BE1004304A3

BE1004304A3 - Bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines.

Info

Publication number: BE1004304A3
Application number: BE8900737A
Authority: BE
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 1989-07-06
Filing date: 1989-07-06
Publication date: 1992-10-27
Also published as: EP0419437A1; US5014754A

Abstract

Bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dt zij hoofdzakelijk bestaat uit minstens drie koppelingen (3) die ieder zijn gevormd uit een aan de afschermplaat (1) bevestigd cilindervormig element (4) en een aan het frame (2) van de weefmachine gemonteerde elastisch rond het cilindervormige element (4) sluitende zitting (5), waarbij minstens één koppeling (3) bovenaan aan de afschermplaat (1) is gesitueerd, waarvan de aslijn (6) van het cilindervormige element (4) vertikaal of nagenoeg vertikaal is gelegen, en waarbij minstens twee koppelingen (3) onderaan aan de afschermplaat (1) zijn gesitueerd, waarvan de aslijnen (7) van de cilindervomige elementen (4) horizontaal of nagenoeg horizontaal en in elkaars verlengde zijn gelegen.

Description

EMI1.1

Bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines. -------------------------------------------------
EMI1.2
Deze uitvinding heeft betrekking op een bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines.

Het is bekend dat weefmachines aan hun zijflanken worden voorzien van afschermplaten, respektievelijk om de wevers te beschermen tegen draaiende onderdelen, om de onderdelen te vrijwaren tegen stofindringing, en om een esthetisch uitzicht aan de weefmachine te geven.

Het is duidelijk dat dergelijke afschermplaten gemakkelijk moeten verwijderbaar zijn, teneinde op eenvoudige wijze toegang tot de onderdelen toe te laten voor het

onderhouden en herstellen van de machines. Gezien de trillingen in weefmachines dienen deze afschermplaten bovendien bijzonder stevig te worden bevestigd.

Klassiek gebeurt de bevestiging van de afschermplaten door middel van boutverbindingen. Deze bevestigingen vertonen de nadelen dat het afnemen en terug aanbrengen van de afschermplaten tijdrovend is, dat de hierbij gebruikte bouten zoek kunnen raken, dat de bouten na herhaaldelijk gebruik in een minder goede verbinding voorzien en dat het positioneren van de afschermplaten tijdens het aanbrengen van de bouten omslachtig is.

De huidige uitvinding heeft dan ook betrekking op een bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines die de voornoemde nadelen niet vertoont, met andere woorden die toelaat dat een afschermplaat eenvoudig kan worden gepositioneerd en gemakkelijk kan worden gemonteerd en gedemonteerd, zulks terwijl de technieker of de wever de afschermplaat met beide handen kan vasthouden.

Tot dit doel betreft de uitvinding een bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit minstens drie koppelingen die ieder zijn gevormd uit een aan de afschermplaat
EMI2.1
. . -. - -. -.... -. bevestigd cilindervormig element en een aan het frame van

de weefmachine gemonteerde elastisch rond het cilindervormige element sluitende zitting, waarbij minstens een koppeling bovenaan aan de afschermplaat is gesitueerd, waarvan de aslijn van het cilindervormige element vertikaal of nagenoeg vertikaal is gelegen, en waarbij minstens twee koppelingen onderaan aan de afschermplaat zijn gesitueerd, waarvan de aslijnen van de cilindervormige elementen horizontaal of nagenoeg horizontaal en in elkaars verlengde zijn gelegen.

Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 in perspektief een weefmachine weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 een zicht weergeeft volgens pijl F3 in fi- guur 2, meer speciaal van de afschermplaat in gedemon- teerde toestand ; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3 ; figuur 5 voor de doorsnede volgens lijn V-V in fi- guur 4 een variante weergeeft ;

figuur 6 het gedeelte weergeeft dat in figuur 2 met
F6 is aangeduid, voor een andere stand ; figuur 7 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 met F7 is aangeduid ;

figuur 8 een zicht weergeeft volgens pijl F8 in fi- guur 2.

In figuur 1 is een weefmachine weergegeven die is voorzien van afschermplaten l.

Zoals afgebeeld in figuren 2 en 3 zijn deze afschermplaten 1 aan het frame 2 van de weefmachine vastgemaakt door middel van een bevestiging die volgens de huidige uitvinding hoofdzakelijk bestaat uit minstens drie, en bij
EMI4.1
- -. - voorkeur vier koppelingen 3 die ieder zijn gevormd uit een . -. -.'- - aan de betreffende afschermplaat 1 bevestigd cilindervormig element 4 en een aan het frame 2 van de weefmachine gemonteerde elastisch rond het cilindervormige element 4 sluitende zitting 5, waarbij minstens
EMI4.2
- -.. - - - een koppeling 3, en bij voorkeur twee, bovenaan aan de afschermplaat 1 zijn gesitueerd terwijl minstens twee
EMI4.3
.. - - -. " koppelingen 3 zieh nabij de onderrand van de afschermplaat bevinden.

Hierbij zijn de aslijnen 6 van de cilindervormige elementen 4 die bij de bovenste koppelingen 3 behoren

vertikaal of nagenoeg vertikaal gelegen en zijn de aslijnen 7 van de cilindervormige elementen 4 die bij de onderste koppelingen 3 behoren horizontaal of nagenoeg horizontaal en in elkaars verlengde gelegen. Voornoemde aslijnen 6 en 7 bevinden zieh tevens parallel aan de zijflank van de weefmachine waartegen de betreffende afschermplaat l is aangebracht.

Zoals weergegeven in figuur 4 is het cilindervormige element 4 van elke koppeling 3 bij zijn uiteinde bevestigd in een U-vormige steun 8, bijvoorbeeld door middel van een doorgaande bout 9. Zoals weergegeven in de variante van figuur 5 bezitten de benen van de steun 8 een U-vormige doorsnede, ter versteviging van het geheel.

De cilindervormige elementen 4 bestaan bij voorkeur uit een dempend materiaal, zoals kunststof. Hierdoor is de bevestiging van de afschermplaat 1 minder gevoelig aan de trillingen veroorzaakt door de weefmachine.

De voornoemde zittingen 5 bestaan bij voorkeur uit twee naast elkaar opgestelde verende elementen 10 en 11, dewelke gebogen gedeelten 12 vertonen die de cilindervormige elementen 4 kunnen omsluiten, en die aan hun bovenste uiteinden verwijdende gedeelten 13 bezitten
EMI5.1
- 4 - - - --. die het aanbrengen van de cilindervormige elementen 4 in

de zittingen 5 vergemakkelijken een en ander zoals weergegeven in figuur 2.

De verende elementen 10 en 11 kunnen bestaan uit bladveren, bijvoorbeeld ééndelig en U-vormig uitgevoerd.

Deze bladveren zijn bijvoorbeeld aan het frame 2 bevestigd door middel van bouten 14 en moeren of een van tapgaten voorzien klemstuk 15, waarbij deze klemstukken 15 tevens aanslagen kunnen vormen voor de in de zittingen 5 aangebrachte cilindervormige elementen 4.

Het aanbrengen en wegnemen van de afschermplaten 1 kan gemakkelijk uit de figuren worden afgeleid. De afschermplaat 1 wordt eerst onderaan in de betreffende zittingen 5 geplaatst waardoor een eerste positionering plaatsvindt, dit in de vertikale richting, waarna de plaat
EMI6.1
@w gewenteld wordt en in de bovenste zittingen 5 wordt gedrukt, waarbij een positionering in de horizontale richting plaatsvindt. Dit biedt het voordeel dat de bovenste koppelingen 3 niet zichtbaar hoeven opgesteld te staan.

Het feit dat de cilindervormige elementen 4 van de onderste koppelingen 3 horizontaal in elkaars verlengde staan opgesteld biedt het voordeel dat de afschermplaat
EMI6.2
. - ---- -- ---gemakkelijk langs de onderzijde kan worden gewenteld,

zoals afgebeeld in figuur 6, bijvoorbeeld om een instelling aan de weefmachine uit te voeren.

De afschermplaat 1 kan hierbij worden losgetrokken door middel van een handvat 16 dat bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 2 op de afschermplaat l is bevestigd. Volgens een variante kan het handvat, zoals weergegeven met 16A in figuur 7, ook deel uitmaken van de afschermplaat 1 zelf, bijvoorbeeld doordat hierin een uitholling of dergelijke is voorzien. Om te beletten dat de afschermplaat over een te grote hoek wentelt is een soepele verbinding tussen de bovenzijde van de afschermplaat l en het frame 2 aangebracht, bijvoorbeeld gevormd door een ketting 17, die, enerzijds, vast bevestigd is aan het frame 2, en anderzijds, afneembaar bevestigd is aan de afschermplaat 1, bijvoorbeeld door middel van een haak 18.

Eventueel kan volgens de uitvinding de afschermplaat l
EMI7.1
. - - - w - - - - voorzien zijn van een supplementaire vergrendeling 19, die zoals weergegeven in figuur 2 hoofdzakelijk bestaat uit een door middel van een schroefkop 20 verdraaibaar element 21 dat verende haakmiddelen 22 vertoont die achter het frame 2 of een hieraan bevestigde steun 23 aangrijpen.

Tussen de afschermplaat 1 en de voornoemde steun 23 kan
EMI7.2
-.. - - - - -.... - -... eventueel een ring 24 in dempend materiaal voorzien zijn.

Zoals weergegeven in figuur 7 kunnen deze haakmiddelen 22 bestaan uit een draadveer die bevestigd is op het verdraaibaar element 21, die doorheen een langwerpige opening 25 in de steun 23 past en die door de verdraaiing van het element 21 achter de randen van deze opening 25 aangrijpt.

De huidige uitvinding is geenszings beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines kan in allerlei vormen en afmetingen worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims

Konklusies. EMI9.1 ----------- 1. - Bevestiging voor afschermplaten bij weefmachines, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat uit minstens drie koppelingen (3) die ieder zijn gevormd uit een aan de afschermplaat (1) bevestigd cilindervormig element (4) en een aan het frame (2) van de weefmachine gemonteerde elastisch rond het cilindervormige element (4) sluitende zitting (5), waarbij minstens een koppeling (3) bovenaan aan de afschermplaat (1) is gesitueerd, waarvan de aslijn (6) van het cilindervormige element (4) vertikaal of nagenoeg vertikaal is gelegen, en waarbij minstens twee koppelingen (3) onderaan aan de afschermplaat (1) zijn gesitueerd, waarvan de aslijnen (7) van de cilindervormige elementen (4)

horizontaal of EMI9.2 - - - - - nagenoeg horizontaal en in elkaars verlengde zijn gelegen.
2.-Bevestiging volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit vier koppelingen (3), waarvan respektievelijk twee bovenaan en twee onderaan aan de afschermplaat (1) zijn gesitueerd.
3.-Bevestiging volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt ieder cilindervormig element (4) bij zijn uiteinde is bevestigd in een steun (8). <Desc/Clms Page number 10> EMI10.1
4.-Bevestiging volgens konklusie l, 2 of 3, daardoor gekenmerkt uit dempend materiaal.
5.-Bevestiging volgens konklusie 4, daardoor gekenmerkt dat ieder cilindervormig element (4) bestaat uit kunststof.
6.-Bevestiging volgens een der konklusies 1 tot 5, EMI10.2 - - - - - - daardoor gekenmerkt dat de zitting (5) bestaat uit twee naast elkaar opgestelde verende elementen (10, 11), die gebogen gedeelten (12) vertonen die het bijhorende cilindervormige element (4) omsluiten, alsmede verwijdende gedeelten (13) die het aanbrengen van het cilindervormige elementen (4) vergemakkelijken.
7.-Bevestiging volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de verende elementen (10, 11) bestaan uit bladveren. EMI10.3
8.-Bevestiging volgens konklusie 7, daardoor gekenmerkt dat zijn uitgevoerd.
9.-Bevestiging volgens konklusie 8, daardoor gekenmerkt . - - - -- dat de U-vormige bladveer (10, 11) is bevestigd door middel van een bout (14) en een klemstuk (15), waarbij dit <Desc/Clms Page number 11> klemstuk (15) een aanslag vormt voor het betreffende cilindervormige element (4).
10.-Bevestiging volgens een der konklusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat zij een supplementaire vergrendeling (19) bezit, bestaande uit haakmiddelen (22) die door verdraaiing de afschermplaat (1) met het frame (2) kunnen verbinden.
11.-Bevestiging volgens een der konklusies 1 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de onderste koppelingen (3) toelaten dat de afschermplaat (1) rond deze koppelingen EMI11.1 - -- n - (3) kan worden gewenteld.
12.-Bevestiging volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt EMI11.2 -. - - -. k - -. - -. -dat tussen de bovenzijde van de afschermplaat (1) en het frame (2) van de weefmachine een losmaakbare -. -. - (17) is aangebracht die toelaat om de afschermplaat (l) over een welbepaalde hoek te openen.