BE1006145A3

BE1006145A3 - Dakgebint voor kassen.

Info

Publication number: BE1006145A3
Application number: BE9200733A
Authority: BE
Original assignee: Maes Jacques
Priority date: 1992-08-19
Filing date: 1992-08-19
Publication date: 1994-05-24

Abstract

Dakgebint voor kassen gevormd uit een dwarsbalk (1) en twee hellende profielen, die scharnierend aan de dwarsbalk zijn bevestigd en rond die scharnierpunten naar elkaar toe kunnen draaien om samen de nok te vormen om van elkaar verwijderd te worden om een open ruimte te vormen. Kassen gevormd door twee of meerdere traveeën waarop de dakstructuur ten minste twee dakpanelen, elk bepaald door een lengtepaneel twee hellende profielen en een halve nokprofiel omvat die recht voor elkaar scharnierend langs het respektievelijk lengteprofiel zijn gemonteerd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Dakgebint voor kassen. ------------------------- 
De uitvinding heeft betrekking op een dakgebint voor kassen en op de kassen met dergelijke dakgebinten uitgerust, bestaande uit twee of meer evenwijdige rijen staanders en dwarsbalken tussen de overeenkomstige staanders van de verschillende rijen, waarop de betrokken dakgebinten vastgehecht worden.. 



   Dergelijke kas is in de praktijk algemeen bekend 
 EMI1.2 
 en lengte uitstrekkend nok voorzien, en afgedekt door glasramen of doorschijnend plastiekfoliën. De nok is daarbij vast, en voor het verluchten wordt gebruik gemaakt van kantelbare of scharnierbare ramen op de zijkanten van de kassen, al dan niet ingewerkt op de uiteinden van het dakgebint. Die verluchting is dikwijls onvoldoende, zodat er een laag warme lucht blijft in de hoge ruimte van de dakconstructie, dicht bij de nok. Cm daaraan te verhelpen wordt er regelmatig op ventilatoren beroep gedaan, wat een hogere investeringsuitgave betekent en energie verbruikt. 



   Het doel van de uitvinding is een kas te verschaffen, waarbij de verluchting eenvoudig en volledig kan verzekerd worden, gemakkelijk kan gestuurd worden en dit rekening houdt met de op het moment heersende wind. 



   Het dakgebint volgens de uitvinding, is   gekenmerkt door1at   het uit een dwarsbalk en twee hellende profielen is samengesteld, die respectievelijk aan   een   uiteinde scharnierend aan   een   van de uiteinden van de dwarsbalk   gevesigd zijn, terwijl   hun andere uiteinden naar elkaar tce kunnen bewegen rond deze scharnieren om de nok te   vcrmen.   



   Verder   wordt.   het dakgebint volgens de uitvinding gekenmerkt. doordat elk hellend profiel, dat scharnierend aan een van de uiteinden van de   darshalk is bevestigd,   docr een steunstang ondersteund is, die enerzijds 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 scharnierend aan dit hellend profiel en anderzijds scharnierend aan een dwarsprofiel gevestigd is, dat zieh langs de dwarsbalk heen en terug kan bewegen. 



   De kas volgens de uitvinding samengesteld uit twee of meerdere evenwijdige rijen staanders, die aan elkaar, enerzijds met lengteprofielen en anderzijds met dwarsbalken verbonden zijn, op welke dwarsbalken de dakgebinten vastgehecht zijn, is gekenmerkt doordat de dakstructuur van   een   travee,   d.

   i.   de ruimte begrensd door twee rijen staanders naast elkaar, uit twee panelen gevormd is, waarvan   een   paneel door de hellende profielen van de dakgebinten, die scharnierend zijn op de kant van   een   van de rijen staanders, gevormd is,   en het   andere paneel door de andere hellende profielen van de dakgebinten, die scharnierend zijn op de kant van de andere rijen staanders, terwijl die panelen, waarvan de lengte met de lengte van de travee overeenstemt een breedte hebben van die grootte dat zij bij het draaien rond hun scharnierende bevestiging kunnen samenkomen om op een afstand van de dwarsbalk die gelijk is aan de hoogte van het dakgebint, de nok te vormen. 



   Verdere kenmerken en voordelen van het dakgebint volgens de uitvinding en van de kas met dergelijke dakgebinten opgesteld, zullen blijken uit de beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm met de hierbijgevoegde figuren. 



   Figuur   1   is een vooraanzicht van een dakgebint volgens de uitvinding in de gesloten toestand. 



   Figuur 2 is een vooraanzicht van hetzelfde dakgebint als voorgesteld in figuur 1 maar in open toestand. 



   Figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een dwarsbalk van het dakgebint,   vocrgeszeld   in figuren l en 2. 



   In de voorkaurdragende   uit70erigsvcrm   van het dakgebint voor kassen vclgens de uitvinding, zoals 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 voorgesteld in figuren 1 en 2, respectievelijk in gesloten en open toestand, onderscheidt men de dwarsbalk   (1)   waarvan beide uiteinden respectievelijk aan een staander (2) en (2') worden vastgehecht, die deel uitmaakt van rijen staanders die regelmatig en evenwijdig op de lengte van de overdekte ruimte verdeeld zijn. 



   Deze vasthechting kan gebeuren met de tussenkomst van een sokkel, respectievelijk (3) en (3') volgens het gebruikelijk systeem, met bouten en moeren, vastgelast. 
 EMI3.1 
 



  Boven op beide uiteinden van de dwarsbalk (1), zijn er respectievelijk een drager (4) en (4') waaraan een hellend profiel (5) respectievelijk (51) in de voorgestelde uitvoeringsvorm als een aluminium rechthoekige buis 50x30x3 scharnierend verbonden is. Die hellende profielen (5) en (5') zijn naar elkaar gericht en zodanig lang, dat zij, bij het draaien rond hun scharnierende bevestiging, tegen elkaar kunnen komen om de nok te vormen op de vereiste hoogte ten opzichte van de dwarsbalk (1). 



   Verder, op een kleine afstand van het uiteinde van de hellende profielen (5) en   (5'),   die de nok vormen, is een steunstang, respectievelijk (8) en (8') scharnierend eraan verbonden, terwijl de andere uiteinden van deze steunstaven (8) en (8') aan een geprofileerde dwarsstaaf (9), die zich heen en terug langs de dwarsbalk   (1)   kan bewegen, verbonden zijn. 



   In de voorgestelde voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het dakgebint volgens de uitvinding, heeft het dwarsprofiel (9) de vorm van een rechthoekige buis 50x30x3 en is de steunstang (8) onder de vorm van een ronde buis van 33, 7 mm diameter van het ene profiel (5) scharnierend aan het dwarsprofiel (9) verbonden aan het uiteinde van het dwarsprofiel (9) gericht naar de staander   (2')   van de tweede   rij, terwijl steunstang (8')   van het   hei-lend   profiel (51) aan de   dwarss-caar     19'op het uizeinde   van deze dwarsstaaf (9) gericht naar de staander is 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 verbonden, zodat steunstaven (8) en (8'), die respectievelijk aan beide kanten van het dwarsprofiel (9) scharnierend zijn verbonden, elkaar kruisen zonder elkaar aan te raken. 



   Wanneer het dwarsprofiel (9) zieh langs de dwarsbalk beweegt in   een   of andere richting, verwijdert zich of komt de scharnierende beweging van de steunstaven, respectievelijk (8) en (8') dichter bij de scharnierende bevestiging van het corresponderend hellend profiel, respectievelijk (5) of (5') aan de dragers (4) en   (4'),   zcdat deze hellende profielen (5) en (5') respectievelijk naar beneden en naar omhoog draaien rond deze scharnierende bevestigingen aan de dragers, en een open ruimte vormen, die gericht is   naar een   of andere zijde van de travee dievolgens het hellend profiel (5) of (5') naar omhoog of naar beneden is gegaan. Als middenste positie komen deze hellende profielen (5) en (5') samen om de nok te vormen op de voorziene hoogte ten opzichte van de dwarsbalk (1). 



   Om het dwarsprofiel (9) toe te laten zieh langs de dwarsbalk   (1)   te bewegen,   is de dwarsbalk (1)   hetzij uit een I-profiel gemaakt of uit twee U-profielen, die dan langs het wielgedeelte van de profielen aan elkaar vastgemaakt zijn, zodat de   bovenste vieugel (10) (zie   figuur 3) van de dwarsbalk   (1)   als rijbaan van het dwarsprofiel (9) kan gebruikt worden, dwarsprofiel (9) zijnde voorzien aan beide uiteinden van rijwieltjes (11). 



   Eigenlijk draaien de rijwieltjes (11) rond een as (12) (zie figuur 3), die aan een drager (13) vastgehecht is. Deze drager (13) heeft de vorm van een   omgekaerde   U waarvan het middenste gedeelte aan het   dwarsprofiel   (9) vastgehecht is tarwijl beide   uiteinde : 1 (14)   van zijn   vieugels naar de symmetria-as   van de   dwarsbalk omgepiccid   zijn rond de bovenste vieugel (10) van deze dwarsbalk zcdat de rijwieltjes (11)   verplicht. zijn   cm op da dwarsbalk te   blijven     gedurende   hun rijdende beweging. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 



   Om het dwarsprofiel (9) in beweging te brengen, wordt het dwarsprofiel (9) in de voorgestelde uitvoeringsvorm in het midden ervan, van een sturingsplaat (15) voorzien, die tussen twee windingen van een drukveer (16) wordt gegrepen, waarvan de drukveer (16) rond een buis (17) is opgewonden, en waarvan de buis (17) in de verlenging staat van een tandlat (18), die heen en terug kan bewegen onder de aandrijving van een getande staaf (19), die hetzij manueel, hetzij door een electrische motor aangedreven wordt. 



   Een kas is uit   een   of meerdere traveeën samengesteld, die naast elkaar lopen. Elke travee is bepaald door twee rijen staanders, die eventueel voor twee   traveeën,   die naast elkaar liggen, worden gebruikt. De staanders worden enerzijds door lengteprofielen in de lengterichting en anderzijds door dakgebinten in de breedte aan elkaar verbonden. 



   De dakstructuur wordt gevormd door dakpanelen, samengesteld uit de hellende profielen van de dakgebinten en uit anderzijds de lengteprofielen, die de staanders van eenzelfde rij verbinden en de nokprofielen, die de nokken van de dakgebinten verbinden. 



   De kassen volgens de uitvinding zijn gekenmerkt doordat   een   of meerdere dakpanelen scharnierend op de lengteprofielen gemonteerd is (zijn), terwijl het nokprofiel uit twee halve profielen gevormd is, waarvan elke halve nokprofiel respectievelijk tot   een   van de overeenstemmende dakpanelen behoort, die zieh aan beide zijden van het nokprofiel bevinden en elke   halve nokprofiel   zich aan het andere halve nokprofiel aansluit wanneer de hellende profielen van de   respectievelijke   dakpanelen rond hun scharnierende bevestiging cp de lengteprofielen draaien,   waarbij     hun halve nckprofielen naar elkaar   toekomen en aan   elkaar aansluit=n   om het   nckprcfiel   van de dakconstructie te vormen.

   

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



   Deze beweging wordt bekomen door een gezamelijke aandrijving van de dwarsstaven, waarvan   een   of meerdere van de dakgebinten, die de dakconstructie samenstellen, voorzien zijn, waarop steunstaven die de hellende profielen van elk dakgebint ondersteunen, scharnierend aan deze hellende profielen en steunstaven verbonden zijn. 



   Vermits het gaat over een gezamelijke beweging van deze dwarsstaven, wordt de sturing door een enkele aandrijvingsas verwerkt, manueel of door een electrische motor aangedreven, waarvan de heen-en terugdraaiende beweging in een rechtlijnige heen-en terugbeweging van elke verbindingslat wordt overgebracht, die de heen-of terugbeweging van de corresponderende dwarsstaaf stuurt van elk dakgebint. 



   Om de dichting te verzekeren is ten minste   een   van de halve   nokprofielen   van de dakpanelen van een afdichtingselement op de hele lengte van deze halve nokprofielen voorzien van een geprofileerd element uit een elastomerische stof, zodat bij het samenkcmen van de halve nokprofielen, de afdichtingselementen worden samengedrukt om de afdichtingen van de drukstructuren te verzekeren. 



   In de meer specifieke uitvoering voor kassen, die met   plastiekfoliën   worden overdekt, kunnen de hellende profielen uit twee delen gevormd zijn, van een scharnierkoppeling voorzien, zodat zij eerst geknield kunnen worden voor het leggen van de plastiekfolie, om daarna rechtlijnig in de verlening van elkaar gezet te worden om de   platiekfolien   aan te spannen.

Claims

EMI7.1

C O N C L U S I E S CONCLUSIES 1. Dakgebint voor kassen samengesteld uit een dwarsbalk (1) waarop twee hellende profielen (5, 5') naar elkaar respectievelijk van uit elk uiteinde van de dwarsbalk (1) gemonteerd zijn cm de nok van het gebint te vormen met het kenmerk dat de hellende profielen (5, 5') respectievelijk aan de dwarsbalk (1) scharnierend gemonteerd zijn, terwijl hun andere uiteinde rond deze scharnieren kan bewegen om samen de nok te vormen of van elkaar verwijderen en een open ruimte te vormen.

2. Dakgebint voor kassen volgens conclusie 1 met het kenmerk dat elk hellend profiel (5, 5') door een steunstang (8, 8') is ondersteund, welke steunstang (8, 8') aan een uiteinde scharnierend aan het corresponderend hellend profiel (5, 5') en aan het andere uiteinde scharnierend aan een dwarsprofiel (9, 9') is gevestigd, dat zieh langs de dwarsbalk (1) heen en weer kan bewegen.

3. Dakgebint voor kassen volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat terwijl een steunstang (8) aan het uiteinde van het dwarsprofiel (9) is gevestigd dat zich het verst bevindt ten opzichte van de scharnierende bevestiging van het corresponderend hellend profiel (5) aan de dwarsbalk (1), de complementaire steunstang (8') aan het andere uiteinde van het dwarsprofiel (9) is gevestigd dat zieh het verst bevindt ten opzichte van de scharnierende bevestiging van het corresponderend hellend profiel (5') aan de dwarsbalk (1), elke steunstang (8, 8') zieh aan de andere zijde van het dwarsprofiel bevindend, ten opzichte van de andere steunstang (8, 8') zodat zij elkaar kruisen zonder EMI7.2 elkaar te 4.

Dakgebint kenmerk dat het dwarsprofiel een rechthcekige buis <Desc/Clms Page number 8> is gevormd.

5. Dakgebint voor kassen volgens conclusies 1, 2,3 of 4 met het kenmerk dat het dwarsprofiel (9) dat zich heen en weer langs de dwarsbalk (1) kan bewegen van twee of meer dragers (13) is voorzien met een as (12) waarrond rijwieltjes (11) kunnen draaien, op een rijbaan voorzien boven de dwarsblak (1).

6. Dakgebint voor kassen volgens conclusies 1, 2,3, 4 en 5 met het kenmerk dat de dragers (13) van het dwarsprofiel (9) de vorm hebben van een omgekeerde U waarvan het middenste gedeelte aan het dwarsprofiel (9) is vastgehecht, terwijl beide uiteinden (14) van de vleugels van deze dragers naar de symmetrie-as van de dwarsbalk omgeplooid zijn rond de bovenste vleugel (10) waarvan de dwarsbalk (1) is voorzien, zodat de rijwieltjes (11) van het dwarsprofiel verplicht zijn om op de dwarsbalk te blijven gedurende hun rijdende beweging.

7. Dakgebint voor kasssen volgens conclusies 1, 2,3, 4, 5, en 6 met het kenmerk dat het dwarsprofiel (9) dat heen en weer langs de dwarsbalk (1) kan bewegen van een of meerdere sturingsplaten (15) is vcorzien die zich tussen twee windingen van een drukveer (16) worden gegrepen, waarvan de drukveer (16) rond een buis (17) is opgewonden, welke buis (17) in de verlenging van een tandlat (18) staat, die heen en weer kan bewegen onder de aandrijving van een getande staaf (19) hetzij manueel, hetzij door een electrische motor.

8. Dakgebint voor kassen volgens conclusies l, 2, 3, 4, 5,6, of 7 met het kenmerk dat ten minste een van de hellende profielan (5, 51) uit twee delen is EMI8.1 samengsteld n een scharnirkoppeling.

9. Kas e, Tcrmd u' 9. crmd meerdere traveeen, elk bepaal door twee rien staanders (2, 2') waarop de dakstructuur werde opgericht, gevormd enerzijds dccr <Desc/Clms Page number 9> lengteprofielen die de staanders (2, 2') in de lengte, en anderzijds door dakgebinten in de breedte, verbinden met het kanmerk dat de dakstructuren ten minste twee dakpanelen, elk bepaald door een lengteprofiel, twee hellende profielen en een halve nokprofiel omvat, die recht voor elkaar, scharnierend langs het respectievelijk lengteprofiel zijn gemonteerd, zodat elke halve nokprofiel aan het ander halve nokprofiel aansluit om het nokprofiel van de dakstructuur te vormen wanneer de hellende profielen (5, 5') van de respectievelijk dakpanelen rond hun scharnierende bevestiging op de lengteprofielen naar elkaar toe draaien.

10. Kas volgens conclusie 9 met het kenmerk dat elke halve nokprofiel van een scharnierend dakpaneel van een geprofileerd afdichtingselement uit een elastomerische stof is voorzien, zodat bij het samenkomen van de halve nokprofielen van betrokken dakpanelen, de afdichtingselementen samengedrukt worden om de afdichting van de dakstructuur te verzekeren.

11. Kas gevormd uit een of meerdere traveeën, elk bepaald door twee rijen staanders (2, 2') waarop de dakstructuur wordt opgericht, gevormd enerzijds door lengteprofielen die de staanders (2, 2') in de lengte, en anderzijds door dakgebinten in de breedte verbinden, met het kanmerk dat ten minste twee dakgebinten volgens een van de conclusies 1, 2,3, 4,5, 6, 7 of 8 omvat.