BE1005520A6

BE1005520A6 - Werkwijze om voedingen te verwarmen en machine ervoor.

Info

Publication number: BE1005520A6
Application number: BE9200642A
Authority: BE
Inventors: Kurt Mortier
Original assignee: Mortier Kurt & Mortier N V
Priority date: 1992-07-09
Filing date: 1992-07-09
Publication date: 1993-08-31

Abstract

Werkwijze om voedingen te verwarmen, bij voorkeur te pasteuriseren of te steriliseren, in het bijzonder om pasteien te bereiden waarin voeding geplaatst wordt in een vat en waarin de voeding verwarmd wordt, gekenmerkt doordat alvorens de voeding te verwarmen de vrije bovenoppervlakte van de voeding tenminste gedeeltelijk, bij voorkeur volledig gedekt wordt en dat de voeding verwarmd wordt door middel van dielektrisch vermogen en onder een druk boven 1 10(5) Pa. Bij voorkeur wordt de voeding verwarmd in een stap door middel van dielectrische golf of golven met een frequentie lager dan 1500 hz, bij voorkeur van 500 t/m 1000 hz en in een andere stap door middel van dielectrische golf of golven met een frequentie hoger dan 1500, bij voorkeur 2000 hz.

Description

WERKWIJZE OM VOEDINGEN TE VERWARMEN EN MACHINE ERVOOR
Huidige uitvinding betreft een werkwijze om voedingen te verwarmen bij voorkeur te pasteuriseren of te steriliseren, in het bijzonder om pastei te bereiden en te pasteuriseren.

Het is wel bekend voedingen te verwarmen of te pasteuriseren door verwarming
EMI1.1
ervan tot een temperatuur hoger dan 80 C, bij voorkeur bij een temperatuur van 120-130 C.

Om ten minste zo een hoge temperatuur te verzekeren op de buiten oppervlakte van de voeding alsook binnen die voeding, worden delen van de voeding aan een te hoge temperatuur onderworpen, waardoor de smaak van de voeding aangetast kan worden.

Bovendien, vdör het steriliseren of het verpakken van de pastei, moet de pastei nog bedekt worden met een film of een deksel, waardoor er geen gevaar meer bestaat dat bacteriën weer in kontakt kunnen komen met de bereide pastei.

Tenslotte laten de gewone verwarmingstechnieken slechts een geringe warmte overbrenging toe. Door gebruik van die gewone verwarmingstechnieken heeft men ook opgemerkt dat er gasontploffingen gebeuren indien men voeding probeert te verwarmen die in een meer afgesloten vat ligt.

Huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze waardoor bovengenoemde nadelen vermeden kunnen worden.

In die werkwijze, wordt de voeding in een vat geplaatst. De vrije bovenoppervlakte van de voeding wordt bedekt bij voorbeeld door middel van

een dunne film en daarna verwarmd door middel van dielektrisch vermogen en onder een druk hoger dan l
EMI2.1
5 55 Pa, van 10 Pa bij voorkeur van 3 tot 5 Pa.

In een voordelige uitvoeringsvorm, gedurende het verwarmen van de voeding door middel van dielektrische golven, zijn het vat en de voeding ook verwarmd door middel van een warm gas, bij voorkeur warme lucht. Voordelig blijven het vat en de voeding in kontakt met die warme gas of lucht gedurende een voldoende tijd om een temperatuurevenwicht te bekomen in de wanden van het vat en in de voeding.

Na de verwarmingsstap van de voeding wordt die voeding afgekoeld tot een temperatuur lager dan 40 C, bij voorkeur 20 C. Gedurende die afkoeling is
EMI2.2
de voeding aan een druk hoger dan 1 Pa onderworpen. Die druk is voordelig tussen 10 Pa, bij voorkeur 3 en 5 Pa gelegen.

Voor het verwarmen van de voeding gebruikt men voordelig dielektrische golven met verschillende frequentiën.

Huidige uitvinding heeft ook betrekking op een machine om de werkwijze volgens de uitvinding uit te voeren. Die machine bevat : een kamer die voorzien is van middelen om een in een vat geplaatste voeding te verwarmen, waarbij die middelen middelen zijn om die voeding door dielectrische golf of golven te verwarmen, en middelen om een druk van tenminste 105 Pa, bij voorkeur 1, 5 105 Pa in de kamer te bekomen.

In een uitvoeringsvorm, is de kamer ook voorzien van een systeem om het gas of de lucht van de kamer te verwarmen. Zulk een systeem is bij voorbeeld een luchtverwarmingssysteem waardoor warme

lucht in de kamer stroomt.

De kamer is voordelig voorzien van een middel om gas of lucht uit de kamer naar het verwarmingssysteem te laten stromen.

Volgens een kenmerk van die uitvoeringsvorm bevat de machine een tweede kamer om de verwarmde voeding af te koelen. Die kamer is aan een middel verbonden om het gas of de lucht van de kamer af te koelen en is van middelen voorzien om een
EMI3.1
druk hoger dan 1 Pa, bij voorkeur van tot 10 105 Pa in de kamer te bekomen.

Voor het bewegen van de voedingsmiddelen die in een machine volgens de uitvinding behandeld moeten worden, is de machine van een of meerdere transportbanden voorzien.

Andere kenmerken en details van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voortvloeien waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen.

In die tekeningen tonen figuur 1 een zijaanzicht van een machine volgens de uitvinding en figuur 2 een bovenaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde machine.

De afgebeelde machine bestaat uit een omhulsel 1 waarin transportbanden bewogen worden.

Dit omhulsel is van een ingangsas 2 en van een uitgangsas 3 voorzien. Die sassen laten het binnengaan en het buitengaan toe van de voedingen 20 die in het omhulsel behandeld moeten worden, zonder dat de druk van het omhulsel ineens verlaagd wordt. Die sassen bevatten elk een buitendeur 4 en een ; binnendeur 5. Om voedingen 20 in het omhulsel te brengen wordt ten eerste de buitendeur 4 geopend om het plaatsen van de voedingen in het ingangsas 2 toe te laten. Na het afsluiten van de buitendeur 4 van

het sas 2 wordt de druk van dit sas 2 verhoogd tot het bekomen van de druk van het omhulsel. Daarna wordt de binnendeur 5 geopend om het doorgaan van de voeding 20 in het omhulsel 1 toe te laten.

Het omhulsel 1 bevat meerdere naast elkaar gelegen delen, namelijk : een eerste deel 6 om voedingen door middel van dielektrisch vermogen of golven (microgolven) met verschillende golflengten te verwarmen ; een tweede deel 7 om de reeds verwarmde voedingen in contakt te zetten met warme lucht ; en een derde deel 8 om de voedingen af te koelen.

Het eerste deel 6 vormt een kamer waarin de voeding 2 door microgolven verwarmd wordt tot 90 C. Die kamer 6 is aan een luchtverwarmingssysteem 10 verbonden die warme lucht (800C) in de kamer blaast (pijl A) waardoor de druk van de kamer
EMI4.1
ongeveer 4 Pa is.

Het tweede deel 7 is een verlenging van de eerste kamer 6. In dit tweede deel worden de voeding en het vat waarin de voeding geplaatst wordt slechts behandeld door warme lucht ( 75OC) die uit de eerste kamer 6 vloeit. Warme lucht wordt door een opening uit dit tweede deel afgezogen en door een ventiel naar het luchtverwarmingssysteem geblazen.

Een deur 9 strekt zieh uit tussen het tweede deel 7 en het derde deel 8 waarin de voeding afgekoeld wordt. De afkoeling wordt uitgevoerd door middel van stikstof. Dit derde deel 8 is aan een ventiel 21 verbonden zodat de druk van de lucht van dit derde deel tussen 1, 5 105 en 10 105 Pa geregeld kan worden.

Het produceren van pasteien door middel van de machine die in figuur 1 afgebeeld is is hierna beschreven.

Claims

CONCLUSIES l. Werkwijze om voedingen te verwarmen, bij voorkeur te pasteuriseren of te steriliseren, in het bijzonder om pasteien te bereiden waarin voeding geplaatst wordt in een vat en waarin de voeding verwarmd wordt, gekenmerkt doordat alvorens de voeding te verwarmen de vrije bovenoppervlakte van de voeding tenminste gedeeltelijk, bij voorkeur volledig, gedekt wordt en dat de voeding verwarmd EMI5.1 wordt door middel van dielektrisch vermogen en onder een druk boven 1 Pa.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat, gedurende de verwarming, de voeding onderworpen is aan een druk van tot 10 Pa, bij voorkeur van 3 Pa tot 5 Pa.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat, gedurende het verwarmen van de voeding door middel van dielektrische golf of golven, het vat en de voeding ook verwarmd zijn door middel van een warm gas, bij voorkeur warme lucht.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk dat, na de verwarmingsstap met dielektrische golf of golven, de voeding en het vat in kontakt met een warme gas of lucht blijven gedurende een voldoende tijd om een temperatuur evenwicht te bekomen in het vat en binnen de voeding.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, na de verwarmingsstap van de voeding, die voeding afgekoeld wordt tot een temperatuur lager dan 40 C, <Desc/Clms Page number 6> bij voorkeur 20 C, waarbij de voeding gedurende die afkoeling onderworpen is aan een druk hoger dan 1 105 Pa, bij voorkeur van 1, 5 105 tot 10 105 Pa.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk dat na het afkoelen van de voeding tot een bepaalde temperatuur, bij voorkeur tot 20 C, de voeding aan de atmospherische druk onderworpen is.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de golf of golven een frequentie hebben van 500 t/m 5000 Hz.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat gedurende het verwarmen van de voeding, de voeding onderworpen is aan dielectrische golven met verschillende frequenties.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de voeding verwarmd wordt in een stap door middel van dielectrische golf of golven met een frequentie lager dan 1500 Hz, bij voorkeur van 500 t/m 1000 Hz en in een andere stap door middel van dielectrische golf of golven met een frequentie hoger dan 1500, bij voorkeur 2000 Hz.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de voeding ten eerste aan dielectrische golf of golven met een lage frequentie en daarna aan dielectrische golf of golven met hoge frequentie onderworpen is. <Desc/Clms Page number 7>
11. Machine om de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies uit te voeren, welke machine bevat : een kamer (6) die voorzien is van middelen (16) om een voeding die geplaatst is in een vat te verwarmen, waarbij die middelen middelen zijn om die voeding door dielectrisch vermogen te verwarmen, en middelen om een druk hoger dan 1 10 Pa, bij voorkeur van tenminste 1, 5 105 Pa in de kamer (6) te bekomen.
12. Machine volgens conclusie 11, met het kenmerk dat die kamer (6) ook voorzien is van een systeem (10) om de gas of lucht van de kamer (6) te verwarmen.
13. Machine volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de kamer (6) verbonden is aan een luchtverwarmingssysteem (10) waardoor warme lucht in de kamer stroomt.
14. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk dat de kamer (6) gekoppeld is aan een middel om gas of lucht uit de kamer af te zuigen en naar het verwarmingssysteem (10) te laten stromen.
15. Machine volgens een der conclusies 11 t/m 14, met het kenmerk, dat de kamer (6) verlengd wordt door een kamer (7) waarin de voeding en vat slechts onderworpen zijn aan een verwarming door warm gas of lucht en aan een druk van 1, 5 105 tot 10 105 Pa. <Desc/Clms Page number 8>
16. Machine volgens een der conclusies 11 t/m 15, met het kenmerk dat de machine een tweede kamer (8) bevat om de verwarmde voeding af te koelen, die kamer (8) verbonden is aan een middel om de gas of lucht van die kamer (8) af te koelen en van middelen is voorzien om een druk hoger dan 1 105 Pa, bij voorkeur van 1,5 10 Pa tot 10 105 Pa in die kamer (8) te bekomen.
17. Machine volgens een der conclusies 11 t/m 16, met het kenmerk dat zij transportbanden bevat om de voeding te bewegen naar de verwarmingskamer, van de verwarmingskamer naar de afkoelingskamer en buiten de afkoelingskamer.
18. Machine volgens een der conclusies 11 t/m 17, met het kenmerk dat zij van een middel (16) voorzien is om dielectrische golven met verschillende frequenties te gebruiken voor het verwarmen van de voeding.
19. Machine volgens conclusie 18, met het kenmerk dat zij van een eerste middel voorzien is om dielectrische golf of golven met een frequentie lager dan 1500 Hz, bij voorkeur van 500 t/m 1000 Hz uit te zenden en van een tweede middel om dielectrische golf of golven met een frequentie hoger dan 1500 Hz bij voorkeur van 2000 tot 3000 Hz uit te zenden.