BE1004505A3 - Inrichting voor het maken van een gat in de grond. - Google Patents
Inrichting voor het maken van een gat in de grond. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1004505A3 BE1004505A3 BE9000705A BE9000705A BE1004505A3 BE 1004505 A3 BE1004505 A3 BE 1004505A3 BE 9000705 A BE9000705 A BE 9000705A BE 9000705 A BE9000705 A BE 9000705A BE 1004505 A3 BE1004505 A3 BE 1004505A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- fluid
- conduit
- passage
- soil
- venturi
- Prior art date
Links
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims abstract description 67
- 239000002689 soil Substances 0.000 claims abstract description 25
- 238000011010 flushing procedure Methods 0.000 claims abstract description 22
- 230000001681 protective effect Effects 0.000 claims abstract description 7
- 230000000694 effects Effects 0.000 claims abstract description 5
- 239000007921 spray Substances 0.000 claims description 6
- 238000005507 spraying Methods 0.000 claims description 5
- 230000003014 reinforcing effect Effects 0.000 claims 1
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 14
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 3
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 3
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 3
- 239000003082 abrasive agent Substances 0.000 description 2
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 description 2
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 2
- 238000010926 purge Methods 0.000 description 2
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- 208000015943 Coeliac disease Diseases 0.000 description 1
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000004744 fabric Substances 0.000 description 1
- 239000006260 foam Substances 0.000 description 1
- 239000003380 propellant Substances 0.000 description 1
- 239000004576 sand Substances 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B17/00—Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
- E21B17/20—Flexible or articulated drilling pipes, e.g. flexible or articulated rods, pipes or cables
- E21B17/206—Flexible or articulated drilling pipes, e.g. flexible or articulated rods, pipes or cables with conductors, e.g. electrical, optical
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B17/00—Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
- E21B17/20—Flexible or articulated drilling pipes, e.g. flexible or articulated rods, pipes or cables
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B17/00—Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
- E21B17/20—Flexible or articulated drilling pipes, e.g. flexible or articulated rods, pipes or cables
- E21B17/203—Flexible or articulated drilling pipes, e.g. flexible or articulated rods, pipes or cables with plural fluid passages
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B21/00—Methods or apparatus for flushing boreholes, e.g. by use of exhaust air from motor
- E21B21/12—Methods or apparatus for flushing boreholes, e.g. by use of exhaust air from motor using drilling pipes with plural fluid passages, e.g. closed circulation systems
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
- E21B—EARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B7/00—Special methods or apparatus for drilling
- E21B7/18—Drilling by liquid or gas jets, with or without entrained pellets
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geochemistry & Mineralogy (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Earth Drilling (AREA)
- Consolidation Of Soil By Introduction Of Solidifying Substances Into Soil (AREA)
Abstract
Inrichting voor het maken van een gat (1) in de grond (2), welke inrichting een boorkop (3) met een lichaam (249 voorzien van tenminste één doorgang (29, 30) voor spoelfluïdum bevat, middelen (34, 35) om de grond (2) los te maken die op het lichaam (24) gemonteerd zijn en ten minste twee leidingen (6, 7, 8, 9) namelijk een eerste leiding (7) voor fluïdum onder druk die met de middelen (34, 35) om grond los te maken in verbinding staat en een tweede leiding (6) voor spoelfluïdum die op de doorgang (29) aansluit, daardoor gekenmerkt dat ze een bundel (49 van meer dan twee leidingen (6 tot 9) voor fluïdum gelegen binnen een beschermingsmantel (5) bevat en het lichaam (24) een venturi (26) vertoont voor het verkrijgen van een zuigeffekt voor de evakuatie van het spoelfluïdum met losgemaakte grond.
Description
<Desc/Clms Page number 1> EMI1.1 Inrichting voor het maken van een gat in de grond. -------------------------------------------------- EMI1.2 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maken van een gat in de grond, welke inrichting een boorkop met een lichaam voorzien van tenminste één doorgang voor spoelfluidum, bevat, middelen om de grond los te maken die op het lichaam gemonteerd zijn en ten minste twee leidingen, namelijk een eerste leiding voor fluïdum onder druk die met de middelen om grond los te maken in verbinding staat en een tweede leiding voor spoelfluidum die op de doorgang aansluit. Een inrichting van deze soort is beschreven in het Belgische oktrooi nr 905 265. Deze inrichting bevat twee elkaar omringende soepele slangen. Doorheen de middelste slang en een centrale opening in het lichaam wordt fluidum onder hoge druk toegevoerd aan een of meer richtbare al dan niet gedreven en/of roterende spuitkoppen die op het einde van het lichaam gemonteerd zijn en de middelen vormen om grond los te maken. Doorheen de ringvormige ruimte tussen de twee slangen <Desc/Clms Page number 2> kan spoelvioeistof onder lagere druk maar met hoger debiet gepompt worden. Deze spoelvloeistof stroomt doorheen een kanaal dat naast of rond voornoemde centrale opening gelegen is en doorheen op het kanaal uitgevende openingen in de zijwand van het lichaam zijwaarts uit de boorkop en verder, onder meesleuring van losgemaakte grond doorheen het reeds gevormde gat naar het grondoppervlak. Alhoewel deze inrichting reeds heel wat verschillende manieren van boren toelaat zoals bijvoorbeeld door de fluïda onder hoog en lage druk om te wisselen, zijn deze manieren toch vrij beperkt. De uitvinding heeft tot doel een inrichting voor het maken van een gat in de grond te verschaffen die nog meer gebruiksmogelijkheden biedt dan voornoemde bestaande inrichting. Tot dit doel bevat de inrichting een bundel van meer dan twee leidingen voor fluïdum gelegen binnen een beschermingsmantel vertoont het lichaam een venturi voor het verkrijgen van een zuigeffekt voor de evakuatie van het spoelfluïdum met losgemaakte grond. <Desc/Clms Page number 3> De inrichting biedt de mogelijkheid om tegelijk grond los te maken met behulp van fluïdum onder hoge druk en spoelfluidum te gebruiken dat door een venturi effekt geëvakueerd wordt. Er zijn wel inrichtingen bekend die ook gebruik maken van dit venturi effekt voor het afvoeren van de spoelvloeistof en die dus op het lichaam van de boorkop een venturi of vernauwing-verwijding bezitten, maar deze inrichtingen maken geen gebruik van fluïdum onder hoge druk voor het losmaken van de grond. Het lichaam van de boorkop is van snijorganen voorzien en wordt in de grond rond zijn as gewenteld. Ook deze inrichtingen bieden dus beperkte mogelijkheden wat betreft de manieren van gebruik. De boorkop kan ten opzichte van de bundel draaibaar zijn of een draaibaar gedeelte bezitten. Het draaien kan door een motor of andere mechanische middelen en/of door het spuiten van fluidum onder hoge druk zelf veroorzaakt worden. In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de boorkop een zuigpompmechanisme met een venturi die in of op het lichaam gevormd is en een doorgang voor het weg te zuigen spoelfluidum met losgemaakte grond bezit en met ten minste een op deze doorgang uitmondend kanaal voor drijvend fluidum, terwijl de inrichting een <Desc/Clms Page number 4> bundel van ten minste drie leidingen voor fluïdum bevat die gevormd zijn binnen een beschermingsmantel, waarvan ten minste een leiding op het voornoemde kanaal voor het drijvend fluidum aansluit, ten minste een leiding op ten minste een kanaal in het lichaam voor het eigenlijke spoelfluidum, aansluit, en ten minste een leiding de hogedrukleiding vormt voor toevoer van hogedrukfluidum aan de middelen om grond los te maken. Een of meer van de fluïdumleidingen kunnen aansluiten op fluidummotoren. In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de venturi in het lichaam gelegen en is de doorgang van de venturi het kanaal voor het eigenlijke spoelfluïdum. In een andere merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de leidingen en de bekledingsmantel van de bundel flexibele slangen. In een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de beschermingsmantel zelf één van de leidingen, welke leiding dan gevormd is door de doorgang binnen de mantel rond de andere leidingen. <Desc/Clms Page number 5> In de mantel en eventueel in een van de leidingen binnen de mantel kunnen andere leidingen dan fluïdumleidingen aangebracht zijn, zoals elektrische leidingen. In een doelmatige uitvindingsvorm van de uitvinding bevatten de middelen om grond los te maken ten minste een hogedrukspuitkanaal in het lichaam dat met een hogedrukleiding in verbinding staat. Op dit hogedrukspuitkanaal kan een vast op het lichaam gemonteerd spuitstuk een roterend spuitstuk aansluiten. In de plaats van dit hogedrukspuitkanaal of benevens dit hogedrukspuitkanaal kan de inrichting een werktuig bevatten dat gedreven wordt door fluïdum. Dit werktuig kan een zogenoemde turbojet zijn. In een andere uitvoeringsvorm kan dit werktuig een roterende jet zijn waarvan de spuitrichting afwijkt van de evenwijdig aan de as van het lichaam gerichte rotatieas van de roterende jet, welk roterende jet aansluit op een toevoerleiding van fluidum onder hoge druk voor het spuiten, terwijl de rotatie van de jet EMI5.1 veroorzaakt wordt door een fluïdum motor die gedreven wordt door fluïdum onder hoge druk aangevoerd over een <Desc/Clms Page number 6> andere leiding die zich doorheen het lichaam en de mantel uitstrekt. Aan het fluidum dat door de roterende jet gespoten wordt kunnen schuurmiddelen worden toegevoegd. In een nog andere uitvoeringsvorm kan het werktuig een fluldumhamer zijn die in verbinding staat met een toevoerleiding voor fluidum en die een fluidum motor bevat voor zijn rotatie, welke fluidum motor gedreven wordt door fluidum dat eveneens via een leiding toegevoerd wordt. Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiervolgehde beschrijving van een inrichting voor het maken van. een gat in de grond, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen waarin : Figuur 1 schematisch een inrichting weergeeft voor het maken van een gat in de grond volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II uit figuur 1, op grotere schaal getekend ; <Desc/Clms Page number 7> figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens de lijn III-III uit figuur 2, van het onderste eind van de inrichting ; figuur 4 een doorsnede weergeeft analoog aan deze uit figuur 3 maar volgens de lijn IV-IV uit figuur 2 genomen ; figuur 5 schematisch een doorsnede weergeeft van het onderste einde van de boorkop uit de inrichting uit figuur 1, maar met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; figuur 6 schematisch een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 5 van het onderste einde van de boorkop, maar met betrekking op een nog andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. De inrichting om een gat 1 in de grond 2 te maken volgens figuur 1 bevat een boorkop 3 die bevestigd is op een einde van een bundel leidingen 4. De bundel 4 is gevormd door een flexibele mantel 5 waarin een aantal flexibele slangen gelegen zijn, namelijk een centrale slang 6, twee hogedrukslangen 7 en een vijftal lagedrukslangen 8. Door hogedrukslang wordt hier bedoeld een slang die aan drukken van 70 bar en meer kan weerstaan. De slangen 7 en 8 zitten gevat tussen de centrale slang 6 en de mantel 5. Al deze slangen vormen <Desc/Clms Page number 8> leidingen voor fluïdum en ook de overgebleven ruimte binnen de mantel, rond de slangen 6 tot 8 kan als leiding voor fluïdum gebruikt worden. In deze laatstgenoemde ruimte 9 bevinden zich elektrische leidingen 10 en versterkingsdraden 11 die bijvoorbeeld geweven zijn tot een los weefsel dat tegen de binnenzijde van de mantel gekleefd is of zelfs in deze mantel ingewerkt is. Deze versterkingsdraden 11 kunnen ook stalen kabels zijn. De bundel 4 kan van of op een trommel 12 gerold worden. Deze trommel 12 is draaibaar rond een horizontale as op een steun 13 op het grondoppervlak of een voertuig opgesteld. De trommel 12 wordt in de ene of andere zin gewenteld door middel van een motor die duidelijkheidshalve niet in figuur 1 is voorgesteld. In de holle as van de trommel 12 sluiten de hogedrukslangen 7 respektievelijk de lagedrukslangen 8 op elkaar aan en door middel van een roterende koppeling via een leiding 15 respektievelijk 14 op een hogedrukpomp 16 respektievelijk lagedrukpomp 17. De hogedrukpomp 16 sluit aan op een niet voorgesteld reservoir met vloeistof. De lagedrukpomp 17 staat over een leiding 18 in verbinding met een reservoir 19 voor spoelvloeistof. Dit reservoir 17 bezit geen bodem maar rust door middel van een afdichting 20 op de grond 2. Het reservoir <Desc/Clms Page number 9> omringt het gat 1 dat eveneens met spoelvloeistof gevuld is rond de bundel 4. De centrale slang 6 sluit op analoge manier via een draaikoppeling aan op een leiding 21 die uitmondt in een scheidingstrechter 22. In deze trechter 22 bezinkt de losgemaakte grond die over de centrale slang 6 samen met spoelvloeistof afgevoerd wordt. Dit zand wordt onderaan de trechter afgevoerd. De overloop 23 van deze trechter mondt uit in het reservoir 19. Zoals blijkt uit de figuren 3 en 4 bevat de boorkop 3 een lichaam 24 bestaande uit vier in elkaar geschroefde delen 25 tot 28. Het deel 25 vormt een naar het einde verwijden eindstuk waarop het einde van de mantel 5 geschroefd is. Het middelste deel 26 vormt een venturi, dit is een vernauwend verwijdende buis, die axiaal ten opzichte van de boorkop 3 gelegen is. De doorgang 29 van de venturi 26 geeft enerzijds uit op de opening van het eindstuk 25 en anderzijds op een kanaal 30 in het tussendeel 27 dat met een einde op het einde van de centrale slang 6 geschroefd is-en met het andere einde op de venturi 26 geschroefd is en zelf geschroefd is in het deel 28 dat een ring vormt die op het eindstuk 25 gemonteerd is. <Desc/Clms Page number 10> Doorheen het tussendeel 27 en de venturi 26 strekken zich vier kanalen 31 uit. Deze kanalen zijn schuin gericht in de zin van het kanaal 30 en monden in de doorgang 29 van de venturi 26 uit in het verwijdende, op het kanaal 30 aansluitende gedeelte daarvan. Deze kanalen 31 staan ook in verbinding met de ringvormige ruimte 32 gevormd tussen het middendeel 27 en de mantel 5, boven de ring 28, welke tussenruimte 32 op een afstand van de ring 28, rond het einde van de centrale slang 6 afgesloten is door een afsluiting 33. Op deze ringvormige tussenruimte 32 geven de voornoemde lagedrukslangen 8 uit. Tijdens het maken van het gat wordt door de lagedrukpomp 17 spoelvloeistof uit het reservoir 19 gepompt en doorheen de lagedrukslang 8 en de voornoemde tussenruimte 32 via de kanalen 31 in de doorgang 29 van de venturi gespoten. In de venturi 26 ontstaat dan ook een belangrijke afzuigkracht waardoor spoelvloeistof die zich in het boorgat 1 bevindt naar het grondoppervlak gezogen wordt, doorheen de venturi 29, het kanaal 30 en de centrale slang 6, waarna deze spoelvloeistof, die de losgemaakte grond meesleurt, via de. scheidingstrechter 22 terug naar het reservoir 19 wordt-gevoerd. De spoelvloeistof die doorheen de kanalen 31 in de venturi 26 gespoten wordt dient als drijfvloeistof om de <Desc/Clms Page number 11> spoelvloeistof die de losgemaakte grond meeneemt naar het oppervlak te brengen. De kanalen 31 vormen samen met de venturi 26 een zuigpompmechanisme. De grond in het gat 1 wordt losgemaakt enerzijds door vaste spuitkanalen 34 die enigszins schuin ten opzichte van de langsas van de boorkop 3 in de bewegingsrichting gericht zijn en door een bijkomend werktuig 35 dat op het einde van het lichaam 24 gemonteerd is. De spuitkanalen 34 strekken zich uit doorheen het eindstuk 25 van het lichaam 24 en sluiten aan op een ringvormige ruimte 36 die tussen het einstuk 25 en de ring 28 gevormd is. Een van de hogedrukslangen 7 strekt zich uit doorheen de afsluiting 33 en de voornoemde ruimten 32 en is met haar einde gevat in een opening 37 in de ring 28, welke opening uitgeeft op voornoemde ruimte 36. Doorheen de hogedrukslang 7 wordt door de pomp 16 vloeistof onder hoge druk aan de kanalen 34 toegevoerd die deze vloeistof voor de boorkop 3 spuiten. In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 3 en 4 is het werktuig 35 een zogenoemde turbo-jet of een roterende spuitkop. Deze turbo-jet of roterende spuitkop 35 is op het einde van het lichaam 24 opgehangen aan armen 38 die aan het eindstuk 25 bevestigd zijn en tevens leidingen <Desc/Clms Page number 12> vormen voor vloeistof onder hoge druk. Deze armen 38 staan over kanalen 39 die zieh doorheen het eindstuk 25 uitstrekken met de voornoemde ringvormige ruimten 36 in verbinding zodat de hogedrukpomp 16 ook vloeistof onder hoge druk naar de turbo-jet of roterende spuitkop 35 pompt. De andere hogedrukslang 7 strekt zich eveneens uit doorheen de afsluiting 33 en de ringvormige tussenruimte 32 tot in openingen 40 in de ring 28. Deze openingen 40 staan in verbinding met een ringvormige opening 41 die tussen de ring 28 en het middendeel 27 gevormd is en via radiale kanalen 42 in verbinding staat met de doorgang 29 van de venturi 26. Deze kanalen 42 geven op de doorgang 29 uit in het van het uiteinde weg vernauwende gedeelte van deze doorgang, dicht bij de plaats waar deze het nauwst is. Door de hogedrukpomp 16 kan dan ook via deze kanalen 42, een hogedrukstraal in de doorgang 29 gespoten worden om stukken grond die met de spoelvloeistof meegevoerd werden en in het nauwe gedeelte van de doorgang blijven steken, te verbrijzelen. De uitvoeringsvorm volgens figuur 5 verschilt slechts van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm doordat in de plaats van een turbo-jet 35 een ander werktuig gebruikt <Desc/Clms Page number 13> wordt, namelijk een zogenoemde roterende jet 43. Deze roterende jet wordt gevoed door water waaraan schuurmiddelen toegevoegd zijn. Dit water met schuurmiddelen wordt toegevoerd over een van de lagedrukslangen 8 die doorheen de tussenruimte 32 en het lichaam 24 verlengd is en door een roterende koppeling 44 op de roterende jet 43 aansluit. De roterende jet 43 wordt gedreven onder tussenkomst van een tandwieloverbrenging 45 door een hydraulische of pneumatische motor 46. De toevoer en afvoer van het fluidum om deze motor te drijven geschiedt langs soepele slangen 47 die zich doorheen het lichaam 24, de tussenruimte 32 en binnen de mantel 5 tot boven de grond uitstrekken. De hiervoor genoemde turbo jet of roterende spuitkop 35 of roterende jet of spuitstuk 43 kan in plaats van of benevens een rotatie op zichzelf, al dan niet veroorzaakt door een motor, excentrisch gemonteerd zijn op een schijf die in het lichaam 24 draaibaar gemonteerd is en gedreven wordt door een motor, bijvoorkeur een fluidummotor die gevoed wordt via een van voornoemde slangen 7 of 8. De uitvoeringsvorm van de inrichting volgens figuur 6 verschilt van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen <Desc/Clms Page number 14> doordat het werktuig 35 een roterende luchthamer 48 is. Deze hamer 48 wordt gedreven op dezelfde manier als de roterende jet 43 door middel van een fluidum motor 46 onder tussenkomst van een tandwieloverbrenging 45. De toe-en afvoerleidingen 47 voor het drijven van de motor 46 en de slang 49 voor het toevoeren van lucht voor de werking van de hamer 48 strekken zich doorheen het lichaam 24 en de mantel 5 tot boven het grondoppervlak uit. Via een leiding 50 de zich volgens dezelfde weg uitstrekt kan schuim aan de luchthamer 48 toegevoerd worden. In de figuren 5 en 6 is enkel het werktuig 35 voorgesteld, dit is het gedeelte van de boorkop 3 dat onder de venturi 26 gelegen is. De as van de boorkop 3 is niet noodzakelijk vertikaal gericht. Met de inrichting kan ook schuin en zelfs horizontaal in de grond geboord worden. Middelen kunnen voorzien zijn om de boorkop 3 in de grond te sturen. Dit sturen kan bijvoorbeeld gebeuren door het inwerken op de richting waarin het fluidum onder hoge druk gespoten wordt en/of de hoeveelheid van dit fluïdum. De hiervoor beschreven inrichting biedt enorm veel toepassingsmogelijkheden en manieren van werken. Het <Desc/Clms Page number 15> werktuig 35 kan verwijderbaar gemonteerd zijn in welk geval men kan werken zonder werktuig of het ene werktuig door het andere kan vervangen. De ligging van de boorkop in de grond en de boorrichting kunnen gemeten worden door in de boorkop 3 gemonteerde meetinstrumenten. De informatie van deze instrumenten kan ofwel langs hydraulische weg via slangen ofwel langs elektrische weg via een elektrische leiding 10 naar het oppervlak gestuurd worden. In figuur 2 is een dergelijke meetslang 5 binnen de mantel 5 gelegen. In zoverre in of op de boorkop 3 elektrische motoren gemonteerd zijn kunnen deze ook stroom opvangen via een elektrische leiding 10. De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, en binnen het raam van de oktrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen worden aangebracht.
Claims (15)
- Konklusies. EMI16.1 ----------- 1. - Inrichting voor het maken van een gat (1) in de grond (2), welke inrichting een boorkop (3) met een lichaam (24) voorzien van tenminste een doorgang (29, 30) voor spoelfluldum, bevat, middelen (34,35) om de grond (2) los te maken die op het lichaam (24) gemonteerd zijn en ten minste twee leidingen (6,7, 8, 9), namelijk een eerste leiding (7) voor fluidum onder druk die met de middelen (34,35) om grond los te maken in verbinding staat en een tweede leiding (6) voor EMI16.2 spoelfluïdum die op de doorgang (29) aansluit, daardoor gekenmerkt dat ze een bundel' (4) van meer dan twee leidingen (6 tot 9) voor fluidum gelegen binnen een beschermingsmantel (5) bevat en het lichaam (24) een venturi (26)vertoont voor het verkrijgen van een zuigeffekt voor de evakuatie van het spoelfluldum met losgemaakte grond.
- 2.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de boorkop (3) een zuigpompmechanisme (26,31) bevat met een venturi (26) die in of op het lichaam (24) gevormd is en een doorgang (29) voor het weg te zuigen spoelfluïdum met losgemaakte grond bezit en met ten minste een op deze doorgang (29) uitmondend <Desc/Clms Page number 17> kanaal (31) voor drijvend fluïdum, terwijl de inrichting een bundel (4) van ten minste drie leidingen (6 tot 9) voor fluïdum bevat die gevormd zijn binnen een beschermingsmantel (5), waarvan ten minste één leiding (8) op het voornoemde kanaal (31) voor het drijvend fluïdum aansluit, ten minste een leiding (6) op ten minste een kanaal (29,30) in het lichaam (24) voor het eigenlijke spoelfluldum, aansluit,en ten minste een leiding (7) de hogedrukleiding vormt voor toevoer van hogedrukfluïdum aan de middelen (34,35) om grond los te maken.
- 3.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de venturi (26) in het lichaam (24) gelegen is en de doorgang (29) van de venturi (26) het kanaal voor het eigenlijke spoelfluïdum is.
- 4.-Inrichting volgens een van de konklusies 2 en 3, daardoor gekenmerkt dat het kanaal (31) voor de toevoer van drijvend fluïdum aan de doorgang (29) van de venturi (26) in verbinding staat met een lagedrukleiding (8) van de bundel (4).
- 5.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de leidingen (6 tot 9) en de <Desc/Clms Page number 18> bekledingsmantel (5) van de bundel (4) flexibele slangen zijn.
- 6.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de beschermingsmantel (5) zelf een van de leidingen (6 tot 9) is, welke leiding (9) dan gevormd is door de doorgang binnen de mantel (5) rond de andere leidingen (6 tot 8).
- 7.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat zieh doorheen de mantel ook andere leidingen (10) dan fluidum leidingen uitstrekken.
- 8.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat binnen de mantel (15) wapeningsdraden (11) aangebracht zijn.
- 9.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de bundel (4) een centrale leiding (6) bevat voor de afvoer van spoelfluldum en daarrond ten minste een aantal hogedrukleidingen (7) en lagedrukleidingen (8).
- 10.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat ten minste een van de leidingen (6 tot 9) aansluit op een fluidummotor (46). <Desc/Clms Page number 19>
- 11.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen (34,35) om grond los te maken ten minste een hogedrukspuitkanaal (34) in het lichaam (24) bevatten dat in verbinding staat met een hogedrukleiding (7).
- 12.-Inrichting volgens een van de vorige konklusies, daardoor gekenmerkt dat de middelen (34,35) om grond los te maken een werktuig (35) bevatten.
- 13.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat het werktuig (35) een turbo-jet is.
- 14.-Inrichting volgens vorige konklusie, daardoor gekenmerkt dat de turbo-jet (5) via ten minste een kanaal (39) doorheen het lichaam (24) aansluit op een hogedrukleiding (7) van de bundel (4).
- 15.-Inrichting volgens konklusie 10 en 12, daardoor gekenmerkt dat dit werktuig (35) een roterende jet (43) is waarvan de spuitrichting afwijkt van de evenwijdig aan de as van het lichaam gerichte rotatieas van de roterende jet (43), welke roterende jet (43) aansluit op een toevoerleiding (7) van fluidum onder hoge druk voor het spuiten, terwijl de rotatie van de jet (43) veroorzaakt wordt door een fluidum motor (46) die <Desc/Clms Page number 20> gedreven wordt door fluïdum onder hoge druk aangevoerd over een andere leiding (47) die zieh doorheen de boorkop (3) uitstrekt en doorheen de mantel (5) loopt.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9000705A BE1004505A3 (nl) | 1990-07-10 | 1990-07-10 | Inrichting voor het maken van een gat in de grond. |
CA002044901A CA2044901A1 (en) | 1990-07-10 | 1991-06-18 | Device for making a hole in the ground |
US07/719,508 US5178223A (en) | 1990-07-10 | 1991-06-24 | Device for making a hole in the ground |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9000705A BE1004505A3 (nl) | 1990-07-10 | 1990-07-10 | Inrichting voor het maken van een gat in de grond. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1004505A3 true BE1004505A3 (nl) | 1992-12-01 |
Family
ID=3884868
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9000705A BE1004505A3 (nl) | 1990-07-10 | 1990-07-10 | Inrichting voor het maken van een gat in de grond. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5178223A (nl) |
BE (1) | BE1004505A3 (nl) |
CA (1) | CA2044901A1 (nl) |
Families Citing this family (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5291956A (en) * | 1992-04-15 | 1994-03-08 | Union Oil Company Of California | Coiled tubing drilling apparatus and method |
US5542472A (en) * | 1993-10-25 | 1996-08-06 | Camco International, Inc. | Metal coiled tubing with signal transmitting passageway |
FR2711728B1 (fr) * | 1993-10-25 | 1998-03-27 | Camco Int | Tubage bobiné muni d'un passage de transmission de signal. |
US5503014A (en) * | 1994-07-28 | 1996-04-02 | Schlumberger Technology Corporation | Method and apparatus for testing wells using dual coiled tubing |
DE19508703A1 (de) * | 1995-03-02 | 1996-09-05 | Siegfried Schwert | Verfahren zum Einbringen eines Rohres in das Erdreich |
US5638904A (en) | 1995-07-25 | 1997-06-17 | Nowsco Well Service Ltd. | Safeguarded method and apparatus for fluid communiction using coiled tubing, with application to drill stem testing |
US6050352A (en) * | 1996-11-08 | 2000-04-18 | Thompson; Michael C. | Drilling technique utilizing drilling fluids directed on low angle cutting faces |
US5879057A (en) | 1996-11-12 | 1999-03-09 | Amvest Corporation | Horizontal remote mining system, and method |
AU2910899A (en) * | 1999-03-18 | 2000-10-09 | Alwag Tunnelausbau Gesellschaft Mbh | Device for drilling bore holes |
US6516897B2 (en) | 2000-02-25 | 2003-02-11 | Michael C. Thompson | Self-contained excavator and anchor apparatus and method |
US6892829B2 (en) * | 2002-01-17 | 2005-05-17 | Presssol Ltd. | Two string drilling system |
US6854534B2 (en) * | 2002-01-22 | 2005-02-15 | James I. Livingstone | Two string drilling system using coil tubing |
AU2003260217A1 (en) * | 2002-07-19 | 2004-02-09 | Presssol Ltd. | Reverse circulation clean out system for low pressure gas wells |
WO2004018827A1 (en) * | 2002-08-21 | 2004-03-04 | Presssol Ltd. | Reverse circulation directional and horizontal drilling using concentric drill string |
US7152700B2 (en) * | 2003-11-13 | 2006-12-26 | American Augers, Inc. | Dual wall drill string assembly |
US7343983B2 (en) * | 2004-02-11 | 2008-03-18 | Presssol Ltd. | Method and apparatus for isolating and testing zones during reverse circulation drilling |
US20050178586A1 (en) * | 2004-02-12 | 2005-08-18 | Presssol Ltd. | Downhole blowout preventor |
US20050252661A1 (en) * | 2004-05-13 | 2005-11-17 | Presssol Ltd. | Casing degasser tool |
CA2621041C (en) * | 2007-09-20 | 2014-04-22 | Source Energy Tool Services Inc. | Enclosed circulation tool for a well |
US20150167697A1 (en) * | 2013-12-18 | 2015-06-18 | General Electric Company | Annular flow jet pump for solid liquid gas media |
BE1023814B1 (nl) * | 2016-01-28 | 2017-07-31 | RECHEM Jan Lieven M VAN | Inrichting voor het boren van doorgangen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast |
GB201816857D0 (en) * | 2018-10-16 | 2018-11-28 | Coilhose As | Well intervention apparatus and method |
WO2020204837A2 (en) * | 2019-04-04 | 2020-10-08 | Kisodo Pte. Ltd. | Device, peripheral device, system and method for mining |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB979984A (en) * | 1962-09-19 | 1965-01-06 | John A Court Bergne | Improved means for mineral sampling of gravels and other submerged or water bearing strata |
US4296970A (en) * | 1980-02-15 | 1981-10-27 | Hodges Everett L | Hydraulic mining tool apparatus |
FR2493907A1 (fr) * | 1980-11-07 | 1982-05-14 | Charbonnages De France | Outil de forage par jets d'eau a tres haute pression |
US4534427A (en) * | 1983-07-25 | 1985-08-13 | Wang Fun Den | Abrasive containing fluid jet drilling apparatus and process |
BE902391A (nl) * | 1985-05-10 | 1985-09-02 | Smet Nik | Inrichting voor het boren van een gat in de grond. |
US4570705A (en) * | 1984-03-26 | 1986-02-18 | Walling John B | Sheave drive assembly for flexible production tubing |
US4619323A (en) * | 1981-06-03 | 1986-10-28 | Exxon Production Research Co. | Method for conducting workover operations |
US4744420A (en) * | 1987-07-22 | 1988-05-17 | Atlantic Richfield Company | Wellbore cleanout apparatus and method |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1851565A (en) * | 1924-10-01 | 1932-03-29 | Charles Paul Mackie | Process and apparatus for mining |
US2518591A (en) * | 1944-06-26 | 1950-08-15 | Aston Cecil Percy Tooth | Apparatus for jet mining and excavating |
US2678203A (en) * | 1946-05-31 | 1954-05-11 | Universal Oil Prod Co | Hydraulic jet cutting and pumping apparatus for mining hydrocarbonaceous solids |
US3743035A (en) * | 1971-06-07 | 1973-07-03 | Inst Francais Du Petrole | Well drilling device |
GB1529522A (en) * | 1976-06-28 | 1978-10-25 | Shell Int Research | Method and means for cavity mining minerals from a subsurface deposit |
US4074779A (en) * | 1977-05-09 | 1978-02-21 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Interior | Backwashing system for slurry pick-up used in hydraulic borehole mining devices |
US4302052A (en) * | 1980-10-07 | 1981-11-24 | Chem-Struct Corporation | Modular hydraulic mining tool with slurry inlet metering |
BE905265A (nl) * | 1986-08-13 | 1986-12-01 | Smet Nik | Werkwijze en inrichting voor het maken van een gat in de grond. |
-
1990
- 1990-07-10 BE BE9000705A patent/BE1004505A3/nl not_active IP Right Cessation
-
1991
- 1991-06-18 CA CA002044901A patent/CA2044901A1/en not_active Abandoned
- 1991-06-24 US US07/719,508 patent/US5178223A/en not_active Expired - Fee Related
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB979984A (en) * | 1962-09-19 | 1965-01-06 | John A Court Bergne | Improved means for mineral sampling of gravels and other submerged or water bearing strata |
US4296970A (en) * | 1980-02-15 | 1981-10-27 | Hodges Everett L | Hydraulic mining tool apparatus |
FR2493907A1 (fr) * | 1980-11-07 | 1982-05-14 | Charbonnages De France | Outil de forage par jets d'eau a tres haute pression |
US4619323A (en) * | 1981-06-03 | 1986-10-28 | Exxon Production Research Co. | Method for conducting workover operations |
US4534427A (en) * | 1983-07-25 | 1985-08-13 | Wang Fun Den | Abrasive containing fluid jet drilling apparatus and process |
US4570705A (en) * | 1984-03-26 | 1986-02-18 | Walling John B | Sheave drive assembly for flexible production tubing |
BE902391A (nl) * | 1985-05-10 | 1985-09-02 | Smet Nik | Inrichting voor het boren van een gat in de grond. |
US4744420A (en) * | 1987-07-22 | 1988-05-17 | Atlantic Richfield Company | Wellbore cleanout apparatus and method |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5178223A (en) | 1993-01-12 |
CA2044901A1 (en) | 1992-01-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1004505A3 (nl) | Inrichting voor het maken van een gat in de grond. | |
RU2224080C2 (ru) | Самопередвигающаяся вперед система бурения и способ удаления метана из подземного угольного пласта (варианты) | |
US4369850A (en) | High pressure fluid jet cutting and drilling apparatus | |
US5244505A (en) | Method for cleaning pipe | |
US4850440A (en) | Method and device for making a hole in the ground | |
EP0496481B1 (en) | Soft excavator | |
US5090079A (en) | Apparatus for cleaning pipe | |
US2783972A (en) | Installation for making bores in a stratum | |
US3422913A (en) | Earth digging and conveying apparatus | |
US5695014A (en) | Ram boring apparatus | |
EP0165687A1 (en) | Cutter assembly | |
US5327980A (en) | Drill head | |
US4474252A (en) | Method and apparatus for drilling generally horizontal bores | |
US4359115A (en) | Novel rotary drill bits and drilling process | |
US5497839A (en) | Liquid-driven downhole hammer drill | |
JPS5944493A (ja) | 特に、液体で保護された切羽をシ−ルドにより掘進する際に使用するための掘削装置 | |
US4475260A (en) | Pipeline servicing tool | |
US2413561A (en) | Portable excavating and ejecting machine | |
EP0884446B1 (de) | Bohrgerät | |
US4593772A (en) | Rotary cutter for cable following apparatus | |
EP0485502A1 (en) | Improvements relating to cutting apparatus | |
JP3254643B2 (ja) | トンネル掘削機とトンネル掘削方法 | |
US1816481A (en) | Drilling apparatus | |
EP1728929B1 (en) | Improvements in or relating to pipelines for drainage | |
JP3609765B2 (ja) | 管推進埋設用の先導体としての泥濃式掘進機 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: SMET MARC JOZEF MARIA Effective date: 19950731 |