BE1004586A3 - Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet. - Google Patents

Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet. Download PDF

Info

Publication number
BE1004586A3
BE1004586A3 BE9000873A BE9000873A BE1004586A3 BE 1004586 A3 BE1004586 A3 BE 1004586A3 BE 9000873 A BE9000873 A BE 9000873A BE 9000873 A BE9000873 A BE 9000873A BE 1004586 A3 BE1004586 A3 BE 1004586A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
sep
carbon black
carried out
previous
thermal decomposition
Prior art date
Application number
BE9000873A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Johannes H Schippers
Original Assignee
Heijden Iris De Pace Maria Pal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heijden Iris De Pace Maria Pal filed Critical Heijden Iris De Pace Maria Pal
Priority to BE9000873A priority Critical patent/BE1004586A3/nl
Priority to EP91915755A priority patent/EP0548130B1/en
Priority to AT91915755T priority patent/ATE116350T1/de
Priority to DE69106375T priority patent/DE69106375D1/de
Priority to PCT/BE1991/000063 priority patent/WO1992004414A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1004586A3 publication Critical patent/BE1004586A3/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10BDESTRUCTIVE DISTILLATION OF CARBONACEOUS MATERIALS FOR PRODUCTION OF GAS, COKE, TAR, OR SIMILAR MATERIALS
    • C10B53/00Destructive distillation, specially adapted for particular solid raw materials or solid raw materials in special form
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09CTREATMENT OF INORGANIC MATERIALS, OTHER THAN FIBROUS FILLERS, TO ENHANCE THEIR PIGMENTING OR FILLING PROPERTIES ; PREPARATION OF CARBON BLACK  ; PREPARATION OF INORGANIC MATERIALS WHICH ARE NO SINGLE CHEMICAL COMPOUNDS AND WHICH ARE MAINLY USED AS PIGMENTS OR FILLERS
    • C09C1/00Treatment of specific inorganic materials other than fibrous fillers; Preparation of carbon black
    • C09C1/44Carbon
    • C09C1/48Carbon black
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L9/00Treating solid fuels to improve their combustion

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Pigments, Carbon Blacks, Or Wood Stains (AREA)
  • Carbon And Carbon Compounds (AREA)

Abstract

Werkwijze ter bereiding van roet, daardoor gekenmerkt dat men uitgaat van een organisch materiaal, men dit materiaal onderwerpt aan een biochemische voorbehandeling waarbij een sterk verhoogde aktiviteit van thermofiele bacteriën en een versnelling van gelei-vorming van het verbindende proteïneplasma tussen de cellen optreedt, waardoor ontsluiting van de organische cellen plaastvindt en men vervolgens het verkregen materiaal onderwerpt aan een thermische ontlening die op het einde een carbonisering bevat.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 
 EMI1.1 
 



  Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet. -----------------------------------------------------De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze ter bereiding van roet. 



  Roet wordt veel gebruikt als vulstof of versterkingsstof die toegevoegd wordt aan polymeren in het bijzonder rubber en elastomeren. Roet is ook geschikt als pigmentstof in drukinkt, coatings e. d.. 



  Bekende werkwijzen voor het bereiden-van roet gaan uit van koolwaterstoffen die gekraakt en/of onvolledig verbrand worden bij hoge temperaturen. Dergelijke werkwijzen zijn bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse oktrooiaanvrage nrs. 8004048 en 8801112. 



  Doordat uitgegaan wordt van koolwaterstoffen kunnen bij de gebruikte temperaturen die tot boven 1000 graden Celsius kunnen liggen milieuschadelijke stoffen ontstaan zoals PCB's en nitrosamines. Deze stoffen vindt men dan ook terug in het verkregen roet. Deze stoffen worden 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 vooral gevormd indien uitgegaan wordt van gechloreerde koolwaterstoffen. 



  De werkwijzen beschreven in voornoemde oktrooiaanvrage hebben in hoofdzaak tot doel een roet te verkrijgen met betere eigenschappen zoals een groter specifiek oppervlak van de roetdeeltjes of een sterkere struktuur waardoor het roet beter geschikt is voor bepaalde toepassingen zoals bij voorbeeld voor het vulkaniseren van rubber. 



  De uitvinding heeft tot doel een nieuwe werkwijze ter bereiding van roet te verschaffen waarbij op een ekonomische en milieuvriendelijke manier een nieuwe roetsoort verkregen wordt met uitstekende en milieuvriendelijke eigenschappen, die bijzonder geschikt is als toevoeging aan elastomeren, drukinkten en coatings en waarbij gemakkelijk'kan vermeden worden dat het roet schadelijke stoffen bevat. 



  Tot dit doel gaat men uit van een organisch materiaal, onderwerpt men dit materiaal aan een biochemische voorbehandeling waarbij een sterk verhoogde aktiviteit van thermofiele bacteriën en een versnelling van gelei-vorming van het verbindende proteineplasma tussen de cellen optreedt, waardoor ontsluiting van de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 organische cellen plaatsvindt en onderwerpt men vervolgens het verkregen materiaal aan een thermische ontleding die op het einde een carbonisering bevat. 



  In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding voert men de thermische ontleding in ten minste drie stappen uit, waarbij men in de eerste stap hoofdzakelijk vocht, inclusief gebonden vocht, afscheidt, men in een tweede stap bij hogere temperatuur in hoofdzaak verdampbare koolwaterstoffen door verdampen afscheidt en men in de derde stap ten slotte bij nog hogere temperatuur de carbonisering tot roet van de overgebleven celkernen uitvoert. 



  In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding voert men de thermische ontleding uit in afwezigheid van oxidatiemiddelen. 



  Dergelijke oxidatiemiddelen zijn bijvoorbeeld lucht, hetgeen betekent dat de thermische ontleding anaëroob plaatsvindt. 



  In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de biochemische voorbehandeling een bestraling met elektromagnetische straling. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Bij voorkeur bestraalt men het materiaal met magnetische golfpulsen met een frequentie tussen 800 en 1100 MHz. 



  In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de biochemische voorbehandeling een verdichting van het beginmateriaal tot de gewenste dichtheid en het gewenste droge stofgehalte. 



  Als uitgangsmateriaal kan men voordelig dierlijke afscheidingsprodukten of plantaardig materiaal of nog algen, bij voorkeur zogenoemde"blue green algae   (cyanophites)"gebruiken.   



  De uitvinding heeft ook betrekking op het roet bereid volgens de werkwijze volgens   een   van voornoemde uitvoeringsvormen. 



  Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiervolgende beschrijving van een werkwijze voor het bereiden van roet en van het aldus bereide roet, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraantoegevoegde tekening, die een blokschema weergeeft van de werkwijze volgens de uitvinding. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 Om roet met uitstekende eigenschappen te bereiden gaat men uit van organisch materiaal in relatief vaste vorm, met een droge stofgehalte hoger dan 50%. Aan dit organisch materiaal kan eventueel een hoeveelheid mineraal materiaal toegevoegd zijn, maar de hoeveelheid mineraal materiaal moet kleiner zijn dan de hoeveelheid organisch materiaal. 



  Als organisch materiaal zijn vooral geschikt dierlijke afscheidingsprodukten zoals kippemest en/of plantaardig materiaal of algen. Uiteraard zullen de kwaliteit en de eigenschappen van het verkregen roet beinvloed worden door de samenstelling van het uitgangsmateriaal. 



  Dit uitgangsmateriaal onderwerpt men achtereenvolgens aan een biochemische voorbehandeling en een thermische ontleding. 



  De biochemische voorbehandeling bevat een verdichting in een hydraulische pers 1 en een bestraling met elektromagnetische golven in een magnetron 2. 



  Men kan het persen in meerdere stappen uitvoeren en door gebruik te maken van kleinere zuigers die in de hoofdzuiger gemonteerd zijn en de door de hoofdzuiger samengeperste massa kunnen binnendringen, kan men een 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 homogenisatie van het materiaal verkrijgen. Men perst met een druk hoger dan 24.500 kPa en bij voorkeur hoger dan 27.440 kPa, maar niet hoger dan 29.400 kPa. Men verkrijgt een homogene massa met een densiteit hoger dan 280 kg per kubieke centimeter waarvan de temperatuur gestegen is tot 30-35 graden Celsius en het vochtgehalte gedaald is. 



  Het verdichte homogene materiaal bestraalt men vervolgens in de magnetron 2 gedurende ten minste 20 minuten en bij voorkeur ongeveer 30 minuten met elektromagnetische pulsen van bij voorbeeld 5 s met een frequentie tussen 800 en 1100 MHz en bij voorkeur tussen 900 en 920 MHz. Men gebruikt een magnetron met een vermogen tussen 5 en 12 kW en bij voorkeur tusen 6,8 tot 7,6 kW. Men zorgt ervoor dat de stralingsgolven gelijk verdeeld zijn over het materiaal. Daartoe kan men gebruik maken van golfgeleiders. Opeenvolgend wordt het materiaal van boven, van onder en van elk van de zijkanten bestraald. Het bestralen geschiedt in zuurstofarme omgeving en dus bijna volledig anaëroob. 



  De bestraling heeft tot doel specifieke anaërobe thermofiele bacteriën zoals bij voorbeeld stearo type bacteriën die van nature   uit reeds   een Browniaanse beweging vertonen te aktiveren. De frequentie wordt zo 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gekozen dat niet zozeer wrijving tussen de moleculen ontstaat en daardoor verwarming maar wel de Browniaanse beweging van bacteriën en celorganismen geaktiveerd wordt. Men met bijgevolg de uiterste zorg eraan besteden dat de temperatuur van het materiaal ten gevolge van wrijving tussen de moleculen niet hoger wordt dan 70 graden Celsius. Ten gevolge van de aktiviteit van de anaërobe thermofiele bacteriën zal de temperatuur ook toenemen.

   Anderzijds mag de temperatuur ook niet op ongeveer 30 tot 40 graden Celsius blijven aangezien door de aktiviteit van Psychro en Mesophyle bacteriën metaangas zou kunnen gevormd worden. 



  De magnetron 2 is een afgesloten tunnel. Men verplaatst het materiaal doorheen deze tunnel door middel van een transportband bij voorkeur van Teflon (gedeponeerd merk) of Keplar (gedeponeerd merk). 



  Door de behandeling in de magnetron vindt een biologisch ontledingsproces van het organisch materiaal plaats en verkrijgt men een sterk verhoogde aktiviteit van thermofiele bacteriën en een versnelling van gelei-vorming van het verbindende   proteïneplasma,   waardoor ontsluiting van de organische cellen plaatsvindt. Het materiaal wordt ontbonden door een 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 toenemen van enzymen en plasma vanuit de verbindende vezelstruktuur en ontsluiting van de cellen en celkernen. 



  Het bestraalde en reeds gedeeltelijk ontlede materiaal verkruimelt men in de inrichting 3 waarna men het verkruimelde materiaal, steeds. zonder toevoeging van oxidatieverwekkende middelen en dus ondermeer zonder toevoer van lucht en onder atmosferische druk in de reaktor 4 aan een thermische ontleding onderwerpt in drie stappen. Tijdens het verkruimelen verwijdert men het vocht dat vrijkomt. 



  Tijdens de eerste stap, in de eerste reaktorzone 5, verwarmt men het materiaal dat binnenkomt op een temperatuur van ongeveer 70 graden Celsius tot een temperatuur tussen 200 en 250 graden Celsius waarbij hoofdzakelijk alle vocht, inclusief moleculair gebonden vocht, vrijkomt. Men voert het vrijgekomen vocht uit de reaktorzone 5 af en kondenseert het in de kondensor 8. 



  Het overblijvende materiaal verwarmt men in een tweede reaktorzone 6 tot een temperatuur van ongeveer 480 graden Celsius. Hierbij komen de meeste verdampbare koolwaterstoffen vrij. Koolwaterstoffen die in deze tweede zone verdampen zijn ondermeer onverzadigde koolwaterstoffen zoals ethyleen en acethyleen, alkenen 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 zoals etheen, propeen en buteen, aromatische koolwaterstoffen zoals benzeen, tolueen en xyleen en bepaalde verzadigde koolwaterstoffen zoals kerosines, naftalenen, ethyleenteren. Men voert deze vrijgekomen koolwaterstoffen uit de reaktorzone 6 af zonder dat ze in kontakt komen met het afgevoerde water en vooral de gassen die in de volgende reaktorzone 7 vrijkomen. De afgevoerde koolwaterstoffen kondenseert men in de kondensor 9.

   De gekondenseerde koolwaterstoffen kan men eventueel als brandstof voor het verwarmen van de reaktorzones gebruiken. 



  In de derde reaktorzone 7 brengt men het materiaal ten slotte op een temperatuur   van 520   tot 580 graden Celsius, bij voorkeur op 538 graden Celsius en men houdt dit materiaal gedurende 20 tot 30 minuten en bij voorkeur 22 tot 25 minuten op deze temperatuur. Tijdens deze derde stap vindt een carboniseren plaats van het materiaal dit zijn de overgebleven celkernen, waarbij roet gevormd wordt. 



  Het doorstromen van het materiaal van de ene reaktorzone naar de andere vindt plaats door middel van mengschroeven en gassluizen (zogenoemde"air locks"). De gassen die bij de laatstgenoemde stap en ondermeer de carbonisatie vrijkomen voert men af via 10. Het 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 verkregen roet in vaste poedervorm, dat uit de laatste reaktorzone 7 afgevoerd wordt, steeds zonder toevoeging van oxidatiemiddel, wordt in de inrichting 11 afgeschrikt of gekoeld. Eventueel ongewenste bijprodukten die zich in het roet zouden bevinden worden afgescheiden. In de inrichting 12 onderwerpt men het roet eventueel aan verdere nabehandelingen zoals zeven, malen, degritting, ilutriating (separatie) of de vorming van korrels of schijfjes of pelleteren. 



  Men verkrijgt een nieuwe roetsoort met uitstekende eigenschappen die geen   milieuschadelijke stoffen   zoals PCB's en nitrosamines bevatten. Deze roetsoort bevat volgende eigenschappen : Jodiumabsorptieoppervlak. 
 EMI10.1 
 



  ------------------------- Het jodiumabsorptieoppervlak van het roet wordt als volgt bepaald : een roetmonster wordt in een porseleinen kroes, welke van een loszittend deksel is voorzien om het ontsnappen van gassen mogelijk te maken, gebracht en wordt bij een temperatuur van 927 graden Celsius gedurende 7 min. gecalcineerd en vervolgens in een exciccator gekoeld. De toplaag van het gecalcineerde roet wordt tot op een diepte van ongeveer 0,635 cm verwijderd. Van het in de kroes resterende roet wordt 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 een geschikt monster afgewogen. Een monster van 0,1 g is voor roet met een verwacht oppervlak van 380 m2/g geschikt. Het monster wordt in een kolf gebracht en veertig ml van een 0,0473 N jodiumoplossing wordt toegevoegd. De kolf wordt afgesloten en gedurende 10 minuten met een snelheid van 120-260 op en neer bewegingen per minuut geschud.

   De verkregen oplossing wordt onmiddellijk gecentrifugeerd met 1200-2000 omwentelingen per minuut tot dat de oplossing helder wordt, dit is meestal 1 tot 3 minuten. Een monster van 25 ml van de jodiumoplossing, waaraan een paar druppels van een 1% zetmeeloplossing als eindpunt-indicator zijn toegevoegd, wordt getitreerd met 0,0394 N   natriumthiosulfaatoplossing   tot dat de blauwe kleur naar kleurloos omslaat. Als blanco monster wordt 40 ml van de 0,0473 N jodiumoplossing geschud, gecentrifugeerd en zoals hiervoor beschreven getitreerd. Het jodiumabsorptieoppervlak S. A., wordt als volgt berekend : S. A. = (10 B-10T-4, 57) /1, 3375, waarin B het titratiegetal van het blanco monster en T het titratiegetal van het te meten monster voorstellen. 



  Het roet bereid volgens de hiervoor beschreven werkwijze bezit een jodiumoppervlak hoger dan 380 m2/g. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 Dibutylftalaatabsorptiegetal (DBF) 
 EMI12.1 
 ------------------------------------ Dit wordt berekend volgens de ASTM-testmethode D2414-76. Roet in schijfjes verkregen volgens de hiervoor beschreven werkwijze bezit een   DBF-waarde   hoger dan 200   ml/100g.   pH. 



  De pH wordt gemeten van een 10 min. gekookte oplossing van 5 g. van het verkregen roet in schijfjes in 50 ml gedestilleerd water. De pH bedraagt minder dan 5. 



  Joodadditie getal. 
 EMI12.2 
 



  ------------------ Het joodadditie getal van het roet volgens ISO 1304 bedraagt 380 g/kg. 



  Soortelijk gewicht. 
 EMI12.3 
 ------------------- 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 Het soortelijke gewicht van het verkregen roet na drogen gedurende 24 u bij 105 graden Celsius in een heteluchtoven bedraagt 0,8 g/cm3. 



  Specifiek oppervlak. 
 EMI13.1 
 



  -------------------- Het specifiek oppervlak gemeten met C02 adsorptie bij 273 K (kompressiemodules) ligt tussen 35 en 200 m2/g, en gemeten met N2 bij 77 K tussen 10 en 30 m2/g. 



  Porositeit. 
 EMI13.2 
 



  ----------- Kwik-porosimetrie toont aan dat ook grotere poriën aanwezig zijn met rp=4-2000nm met een maximum van 4000 nm. Deze poriën hebben een volume van Vp=0, 3-0, 7 
 EMI13.3 
 cm3/g, cm3/g. 



  Deeltjesgrootte. ---------------- De diameter van de deeltjes varieert van 4 tot 200 nanometer. Het roet bezit een brede deeltjesgrootteverdeling. De d50 bedraagt 51 micrometer. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 BET-oppervlak. 
 EMI14.1 
 -------------- Na 16 uur op 300 graden Celsius gehouden te zijn heeft het BET-oppervlak gemeten met N2 adsorptie   bij-196   graden Celsius een waarde van ten minste 34 m2/g. 



  Menggedrag. 
 EMI14.2 
 



  ----------- Het verkregen roet wordt gemengd met ondermeer ethyleen-propyleen-rubber (EPDM) na gedurende 24 uren bij 105 graden Celsius in een heteluchtoven gedroogd te zijn, in een verhouding van 70 delen roet per 100 delen polymeer, in een Banbury-menginrichting GK2 van Werner & Pfleiderer. 



  Mengkondities : loadfactor 76%. toerental rotoren 46-48 tpm. wandtemperatuur : 40 graden Celsius. 



  Mengcyclus : 0-30 s. polymeer na 30 s. roet. lossen na 3 min. 



  Samenstelling van het mengsel. 
 EMI14.3 
 



  ------------------------------ 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 
 EMI15.1 
 
<tb> 
<tb> Keltan <SEP> 512 <SEP> EPDM <SEP> 100 <SEP> gewichtsdelen
<tb> ZnO <SEP> 5
<tb> Stearinezuur <SEP> 1
<tb> Sunpar <SEP> 2280 <SEP> 5
<tb> roet <SEP> 70
<tb> T <SEP> M <SEP> T <SEP> D <SEP> S <SEP> (50%) <SEP> 1
<tb> M <SEP> B <SEP> T <SEP> (80%) <SEP> 0.63
<tb> Z <SEP> D <SEP> E <SEP> C <SEP> (80%) <SEP> 2.5
<tb> S <SEP> 1. <SEP> 5
<tb> ------
<tb> 186. <SEP> 63
<tb> 
 Als referentie wordt hetzelfde mengsel vervaardigd maar waarbij het roet verkregen volgens de uitvinding vervangen is door een in de handel zijnd roet namelijk Cancarb Thermax roet. Beide roeten vertonen een normaal menggedrag. Na het mengen worden de mengsels door een twee-wals maalinrichting geleid en tot vellen voor een verdere beproeving gevormd. 
 EMI15.2 
 
<tb> 
<tb> 



  Mengselkarakterisering <SEP> roet <SEP> (ref.) <SEP> roet <SEP> (uitv.)
<tb> -------------------- <SEP> ----------- <SEP> ---------ML <SEP> (1+4) <SEP> 100 <SEP> C. <SEP> 61.2 <SEP> 79. <SEP> 1
<tb> Rheometer <SEP> 160 <SEP> C. <SEP> ML <SEP> (Nm) <SEP> 1.56 <SEP> 2.26
<tb> Ts2 <SEP> (min) <SEP> 1.35 <SEP> 1.20
<tb> 
 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 
 EMI16.1 
 
<tb> 
<tb> T'c90 <SEP> (min) <SEP> 15.56 <SEP> 10.78
<tb> MH <SEP> (Nm) <SEP> 11.35 <SEP> 11.36
<tb> Vulkanisaat <SEP> 12'/180 <SEP> C.
<tb> 



  S <SEP> 100 <SEP> (N/mm2) <SEP> 2.1 <SEP> 1.9
<tb> S <SEP> 200 <SEP> (N/mm2) <SEP> 4.1 <SEP> 3.5
<tb> S <SEP> 300 <SEP> (N/mm2) <SEP> 5.9 <SEP> 5
<tb> Treksterkte <SEP> (N/mm2) <SEP> 9.2 <SEP> 8. <SEP> 5
<tb> Rek <SEP> bij <SEP> breuk <SEP> (%) <SEP> 415 <SEP> 367
<tb> Hardheid <SEP> (Shore <SEP> A) <SEP> 68 <SEP> 66
<tb> compr. <SEP> set <SEP> 22h/70C. <SEP> 17 <SEP> 21
<tb> compr. <SEP> set <SEP> 72h/23C. <SEP> 10 <SEP> 13
<tb> 
 Besluiten. 
 EMI16.2 
 ---------- Uit het voorgaande blijkt dat het nieuwe roet verkregen met de hiervoor beschreven werkwijze zeer bevredigend is voor toepassingen in rubbers en elastomeren. De fysische kenmerken zijn gemakkelijk te beinvloeden door de voorwaarden van de werkwijze binnen de opgegeven grenzen te wijzigen en door de keuze van het uitgangsmateriaal. 



  Met de werkwijze kunnen roeten vervaardigd worden die volgens de ASTM code kunnen geklassificeerd worden van N110 tot N990. Bij voorkeur worden roeten bereid met een 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 klassificatie   vergelijkbaar met"medium   thermal". Bij toepassing van het roet volgens de uitvinding in natuurlijke rubber en nitriel elastomeer zijn de fysische eigenschappen van het roet vergelijkbaar met die verkregen met het roet dat in de handel is onder de benaming THERMAX 991. 



  De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven werkwijze en roet, en binnen het raam van de uitvinding kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen worden aangebracht.

Claims (19)

  1. Konklusies. EMI18.1 ------------ 1.-Werkwijze ter bereiding van roet, daardoor gekenmerkt dat men uitgaat van een organisch materiaal, men dit materiaal onderwerpt aan een biochemische voorbehandeling waarbij een sterk verhoogde aktiviteit van thermofiele bacteriën en een versnelling van gelei-vorming van het verbindende proteineplasma tussen de cellen optreedt, waardoor ontsluiting van de organische cellen plaatsvindt en men vervolgens het verkregen materiaal onderwerpt aan een thermische ontlening die op het einde een carbonisering bevat.
  2. 2.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de thermische ontleding in ten minste drie stappen uitvoert, waarbij men in de eerste stap hoofdzakelijk vocht, inclusief gebonden vocht, afscheidt, men in een tweede stap bij hogere temperatuur in hoofdzaak verdampbare koolwaterstoffen door verdampen afscheidt en men in de derde stap ten slotte bij nog hogere temperatuur de carbonisering tot roet van de overgebleven celkernen uitvoert.
  3. 3.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de eerste stap van de thermische <Desc/Clms Page number 19> ontleding uitvoert bij een temperatuur tot maximum 250 graden Celsius.
  4. 4.-Werkwijze volgens een van de konklusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat men de tweede stap van de thermische ontleding uitvoert bij een temperatuur tussen 250 en 480 graden Celsius.
  5. 5.-Werkwijze volgens een van de konklusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat men de derde stap van de thermische ontleding uitvoert bij een temperatuur tussen 480 en 580 graden Celsius.
  6. 6.-Werkwijze volgens een van de konklusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat men de derde stap met de carbonisering uitvoert gedurende 20 tot 30 minuten.
  7. 7.-Werkwijze volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat men de thermische ontleding uitvoert in afwezigheid van oxidatiemiddelen.
  8. 8.-Werkwijze volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de biochemische voorbehandeling een bestraling bevat met elektromagnetische straling. <Desc/Clms Page number 20>
  9. 9.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de elektromagnetische straling uitvoert met golfpulsen met een frequentie tussen 800 en 1100 MHz.
  10. 10.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de elektromagnetische straling uitvoert met golfpulsen met een frequentie tussen 900 en 1000 MHz.
  11. 11.-Werkwijze volgens een van de konklusies 8 tot 10, daardoor gekenmerkt dat men zorgt dat tijdens de elektromagnetische bestraling de temperatuur van het materiaal beneden 70 graden Celsius blijft.
  12. 12.-Werkwijze volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de biochemische voorbehandeling een verdichting bevat van het beginmateriaal tot de gewenste dichtheid en droge stofgehalte.
  13. 13.-Werkwijze volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat men de verdichting uitvoert door samen te persen met een druk van 200 tot 300 kPa. EMI20.1
  14. 14.-Werkwijze van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat men de biochemische j <Desc/Clms Page number 21> voorbehandeling uitvoert zonder toevoer van oxidatiemiddelen en men tussen de voorbehandeling en de thermische ontleding ook geen oxidatiemiddelen toelaat.
  15. 15.-Werkwijze volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat men uitgaat van een organisch materiaal met een droge stofgehalte hoger dan 50%.
  16. 16.-Werkwijze volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat men als organisch materiaal dierlijke afscheidingsprodukten gebruikt.
  17. 17.-Werkwijze volgens een van de konklusies 1 tot 15, daardoor gekenmerkt dat men als organisch materiaal plantaardig materiaal gebruikt.
  18. 18.-Roet vervaardigd volgens de werkwijze volgens één van de vorige konklusies.
  19. 19.-Roet volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het een specifiek oppervlak, gemeten door C02 absorptie, tussen 35 en 250 m2/g, een jodiumoppervlak van ten minste 380 m2/g, een pH lager dan 5, een DBF-waarde hoger dan 200 ml per 100 g en een joodadditiegetal hoger dan 380 g per kg bezit.
BE9000873A 1990-09-12 1990-09-12 Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet. BE1004586A3 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000873A BE1004586A3 (nl) 1990-09-12 1990-09-12 Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet.
EP91915755A EP0548130B1 (en) 1990-09-12 1991-09-11 Process for manufacturing carbon black and thus manufactured carbon black
AT91915755T ATE116350T1 (de) 1990-09-12 1991-09-11 Verfahren zur herstellung von russ und also hergestelltes russ.
DE69106375T DE69106375D1 (de) 1990-09-12 1991-09-11 Verfahren zur herstellung von russ und also hergestelltes russ.
PCT/BE1991/000063 WO1992004414A1 (en) 1990-09-12 1991-09-11 Process for manufacturing carbon black and thus manufactured carbon black

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000873A BE1004586A3 (nl) 1990-09-12 1990-09-12 Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1004586A3 true BE1004586A3 (nl) 1992-12-15

Family

ID=3884925

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9000873A BE1004586A3 (nl) 1990-09-12 1990-09-12 Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0548130B1 (nl)
AT (1) ATE116350T1 (nl)
BE (1) BE1004586A3 (nl)
DE (1) DE69106375D1 (nl)
WO (1) WO1992004414A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19955219B4 (de) * 1998-11-21 2008-08-28 Heidrich, Jens, Dipl.-Ing. Verfahren und Vorrichtung zur Desintegration von Biomassen
BRPI0920883A2 (pt) 2008-10-16 2015-12-22 Evonik Carbon Black Gmbh negro de fumo com alto teor de c-14, seus porcessos de produção e seus usos, misturas de polímeros, borrachas e plásticos, tintas e tintas de impressão compreendendo tal negro de fumo, e uso de tais misturas de borracha.
US9916914B2 (en) 2011-09-07 2018-03-13 The Governors Of The University Of Alberta N-doped carbon materials
JP2022512970A (ja) * 2018-11-07 2022-02-07 リビング・インク・テクノロジーズ,エルエルシー 生物学的インク及びコーティング、並びに関連する方法
CN116897192A (zh) * 2020-05-07 2023-10-17 活墨水技术有限责任公司 生物衍生的炭黑替代物及其制备方法
US20230407042A1 (en) * 2020-10-30 2023-12-21 Orion Engineered Carbons Gmbh Rubber Compositions Comprising Carbon Black Obtained From Renewable Feedstock
KR20220060042A (ko) * 2020-11-02 2022-05-11 재단법인 한국탄소산업진흥원 온도구배가 가능한 반응로를 이용한 아세틸렌 블랙 제조장치

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3843457A (en) * 1971-10-14 1974-10-22 Occidental Petroleum Corp Microwave pyrolysis of wastes
US4219415A (en) * 1978-08-09 1980-08-26 Nassef N A Method and apparatus for disposal of organic wastes
FR2484294A1 (fr) * 1980-06-17 1981-12-18 Lejeune Gwenole Procede et dispositif de traitement de produits humides

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3843457A (en) * 1971-10-14 1974-10-22 Occidental Petroleum Corp Microwave pyrolysis of wastes
US4219415A (en) * 1978-08-09 1980-08-26 Nassef N A Method and apparatus for disposal of organic wastes
FR2484294A1 (fr) * 1980-06-17 1981-12-18 Lejeune Gwenole Procede et dispositif de traitement de produits humides

Also Published As

Publication number Publication date
WO1992004414A1 (en) 1992-03-19
EP0548130B1 (en) 1994-12-28
EP0548130A1 (en) 1993-06-30
DE69106375D1 (de) 1995-02-09
ATE116350T1 (de) 1995-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Akhil et al. Production, characterization, activation and environmental applications of engineered biochar: a review
Fu et al. Comparison of physicochemical properties of biochars and hydrochars produced from food wastes
Downie et al. Physical properties of biochar
Gurten et al. Preparation and characterisation of activated carbon from waste tea using K2CO3
Fierro et al. Methodical study of the chemical activation of Kraft lignin with KOH and NaOH
Nazem et al. Preparation and optimization of activated nano-carbon production using physical activation by water steam from agricultural wastes
Wen et al. Catalyzing carbonization of poly (L-lactide) by nanosized carbon black combined with Ni 2 O 3 for improving flame retardancy
US5538932A (en) Preparation of high activity, high density activated carbon with activatable binder
Philip et al. Adsorption characteristics of microporous carbons from apricot stones activated by phosphoric acid
JPS58145700A (ja) 炭化けい素ウイスカ−の製造方法
CN1158359C (zh) 用过氧化氢氧化碳黑
BE1004586A3 (nl) Werkwijze ter bereiding van roet en aldus bereid roet.
El Qada et al. Influence of preparation conditions on the characteristics of activated carbons produced in laboratory and pilot scale systems
Haji et al. Characterization of activated carbon produced from urban organic waste
CA1071177A (en) Active carbon process and composition
Genieva et al. Utilization of rice husks and the products of its thermal degradation as fillers in polymer composites
JP2016517839A (ja) 炭化炭素およびそれから形成されるアーティクル
KR100908680B1 (ko) 폐제지슬러지와 폐유를 이용한 고체연료 및 그 제조방법
Angelova et al. Preparation of a biogenic carbon/silica based adsorbent for removal of petroleum products spills from aqueous medium
Khokhlov et al. Physico-chemical features of bioactive carbon sorbents for oil
Diby et al. Controlled Air Oxidation for Surface Functionalization of Pyrolytic Carbon Black
Uzunova et al. Changes in structure of solid pyrolysis residue during slow pyrolysis of rice husk
US1442372A (en) Absorptive material and process of producing the same
Adesina et al. Preparation and Characterization of Biochar and Activated Carbon Derived from Cashew Bagasse Waste
Zhichang et al. Promoter action of sulphur on the stabilization of pitch spheres

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: VAN DER HEIJDEN IRIS DE PACE MARIA PALOMA

Effective date: 19980930