BE1004584A3

BE1004584A3 - Werkwijze en inrichting voor het gieten van t-vormige balken uit voorgespannen beton.

Info

Publication number: BE1004584A3
Application number: BE9000829A
Authority: BE
Original assignee: Coussee Marc
Priority date: 1990-08-29
Filing date: 1990-08-29
Publication date: 1992-12-15

Abstract

Werkwijze en inrichting om T-balken of dwarsliggers in voorgespannen beton te gieten met het kenmerk dt de gietvormen, na het verharden van het beton, naar beneden worden gebracht, terwijl betrokken balken op steunstaven vast verbonden aan het frame van de gietbank blijven rusten vooraleer de spanning op de straalstrengen weggenomen wordt.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  "Werkwijze en inrichting voor het gieten van   T-vormige   balken   ui t voorgespannen beton 11.   
 EMI1.1 
 ------------------- 
Voor de fabricatie van T-dwarsliggers en/ofbalken, zijn er verschillende werkwijzen van fabricatie volgens de toepassing van deze T-balken. Onder andere, voor T-balken die in een systeem vloer-en gewelf worden gebruikt, waarin balken en vulpotten solidair door een druklaag in een op de werf aangebrachte betonlaag worden gebracht, worden de T-balken in doorlopende vormen gemaakt met het hozizontaal been van de T-balk bovenaan. 



   De staalstrengen worden over de ganse lengte van de vormbaan aangebracht, aangespannen, waarop vervolgens de vormen gebetonneerd worden. Op de gewenste lengte van de gebetonneerde balk, wordt een tussenschot geplaatst, zodat een staalstreng voor verschillende balken wordt gebruikt. 



   Na het voldoende verharden van het gestorte beton wordt de spanning van de staalstrengen weggenomen. Het inkrimpen van de staalstrengen wordt door het kleven van het beton verhinderd en voorgespannen betonbalken worden bekomen op de vooropgestelde gewenste lengten. Er is wel een verschuiving van het harde beton in de gietvorm, gezien de gladde effen wanden van de vormkist. 



   Anderzijds bij de verwezenlijking op de werf van de   vloer/gewelf,   is het essentieel dat de druklaag, op de werf aangebrachte betonlaag, met de draagbalk solidair verbonden wordt. 



   Bij een gladde zijkant van de balk gebeurt deze binding uitsluitend door de kleefkracht van de gestorte druklaag beton aan het balkbeton. 



   Om de weerstand van deze binding te verhogen, heeft men balken ontworpen met gekartelde zijkanten, waarbij afwisselend aan weerszijden van de flens indrukkingen worden gemaakt, met het gevolg dat de balk niet meer in de vorm kan verschuiven. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   Om daaraan te verhelpen heeft men een reeks vormen of gietbakken ontworpen die elk onafhankelijk kunnen verschuiven over de vormbaan. Dit eist echter een ingewikkeld en duur gietsysteem en heeft weinig flexibiliteit in de keuze van de lengte van de te produceren balken. 



   De inrichting volgens de uitvinding om T-balken uit voorgespannen beton te gieten, heeft tot doel deze nadelen te verhelpen. 



   De inrichting volgens de uitvinding om T-balken uit voorgespannen beton te gieten, wordt gekenmerkt doordat de verharde betonbalken, eens de vormen verwijderd zijn, op steunstaven blijven rusten, waarop bij het achteraf wegnemen van de spanning op de staalstrengen, de verharde betonbalken vrij over die steunpunten kunnen verschuiven. 



   Verdere kenmerken en voordelen van de inrichting volgens de uitvinding om T-balken uit voorgespannen beton te gieten, zullen blijken uit de hieropvolgende beschrijving van een concrete uitvoering van deze werkwijze en de daarvoor geschikte inrichting. 



   Deze beschrijving wordt geillustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuren. 



   Figuur 1 is een schematische lengtedoorsnede van een gietinrichting volgens de uitvinding. 



   Figuur 2a is een doorsnede van een vorm met een betonbalk na het gieten. 



   Figuur 2b is een doorsnede van een vorm met een betonbalk na het zakken van de vorm. 



   Figuur 3 is een doorsnede van de gietinrichting volgens vlak AA'. 



   Figuur 4 is een doorsnede van dezelfde gietinrichting volgens vlak BB'. 



   Een inrichting om T-balken en/of dwarsliggers uit voorgespannen beton te vervaardigen bestaat o. a. uit een gietbalk, samengesteld uit reeksen vormen, die evenwijdig 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 op een draagbalk zijn opgesteld en waarin strengen uit staaldraad zieh in gespannen toestand bevinden, en waarin het beton wordt gegoten. De spanning op de strengen uit de staaldraad wordt bekomen door middel van hydraulische druk. 



   Betrokken vormen hebben een T-vorm of een omgekeerde T-vorm. 



   Bij de inrichting van de uitvinding om T-balken en/of dwarsliggers uit voorgespannen beton te maken, waarvan in figuur 1 een schematische langsdoorsnede is voorgesteld, hebben de vormen (1) een T-vormige doorsnede (fig. 2a, 2b) met dien verstande dat de gegoten balk (2) een T-vorm krijgt na het gieten. 



   De inrichting volgens de uitvinding om T-balken (2) en dwarsliggers uit voorgespannen beton te fabriceren, is gekenmerkt doordat elke vorm (1) in haar bodem (3) op regelmatige afstanden van een opening is voorzien. In deze opening kan een staaf (4) bewegen waarvan de diameter bijna even groot is als de breedte van de bodem (3) van balk (2). 



  Deze staven (4) zijn vastgehecht aan   twee'dwarsprofielen   (17) die zijdelings met het frame (16) van de gietbank verbonden zijn. Anderzijds is de reeks vormen (1) dwars op een draagbalk (5) gelast, die zelf op de hoofddrager (6) rust, die zieh in langsrichting uitstrekt. 



   Aan die hoofddrager (6) van de vormen (1) zijn twee platen (7) vastgehecht waaraan twee draagrollen (8 en 9) gehecht zijn, waartussen een onderliggende ligger (10) zieh in de lengte vrij heen en terug kan bewegen, terwijl twee spieën (11 en 12) respectievelijk bovenop en onderaan op een zekere afstand van elkaar, aan ligger (10) aangelast zijn waarop volgens de stand in de lengte van de ligger (10), hetzij draagrol (8), hetzij draagrol (9), respectievelijk naar omhoog of naar omlaag wordt geduwd, zodat de horizontale heen-en teruggaande beweging van ligger (10) in een vertikale beweging van dragersrollen (8) en (9) met hoofddrager (6) en vormen (1) wordt omgezet. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   De inrichting volgens de uitvinding om T-balken of dwarsliggers uit voorgespannen beton te vervaardigen werkt dan op volgende wijze : eens de staalstrengen voorgespannen zijn op de welgekende wijze, wordt het beton gegoten, terwijl vormen (1) zich in hun hoogste stand bevinden. 



   Na verharding van het beton wordt, vooraleer de spanning op de staalstrengen te lossen, ligger (10) door een gewone drukcilinder in een horizontale beweging gebracht, zodat, terwijl de bovenste draagrol (8) van de bovenste spie (11) afrolt, de onderste draagrol (9) onder de druk van de in tegenstelde richting geplaatste spie (12) naar beneden worlt geduwd, zodat ook de platen (7) met de hoofddrager (6) van de vormen (1) naar beneden komt, en deze vormen (1) zich losmaken van de gegoten balken (2) (fig. 2a en 2b). Deze blijven rusten op staven (4), terwijl zij hun vertikale stand blijven behouden dankzij de geleiding van de vormwanden. De ligger (10) rolt tussen geleidingsrollen (13) en (14), die aan de staanders (15) vastgehecht zijn. Deze staanders (15) zijn verbonden aan het frame (16) van de gietbank. 



   Eens de T-balken (2) los van de vormen (1) zijn, kunnen de staalstrengen losgemaakt worden. De T-balken kunnen onder de spanning van de inkrimpende strengen, op staven (4) verschuiven, niettegenstaande hun eventuele gekartelde zijkanten, zonder dat zij door de wanden van vormen (1) beschadigd worden. 



   De gietbank volgens de uitvinding, is niet alleen   tamelijk eenvoud'ig   in zijn constructie, wat een invloed heeft op de kostprijs, maar laat ook de ruimte boven de gietbank volledig vrij, wat toelaat de gewone giet-en verhandelingsinrichtingen te gebruiken.

Claims

CONCLUSIES 1. Werkwijze om T-vormige balken of dwarsliggers uit voorgespannen beton, meer in het bijzonder om T-balken of dwarsliggers met gekartelde zijkanten te gieten met het kenmerk dat na de verharding van het beton, de vormen naar beneden komen, terwijl de gegoten T-balken blijven rusten op steunstaven, waarop bij het achteraf lossen van de spanning van de staalstrengen de verharde betonbalken vrij over die steunpunten kunnen verschuiven.

2. Inrichting om T-vormige balken of dwarsliggers uit voorgespannen beton, meer in het bijzonder om T-balken of dwarsliggers met gekartelde zijkanten te gieten, met het kenmerk dat de verharde betonbalken, eens de vormen verwijderd zijn op steunstaven blijven rusten, waarop bij het achteraf wegnemen van de spanning op de staalstrengen de verharde betonbalken vrij over die steunpunten kunnen verschuiven.

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de bodem van de gietvormen van gaten zijn voorzien die door de steunstaven zijn gestopt bij het gieten en waarop de verharde betonbalken of dwarsliggers rusten wanneer de gietvormen naar beneden zakken.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk dat elke steunstaaf waarop de verharde T-vormige betonbalken of dwarsliggers rusten, na het zakken van de gietvormen op een balk of profielen vastgehecht is, die dwars op de gietvormen loopt, en aan het frame van de gietbank vastgehecht is, zodat een van deze dwarsbalken een steunstaaf draagt per gietvorm.

5. Inrichting volgens conclusies 2 tot en met 4 met het kenmerk-dat de gebruikte gietvormen op dwarsbalken vastgehecht zijn waarvan de hoogte groter is dan de dwarsbalken die de steunstaven dragen, en die beweegbaar <Desc/Clms Page number 6> zijn, op en neer zodat bij de hoogste stand van de gietvormen, gaten van de bodem van de gietvormen door het bovenste uiteinde van de steunstaven worden afgesloten.

6. Inrichting volgens conclusies 2 tot en met 5 met het kenmerk dat de dwarsbalken waarop de gietvormen vastgehecht zijn op dragers liggen die met de gietvormen evenwijdig lopen.

7. Inrichting volgens conclusie 2 tot en met 6 met het kenmerk dat de dragers waarop de gietvormen via dwarsbalken rusten, van draagrollen voorzien zijn waartussen een ligger zieh heen en terug kan bewegen onder de druk van een hydraulisch systeem.

8. Inrichting volgens conclusie 2 tot en met 7 met het kenmerk dat de liggers, die zieh heen en terug bewegen tussen draagrollen verbonden zijn met de dragers die de gietvormen dragen, langs dwarsbalken aan de gietvormen vastgehecht zijn, en die van onder en van boven voorzien zijn van spieën, die zodanig op de liggers opgesteld zijn, dat bij de heen-en teruggaande beweging van de liggers, de draagrollen op en neer gaan, met het gevolg dat de horizontale heen-en terugbeweging van de liggers in een op-en neergaande beweging van de gietvormen wordt omgezet.

9. Inrichting volgens conclusie 2 tot en met 8 met het kenmerk dat de liggers waarvan de heen-en teruggaande beweging het op-en neerkomen van de gietvormen stuurt, door draagrollen wordt ondersteund waarvan de assen aan het frame van de gietbank zijn vastgehecht. lO. T-balken of dwarsliggers in voorgespannen beton, al of niet gekarteld gegoten volgens werkwijze volgens conclusie 1.

11. T-balken of dwarsliggers in voorgespannen beton al of niet gekarteld gegoten op een inrichting volgens conclusies 2 tot en met 9.