<Desc/Clms Page number 1>
Ventilatie-inrichting met uitneembaar wentelbaar
EMI1.1
afsluitelement. afsluitelement. De uitvinding heeft betrekking op een ventilatie-inrichting met uitneembaar wentelbaar afsluitelement, welke inrichting een rooster bevat met twee langwerpige delen waartussen een opening gevormd is en met twee eindstukken waarmee de delen verbonden zijn, en een afsluitelement dat wentelbaar in het rooster gemonteerd is tussen een sluitstand waarbij het de opening afsluit en een verluchtingsstand en dat eveneens twee langwerpige delen waartussen een opening gevormd is en twee eindstukken waarmee de twee delen verbonden zijn, bevat, welke eindstukken elk een asgedeelte bevatten dat zich volgens de rotatie-as van het afsluitelement uitstrekt en dat in een eindstuk van het rooster gelegerd is, welk laatstgenoemd eindstuk voorzien is van een geleiding voor het asgedeelte,
waarbij het op een buitenzijde van het rooster uitgevende einde van de opening doorheen dit rooster een
<Desc/Clms Page number 2>
doorgang vormt voor het afsluitelement, de eindstukken niet meegerekend, in de verluchtingsstand.
Een ventilatie-inrichting van deze soort is beschreven in EP-A-0257669. In deze inrichting zijn de asgedeelten van de eindstukken van het afsluitelement in dezelfde richting als het afsluitelement afgeplat en zijn de geleidingsbanen van de eindstukken van het rooster aan dezelfde zijde als de uitmonding van de opening van het rooster weggelaten. Het afsluitelement kan in twee standen samen met zijn eindstukken uit het rooster genomen worden zonder dat de einstukken van het rooster moeten gedemonteerd worden, maar middelen zijn voorzien om het afsluitelement in verluchtingsstand in het rooster te houden. Indien men het afsluitelement wil uitnemen, moet men het in een speciale stand, verschillend van de open stand brengen, hetgeen niet mogelijk is met de bediening van het afsluitelement die normaal enkel dit element van verluchtingsstand naar sluitstand en omgekeerd kan verplaatsen.
Het uitnemen van het afsluitelement is daardoor niet altijd gemakkelijk.
In EP-A-0257669 is wel een uitvoeringsvorm beschreven waarbij de voornoemde middelen door elastische tongen in de einstukken van het rooster gevormd zijn. In deze
<Desc/Clms Page number 3>
uitvoeringsvorm kan het afsluitelement ook in verluchtingsstand uit het rooster genomen worden maar dergelijke elastische tongen houden het afsluitelement tijdens zijn normale werking niet stevig vast in het rooster en de asgedeelten van het element zijn slechts in beperkte mate ondersteund door het leger gevormd door de eindstukken van het rooster.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een ventilatie-inrichting met uitneembaar wentelbaar afsluitelement te verschaffen waarbij het afsluitelement met zijn asgedeelten op een uitstekende manier ondersteund is in de eindstukken van het rooster maar het uitnemen van dit afsluitelement toch op een zeer gemakkelijke manier kan plaatsvinden.
Tot dit doel bevatten de eindstukken van het rooster elk ten minste twee gedeelten, namelijk een vast gedeelte dat verbonden is met de langwerpige delen van het rooster en dat een gedeelte van voornoemde geleiding over maximum 180 graden aan de van de voornoemde buitenzijde van het rooster afgekeerde kant van het bijhorende asgedeelte vormt en aan de naar voornoemde buitenzijde van het rooster gerichte kant van dit asgedeelte van een doorgang voor dit asgedeelte voorzien is, en een losneembaar gedeelte dat aan de
<Desc/Clms Page number 4>
laatstgenoemde kant van het asgedeelte een bijkomend gedeelte van de geleiding vormt en zo het asgedeelte op zijn plaats houdt, terwijl middelen voorzien zijn om dit losneembare gedeelte ten opzichte van het vaste gedeelte vast te houden.
In een bijzondere uitvoeringvorm van de uitvinding bevatten de middelen om het losneembare gedeelte ten opzichte van het vaste gedeelte van het eindstuk van het rooster vast te houden delen die op ten minste één van de gedeelten zelf gemonteerd zijn.
Doelmatig bestaan deze middelen uit klikorganen op het ene gedeelte en ribben op het andere gedeelte.
In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding steekt het vaste gedeelte van een eindstuk aan de van het asgedeelte afgekeerde zijde buiten een gedeelte van het losneembare gedeelte uit en bevatten de middelen om de gedeelten van dit eindstuk ten opzichte van elkaar vast te houden een vergrendelingsstuk dat aan de voornoemde zijde van het losneembare gedeelte aan het uitstekende deel van het vaste gedeelte losneembaar bevestigd is.
<Desc/Clms Page number 5>
In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het losneembare gedeelte van ten minste één van de eindstukken van het rooster van een opening voorzien waardoor een met het bijhorende asgedeelte verbonden bedieningshefboom steekt.
Deze bedienigshefboom is bij voorkeur losneembaar in het asgedeelte gemonteerd.
In een andere bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is over de uitmonding op voornoemde buitenzijde van het rooster van de opening gevormd tussen de twee delen van dit rooster een strook insektengaas aangebracht, welke strook met beide langsranden aangebracht is in groeven waarvan de twee delen van het rooster langs de uitmonding van de opening voorzien zijn.
Bij voorkeur is het losneembare gedeelte van ten minste één van de eindstukken van het rooster met een gedeelte naast de einden van de groeven gelegen zodat dit gedeelte het uitschuiven van de strook insektengaas langs deze einden belet.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend
<Desc/Clms Page number 6>
karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een ventilatie-inrichting met uitneembaar wentelbaar afsluitelement volgens de uitvinding beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
Figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een ventilatie-inrichting volgens de uitvinding ;
figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
II-II uit figuur 1 ; figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
III-III uit figuur 1 ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
IV-IV uit figuur 1 ; figuur 5 een doorsnede weergeeft volgens de lijn
V-V uit figuur 1 ; figuur 6 een doorsnede weergeeft analoog uit deze uit figuur 2 maar met verschillende onderdelen van de inrichting uit elkaar getekend.
De ventilatie-inrichting volgens de figuren bestaat uit een in een raamkonstruktie in te bouwen rooster 1
<Desc/Clms Page number 7>
voorzien van een verluchtingsopening 2 en een in het rooster 1 wentelbaar gemonteerd afsluitelement 3 voor het afdichten van de opening 2.
Het afsluitelement 3 bestaat uit twee langwerpige delen gevormd door platte metalen profiellijsten 4, waartussen een opening 5 gevormd is en twee eindstukken 6 van kunststof die door middel van in de profiellijsten 4 geklemde uitsteeksels vast met de twee profiellijsten 4 verbonden zijn.
Elk van de eindstukken 6 bevat een naar buiten gericht asgedeelte dat gevormd is door een cirkelvormige kraag 7 die koncentrisch is met de symmetrie-as van het afsluitelement 3 die tevens de rotatie-as van het element 3 is. De kraag 7 is voorzien van een uitsparing 8 voor een bedieningshefboom 9, welke uitsparing 8 aan de binnenzijde van de kraag omringd is door een versterking 10.
Tussen de twee eindstukken 6 zijn de twee profiellijsten 4 nog met elkaar verbonden door een afstandhouder 11.
Het rooster 1 bestaat op analoge manier uit twee langse delen, namelijk een bovenste deel 12 en een onderste deel 13, waartussen de verluchtingsopening 2 gevormd is,
<Desc/Clms Page number 8>
en uit twee eindstukken 14. Elk eindstuk 14 is door middel van schroeven 15 met de twee delen 12 en 13 verbonden. Elk van de delen 12 en 13 is van een thermische onderbreking voorzien en bestaat in feite uit twee van elkaar gescheiden profiellijsten 16 en 17, respektievelijk 18 en 19 die door een isolerende kunststoflat 20 met elkaar verbonden zijn.
De eindstukken 14 houden niet alleen de twee delen 12 en 13 ten opzichte van elkaar vast maar vormen ook legers voor de door de kragen 7 gevormde asgedeelten van het afsluitelement 3. Ze bezitten hiertoe een ringvormige geleiding 21 die koncentrisch is met de rotatie-as van het afsluitelement 3.
Halverwege de lengte van het rooster 1 is een extra geleiding 22 tussen de twee delen 12 en 13 gemonteerd, welke geleiding samenwerkt met de voornoemde afstandhouder 11 van het afsluitelement 3. De geleidende zijde van deze geleiding 22 vormt slechts een gedeelte van een cirkel en laat het tussen het afsluitelement 3 en de uitmonding gelegen einde 23 van de verluchtingsopening 2 volledig vrij.
De delen 12 en 13 en de eindstukken 14 bezitten op de buitenomtrek van het rooster zodanige vorm dat dit
<Desc/Clms Page number 9>
rooster gemakkelijk in een raamkonstruktie kan gemonteerd worden uiteraard met het bovenste deel 12 bovenaan en met de voornoemde buitenzijde van het rooster nagenoeg vertikaal aan de binnenkant van de raamkonstruktie. De uitmonding van de opening 2 aan de andere zijde van het rooster 1 is onderaan gelegen aangezien aan deze andere zijde het bovenste deel 12 van het rooster als een kap tot aan de onderkant van het rooster 1 reikt.
Het einde 23 van de opening 2 dat tussen haar uitmonding op de eerstgenoemde buitenzijde van het rooster 1 en het afsluitelement 3 gelegen is, bezit zulkdanige afmetingen dat het een doorgang vormt voor het afsluitelement 3, zonder de eindstukken 6 en voor de verluchtingsstand, dit is de in de figuren voorgestelde stand waarbij de profiellijsten 4 horizontaal gelegen zijn, maar voor andere standen de doorgang van het afsluitelement belet.
In sluitstand, dit is in de stand waarbij de profiellijsten 4 met hun vlak vertikaal gericht zijn, sluiten beide profiellijsten 4 de verluchtingsopening 2 volledig af. Op beide langse randen zijn de profiellijsten 4 overigens van een groef voorzien waarin een afdichtingsborstel 24 gemonteerd is. In deze sluitstand komen de twee profiellijsten 4 door
<Desc/Clms Page number 10>
tussenkomst van deze borstels 24 in kontakt met randen 25 en 26 respektievelijk 27 en 28 waarbij de afstand tussen de randen 25 en 26 aan de kant van de voornoemde buitenzijde van het rooster de grootte van voornoemde doorgang bepaalt.
In open of verluchtingsstand, waarbij de profiellijsten 4 zich horizontaal uitstrekken, ligt de opening 5 in het verlengde van de verluchtingsopening 2 zodat lucht doorheen de inrichting kan stromen zoals vooral af te leiden valt uit de figuren 2 en 3. In deze stand beletten enkel de eindstukken 14 van het rooster 1 het uitnemen van het afsluitelement 3. Om dit uitnemen toe te laten, bestaan deze eindstukken uit twee gedeelten, namelijk een vast gedeelte 29 dat door voornoemde schroeven 15 aan de delen 12 en 13 bevestigd is en een losneembaar gedeelte 30 dat losneembaar op het vaste gedeelte 29 bevestigd is.
Het vaste gedeelte 29 bestaat, zoals vooral zichtbaar is in figuur 6, uit een vlakke eindplaat, aan de buitenzijde daarop staande ribben voor de montage in de raamkonstruktie, een aan de binnenzijde op de eindplaat staande omtreksrand die aansluit op de delen 12 en 13 van het rooster 1 maar die aan de voornoemde buitenzijde, dit is dus naast de uitmonding van de
<Desc/Clms Page number 11>
opening 2, onderbroken is en aan de binnenzijde op de eindplaat staande ribben o. m. ter versteviging en voor het bevestigen van de delen 12 en 13. Een van deze ribben vormt een gedeelte 31 en met name de helft van de voornoemde geleiding 21 voor een kraag 7 van het afsluitelement 3.
Dit gedeelte 31 beschrijft een halve cirkel en is volledig aan de van de uitmonding van de opening 2 of van de voornoemde buitenzijde van het rooster 1 afgekeerde kant van de kraag 7 gelegen.
Daarenboven is aan de kant van de voornoemde buitenzijde het gedeelte 29 vrij van ribben en dergelijke zodat dit gedeelte 29 een doorgang naar deze buitenzijde voor de kraag 7 vormt. Zolang het losneembare gedeelte 30 niet gemonteerd is kan het door de kraag 7 gevormde asgedeelte van het afsluitelement 3 uit het gedeelte 31 van de geleiding 21 en dus uit het eindstuk 14 verwijderd worden.
Het losneembare gedeelte 30 van elk eindstuk 14 vormt een afsluiting van de voornoemde doorgang en de rest van de geleiding 21. Zoals vooral zichtbaar is in figuur 6 bevat het losneembare gedeelte 30 een half cirkelvormig gedeelte 32 dat dus de andere helft van de geleiding 21 vormt. Dit gedeelte 32 is in het midden van zijn booglengte van een langwerpige opening 33 voorzien voor de bedieningshefboom 9. Op beide einden van de opening
<Desc/Clms Page number 12>
33 staat op de bolle zijde van dit gedeelte 32 een aanslaggedeelte 34 voor de hefboom 9. Onder meer ter versteviging sluit aan de ene kant en aan de holle zijde van het gedeelte 32 van de geleiding 21 een rond gedeelte 35 aan met dezelfde diameter als een kraag 7.
Bij het aanbrengen van het losneembare gedeelte 30 wordt dit ronde gedeelte 35 tussen de kraag 7 en het vlakke eindgedeelte van het vaste gedeelte 29 gestoken tot tegen het gedeelte 32 van de geleiding 21. Aan de andere kant sluit op de bolle zijde van het gedeelte 32 een rand 36 aan die, wanneer het losneembaar gedeelte 30 op zijn plaats is aangebracht, tot aan de voornoemde buitenzijde van het rooster 1 reikt. Verder is het gedeelte 30 aan weerszijden naast het ronde gedeelte 35 en de erop aansluitende aanslaggedeelten 34 van een verend en op zijn einde verdikt been 37 voorzien. De twee benen 37 vormen klikorganen die, wanneer het gedeelte 30 aangebracht is, met een verdikt einde achter ribben 38 haken die op de binnenzijde van het vlakke eindgedeelte van het vaste gedeelte 30 staan.
Alhoewel door de benen 37 het losneembare gedeelte 30 van elk eindstuk 14 reeds op zijn plaats gehouden is, is toch nog een vergrendelingsstuk voorzien dat bestaat uit een langwerpig plaatje 39 dat voorzien is van de twee pennen 40. Een zijde van het plaatje 39 is boogvormig
<Desc/Clms Page number 13>
uitgesneden en past over een naast de opening 33 gelegen randje van het gebogen gedeelte 32 van de geleiding 21. De twee pennen 40 passen in openingen 41 die aangebracht zijn in een, buiten dit gebogen gedeelte 32 uitstekend gedeelte van de vlakke eindplaat van het vaste gedeelte 29.
Wanneer dit plaatje 39 aan de binnenzijde van voornoemde eindplaat met zijn pennen 40 in de openingen 41 steekt, sluit zijn gebogen rand tegen het voornoemde randje van het gebogen gedeelte 32 aan en kan het losneembare gedeelte 30 niet meer weg van het vaste gedeelte 29 van het eindstuk 14.
De uitmonding van de opening 2 op de voornoemde buitenzijde van het rooster 1 is nog afgesloten door een strook 42 van insektengaas. Deze strook is met haar beide langse randen in groeven 43 geschoven die aan weerszijden van de uitmonding, in de delen 12 en 13 van het rooster 1 gevormd zijn. De randen 36 van de losneembare gedeelten 30 reiken tot naast de einden van deze groeven 43. De rand 36 van het ene eindstuk 14 is gesloten en sluit één einde van de groeven 43 af zodat de strook 42 niet uit de groeven kan. De rand 36 van het andere eindstuk 14 is daarentegen van een sleuf 44 voorzien die tegenover de andere einden van de groeven 43 gelegen is en waardoor de strook 42 kan geschoven worden.
Het doorheen deze sleuf 44 uitschuiven van de
<Desc/Clms Page number 14>
strook 42 wordt, bij volledig gemonteerde ventilatie-inrichting, evenwel belet door de hefboom 9 die doorheen de opening 33 in het losneembare gedeelte 30 van dit eindstuk 14 steekt.
Deze bedieningshefboom 9, zoals trouwens ook de andere bedieningshefboom bezit op een einde twee verende en van verdikkingen voorziene benen zodat deze hefbomen 9, zoals duidelijk zichtbaar is in figuur 5, doorheen de opening 33 in het overeenstemmende eindstuk 14, in de uitsparing 8 en tussen de versterkingen 10 van de kraag 7 in dit eindstuk 14 kunnen geklikt worden. Op beide uiteinden van de inrichting belet de bedieningshefboom 9, die tussen een rand 36 van het losneembare gedeelte 30 en het plaatje 39 van het vergrendelingsstuk 39, 40 gevat is, het verschuiven in axiale richting en dus het losmaken van het vergrendelingsstuk 39, 40.
Tegenover de afstandhouder 11 is tussen de randen van de delen 12 en 13 van het rooster 1 een zieh dwars over de uitmonding van de opening 2 uitstrekkend latje 45 gemonteerd. Dit latje 45 zit met zijn einden geschoven in de groeven 46 die zieh langs de groeven 43 in de delen 12 en 13 uitstrekken. De groeven 43 en 46 geven op elkaar uit.
<Desc/Clms Page number 15>
Bij de normale werking zijn de door de kragen 7 gevormde asgedeelten van het afsluitelement 3 stevig vastgehouden en doelmatig ondersteund in het rooster 1. Toch is het zeer gemakkelijk om de strook 42 te verwijderen. Het volstaat de ingeklikte bedieningshefboom 9 aan de zijde met het eindstuk 14 voorzien van de sleuf 44 uit te trekken waarna de strook 42 door deze sleuf kan uitgeschoven worden, ook de verwijdering van het afsluitelement 3 is gemakkelijk.
Na het verwijderen van de strook 42 en de twee bedieningshefbomen 9 verwijdert men de vergrendelingsstukken 39,40 en klikt men ook door trekken de twee losneembare gedeelten 30 van de vaste gedeelten 29 los. Tenslotte schuift men het latje 45 uit de groeven 46 en neemt men het afsluitelement 3, dat men bij het begin door middel van de hefboom 9 in verluchtingsstand geplaatst heeft, uit het rooster 1.
Het terug samenstellen van de ventilatie-inrichting gebeurt door deze handelingen in omgekeerde volgorde te verrichten.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren voorgestelde uitvoeringsvorm, doch dergelijke ventilatie-inrichting kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Ventilation device with removable rotatable
EMI1.1
sealing element. sealing element. The invention relates to a ventilation device with a removable rotatable closing element, which device comprises a grate with two elongated parts between which an opening is formed and with two end pieces to which the parts are connected, and a closing element which is rotatably mounted in the grate between a closing position in which it closes the opening and a ventilation position and which also comprises two elongated parts between which an opening is formed and which contains two end pieces to which the two parts are connected, the end pieces each comprising a shaft part which extends along the axis of rotation of the closing element and which is alloyed in an end piece of the grid, the latter end piece being provided with a guide for the shaft part,
wherein the end of the opening extending on an outer side of the grid through this grid is a
<Desc / Clms Page number 2>
forms a passage for the closing element, not counting the end pieces, in the ventilation position.
A ventilation device of this kind is described in EP-A-0257669. In this arrangement, the shaft portions of the end pieces of the closing element are flattened in the same direction as the closing element and the guide tracks of the end pieces of the grid on the same side as the opening of the opening of the grid are omitted. The closing element can be taken out of the grid in two positions together with its end pieces without the end pieces having to be removed from the grid, but means are provided to keep the closing element in the grid in aeration position. If you want to take out the closing element, you have to put it in a special position, different from the open position, which is not possible with the operation of the closing element which normally can only move this element from ventilation position to closed position and vice versa.
The removal of the closing element is therefore not always easy.
EP-A-0257669 does disclose an embodiment in which the aforementioned means are formed by elastic tongues in the end pieces of the grid. In this
<Desc / Clms Page number 3>
In the embodiment, the closing element can also be taken out of the grille in a ventilated position, but such elastic tongues do not firmly hold the closing element in the grille during normal operation and the shaft parts of the element are only supported to a limited extent by the bearing formed by the end pieces of the schedule.
The object of the invention is to overcome these drawbacks and to provide a ventilation device with a removable rotatable sealing element, wherein the sealing element with its shaft parts is supported in an excellent manner in the end pieces of the grate, but the removal of this sealing element is nevertheless in a very easy manner. can take place.
For this purpose, the end pieces of the grate each contain at least two parts, namely a fixed part which is connected to the elongated parts of the grate and which has a part of said guide by a maximum of 180 degrees facing away from the aforementioned outside of the grate side of the associated shaft section and on the side of this shaft section facing the aforementioned outside of the grille is provided with a passage for this shaft section, and a detachable section on the
<Desc / Clms Page number 4>
the latter side of the axle portion forms an additional portion of the guide and thus holds the axle portion in place, while means are provided to hold this detachable portion relative to the fixed portion.
In a particular embodiment of the invention, the means for retaining the detachable portion relative to the fixed portion of the end piece of the grid comprises portions mounted on at least one of the portions themselves.
These means expediently consist of click members on one part and ribs on the other part.
In a curious embodiment of the invention, the fixed portion of an end piece on the side remote from the shaft portion projects beyond a portion of the detachable portion and the means for holding the portions of this end piece relative to each other includes a locking piece which the aforementioned side of the detachable portion is releasably attached to the projection of the fixed portion.
<Desc / Clms Page number 5>
In an advantageous embodiment of the invention, the detachable part of at least one of the end pieces of the grid is provided with an opening through which an operating lever connected to the associated shaft part protrudes.
This operating lever is preferably detachably mounted in the axle section.
In another special embodiment of the invention, a strip of insect gauze is arranged over the mouth on the said outer side of the grid of the opening between the two parts of this grid, which strip is arranged with grooves of which the two parts of the grid have both longitudinal edges. along the mouth of the opening.
Preferably, the detachable portion of at least one of the end pieces of the grid is located with a portion adjacent to the ends of the grooves so that this portion prevents the strip of insect screen from sliding out along these ends.
With the insight to better demonstrate the features of the invention hereinafter, as an example, it is without limitation
<Desc / Clms Page number 6>
character, a preferred embodiment of a ventilation device with a removable revolving closing element according to the invention has been described, with reference to the accompanying drawings, in which:
Figure 1 shows a front view of a ventilation device according to the invention;
figure 2 represents a section according to the line
II-II from figure 1; figure 3 represents a section according to the line
III-III from figure 1; figure 4 represents a section according to the line
IV-IV from Figure 1; figure 5 represents a section according to the line
V-V from figure 1; figure 6 represents a cross-section analogous to that in figure 2 but with different parts of the device drawn apart.
The ventilation device according to the figures consists of a grille 1 to be built into a window construction
<Desc / Clms Page number 7>
provided with a ventilation opening 2 and a closing element 3 rotatably mounted in the grid 1 for sealing the opening 2.
The closing element 3 consists of two elongated parts formed by flat metal profile strips 4, between which an opening 5 is formed and two end pieces 6 of plastic which are firmly connected to the two profile strips 4 by means of projections clamped in the profile strips 4.
Each of the end pieces 6 includes an outwardly directed shaft portion which is formed by a circular collar 7 which is concentric with the axis of symmetry of the closure element 3 which is also the axis of rotation of the element 3. The collar 7 is provided with a recess 8 for an operating lever 9, which recess 8 is surrounded on the inside of the collar by a reinforcement 10.
The two profile strips 4 are still connected to each other between the two end pieces 6 by a spacer 11.
The grille 1 analogously consists of two longitudinal parts, namely an upper part 12 and a lower part 13, between which the ventilation opening 2 is formed,
<Desc / Clms Page number 8>
and from two end pieces 14. Each end piece 14 is connected to the two parts 12 and 13 by screws 15. Each of the parts 12 and 13 is provided with a thermal break and in fact consists of two separated profile strips 16 and 17 and 18 and 19, respectively, which are connected to each other by an insulating plastic slat 20.
The end pieces 14 not only hold the two parts 12 and 13 relative to each other, but also form bearings for the shaft parts of the closing element 3 formed by the collars 7. For this purpose they have an annular guide 21 which is concentric with the axis of rotation of the closing element 3.
Halfway along the length of the grid 1, an additional guide 22 is mounted between the two parts 12 and 13, which guide cooperates with the aforementioned spacer 11 of the closing element 3. The conductive side of this guide 22 forms only part of a circle and leaves the end 23 of the ventilation opening 2 located between the closing element 3 and the outlet is completely free.
The parts 12 and 13 and the end pieces 14 have such a shape on the outer circumference of the grid
<Desc / Clms Page number 9>
grille can easily be mounted in a window construction, of course with the top part 12 at the top and with the aforementioned outside of the grille substantially vertical on the inside of the window construction. The opening of the opening 2 on the other side of the grid 1 is located at the bottom, since on this other side the top part 12 of the grid extends as a cap to the bottom of the grid 1.
The end 23 of the opening 2, which lies between its mouth on the first-mentioned outer side of the grille 1 and the closing element 3, has such dimensions that it forms a passage for the closing element 3, without the end pieces 6 and for the ventilation position, this is the position shown in the figures, in which the profile strips 4 lie horizontally, but for other positions prevents the passage of the closing element.
In the closed position, this is in the position in which the profile strips 4 are vertically oriented with their plane, both profile strips 4 completely close the ventilation opening 2. The profile strips 4 are, incidentally, provided with a groove on both longitudinal edges, in which a sealing brush 24 is mounted. The two profile strips 4 come through in this closed position
<Desc / Clms Page number 10>
intervention of these brushes 24 in contact with edges 25 and 26 and 27 and 28, respectively, wherein the distance between edges 25 and 26 on the side of the said outer side of the grid determines the size of said passage.
In the open or ventilation position, in which the profile strips 4 extend horizontally, the opening 5 is an extension of the ventilation opening 2, so that air can flow through the device, as can mainly be deduced from figures 2 and 3. In this position only the end pieces 14 of the grid 1 removal of the closing element 3. To allow this removal, these end pieces consist of two parts, namely a fixed part 29 which is fixed to the parts 12 and 13 by the aforementioned screws 15 and a detachable part 30 which is releasably attached to the fixed portion 29.
The fixed part 29 consists, as is especially visible in figure 6, of a flat end plate, ribs on the outside of which are mounted for mounting in the window construction, a peripheral edge on the inside which connects to the parts 12 and 13 of the grid 1 but the one on the aforementioned outside, so this is next to the mouth of the
<Desc / Clms Page number 11>
opening 2 is interrupted and ribs on the inner side of the end plate for reinforcement and for fixing parts 12 and 13. One of these ribs forms part 31 and in particular half of the aforementioned guide 21 for a collar 7 of the closing element 3.
This part 31 describes a semicircle and is completely located on the side of the collar 7 remote from the mouth of the opening 2 or from the aforementioned outer side of the grid 1.
In addition, on the side of the aforementioned outside, the part 29 is free from ribs and the like, so that this part 29 forms a passage to this outside for the collar 7. As long as the detachable part 30 is not mounted, the shaft part of the closing element 3 formed by the collar 7 can be removed from the part 31 of the guide 21 and thus from the end piece 14.
The detachable portion 30 of each end piece 14 forms a closure of the aforementioned passage and the rest of the guide 21. As is especially visible in Figure 6, the detachable portion 30 includes a semicircular portion 32, thus forming the other half of the guide 21 . This portion 32 is provided in the middle of its arc length with an elongated opening 33 for the operating lever 9. At both ends of the opening
<Desc / Clms Page number 12>
33 on the convex side of this part 32 there is a stop part 34 for the lever 9. On the one side and on the hollow side of the part 32 of the guide 21, among other things, for reinforcement, a round part 35 with the same diameter as a collar 7.
When the detachable part 30 is fitted, this round part 35 is inserted between the collar 7 and the flat end part of the fixed part 29, up to the part 32 of the guide 21. On the other side, the convex side of the part 32 closes. a rim 36 which, when the detachable portion 30 is in place, extends to the aforementioned outside of the grid 1. Furthermore, the section 30 is provided on either side next to the round section 35 and the adjoining stop sections 34 with a resilient leg 37 thickened on its end. The two legs 37 form snap members which, when the portion 30 is fitted, hook with a thickened end behind ribs 38 which are on the inside of the flat end portion of the fixed portion 30.
Although the detachable portion 30 of each end piece 14 is already held in place by the legs 37, a locking piece is still provided which consists of an elongated plate 39 which is provided with the two pins 40. One side of the plate 39 is arcuate
<Desc / Clms Page number 13>
cut out and fit over an edge of the curved portion 32 of the guide 21 adjacent to the opening 33. The two pins 40 fit into openings 41 which are provided in a portion of the flat end plate of the fixed portion projecting beyond this curved portion 32 29.
When this wafer 39 inserts on the inside of the said end plate with its pins 40 in the openings 41, its curved edge joins the aforementioned edge of the curved portion 32 and the detachable portion 30 can no longer move away from the fixed portion 29 of the end piece 14.
The opening of the opening 2 on the above-mentioned outer side of the grid 1 is still closed by a strip 42 of insect gauze. This strip, with its two longitudinal edges, is slid into grooves 43 which are formed on either side of the opening in the parts 12 and 13 of the grid 1. The edges 36 of the releasable portions 30 extend next to the ends of these grooves 43. The edge 36 of one end piece 14 is closed and closes one end of the grooves 43 so that the strip 42 cannot get out of the grooves. The edge 36 of the other end piece 14, on the other hand, is provided with a slot 44 which is opposite the other ends of the grooves 43 and through which the strip 42 can be slid.
Extending the
<Desc / Clms Page number 14>
however, strip 42, when the ventilation device is fully mounted, is prevented by the lever 9 which extends through the opening 33 in the detachable part 30 of this end piece 14.
This operating lever 9, like the other operating lever, has two resilient and thickened legs at one end, so that these levers 9, as is clearly visible in figure 5, through the opening 33 in the corresponding end piece 14, in the recess 8 and between the reinforcements 10 of the collar 7 in this end piece 14 can be snapped on. At both ends of the device, the operating lever 9, which is sandwiched between an edge 36 of the detachable portion 30 and the plate 39 of the locking piece 39, 40, prevents sliding in the axial direction and thus loosening the locking piece 39, 40.
Opposite the spacer 11, a slat 45 extending transversely across the mouth of the opening 2 is mounted between the edges of the parts 12 and 13 of the grid 1. This slat 45 is slid with its ends into the grooves 46 which extend along the grooves 43 in parts 12 and 13. Grooves 43 and 46 face each other.
<Desc / Clms Page number 15>
In normal operation, the shaft portions of the closure element 3 formed by the collars 7 are firmly held and efficiently supported in the grid 1. Nevertheless, it is very easy to remove the strip 42. It is sufficient to pull out the clicked operating lever 9 on the side with the end piece 14 provided with the slot 44, after which the strip 42 can be extended through this slot, also the removal of the closing element 3 is easy.
After removing the strip 42 and the two operating levers 9, the locking pieces 39, 40 are removed and the two detachable parts 30 of the fixed parts 29 are also released by pulling. Finally, the slat 45 is slid out of the grooves 46 and the closing element 3, which was initially placed in aeration position by means of the lever 9, is removed from the grid 1.
The ventilation device is reassembled by performing these operations in reverse order.
The present invention is by no means limited to the embodiment described above and proposed in the figures, but such a ventilation device can be realized in different shapes and sizes without departing from the scope of the invention.