BE1003778A3

BE1003778A3 - Koppelbare kasten inzonderheid voor electrisch materiaal.

Info

Publication number: BE1003778A3
Application number: BE9000322A
Authority: BE
Inventors: Rouck Etienne De
Original assignee: Vynckier Nv
Priority date: 1990-03-21
Filing date: 1990-03-21
Publication date: 1992-06-09
Also published as: EP0448545A1

Abstract

De uitvinding betreft koppelbare kasten inz. voor electrisch materiaal bestaande uit een geraamte gevormd door een bodem, ten opzichte van deze bodem opstaande profielen en overlangse en dwarse ribben die zich evenwijdig met deze bodem uitstrekken en verder van een deksel of deurtje en panelen zijn voorzien, met het kenmerk dat minstens een deel van bedoelde profielen (3,3') langs een buitenrand zich in de langszin hiervan uitstrekkende uitsparingen (6) vertonen met een dergelijke dwarsdoorsnede dat bij samenvoeging zij aan zij van twee koppelbare kasten, een gemeenschappelijke uitsparing ontstaat waarin een verdingsstuk (7) kan worden geschoven.

Description

"Koppelbare kasten inzonderheid voor electrisch materiaal"
Deze uitvinding heeft betrekking op koppelbare kasten inzonderheid voor electrisch materiaal bestaande uit een geraamte gevormd door een bodem, ten opzichte van deze bodem opstaande profielen en overlangse en dwarse ribben die zich evenwijdig met deze bodem uitstrekken en verder van een deksel of deurtje en panelen zijn voorzien.

Dergelijke kasten worden gebruikt als montagekasten voor electrische apparatuur.

Het doel van de uitvinding is een nieuw en origineel concept van koppelbare kast voor te schrijven waardoor rechthoekige kasten zowel met hun korte als met hun lange zijde met elkaar kunnen verbonden worden zonder beroep te moeten doen op schroeven of gelijkaardige verbindingselementen en bijkomstig een water-en stofdichte verbinding tussen de kasten mogelijk maakt.

Om dit volgens de uitvinding mogelijk te maken, vertonen minstens een deel van bedoelde profielen langs een buitenrand zieh in de langszin hiervan uitstrekkende uitsparingen met een dergelijke dwarsdoorsnede dat bij samenvoeging zij aan zij van twee koppelbare kasten, een gemeenschappelijke uitsparing ontstaat waarin een verbindingsstuk kan worden geschoven.

Steeds volgens de uitvinding zijn hogerbedoelde profielen hoekprofielen.

In dezelfde geest komen hogerbedoelde profielen ter verbinding van twee ribben op een willekeurige afstand tussen twee hoeken van de kast voor.

Volgens een van de vele mogelijke uitvoeringsvormen vertonen hogerbedoelde uitsparingen een L-vormige dwarsdoorsnede met een been naar de buitenzijde van het profiel gericht en hogerbedoeld verbindingsstuk vertoont dan een U-vormige dwarsdoor-

snede.

Een bijzonderheid van de uitvinding bestaat hierin dat hogerbedoelde opstaande profielen die geen hoekprofiel zijn op een dergelijke afstand van de hoeken van de kasten voorkomen dat minstens twee kleinere kasten met een zijde langs een zijde van een grotere kast kunnen gekoppeld worden.

Andere details en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving van koppelbare kasten, o. m. voor electrische apparaten, volgens de uitvinding. Deze beschrijving wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet. De verwijzingscijfers hebben betrekking op de hieraan toegevoegde figuren.

Figuur 1 is een perspectivische voorstelling met uiteengenomen onderdelen van een kast volgens de uitvinding.

Figuur 2 vertoont, eveneens volgens een perspectivische voorstelling, twee met hun langszijde te verbinden koppelbare kasten en een verbindingsstuk.

Figuur 3 vertoont, in bovenaanzicht, een modulaire uitvoeringvorm van drie koppelbare kasten volgens de uitvinding.

Figuur 4 vertoont op grotere schaal een detail van de koppelbare kasten volgens de uitvinding.

De koppelbare kasten door deze figuren voorgesteld, hebben het algemeen uitzicht van een parallellepipedum.

Dat de vorm van de door de figuren afgebeelde kasten rechthoekig is, is uiteraard van ondergeschikt belang. Kasten met een verschillend uitzicht vallen duidelijk in het raam van deze octrooiaanvrage.

De koppelbare kasten volgens de figuren bestaan uit een losneembaar deksel 1, een bodem 2 en vier hoekprofielen 3 waarin zieh in overlangse zin en tussen bedoelde hoekprofielen overlangse ribben 4 en 4'uitstrekken. Deze laatste, t. w. de ribben 4', maken een geheel uit met de bodem 2.

Langs de twee korte zijden strekken zieh dwarse ribben 5 en 5'uit. Ook deze laatste ribben vormen een geheel met de bodem. De hier besproken figuren behoren duidelijk tot een

mogelijke uitvoeringsvorm.

Ter verbinding van twee zijden onderling, zoals de figuren 2, 3 en 4 dit laten zien, vertonen alle hoekprofielen twee uitsparingen 6 met een L-vormige doorsnede. Deze uitsparingen kunnen doorlopen of een beperkte lengte vertonen. Wanneer twee koppelbare kasten zij aan zij, hetzij met hun overlangse, hetzij met hun dwarse zijde, tegen elkaar worden gebracht en onder elkaar moeten verbonden worden, vertonen twee L-vormige uitsparingen samen een U-vormig profiel zoals dit zeer duidelijk uit de figuren 2-4 blijkt. Ter verbinding van twee kasten dienen nu uitsluitend in deze U-vormige uitsparingen, ontstaan door de samenvoeging van twee L-vormige uitsparingen 6, verbindingsstukken 7 te worden geschoven.

Ter verduidelijking van de uitvindingsgedachte wordt in figuur 2 de verwijzing 8 toegekend aan de twee U-vormige uitsparingen ontstaan door de samenvoeging van twee L-vormige uitsparingen 6.

Bedoelde L-vormige uitsparingen 6 in de hoekprofielen dienen daarenboven nog voor het monteren van paneeltjes 9 (dwarspanelen) en 10 (overlangse panelen). Profielen 3'zijn in figuur 3 zichtbaar. Zij vertonen dezelfde L-vormige uitsparingen.

Zijdelings vertonen de paneeltjes 9 en 10 haakvormige uitsprongen 11 die zieh over de ganse hoogte of een deel van de hoogte van de paneeltjes uitstrekken. Drukt men nu de paneeltjes 9 of 10 tussen de respectievelijke hoekprofielen 3 in het naar buiten gerichte been van een L-vormige uitsparing 6, dan kunnen zich de haakvormige uitsprongen 11 zover in dit been van de uitsparing 6 uitstrekken, dat een langwerpig blokkeerstiftje 12 in het andere been van de L-vormige uitsparing kan worden geschoven. De dwarsdoorsnede van een L-vormig blokkeerstiftje 12 is complementair ten opzichte van de dwarsdoorsnede van een haakvormige uitsprong 11 en vult dus volledig de ruimte die in een der benen van de L-vormige uitsparing overblijft nadat de haakvormige uitsprongen 11 van de paneeltjes 9 of 10 in het andere been van de L-vormige uitsparing zijn gedrukt.

Wanneer hier hoofdzakelijk naar L-vormige uitsparingen wordt verwezen dan moet zeer duidelijk worden onderlijnd dat dezelfde rol kan worden vervuld door uitsparingen met een T, een I, een Y, een V doorsnede of

een dergelijke waarbij dan zowel het verbindingsstuk als het blokkeerstiftje is aangepast aan de dwarsdoorsnede die ontstaat bij samenvoeging van twee kasten met een uitsparing die aan bedoelde doorsneden beantwoordt.

Uit de hierboven gegeven beschrijving van de uitvinding blijkt dus duidelijk dat de koppelbare kasten volgens de uitvinding zieh lenen tot het combineren van meerdere eenheden onder elkaar ter vorming van ruimtes die goed aan de behoeftes voldoen. Het aaneenvoegen of samenkoppelen van de kasten kan gebeuren zonder beroep te doen op verbindingsstukken zoals schroeven, bouten of klemstukken.

Bijkomstig kunnen zowel de paneeltjes ten opzichte van de kasten als de kasten onderling stof-en waterdicht worden gemaakt door toepassing van doorlopende afdichtingen 13 die in figuur 4 duidelijk zichtbaar zijn.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm en dat hieraan vele wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht zonder buiten de geest van de octrooiaanvrage te treden.

Claims

CONCLUSIES 1. Koppelbare kästen inzonderheid voor electrisch materiaal bestaande uit een geraamte gevormd door een bodem, ten opzichte van deze bodem opstaande profielen en overlangse en dwarse ribben die zieh evenwijdig met deze bodem uitstrekken en verder van een deksel of deurtje en panelenzijn voorzien, met het kenmerk dat minstens een deel van bedoelde profielen langs een buitenrand zieh in de langszin hiervan uitstrekkende uitsparingen vertonen met een dergelijke dwarsdoorsnede dat bij samenvoeging zij aan zij van twee koppelbare kasten, een gemeenschappelijke uitsparing ontstaat waarin een verbindingsstuk kan worden geschoven.
2. Koppelbare kasten volgens conclusie 1, met het kenmerk dat hogerbedoelde profielen hoekprofielen zijn.
3. Koppelbare kasten volgens conclusie l, met het kenmerk dat hogerbedoelde profielen ter verbinding van twee ribben op een willekeurige afstand tussen twee hoeken van de kast voorkomen.
4. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk dat hogerbedoelde uitsparingen zich minstens over een deel van de lengte van de hogerbedoelde profielen uitstrekken.
5. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde uitsparingen een L-vormige dwarsdoorsnede vertonen met een been naar de buitenzijde van het profiel gericht en hogerbedoeld verbindingsstuk dan een U-vormige dwarsdoorsnede vertoont.
6. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde uitsparingen een nagenoeg Y-vormige dwarsdoorsnede vertonen en hogerbedoeld verbindingsstuk een dubbele Y-vormige dwarsdoorsnede vertoont.
7. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde uitsparingen een nagenoeg V-vormige dwarsdoorsnede vertonen zodat twee tegenover elkaar geplaatste uitsparingen in twee te koppelen kasten een X uitmaken en hogerbedoeld verbindingsstuk een X-doorsnede vertoont. <Desc/Clms Page number 6>
8. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat hogerbedoelde uitsparingen een EMI6.1 T-vormige dwarsdoorsnede vertonen en hogerbededoeld verbindingsstuk dan een dubbel T-vormige dwarsdoorsnede verbindt.
9. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 1 - 8, met het kenmerk dat minstens een van hogerbedoelde paneeltjes losneembaar is waartoe het langs de twee zijden die, in de gebruiksstand evenwijdig lopen met hogerbedoelde opstaande profielen, van uitsprongen is voorzien met een dwarsdoorsnede die is aangepast aan de uitsparingen volgens een van de conclusies 1 - 8 en samenwerkt met een blokkeerstiftje 12 met een dwarsdoorsnede aangepast aan de dwarsdoorsnede van bedoelde uitsparingen volgens een van de conclusies 1 - 8.
10. Koppelbare kasten volgens een van de conclusies 3 - 9, met het kenmerk dat hogerbedoelde opstaande profielen die geen hoekprofiel zijn op een dergelijke afstand van de hoeken van de kasten voorkomen dat minstens twee kleinere kasten met een zijde langs een zijde van een grotere kast kunnen gekoppeld worden.