<Desc/Clms Page number 1>
"Rijtuig voor personen, met de zitplaats (en) binnenin een der wielen, die als een afgesloten ruimte uitgebouwd
EMI1.1
werd". werd".
Fietsen en bromfietsen of motorfietsen worden door velen gebruikt als een relatief goedkoop vervoermiddel voor kortere afstanden. Verder kan men er zich vrij vlot mee door het drukke stadsverkeer verplaatsen, en heeft men weinig problemen bij het parkeren.
Een ander toepassingsgebied, meer in het bijzonder van fietsen, ligt in de vrijetijdsbesteding en ontspanning. Daarbij wordt in de eerste plaats de fiets als speelgoed voor kinderen bedoeld, maar vanzelfsprekend valt ook het fietsen als hobby-en sportbeoefening daaronder. Er zijn eveneens een groot aantal rijtuigen op de markt, die we kunnen bestempelen als van de fiets afgeleide rijtuigen, en waarvan het gebruik enkel voor ontspanningsdoeleinden voorzien is. Het betreft hier de rijtuigen die dikwijls verhuurd worden in toeristische centra, en waarvan zeer verschillende uitvoeringsvormen bestaan.
Meestal hebben ze twee, drie of vier wielen, die door een frame met elkaar verbonden zijn, en zijn ze voorzien van een of meerdere zitplaatsen (eventueel met rugleuning), al of niet omgeven door een koetswerk, die alle mogelijke vormen kan aannemen, en worden ze via trappers, en een ketting op kettingwielen, aangedreven.
In alle toepassingsgebieden heeft men echter te maken met een aantal nadelen van deze vervoermiddelen en rijtuigen : In de eerste plaats heeft men vrij veel luchtweerstand doordat men meestal met het lichaam rechtop zit, of doordat het koetswerk of de voor beschutting voorziene constructie in veel gevallen niet aerodynamisch uitgevoerd is. Dit nadeel vindt vooral zijn belang bij de vervoermiddelen, aangezien het resulteert in een aanzienlijk rendementsverlies (meer kracht of meer
<Desc/Clms Page number 2>
brandstof nodig voor eenzelfde snelheid) voor iemand, die enkel de verplaatsing als doel heeft. Het nadeel wordt nog erger als, bijvoorbeeld bij sterke tegenwind, het fietsen uitputtend of onmogelijk wordt gemaakt.
Verder komt nog een tweede belangrijk nadeel tot uiting, als men in slechte weersomstandigheden wenst gebruik te maken van een der hogergenoemde vervoermiddelen of rijtuigen. Bij neerslag is men namelijk meestal onvoldoende beschut en komt men ofwel nat op zijn bestemming aan, of moet men gaan schuilen. Bij zeer koud weer kan men evenmin van een aangename rit spreken, als men met verkleumde handen en voeten, een ijzige wind in het gezicht moet trotseren.
Meestal neemt men in die gevallen dan ook zijn toevlucht tot de auto of het openbaar vervoer als vervoermiddel, of stelt men het als ontspanning bedoelde ritje uit tot later.
Het doel van de uitvinding is een rijtuig te bekomen dat de hogergenoemde nadelen niet heeft, terwijl de genoemde voordelen van fietsen en bromfietsen en motorfietsen als vervoermiddel, of als ontspanningsmiddel behouden blijven.
Het voorwerp van de uitvinding is een rijtuig dat gekenmerkt is doordat het enerzijds bestaat uit een groot wiel, dat zijdelings, symmetrisch langs beide kanten, vertrekkend vanaf de volledige omtrek van het wiel, van een verbredende gebogen wand uit doorzichtig materiaal voorzien is, die samen met het wiel rond een horizontale as draait, als het rijtuig voortbeweegt, waarbij de aldus bekomen afgesloten ruimte, voorzien is van een toegangsmogelijkheid die afsluitbaar is, en dienst doet als zitruimte voor de bestuurder (en eventuele passagiers).
De zitplaats bestaat uit een zetel. of stoel die vast wordt opgehangen aan de horizontale as, die de afgesloten ruimte dwarst.
Anderzijds is dit wiel, naar voren toe, via een vorkvormig frame, verbonden met een kleiner wiel dat zieh
<Desc/Clms Page number 3>
recht voor het grote wiel bevindt en dienst doet als bestuurbaar voorwiel. De besturing van het rijtuig gebeurt vanuit de afgesloten ruimte, via bedieningsmiddelen die in verbinding staan met, het voorwiel en zich in het, uit holle buizen opgebouwde, frame bevinden.
De aandrijving van het rijtuig gebeurt door middel van trappers of door middel van een motor waarmee het grote wiel aangedreven wordt.
Naar achter toe, en zijdelings uitstaand, bevinden zich twee kleinere steunwieltjes, die het rijtuig in evenwicht houden bij stilstand of lage snelheid, of in omstandigheden die een bijkomende steun nodig maken, zoals bij het rijden op gladde oppervlakken.
Verdere eigenschappen en voordelen van het rijtuig, volgens de uitvinding, zullen blijken uit de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding, zonder dat echter de uitvinding daardoor tot deze uitvoeringsvorm wordt beperkt. Die beschrijving wordt geillustreerd aan de hand van de bijgevoegde figuur.
De figuur 1 toont een perspektief tekening van een mogelijke uitvoeringsvorm van het rijtuig, volgens de uitvinding, waarbij een gedeelte van de doorzichtige wand (11) zichtbaar werd getekend.
Het rijtuig, volgens de uitvinding, is gekenmerkt doordat het bestaat uit een D-vormig frame (1) (de vorm van dit frame kan verschillen naargelang de breedte en de hoogte van het grote wiel) bestaande uit holle buizen dat zich in een horizontaal vlak uitstrekt, met de rechte zijde bestaande uit een buis (2) naar achter, en de. gebogen zijde, bestaande uit een buis (3), in zijn midden verbonden met een korte, horizontaal naar voor lopende buis (4), waarvan de richting loodrecht is op de richting van de rechte buis (2) van het D-vormig frame (1).
Verder is het rijtuig volgens de uitvinding ook
<Desc/Clms Page number 4>
nog gekenmerkt doordat op het uiteinde van de buis (4), en naar onder toe ermee verbonden, zich een wiel (5) bevindt, dat het voorwiel van het rijtuig is, en de konstruktie ondersteunt in zijn voorste punt, waarbij dit wiel (5) dient om het rijtuig te besturen, hetgeen mogelijk is doordat het voorwiel (5), dat draait rond een naaf (6), zich in een vork (7) bevindt die de bovenkant van het wiel omvat, terwijl de, hoger in een buis (8) overgaande vork (7) zich naar boven toe uitstrekt en verbonden is met de horizontale buis (4), via een verbindingsstuk (8') die een verdraaiing van de buis (8) rond zijn symmetrie-as, mogelijk maakt, waardoor het wiel (5) eveneens kan meedraaien, zodat het wiel (5) dus als bestuurbaar voorwiel kan worden gebruikt.
Het hierboven genoemde verbindingsstuk (8') alsook de ganse verbindingstechniek voor bevestiging van het wiel (5) met buis (4) is in grote lijnen dezelfde als toegepast wordt bij het verdraaibaar bevestigen van fietsvoorwielen.
Op het bovenste uiteinde van buis (8), is een korte buis (9) verbonden die zich horizontaal en symmetrisch langs weerszijden ervan uitstrekt, waarbij de uiteinden van deze buis (9) voorzien zijn van middelen om er kabels (of gelijkaardige middelen) aan te bevestigen, terwijl de bekomen konstruktie in T-vorm van buizen (8) en (9) dezelfde funktie heeft als een fietsstuur (door het uitoefenen van krachten op de uiteinden van buis (9) bekomt men een koppel dat buis (8) en wiel (5) doet verdraaien in verbindingsstuk (8').
Het rijtuig, volgens de uitvinding, is verder nog gekenmerkt doordat een as, die zich in de buis (2) van het D-vormig frame (1) bevindt, als as wordt gebruikt voor een groot wiel (10), dat zijdelings, en symmetrisch langs beide kanten, van een verbredende gebogen wand (11) voorzien is, uit doorzichtig materiaal en vertrekkend vanaf de volledige omtrek van dat wiel (10), en een afgesloten ruimte vormend
<Desc/Clms Page number 5>
waarbij de rechte buis (2) en de zich erin bevindende as voldoende lang is om de door de wanden (11) en het wiel (10) ingesloten ruimte te dwarsen, terwijl het geheel van wiel (10) met wanden (11) rond de as in de buis (2) draait, en er op bevestigd is in de twee punten waar de buis (2) door de wanden (11) steekt, en de as uit de buis (2) komt, terwijl het wiel (10) rechtop, met het midden van de rechte buis (2) als middelpunt,
ronddraait in een vlak dat er loodrecht op staat en bijgevolg gericht is volgens het verlengde van buis (4) met ermee verbonden draaibaar voorwiel (5).
Meer in het bijzonder, bestaat de konstruktie rond het groot wiel (10) uit vier, in één vlak en symmetrisch ten opzichte van hun midden gebogen, doorzichtige, stevige latten (12), die vanaf het ene uiteinde van de as in de rechte buis (2), waarmee ze verbonden zijn door een loodrecht op de as draaiend, schijfvormig stuk (13) met kleine diameter, via de velg van het wiel (10) lopen, eveneens ermee verbonden en er met hun midden tegen aanliggend, en verder doorlopen tot het andere uiteinde van de as in de buis (2), waar ze op dezelfde wijze verbonden zijn als met het ene uiteinde van die as, waarbij elke lat (12) op een identieke manier gebogen is, en waarbij de vier latten, zodanig op de schijfvormige stukken (13) met de omtrek van de velg van wiel (10) verbonden zijn (met bouten en moeren of gelijkaardige middelen), dat tussen elk paar latten (12)
gelijke tussenruimten liggen, en waarbij de gebogen vlakken die links en rechts van het wiel (10) door de latten (12) worden beschreven, gelijk zijn en samen een symmetrische (zowel ten opzichte van het vlak van het wiel als ten opzichte van de wielas) ruimte omhullen met een gestroomlijnde vorm, die groot genoeg is om tenminste één zittend persoon erin te laten plaatsnemen en waarbij de latten (12) ook nog zodanig gebogen zijn, dat geen enkel
<Desc/Clms Page number 6>
punt van de omhullende wand (11) van deze ruimte een loodrechte afstand tot de zijde (2) heeft, die gelijk is aan, of groter is dan de straal van het wiel (10), zodat het wiel (10) op elk ogenblik de konstruktie ondersteunt in zijn achterste punt.
Het rijtuig, volgens de uitvinding, is verder nog gekenmerkt doordat zieh, tegen de latten (12), op het ganse beschreven oppervlak tussen het wiel (10), de latten (12) en de schijfvormige stukken (13), een wand (11) uit doorzichtige kunststof of een ander doorzichtig materiaal, bevindt, die een met het wiel (10) meedraaiende afgesloten ruimte maakt, waarbij bepaalde delen van deze doorzichtige wand (ll) voorzien zijn om te kunnen verwijderd worden, opengeschoven of opengedraaid, en nadien terug in hun oorspronkelijke stand geplaatst te worden, om het in- en uitstappen mogelijk te maken.
Het rijtuig, volgens de uitvinding is verder nog gekenmerkt doordat, zich in de afgesloten ruimte, een zetel (14) met rugleuning en voetensteun bevindt, die in twee punten vast opgehangen is aan de rechte buis (2), in het midden van de afgesloten ruimte en doordat zieh, vertrekkend vanop de rechte buis (2), er loodrecht in het midden horizontaal mee verbonden, een staaf (15) uitstrekt met een onder een rechte hoek naar boven gebogen uiteinde, waarop zich, horizontaal en symmetrisch in beide richtingen een korte staaf (16) (of een andere stuurinrichting zoals bijvoorbeeld een stuurwiel) bevindt die, verdraaibaar in een horizontaal vlak, en in het uiteinde van staaf (15), bevestigd is.
Met deze inrichting is het mogelijk om via kabels het voorwiel (5) te verdraaien, en bijgevolg het rijtuig te besturen. Daarvoor wordt enerzijds het linker uiteinde van de staaf (9) vooraan, via een kabel (16') of gelijkaardig middel, verbonden met het rechter uiteinde van de staaf (16) in de afgesloten ruimte, en anderzijds het rechter
<Desc/Clms Page number 7>
uiteinde van de staaf (9) vooraan, met het linker uiteinde van de staaf (16).
Het rijtuig, volgens de uitvinding heeft verder nog als kenmerk dat zich achteraan, verbonden met de twee hoekpunten van het D-vormig frame (1), nog twee gelijke steunwielen (17) bevinden, die met het frame (1) verbonden zijn aan een horizontaal, verder naar achter doorlopend verlengde van de gebogen zijde (3), door middel van scharnierende bevestigingsstukken (18), waarbij deze beide bevestigingsstukken (18) verbonden zijn met een naar beneden lopende buis (19), die op het onderste uiteinde, via een horizontale as met een wiel (17) verbonden is.
Het rijtuig, volgens de uitvinding is ook nog gekenmerkt doordat de bevestigingsstukken (18) het mogelijk maken dat de ermee verbonden buizen (19) met wielen (17) naar boven scharnieren in een vertikaal vlak evenwijdig met het wiel (10) en in die stand kunnen blijven, als gevolg van een bediening van een mechanisch of elektrisch systeem vanuit de afgesloten binnenruimte met bedieningsmiddelen (23) op de rechte buis (2) van het frame (1) bevestigd en dit via kabels (of elektrische draden) (19') doorheen de holle buizen van het frame (1).
De aandrijving van het rijtuig, volgens de uitvinding, in de hier voorgestelde uitvoeringsvorm gebeurt door middel van een elektrische motor die, evenals de batterij in een motorruimte (20) vooraan bevestigd wordt op het kruispunt van de horizontale buis (4) met de gebogen zijde (3) van het frame (l), waarbij de beweging overgebracht wordt door middel van aandrijfwieltjes (21) die tegen de zijkant van het wiel (10) draaien en het wiel (10) met de as in de rechte buis (2) doen draaien, waardoor het rijtuig voortbeweegt.
De bediening van deze motor gebeurt van binnenuit de afgesloten ruimte, via een bedrading die een of meerdere van de bedieningsmiddellen (23) (drukknop, sleutel-
<Desc/Clms Page number 8>
kontakt, ...), die zich op de rechte buis (2) binnen in de afgesloten ruimte bevinden, ter hoogte van het stuur (16), in verbinding brengt met de motorruimte (20) doorheen de holle buizen die het frame (1) vormen. Inwerkend op het wiel (10), en uitgevoerd als een gewone fietsrem bevindt zich ook een reminrichting op de gebogen zijde (3) van het frame (1) bevestigd onder de motorruimte (20), en bedienbaar met hendel (22) vanop het stuur (16) binnenin de afgesloten ruimte, via een kabel die eveneens doorheen de holle buizen loopt.
Het gebruik van het rijtuig, volgens de uitvinding gebeurt als volgt. Een persoon (eventueel meerdere) stapt in de zitruimte die zijdelings aan het wiel (10) is uitgebouwd, via een gedeelte van de wand (11) die men kan openen en terug sluiten. Men neemt plaats in de zetel (14) en kan met een of meerdere van de bedieningsmiddelen (23) de motor (17) starten, en de snelheid ervan regelen. Daardoor wordt aan wiel (10) en de ganse doorzichtige ruimte een draaibeweging opgelegd, waardoor het rijtuig voortbeweegt. Het sturen gebeurt door het verdraaien van de stuurstaaf (16) (of andere stuurinrichting, zoals bijvoorbeeld een stuurwiel), waardoor het voorwiel (5) links of rechts kan gedraaid worden.
De steunwielen (17) die zich tot dan nog op de grond bevonden en het rijtuig horizontaal ondersteunden, kunnen nu opgeklapt worden, als de snelheid voldoende is om het rijtuig vertikaal te houden op het grote wiel (10) en het voorwiel (5). Terzelfdertijd worden daardoor de aerodynamische eigenschappen nog verbeterd. Het bedienen van deze opklapbeweging gebeurt van binnen de ruimte via kabels (19') die, doorheen de holle buizen van frame (1) zitten en in verbinding zijn met de buizen (19), waarbij het scharnierend bevestigingsstuk (18), door het trekken aan de kabel, toelaat dat de buizen (19) met wielen (17) omhoog scharnieren in een vertikaal vlak, evenwijdig met
<Desc/Clms Page number 9>
het wiel (10).
Bij het stoppen, kan de motor van binnenuit vertraagd worden of afgezet worden en kan men remmen met behulp van de voorziene remhendel (22), waarbij de steunwieltjes (17) dienen neergeklapt te worden, hetgeen automatisch kan voorzien worden.
Het rijtuig, volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat nog andere aandrijfsystemen mogelijk zijn, bijvoorbeeld door een benzinemotor, of op eigen kracht door trappers die zich in de afgesloten ruimte bevinden, binnen het bereik van de voeten van de bestuurder, terwijl de draaibeweging via een ketting op kettingwielen overgebracht wordt op de as van het draaiende wiel (10), dat met gebogen zijwanden (11) uitgebouwd is.
Verder is het ook nog mogelijk andere methoden te benutten voor het besturen van het voorwiel (5), het opklappen van de steunwieltjes (14), het remmen, enz... alsook voor alle andere mogelijke bedieningen die van binnen de afgesloten ruimte, naar buiten toe een kracht moeten overbrengen. Een van deze methoden kan bestaan uit het gebruik van oliedrukleidingen, binnen de holle buizen van het frame (1), die op algemeen gekende manieren het overbrengen van een kracht kunnen bewerkstelligen.
In een andere mogelijke uitvoeringsvorm van het rijtuig volgens de uitvinding, wordt de rechte zijde (2) van het D-vormig frame (1) langs weerszijden bij het binnenkomen in de ruimte rond het grote wiel (10), vertikaal naar beneden gebogen om dan verder terug horizontaal door te lopen, zodat een U-vorm bekomen wordt. De as van het grote wiel (10) is dan niet doorlopend van de ene zijde van de ruimte (10) naar de andere zijde, maar bevindt zich dan enkel in de uiteinden van de-holle rechte zijde (2) die zich volgens de aslijn van het grote wiel (10) bevinden.
Deze uitvinding heeft als voordeel dat meer ruimte vrijkomt voor het instappen en uitstappen en voor
<Desc/Clms Page number 10>
het zitten in de afgesloten ruimte.
Het voordeel van het rijtuig volgens de uitvinding bestaat uit het feit dat het bij zijn verplaatsing heel Weinig luchtweerstand ondervindt. Dit komt door de gestroomlijnde vorm van de zitruimte voor de bestuurder (en eventuele passagiers). De goede aerodynamische eigenschappen worden echter nog verbeterd doordat deze voortbewegende ruimte een rotatiebeweging uitvoert in het vlak van de rijrichting waardoor het wiel met een neerwaarts snijdende beweging voortbeweegt, en als het ware door de lucht snijdt. Daardoor heeft de aandrijving van dit rijtuig een groter rendement en maakt de motorisch aangedreven uitvoeringsvormen goedkoper in verbruik (en geschikt voor elektrische aandrijving) en de op eigen kracht, door trappers, aangedreven uitvoeringen gemakkelijker (bijvoorbeeld bij sterke tegenwind) en sneller.
Een ander voordeel van het rijtuig bestaat uit het feit dat bij het rijden bij slechte weersomstandigheden, hier weinig of geen hinder zal ondervonden worden door neerslag of koude temperaturen of andere onaangename omstandigheden, daar men in een afgesloten ruimte zit.
Een ander voordeel van het rijtuig bestaat verder ook nog uit het feit dat door de eenvoud van konstruktie de voordelen van een fiets of bromfiets of motorfiets, als vervoermiddel (klein van afmetingen, goedkoop in verbruik en aankoop, gemakkelijk in stadsverkeer, weinig parkeerproblemen) behouden blijven, en met de hogergenoemde voordelen uitgebreid werden.
Nog een voordeel van het rijtuig bestaat in het feit dat het rijtuig door zijn totaal nieuw principe aanlokkelijk is om als spel- en ontspanningsrijtuig gebruikt te worden, in het bijzonder door kinderen, waarbij de keuze van de vorm, afmetingen, kleuren en materialen in
<Desc/Clms Page number 11>
het bijzonder van het grote wiel (10) met zijdelings uitgebouwde wanden, die zieh als een grote rollende ruimte voortbeweegt, maar ook van de andere onderdelen, onbeperkt is in de mogelijkheden en kombinaties, zodat het uitzicht, gekombineerd met het nieuwe ervan, een aantrekkelijk spelen ontspanningsrijtuig kan opleveren, waarbij vanzelfsprekend ook de hoger genoemde eigenschappen (beschutting, minder luchtweerstand) een rol spelen.