq en beschrijvinq van de stand van de techniek
Voor woningen uit opeengestapelde balken worden gebruikelijk, ter plaatse waar twee wanden elkaar raken of kruisen, met andere woorden op de hoeken van de woning en ter plaatse waar een binnenwand kruist met een buitenwand, de voorgenoemde balken voorzien van gedeeltelijke uitsparingen, een en ander zodanig dat de elkaar kruisende balklagen met elkaar kunnen ingrijpen, waardoor zij stevig met elkaar worden verbonden. Het nadeel ervan is dat in dit geval op deze plaatsen uitstekende delen worden gevormd door de uiteinden van de balklagen.
Uit het dokument BE 1004901 A3 (09100523) is een verbindingselement bekend, bestaande uit twee benen die onder
<Desc/Clms Page number 2>
een hoek zijn geplaatst en twee uitsteeksels die loodrecht op het door de benen gevormde vlak zijn aangebracht.
Bij deze uitvoeringsvorm moet men om het verbindingselement toe te passen, voor het verwezenlijken van een wand, de aanliggende balken aan hun uiteinden voorzien van boringen, waarin de uitsteeksels van een element kunnen aangebracht worden.
De balken zijn voorzien van een gleuf om een ruimte te vormen voor de verbindingselementen, die longitudinaal tussen de balken worden geplaatst. uit het dokument BE 871. 546 is er ook een hoekkonstruktie voor prefabwoningen gekend van het bovengenoemde type, waarbij de wanden van de woning gevormd worden door op elkaar gestapelde balken, en waarbij ter plaatse van iedere hoekverbinding, tussen iedere rij balken, een verbindingselement, b. v. een winkelhaak, wordt voorzien, dat minstens de onderliggende balken met elkaar verbindt.
Een uitsparing wordt hier dan ook voorzien in de balken om het verbindingselement te ontvangen.
Volgens het dokument BE 896. 579 is een hoekkonstruktie bekend waarbij men de balken onderling horizontaal en vertikaal verbindt aan de buitenkant van de hoek.
Verbindingen werden ook bekomen door het toepassen van schroeven, bouten met moeren, en dergelijke.
Doelstellinq van de uitvindinq
De uitvinding heeft tot doel een onzichtbare verbinding van geprofileerde balken te vormen waarbij geen uitsparing of gleuf moet worden voorzien voor het ontvangen van het verbindingselement tussen de op elkaar liggende balken.
Het voordeel van de door de uitvinding nagestreefde oplossing, in tegenstelling tot de klassieke kruisverbindingssytemen, is te vinden in het feit dat er op de hoeken geen uitstekende delen ontstaan, zodat de hoeken perfekt afgewerkt kunnen worden met om het even welk materiaal en dat
<Desc/Clms Page number 3>
er geen materialen verloren gaan.
In tegenstelling tot verbindingselementen die tussen opeengestapelde balken zitten, zijn de nagestreefde voordelen de volgende : - enerzijds moet er geen speling tussen de balken voorzien worden voor het verbindingselement, waardoor een betere dichtheid (ten opzichte van wind, geluid) van de wand wordt bekomen.
- anderzijds is hierdoor eveneens meer nuttige hoogte te bekomen uit een zelfde brute balk.
Andere doelen en voordelen van de oplossing volgens de uitvinding zullen blijken uit de beschrijving van de uitvinding die volgt.
Hoofdkenmerken van de uitvindinq
Volgens de uitvinding bestaat het verbindingselement uit twee delen die in elkaar schuiven en die worden aangebracht ter plaatse waar twee balken in aanraking komen, waarbij de delen van middelen zijn voorzien om ze te bevestigen op het uiteinde van de balken.
Bij voorkeur zijn de delen van gaten voorzien, die toelaten deze op de balken te bevestigen door middel van gepaste schroeven.
Deze twee delen zijn bij voorkeur twee metaalprofielen, waarbij ten minste een profiel een gleuf vormt, waarin het tweede profiel past.
Het tweede deel vormt bij voorbeeld een zwaluwstaart of een T, zodat, wanneer de houtbalken opeen worden gestapeld, het tweede deel in het eerste wordt geschoven om een stevige verbinding te vormen.
De delen (profielen) worden bij voorkeur uit gegalvaniseerd metaal vervaardigd, maar ander materiaal zoals plastiek, komt ook indien gewenst in aanmerking.
Door het opeenstapelen en verbinden van balken met verbindingselementen met een of meer van de voorafgaande
<Desc/Clms Page number 4>
kenmerken, kan men wanden vormen volgens de uitvinding.
Bij voorkeur worden de balken afwisselend haaks tegen elkaar geplaatst in de opeengestapelde lagen balken van de wanden.
De stukken worden voor een hoekverbinding van twee in aanraking komende balken gebruikt, meestal twee haaks geplaatste balken.
Zij kunnen echter ook dienen voor het aan elkaar verbinden van twee balken in de lengte of voor het bevestigen van het einde van een balk, b. v. midden op de lengte van een profiel door het vormen van een T-verbinding en dit zowel loodrecht als onder een hoek anders dan 900.
Enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen worden beschreven als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, aan de hand van de aangehechte tekeningen.
Beknopte beschriiving van de fiquren
In de tekeningen tonen :
Figuren lA, 1B en IC respektievelijk een vooraanzicht, een zijaanzicht en een sektie van het eerste deel van een verbindingselement ;
Figuren 2A, 2B en 2C overeenkomstige zichten van het tweede deel van het verbindingselement ;
Figuren 3A, 3B en 3C het monteren van het eerste deel aan een balkprofiel ;
Figuren 4A, 4B en 4C het monteren van het tweede deel aan een balkprofiel dat met het eerste balkprofiel moet worden bevestigd;
Figuur 5, een vertikale doorsnede van een gemonteerd compleet verbindingselement ;
Figuren 6A, 6B en 6C in perspektief schematische aanzichten van het monteren ;
Figuur 7 een variante in de uitvoeringsvorm van de twee delen van het verbindingselement.
In de verschillende figuren worden dezelfde
<Desc/Clms Page number 5>
verwijzingscijfers gebruikt voor dezelfde delen in de verschillende figuren of voor overeenkomstige delen die dezelfde funktie uitvoeren maar een andere vorm hebben gekregen.
Volgens de uitvinding bestaat het verbindingselement uit twee delen die in elkaar kunnen schuiven.
Het eerste deel 11 past dus in het tweede deel 13 vanwege de gekozen vorm en afmetingen.
In de tekeningen heeft men een zwaluwstaartvormig deel 11 getoond, dat in een overeenkomstig open deel 13 past. Andere mogelijkheden bestaan echter, zoals b. v. een T-vormig deel 11 dat in een overeenkomstig gedeelte 13 past, zoals getoond in figuur 7.
De delen 11 en 13 worden gevormd zodat de delen 11 en 13 alleen kunnen worden gescheiden door het uit mekaar schuiven van deel 11 ten opzichte van deel 13. Met andere woorden, het scheiden van de balken kan niet door een longitudinale beweging.
Zoals de figuren 3 en 4 tonen, worden de delen 11 en 13 op de balken 21 en 23 gemonteerd, welke een aangepast profiel tonen.
Vele mogelijkheden bestaan voor de gekozen sektie van de balken. Zoals gebruikelijk kan b. v. elke balk worden voorzien over de lengte van de balk bovenaan van een langsgerichte rib 25 en onderaan over de lengte van een gleuf 27 waarin de rib van de bovengestapelde balk past.
Aan het einde van de balken worden geschikte vormen voorzien, meer in het bijzonder uitsparingen voor het monteren van de overeenkomstige delen van het verbindingselement.
Dit wordt getoond in figuur 3C en 4C en in de figuren 5 en 6.
De lengte van de delen 11 en 13 is aangepast aan de hoogte van de balken (muurprofielbalken).
In de delen 11 en 13 zijn er gaten 15 voorzien voor het bevestigen van de delen 11 en 13 aan de respektievelijke balken 21 en 23 door middel van schroeven 17.
Hoewel de balk 21 de balk 23 in de meeste gevallen
<Desc/Clms Page number 6>
loodrecht raakt, is het niet uitgesloten dat de twee balken een hoek, verschillend van 90', vormen. Dit blijft volgens de uitvinding mogelijk indien de vormgeving van de uiteinden van de balken aan de verbindingselementen worden aangepast en onder de geschikte hoek zijn uitgewerkt.
De uitvinding laat toe, b. v. voor ramen of deuren, dat opeengestapelde balken (dus horizontaal geplaatst) worden verbonden aan een vertikale balk.
Om het schuiven van het eerste deel 11 in het tweede deel 13 makkelijk te maken, kan het einde van het eerste deel dat in het tweede deel 13 wordt geschoven, schuin wordt afgewerkt.
Het verbindingselement kan toegepast worden op om het even welk balkprofiel (dikte van de balk, het aantal tanden en de hoogte is van geen belang).
Buiten de reeds vooraan vermelde voordelen van de uitvoeringsvormen van de uitvinding, ten opzichte van de stand van de techniek, dient het volgende nog worden opgemerkt.
De verbindingselementen (delen 11 en 13) kunnen in de fabriek op de muurprofielbalken worden aangebracht. Hierdoor kan men zeer nauwkeurig te werk gaan, waardoor de verbinding stevig
EMI6.1
is.
Op de werf moeten geen verbindingselementen meer worden aangebracht, wat de snelheid op de werf van de montage sterk verhoogt en het gebruik van een minder gespecialiseerd personeel voor de montage toelaat, zonder dat bijzonder kennis of gereedschappen nodig zijn.
De stukken zijn gewoon te stampen en te galvaniseren, waardoor de kostprijs zeer gunstig is.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn ook geen boringen nodig voor de uitsteeksels van de verbindingselementen, die volgens BE 1004901 A3 zijn voorzien.