<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
"Werkwijze voor het optrekken van binnen-en P w en verbindingsonderdelen hierbij gebruikt"
Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het optrekken van binnen-en buitenmuren.
Het doel van de uitvinding is een werkwijze en, in het raam hiervan, te gebruiken bouwelementen en hun verbindingsonderdelen te ontwerpen en het mogelijk maken muren, panelen of muurdelen, hetzij in de werkplaats, hetzij ter plaatse op te trekken en, waar nodig, haaks onder elkaar te verbinden.
Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, wordt de werkwijze gekenmerkt doordat men gebruik maakt van langwerpige bouwelementen uit hout of lichtbeton die men op de werf of in de werkplaats op elkaar stapelt en deze onder elkaar in verticale zin verbindt door profielen met cirkel- of n-hoekige dwarsdoorsnede te voeren doorheen in deze elementen voorziene doorgangen.
De uitvinding heeft dus eveneens betrekking op de bouwelementen en hun verbindingsonderdelen die de toepassing van de werkwijze in uitstekende omstandigheden mogelijk maakt.
Bouwelementen voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding worden gekenmerkt doordat zij langs de zijde die in de gebruiksstand in contact staat met een onder- of bovenliggend element telkens minstens een doorlopende sponning langs de ene zijde en een daarmee samenwerkende doorlopende uitstulping langs de andere zijde vertonen.
Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van een werkwijze voor het optrekken van binnen-en buitenmuren en van de bouwelementen en hun verbindingsonderdelen volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op
<Desc/Clms Page number 2>
de hieraan toegevoegde figuren.
Figuur 1 is, met de nodige breuklijnen, een perspectivische voorstelling van een hoekverbinding tussen twee muren ter plaatse opgetrokken.
Figuur 2 is, op een grotere schaal, een bovenaanzicht op een hoekverbinding tussen twee muren opgericht volgens figuur I.
Figuur 3 vertoont, op een andere schaal, verbindingsonderdelen zoals zij gebruikt worden voor het tot stand brengen van de volgens figuren 1 en 2 opgetrokken muren.
Figuur 4 is een hoekverbinding tussen meerdere, in de werkplaats samengestelde en ter plaatse verbonden muren.
F iguur 5 vertoont in bovenaanzicht een winkelhaak met de daarop voorziene stiften ter verbinding van stalen buisprofielen.
Figuur 6 is een perspectivische voorstelling met uiteengenomen onderdelen van verbindingsonderdelen behorende tot de uitvinding.
Figuur 7 illustreert, op een kleinere schaal, de montagemogelijkheden van ter plaatse op elkaar te verbinden, en in de werkplaats samengestelde muren.
Figuur 8 vertoont een doorsnede tussen twee bouwelementen zoals zij worden gebruikt voor het ter plaatse monteren van een muur.
Figuur 9 is een gelijkaardige doorsnede door bouwelementen zoals zij bij voorkeur worden gebruikt bij het monteren van een muur in de werkplaats.
De bouwelementen die volgens de werkwijze worden gebruikt, zijn langwerpige elementen 1 of 2.
De bouwelementen 1 en 2 vertonen in de langszin, langsheen hun smalle zijde, minstens een doorlopende sponning en langs de tegenoverliggende smalle zijde minstens een hiermede samenwerkende doorlopende uitstulping. De uit hout of licht beton vervaardigde bouwelementen kunnen dus op elkaar worden gelegd en passend in elkaar worden gedrukt, zodat zijdelings, zowel aan de
<Desc/Clms Page number 3>
binnen-als aan de buitenzijde, een goed afgewerkt vlak oppervlak ontstaat.
Wanneer de muur ter plaatse wordt opge- trokken, wordt gebruik gemaakt van langwerpige bouwelementen 1 met, langs de bovenzijde van het bouwelement 1, in de gebruiksstand beschouwd, doorlopende sponningen 3 (figuren 1 en 7). Langs beide zijden van de sponning 3 kunnen doorlopende verhogingen 4 aanwezig zijn. Het bouwelement dat langs de bovenzijde op een daaronder liggend bouwelement wordt gelegd en daarin passend wordt gedrukt, vertoont een doorlopende uitstulping 5.
Langs beide zijden van de doorlopende uitstulping 5 zijn doorlopende groeven 6 aanwezig. Wanneer twee boven elkaar gelegde bouwelementen in elkaar zijn gedrukt passen de door- lopende verhogingen 4 in de groeven 6.
Bij het ter plaatse optrekken van een muur bij middel van de bouwelementen volgens de uitvinding, maakt men ter verbinding van twee haaks op elkaar opgetrokken muren gebruik van
L-vormige verbindingsonderdelen 7 die onverbrekelijk zijn verbonden met de profielen 8 (figuren 1, 2 en 3). Een L-vormig verbinding- onderdeel past met elk van zijn armen in twee zieh haaks op elkaar uitstrekkende sponningen 3 behorende tot twee muren die onder een hoek van 900 onder elkaar moeten worden verbonden.
De L-vormige verbindingsonderdelen 7 met de daarmede onverbrekelijk verbonden profielen 8 dienen dus voor het onder elkaar verbinden, op bepaalde niveaus van de langwerpige bouwelementen 1 behorende tot twee haaks op elkaar staande muren.
Tussen twee boven elkaar verbindingsonder- delen 7 met hun profielen 8 worden profielen 8'ingeschakeld. AI deze profielen hebben bij voorkeur een cirkelvormige doorsnede, hoewel het in principe ook mogelijk is hiervoor n-hoekige doorsnedes te voorzien.
De doorsnedes van de doorgangen die in de langwerpige bouwelementen 1 voorkomen, hoeven dan aan de doorsnede van de profielen 8 en 8'te zijn aangepast.
Bij het ter plaatse optrekken van een muur gaat men dus progressief de langwerpige bouwelementen 1 op elkaar
<Desc/Clms Page number 4>
stapelen en een verbinding tussen deze elementen opbouwen door, op regelmatige afstanden, gebruik te maken van in elkaar verschuifbare profielen 8 en 8'. Om de twee of drie elementen komen dan profielen 8 voor met de daarmede vast verbonden L-vormige verbindingsonderdelen 7.
Langwerpige bouwelementen 1 die deel uitmaken van een muur worden ook plaatselijk onder elkaar in verticale zin verbonden door gebruik te maken van buisprofielen van hetzelfde type als diegene die verder zullen beschreven worden in het raam van de beschrijving van muren en muuronderdelen in een werkplaats opgetrokken.
Wanneer dus een muur of een muuronderdeel in de werkplaats wordt vervaardigd kan men, zoals verder zal blijken, gebruik maken van bedoelde doorlopende buisvormige profielen 9 die, nadat de langwerpige bouwelementen 2 machinaal of met de hand op elkaar zijn gestapeld, doorheen daartoe voorziene boven elkaar lopende doorgangen worden geschoven. Onderaan en bovenaan passen de buisvormige profielen 9 in pinnen 10 die behoren, hetzij tot winkelhaken 11, T-vormige stukken 12 of rechtlijnige stukken 13. Op de T-vormige stukken 12 en op de rechtlijnige stukken 13 komen dezelfde pinnen 10 voor, evenals pinnetjes 14 met een kleinere diameter die passen in kleine buisprofielen 15 die op hun beurt geschoven worden in daartoe voorziene boringen in de onderste en bovenste langwerpige bouwelementen 2.
Pinnen 10 en 14 komen dus ook voor op de T-vormige stukken 12 en de rechtlijnige verbindingsstukken 13.
Het in een werkplaats samenstellen van een muur of een muuronderdeel geschiedt dus door gebruik te maken, hetzij van dezelfde langwerpige bouwelementen 1 die gebruikt worden voor het ter plaatse samenstellen van een muur of een muuronderdeel, hetzij van langwerpige bouwelementen waarvan een doorsnede door figuur 9 duidelijk wordt gemaakt en die ook zichtbaar zijn in figuur 4. Omdat in de werkplaats kan worden overgegaan tot het optrekken van volledige muren of muuronderdelen, kan gebruik worden gemaakt van langwerpige bouwelementen 2 met een meer vereenvoudigde doorsnede
<Desc/Clms Page number 5>
zoals afgebeeld in de zopas genoemde figuur 9.
Winkelhaken 11 worden dus voor hoekverbindingen toegepast. Ook T-vormige stukken of verbindingsstukken 12 kunnen hiervoor dienen wanneer de haakse verbinding ontstaat zoals afgebeeld in figuur 4.
De in de werkplaats vervaardigde muren of muuronderdelen kunnen aaneen worden gebracht volgens gebruikelijke bekende technieken. De samenvoeging haaks op elkaar van twee muren wordt door figuur 7 verduidelijkt. Het is duidelijk dat bij het machinaal vervaardigen van muren en muuronderdelen in de werkplaats men geen beroep moet doen op de verbindingsstukken 7 die onverbrekelijk zijn verbonden met de profielen 8.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten het raam van de octrooiaanvrage te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
"Method for raising internal and P w and connecting parts used here"
This invention relates to a method of erecting interior and exterior walls.
The object of the invention is to design a method and, within this framework, building elements and their connecting parts, and to enable walls, panels or wall parts to be erected either in the workshop or on site and, if necessary, perpendicularly to connect with each other.
In order to make this possible according to the invention, the method is characterized in that elongated building elements of wood or lightweight concrete are stacked on top of one another on the construction site or in the workshop and are connected vertically by profiles with circular or n-angular cross-section through passages provided in these elements.
The invention thus also relates to the building elements and their connecting parts which enable the application of the method in excellent conditions.
Construction elements for applying the method according to the invention are characterized in that they always have at least one continuous groove along one side and a continuous protrusion along the other side along the side that in contact with a lower or upper element in the position of use. exhibit.
Other details and advantages of the invention will become apparent from the following description of a method of erecting interior and exterior walls and of the building elements and their connecting parts according to the invention. This description is given by way of example only and does not limit the invention. The reference numbers refer to
<Desc / Clms Page number 2>
the added figures.
Figure 1 is, with the necessary fracture lines, a perspective representation of a corner connection between two walls erected on site.
Figure 2 is, on a larger scale, a plan view of a corner joint between two walls erected according to Figure I.
Figure 3 shows, on a different scale, connecting parts as they are used to create the walls constructed according to Figures 1 and 2.
Figure 4 is a corner joint between multiple walls assembled in the workshop and connected on site.
Figure 5 shows in top view a square with the pins provided thereon for connecting steel tube profiles.
Figure 6 is an exploded perspective view of connecting members pertaining to the invention.
Figure 7 illustrates, on a smaller scale, the mounting options of interconnecting on site, and workshop assembled walls.
Figure 8 shows a cross section between two building elements as they are used for mounting a wall on site.
Figure 9 is a similar section through building elements as they are preferably used when mounting a wall in the workshop.
The building elements used according to the method are elongated elements 1 or 2.
In the longitudinal sense, the construction elements 1 and 2 have at least one continuous groove along their narrow side and at least one continuous protrusion co-acting therewith along the opposite narrow side. The construction elements made of wood or light concrete can therefore be placed on top of one another and pressed together appropriately, so that laterally
<Desc / Clms Page number 3>
inside and on the outside, a well-finished flat surface is created.
When the wall is erected on site, use is made of elongated building elements 1 with continuous rebates 3 (seen from the top of building element 1, viewed in the position of use) (Figures 1 and 7). Continuous elevations 4 may be present on both sides of the rebate 3. The construction element, which is placed on top of a construction element underneath it and is pressed into it appropriately, has a continuous protrusion 5.
Continuous grooves 6 are provided on both sides of the continuous projection 5. When two superimposed building elements are pressed together, the continuous elevations 4 fit into the grooves 6.
When erecting a wall on site by means of the building elements according to the invention, two walls perpendicular to each other are used to connect
L-shaped connecting parts 7 which are inextricably connected to the profiles 8 (Figures 1, 2 and 3). An L-shaped connecting part fits with each of its arms in two rebates 3 at right angles to each other, belonging to two walls to be joined at an angle of 900.
The L-shaped connecting parts 7 with the profiles 8 inextricably connected thereto therefore serve to connect, at certain levels, the elongated building elements 1 belonging to two perpendicular walls.
Profiles 8 'are switched on between two superimposed connecting parts 7 with their profiles 8. These profiles preferably have a circular cross-section, although in principle it is also possible to provide n-angular cross-sections for this purpose.
The cross-sections of the passages which occur in the elongated building elements 1 need then be adapted to the cross-section of the profiles 8 and 8.
When erecting a wall on site, the elongated building elements 1 are thus progressively joined together
<Desc / Clms Page number 4>
stacking and build a connection between these elements by using sliding profiles 8 and 8 'at regular intervals. Profiles 8 are provided around the two or three elements with the L-shaped connecting parts 7 fixedly connected thereto.
Elongated building elements 1 which form part of a wall are also locally vertically joined together using pipe profiles of the same type as those which will be further described in the context of the description of walls and wall parts constructed in a workshop.
Thus, when a wall or a wall part is manufactured in the workshop, one can use, as will become apparent later, the aforementioned continuous tubular profiles 9 which, after the elongated building elements 2 have been stacked on top of each other mechanically or by hand, are provided one above the other running passages are slid. At the bottom and top, the tubular profiles 9 fit into pins 10 belonging either to snags 11, T-pieces 12 or rectilinear pieces 13. T-pieces 12 and rectilinear pieces 13 have the same pins 10 as well as pins 14 with a smaller diameter that fit into small tube profiles 15 which in turn are slid into provided bores in the lower and upper elongated building elements 2.
Pins 10 and 14 therefore also occur on the T-shaped pieces 12 and the rectilinear connecting pieces 13.
Assembly of a wall or a wall part in a workshop therefore takes place by using either the same elongated building elements 1 which are used for assembling a wall or a wall part on site, or of elongated building elements of which a cross section is clearly shown in Figure 9. and which are also visible in figure 4. Since the workshop can be used to erect complete walls or wall parts, elongated building elements 2 with a more simplified cross-section can be used
<Desc / Clms Page number 5>
as shown in figure 9 just mentioned.
Squares 11 are thus used for corner joints. T-shaped pieces or connecting pieces 12 can also serve this purpose when the right angle connection is created as shown in figure 4.
The walls or wall parts manufactured in the workshop can be assembled according to customary known techniques. The joining perpendicular to each other of two walls is illustrated by Figure 7. It is clear that when machining walls and wall parts in the workshop one should not use the connectors 7 which are inseparably connected to the profiles 8.
It is clear that the invention is not limited to the above-described embodiment and that many modifications could be made to it without departing from the scope of the patent application.