BE1003719A3 - Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend. - Google Patents

Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend. Download PDF

Info

Publication number
BE1003719A3
BE1003719A3 BE9000702A BE9000702A BE1003719A3 BE 1003719 A3 BE1003719 A3 BE 1003719A3 BE 9000702 A BE9000702 A BE 9000702A BE 9000702 A BE9000702 A BE 9000702A BE 1003719 A3 BE1003719 A3 BE 1003719A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ring
adhesive
rings
bridge structure
parts
Prior art date
Application number
BE9000702A
Other languages
English (en)
Inventor
Buck Vincent De
Original Assignee
Ceka Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ceka Nv filed Critical Ceka Nv
Priority to BE9000702A priority Critical patent/BE1003719A3/nl
Priority to DE69102215T priority patent/DE69102215T2/de
Priority to EP91201754A priority patent/EP0466267B1/en
Priority to US07/734,284 priority patent/US5242303A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1003719A3 publication Critical patent/BE1003719A3/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C8/00Means to be fixed to the jaw-bone for consolidating natural teeth or for fixing dental prostheses thereon; Dental implants; Implanting tools
    • A61C8/0048Connecting the upper structure to the implant, e.g. bridging bars

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Dental Prosthetics (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese, waarbij op de dentaalimplantaten een dentale brugstruktuur wordt aangebracht, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het op de opzetstukken (4) van de implantaten (1) aanbrengen van nauwkeurig gepositioneerde situatieringen (10); het nauwkeurig op iedere situatiering (10) positioneren van een cylinder (7); het door middel van een schroef (22) individueel vastschroeven van iedere cylinder (7) t.o.v. de betreffende implantaten (1); het onderling verbinden van de cylinders (7) ten einde een brugstruktuur (23) te vormen; het vervangen van de situatieringen (10) door kleefringen (11); en het vastschroeven, door middel van schroeven (22), van de brugstruktuur (23) op de implantaten (1), waarbij de speling tussen de kleefringen (11) en de cylinders (7) de konstruktieonnauwkeurigheid van de brugstruktuur (23) opnemen.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwezenlijken van implantaatprothesen alsook op de onderdelen die hierbij worden aangewend. 



  Deze onderdelen hebben meer speciaal betrekking op een ringkombinatie die in hoofdzaak bestaat uit een situatiering voor het juiste   t. o. v.   elkaar situeren van de met elkaar te verbinden onderdelen, namelijk, enerzijds, het dentaalimplantaat en, anderzijds, de brugstruktuur, en een korrektiering die, nadat de brugstruktuur is verwezenlijkt, toelaat eventuele onnauwkeurigheden tussen het dentaalimplantaat en de verwezenlijkte dentale brugstruktuur op te nemen en te korrigeren. 



  Men weet dat in de tandheelkundige prothetiek werkwijzen bestaan om op een permanente wijze een prothese te verbinden met de tandeloze kaak, waarbij deze nieuwe 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 werkwijzen een goed alternatief kunnen bieden wanneer konventionele uitneembare prothesen funktioneel of psychologisch niet voldoen. 



  Deze bekende werkwijzen om een prothese vast te verbinden met een tandeloze kaak, kunnen   o. a.   bestaan uit het implanteren, na het openen van de mucosa of slijmhuid, van een schroefvormige struktuur uit een biokompatibel metaal, bijvoorbeeld uit titaan, in het bot van de kaak en waarbij   de-schroefvormige   stuktuur volledig verzonken wordt in het bot, waarna de mucosa of slijmhuid wordt dichtgenaaid en er een wachtperiode tot ongeveer 6 maanden in acht wordt genomen om toe te laten dat het bot vergroeit, respektievelijk osseo-integreert, met de geimplanteerde schroefvormige struktuur. 



  Na deze rustperiode wordt de mucosa of slijmhuid opnieuw geopend waarna een opzetstuk op het implantaat wordt geschroefd om vervolgens de slijmhuid opnieuw dicht te naaien omheen dit opzetstuk. 



  Zulk opzetstuk is voorzien van inwendige schroefdaad waarop een eigenlijke prothese kan vastgeschroefd worden. 



  Het succesniveau van zulke osseo-integratie ligt zeer hoog en is wetenschappelijk en klinisch aanvaard. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Afhankelijk van de kwaliteit van het bot kunnen meerdere implantaten aangebracht worden waardoor bekomen wordt dat een brugstruktuur bijvoorbeeld in de vorm van een tandkrans of een U-vormige balkstruktuur op deze implantaten kan vastgeschroefd worden. 



  De metaalstruktuur wordt op een gipsmodel door een tandtechnicus gemaakt volgens de in de industrie gekende verloren wasmethode, waarbij dit gipsmodel een nauwkeurige kopie moet voorstellen van de weefsels en de implantaten van de patiënt. 



  Met de bedoeling een nauwkeurige kopie van deze mondsituatie te bekomen worden afvormhulpdelen in de respektievelijke implantaten ingeschroefd, waarna hierover een elastisch afvormmateriaal, zoals bijvoorbeeld siliconen, wordt aangebracht, zodat een negatief van de weefsels en van de afvormhulpdelen bekomen wordt. 



  De voornoemde afvormhulpdelen worden daarna uitgeschroefd en met een zogenaamd analoog of dummy samengeschroefd. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 De afvormhulpdeelzijde wordt vervolgens terug in de afvorming geplaatst waarin hard gips wordt gegoten zodat een positieve kopie van de mondsituatie wordt verkregen. 



  De analogen of dummies zitten hierbij op de plaats van de implantaten. 



  Op deze bekende wijze wordt het werkmodel bekomen voor de tandtechnicus. 



  Om een metalen brugstruktuur te verwezenlijken bestaan er drie veelgebruikte technieken. 



  Een eerste werkwijze bestaat erin een aangietbare cylinder vast te schroeven op de analogen waarna deze cylinders, door was omvat worden en aan elkaar verbonden om uiteindelijk, volgens de verloren wasmethode, deze cylinders met metaal te omvatten en aan elkaar te verbinden. 



  Een tweede werkwijze bestaat erin dat men gebruik maakt van een kunststofreplica van de cylinders die onderling met elkaar verbonden worden ten einde uiteindelijk een homogene metalen struktuur te vormen volgens de verloren wasmethode. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 De derde werkwijze bestaat er tenslotte in dat tussen de cylinders metalen verbindingselementen worden vastgesoldeerd. 



  De voornoemde cylinders kunnen om het even welk materiaal worden verwezenlijkt doch bij voorkeur zal gebruik worden gemaakt van cylinders in goud of in kunststof. 



  Bij al deze technieken ontstaat het groot technisch probleem van de onnauwkeurigheid. Inderdaad zijn de toegelaten toleranties bij een gelijkaardige tandkrans op beslepen natuurlijke elementen veel groter dan bij implantaten. 



  Bij implantaten bestaat namelijk geen parodontaal ligament zoals dit het geval is bij natuurlijke elementen. 



  Hieruit volgt dat onnauwkeurigheden, zelfs in het micronbereik, tot abnormale stresszones kunnen leiden wanneer deze niet door de tandarts ontdekt en gekorrigeerd worden. 



  Zulke stresszones kunnen zich manifesteren onder verschillende vormen, namelijk door botresorptie, door 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 het falen van de osseo-integratie, door het lossen of breken van schroeven of door het breken van prothetische brugstrukturen. 



  Deze onnauwkeurigheden kunnen veroorzaakt worden, hetzij tijdens de afvormtechniek, bijvoorbeeld door het niet voldoende aanschroeven van de analogen, hetzij omwille van de intercondylaire afstandsvergroting tijdens de afvorming van de onderkaak met open mond, hetzij nog door de vormverandering van het afvormmateriaal of van de hardgips, wat als een foutief werkmodel wordt omschreven, enz. 
 EMI6.1 
 



  Zoals men weet is het'aanpassen van een U-vormige brugstruktuur bijzonder moeilijk t. meerdere o. v.implantaten zodat het in de praktijk zeer dikwijls noodzakelijk is de brugstruktuur door te slijpen en vervolgens de delen opnieuw aan elkaar te bevestigen door solderen, wat als groot nadeel heeft dat door het plaatselijk verhitten van de metalen brugstruktuur en/of de krimp in de soldeerverbinding, nieuwe onnauwkeurigheden optreden. 



  Om deze onnauwkeurigheden te vermijden, met andere woorden om te vermijden dat er moet gesoldeerd of aangegoten worden heeft men reeds het gebruik 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 voorgesteld van komposietmaterialen, zoals o. a. beschreven in de Europese oktrooiaanvrage nr 0. 161. 295 en in de Duitse oktrooiaanvrage nr 35 25 298. 



  Met dezelfde bedoeling heeft men reeds voorgesteld de prothetische onderdelen met elkaar te verbinden door kleven, zoals bijvoorbeeld beschreven in : - Gerhard   Geiger, "Geschiebe-Technik", Munchen   1982, blz 167 tot   171 ;   -"Das Dental Labor", Heft 3/82, blz. 301 tot 302. 



  In het artikel "Direct assembly framework for osseointegrated implant   prothesis" door   Grady C. Sellers,   D. D. S. uit "The journal   of Prosthetic Dentistry", december 1989, volume 62, nummer 6, blz. 662-668, is verder een werkwijze beschreven waarbij onderdelen voor een implantaatprothese intraoraal door middel van komposiet met elkaar verbonden worden ten einde stress door onnauwkeurigheden te vermijden, enerzijds, en bijkomende korrektietechnieken te vermijden, anderzijds. 



  Bij deze bekende techniek wordt een metalen steunring op het implantaat aangebracht waarna over deze steunringen een metaalstruktuur wordt verwezenlijkt. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 De steunringen en de metaalstruktuur worden vervolgens intraoraal met elkaar verbonden door middel van een komposietlijm. 



  Deze techniek heeft o. a. als nadelen dat de metaalstruktuur, die nauw passend rond de steunringen gemodeleerd wordt, aan de binnenzijde moet beslepen worden wanneer er zieh een vervorming of onnauwkeurigheid voordoet. 



  De grootte van deze vervorming of onnauwkeurigheid kan slechts na het beslijpen worden vastgesteld. 



  Wanneer uiteindelijk toch wordt beslist de brugstruktuur door te slijpen en de delen aan elkaar te solderen bestaat er geen individuele korrekte pasvorm meer. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwezenlijken van dentale brugstrukturen alsmede op de onderdelen die hierbij worden toegepast en waarmede bekomen wordt dat de nadelen van de bekende technieken totaal worden uitgesloten. 



  Meer speciaal heeft de huidige uitvinding betrekking op een ringkombinatie die kan toegepast worden met een geschikte bevestigingsstruktuur die een voorafgeplande 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 ruimtelijke uitsparing vertoont tegenover ieder implantaat ten einde een maximum speling te bekomen voor het opnemen van onnauwkeurigheden, waarbij de mogelijkheid wordt geboden een nauwkeurige uitgangssituatie te bewerkstelligen voor een eventuele soldeerprocedure. 



  De ringkombinatie bestaat hiertoe in hoofdzaak uit twee verschillende ringen, namelijk een situatiering, enerzijds, en een kleefring, anderzijds. 



  De situatiering vertoont hierbij een perfekt op het betreffende implantaat passende binnenzijde, respektievelijk onderzijde, en een perfekt aan de bevestigingsstruktuur aanpassende buitenzijde, respektievelijk bovenzijde. 



  De bevestigingsstruktuur wordt in hoofdzaak gevormd door cylinders in goud of in kunststof die op de betreffende situatieringen worden geplaatst-waarbij deze cylinders, door middel van de zogenaamde verloren wastechniek, onderling met elkaar worden verbonden ten einde een U-vormige brugstruktuur te vormen. 



  Vervolgens wordt verder gewerkt met de voornoemde kleefring die een perfekt passende binnenzijde, 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 respektievelijk onderzijde, vertoont, doch een buitenzijde en/of bovenzijde die een beperkte zijwaartse en/of vertikale speling toelaat ten opzichte van de brugstruktuur of bevestigingsstruktuur. 



  Op dit ogenblik kan de brugstruktuur of bevestigingsstruktuur samen met de kleefringen in de mond gepast worden ten einde vast te stellen of er al dan niet op een foutief werkmodel werd gewerkt en/of de mogelijke onnauwkeurigheid binnen de toegelaten grenzen ligt. Wanneer dit niet het geval is wordt de brugstruktuur in twee of meer delen opgedeeld en door middel van de situatieringen in de mond met de dentaalimplantaten vastgeschroefd om deze delen vervolgens met kunststof aan elkaar te verbinden en hen daarna onderling vast te solderen. 



  Men bekomt aldus als voordelen dat een maximaal toelaatbare onnauwkeurigheid op voorhand kan bepaald worden, enerzijds, en dat de brugstruktuur of bevestigingsstruktuur niet door beslijpen moet aangepast worden, zodat het belangrijke kontaktoppervlak onbeschadigd blijft, anderzijds.' De werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese volgens de uitvinding, waarbij op de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 dentaalimplantaten een dentale brugstruktuur wordt aangebracht, bestaat in hoofdzaak in het op de opzetstukken van de implantaten aanbrengen van nauwkeurig gepositioneerde situatieringen ; het nauwkeurig op iedere situatiering positioneren van een cylinder ; het door middel van een schroef individueel vastschroeven van iedere cylinder   t. o. v.   de betreffende implantaten ;

   het onderling verbinden van de cylinders ten einde een brugstruktuur te vormen ; het vervangen van de situatieringen door kleefringen ; en het vastschroeven, door middel van schroeven, van de brugstruktuur op de implantaten, waarbij de speling tussen de kleefringen en de cylinders de konstruktieonnauwkeurigheid van de brugstruktuur opnemen. 



  Bij voorkeur zal hierbij de speling tussen de kleefringen en de cylinders opgevuld worden met een vulmiddel, bijvoorbeeld een lijm, en bij voorkeur nog een komposietlijm, waardoor de krachtenoverdracht van de brugstruktuur naar de implantaten zeer gelijkmatig geschiedt. Als vulmiddel zal bij voorkeur nog een produkt met een hoge kompressieweerstand toegepast worden zodat de voornoemde krachtenoverdracht kan geschieden zonder plaatselijke vervorming van de brugstruktuur.

   

 <Desc/Clms Page number 12> 

 De ringkombinatie volgens de uitvinding die bij deze werkwijze wordt toegepast bestaat hoofdzakelijk uit een situatiering die gevormd wordt door een ring met evenwijdige vlakken en een welbepaalde dikte waarbij deze vlakken hetzij inwendig, hetzij uitwendig, verlengd zijn door divergerende of konvergerende konische vlakken, enerzijds, en een kleefring die gevormd wordt door twee evenwijdige vlakken met een welbepaalde dikte, waarbij deze vlakken, hetzij inwendig, hetzij uitwendig verlengd zijn door divergerende of konvergerende konische vlakken, waarbij de binnendiameter of buitendiameter van de evenwijdige vlakken van de situatiering gelijk is aan de overeenstemmende binnendiameter of buitendiameter van. de evenwijdige vlakken van de kleefring. 



  Andere ringkombinaties kunnen gevormd worden door een situatiering en een kleefring waarbij de konische vlakken evenwijdig zijn. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna een tweetal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 in doorsnede een uiteengenomen zicht 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 weergeeft van een dentaalprothese volgens de uitvinding ; figuur 2 op groter schaal de samenstelling weer- geeft van de onderdelen volgens figuur   1 ;   figuur 3 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 2 doch waarbij de situatiering volgens de uitvinding vervangen is door een zogenaamde kleefring volgens de uitvinding ; figuur 4 een zicht is gelijkaardig aan dit van figuur 3, doch voor een uitvoeringsvariante ; figuren 5 en 6 varianten weergeven van figuur 2. 



  In figuur 1 is een implantaat 1 weergegeven dat op geschikte wijze bevestigd is in het bot 2 dat door de mucosa of slijmhuid 3 is omgeven en waarbij het opzetstuk 4 voorzien is van een vrij bovenuiteinde dat een vlakke bovenrand 5 vertoont die inwendig verlengd is door een konische wand 6. 



  Tegenover het implantaat 1 is een cylinder 7 in goud of kunststof weergegeven waarvan het vrij onderuiteinde een vlakke onderrand 8 vertoont die inwendig verlengd is door een konische wand 9. 



  De binnendiameter D van de vlakke bovenrand 5 is gelijk aan de binnendiameter D van de onderrand 8, terwijl de 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 konische wanden 6 en 9 onder dezelfde hoek staan opgesteld van bijvoorbeeld 45 graden t. o. v. de hartlijn van het implantaat   1,   respektievelijk van de cylinder 7. 



  Volgens de uitvinding worden twee ringen toegepast, namelijk een zogenaamde situatiering 10 en een zogenaamde kleefring 11. De situatiering 10 bezit een uitwendige dikte E die twee vlakke wanden begrenst, respektievelijk 12 en 13, waarvan de binnendiameter gelijk is aan D en waarbij vanaf deze binnendiameter D de wanden 12 en 13 verlengd zijn door divergerende konische wanden, respektievelijk 14 en 15, die onder een hoek staan opgesteld,   t. o. v.   de hartlijn van de ring 10, die overeenstemt met de hoek van de voornoemde konische wanden 6 en 9, respektievelijk van het implantaat 1 en van de cylinder 7. 



  De kleefring 11 bezit, in de uitvoering volgens figuur 3, eveneens een dikte E en is op gelijkaardige wijze als de situatiering 10 voorzien van een gelijkaardige onderwand 16 en een gelijkaardige konische wand 17, terwijl de bovenrand 18 ervan breder is uitgevoerd tot op een diameter D1 die enigszins groter is dan de voornoemde diameter D om vervolgens verlengd te zijn door een konische wand 19 die onder een zelfde hoek 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 staat opgesteld als de hoek van de konische wand 14 van de situatiering 10. 



  In de uitvoering volgens figuur 4 is een kleefring 11 toegepast met een onderwand 16 en een konische wand 17, enerzijds, en een bovenwand 20 en een aansluitende konische wand 21, anderzijds, waarbij de wanden 16, 17, 20 en 21 respektievelijk overeenstemmen met de wanden 13, 15 en 12, 14 van de situatiering 10, doch waarbij in dit geval de dikte El van de kleefring 11 enigszins kleiner is dan de dikte E van de situatiering 10. 



  Het verwezenlijken van een implantaatprothese volgens de uitvinding geschiedt in hoofdorde als volgt. 



  Op ieder implantaat 1 wordt een situatiering 10 aangebracht om vervolgens op zulke ring een cylinder 7 in goud of kunststof te plaatsen waarbij automatisch bekomen wordt dat iedere cylinder 7 perfekt gesitueerd is   t. o. v.   het implantaat   l omwille   van de samenwerking van in hoofdzaak de konische wanden 14, 15 van de situatiering 10 met de konische wanden 6 en 9 van het implantaat 1 en de cylinder 7. 



  Ook de onderlinge afstand E tussen de delen 1 en 7 wordt hierbij automatisch vastgelegd, waarbij de verbinding 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 van een cylinder 7 met een implantaat 1 wordt bekomen door het aanschroeven van een schroef 22. 



  Missingen hierbij zijn totaal uitgesloten onder meer doordat de situatiering 10 volkomen symmetrisch is uitgevoerd en dus nooit foutief kan aangebracht worden. 



  Vervolgens worden de cylinders 7 met elkaar verbonden, door middel van de op zichzelf bekende zogenaamde verloren wastechniek, zodat een U-vormige brugstruktuur 23 wordt bekomen. 



  Deze brugstruktuur wordt vervolgens verwijderd door het losschroeven van de schroeven 22, waarna de situatieringen 10 vervangen worden door kleefringen 11, hetzij van het type zoals weergegeven in figuur 3, hetzij van het type zoals weergegeven in figuur 4. 



  In het geval van kleefringen volgens figuur 3 zal enkel een laterale onnauwkeurigheid kunnen opgevangen worden, terwijl in het geval van kleefringen zoals weergegeven in figuur 4 zowel een laterale onnauwkeurigheid als een vertikale onnauwkeurigheid zal kunnen opgenomen worden, zonder dat een vertikale verhoging van de volledige brugstruktuur ontstaat. 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 De brugstruktuur 23 wordt vervolgens samen met de betreffende kleefringen 11 in de mond gepast ten einde vast te stellen of er al dan niet op een foutief werkmodel werd gewerkt en of de mogelijke fout binnen de toelaatbare normen valt. 



  Indien dit het geval is zullen de kleefringen 11 door middel van een geschikte lijm 24 bevestigd worden met de cylinders 7, respektievelijk met de brugstruktuur 23 en op de implantaten vastgeschroefd zodat, na uitharding van de lijm 24 een implantaatprothese wordt bekomen waarbij iedere stress door onnauwkeurigheid totaal is uitgesloten. 



  Wanneer tijdens het passen van de brugstruktuur met de kleefringen in de mond wordt vastgesteld dat de voornoemde onnauwkeurigheden echter niet binnen de toelaatbare grenzen vallen, met andere woorden groter zijn dan de speling die voorzien is tussen de brugstruktuur 23, meer speciaal de cylinders 7 en de kleefringen 11, zal men de brugstruktuur 23 in twee of meer delen opdelen, bijvoorbeeld door slijpen, en vervolgens deze delen opnieuw met de implantaten 1 verbinden, door vastschroeven, met tussenvoeging van situatieringen 10.

   

 <Desc/Clms Page number 18> 

 Hierna zal men deze delen door middel van kunststof met elkaar verbinden en daarna onderling aan elkaar solderen waarna de brugstruktuur 23, zoals hiervoor beschreven, voorzien zal worden van kleefringen 11 die door middel van bijvoorbeeld lijm 24 in de cylinders 7 zijn aangebracht,   een   en ander zodanig dat na het aanbrengen van zulke brugstruktuur 23 met kleefringen 11 in de mond, door het aanschroeven van de schroeven 22 automatisch een juiste relatieve plaatsing wordt verkregen van de brugstruktuur 23   t. o. v.   de implantaten   1,   zodat na verharding van de lijm 24 de brugstruktuur 23 perfekt op dezelfde plaats zal blijven   t. o. v.   de implantaten 1 zonder dat enige stress door onnauwkeurigheid wordt veroorzaakt. 



  In de figuren 5 en 6 zijn nog twee varianten weergegeven waarbij, in de uitvoering volgens figuur 5 de situatiering identiek is aan de situatiering volgens figuur 2, doch met de konische vlakken 14 en 15 buitenaan voorzien, wat inhoud dat ook de konische vlakken 6 en 8 van de implantaten   1,   respektievelijk van de cylinders 7 op overeenkomstige wijze aan de buitenzijde worden aangebracht. 



  De kleefring 10 die hierbij wordt gebruikt zal eveneens voorzien worden van konische vlakken 15, 19, 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 respektievelijk 15, 21 zoals dit het geval was bij de kleefringen volgens de figuren 3 en 4. 



  In de uitvoering volgens figuur 6 is tenslotte een situatiering 10 weergegeven die voorzien is van twee evenwijdige vlakken 12, 13 die ieder uitwendig verlengd zijn door evenwijdige vlakken 25, 26 die in dit geval omlaag gericht zijn en die overeenstemmen met konische vlakken   27, 28, respektievelijk   in de cylinders 7 en de implantaten 1. 



  Ook in dit geval zullen vanzelfsprekend kleefringen worden voorzien die overeenstemmen met de situatieringen volgens figuur 6 teneinde een speling toe te laten tussen de cylinders 7 en de kleefringen 11. 



  Het is duidelijk dat het verwezenlijken van een implantaatprothese door middel van situatieringen 10 volgens de figuren 5 en 6 en de ermede overeenstemmende kleefringen 11 op dezelfde wijze geschiedt als hiervoor beschreven met betrekking tot de uitvoeringen volgens de figuren 2 tot 4. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen.

Claims (1)

  1. Konklusies.
    1. - Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese, waarbij op de dentaalimplantaten een dentale brugstruktuur wordt aangebracht, daardoor gekenmerkt dat deze werkwijze hoofdzakelijk bestaat in het op de opzetstukken (4) van de implantaten (1) aanbrengen van nauwkeurig gepositioneerde situatieringen (10) ; het nauwkeurig op iedere situatiering (10) positioneren van een cylinder (7) ; het door middel van een schroef (22) individueel vastschroeven van iedere cylinder (7) t. o. v. de betreffende implantaten (l) ; het onderling verbinden van de cylinders (7) ten einde een brugstruktuur (23) te vormen ;
    het vervangen van de EMI20.1 situatieringen (10) door kleefringen (11) het vastschroeven, door middel van'schroeven (22), van de brugstruktuur (23) op de implantaten (1), waarbij de speling tussen de kleefringen (11) en de cylinders (7) de konstruktieonnauwkeurigheid van de brugstruktuur (23) opnemen.
    2.-Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat, nadat de situatieringen (10) vervangen zijn door kleefringen (11), de brugstruktuur (23) in de mond wordt gepast, waarna wanneer de vastgestelde onnauwkeurigheden <Desc/Clms Page number 21> binnen de speling blijven die voorzien is tussen de cylinders (7) en de kleefringen (11), de brugstruktuur (23) door middel van de schroeven (22) op de implantaten (1) wordt vastgeschroefd, nadat tussen de kleefringen (11) en de cylinders (7) een vulmiddel (24) is aangebracht.
    3.-Werkwijze volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat, nadat de situatieringen (10) door kleefringen (11) zijn vervangen, de brugstruktuur (23) in de mond wordt gepast waarbij, wanneer de vastgestelde onnauwkeurigheden groter zijn dan de speling die voorzien is tussen de cylinders (7) en de kleefringen (11), de brugstruktuur in twee of meer delen wordt opgedeeld ; de opgedeelde delen door middel van situatieringen (10) en schroeven (22) met de betreffende implantaten (1) worden vastgeschroefd ;
    deze opgedeelde delen door middel van kunststof met elkaar worden verbonden, en vervolgens gesoldeerd, waarna de brugstruktuur (23) opnieuw in de mond wordt gepast met tussenvoeging van kleefringen (11), waarbij, wanneer de vastgestelde onnauwkeurigheden binnen de speling blijven die voorzien is tussen de cylinders (7) en de kleefringen (11) de brugstruktuur (23) door middel van schroeven (22) op de implantaten (1) wordt <Desc/Clms Page number 22> vastgeschroefd, nadat tussen de kleefringen (11) en de cylinders (7) een vulmiddel (24) is aangebracht.
    4.-Werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 3, daardoor gekenmerkt dat het vulmiddel (24) van een relatief snelhardend anaëroob type is.
    5.-Werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat het vulmiddel (24) gevormd wordt door een lijm.
    6.-Werkwijze volgens konklusie 5, daardoor gekenmerkt dat de lijm een komposietlijm is.
    7.-Werkwijze volgens een der konklusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat het vulmiddel (24), respektievelijk lijm, na verharding een hoge kompressieweerstand vertoont.
    8.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat een situatiering (10) gevormd wordt door een ring met evenwijdige vlakken (12, 13) en een welbepaalde dikte (E), waarbij deze vlakken inwendig verlengd zijn door divergerende konische vlakken, respektievelijk (14, 15). <Desc/Clms Page number 23> 9.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens één der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een situatiering (10) gevormd wordt door een ring met evenwijdige vlakken (12, 13) en een welbepaalde dikte (E), waarbij deze vlakken uitwendig verlengd zijn door divergerende konische vlakken, respektievelijk (14, 15).
    10.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens één der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een situatiering (10) gevormd wordt door een ring met evenwijdige vlakken (12, 13) met een welbepaalde dikte (E), waarbij deze vlakken uitwendig verlengd zijn door twee evenwijdige konische vlakken, respektievelijk (25, 26).
    11.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een kleefring (11) gevormd wordt door twee evenwijdige vlakken (18, 13) met een welbepaalde dikte (E) waarbij deze vlakken inwendig verlengd zijn door divergerende konische vlakken, respektievelijk (19, 15), waarbij de binnendiameter (D1) van het vlak (18) groter is dan de binnendiameter (D) van het vlak (13).
    12.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een <Desc/Clms Page number 24> kleefring (11) gevormd wordt door twee evenwijdige vlakken (18, 13) met een welbepaalde dikte (E) waarbij deze vlakken inwendig verlengd zijn door divergerende konische vlakken, respektievelijk (19, 15), waarbij de buitendiameter van het vlak (18) groter is dan de buitendiameter van het vlak (13).
    13.-Onderdelen aangewend volgens een der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de kleefring (11) gevormd wordt door twee evenwijdige vlakken (18, 13) en een welbepaalde dikte (E) waarbij deze vlakken uitwendig verlengd zijn door evenwijdige konische vlakken, waarbij de buitendiameter van het vlak (18) kleiner is dan de buitendiameter van het overeenstemmende vlak (12) van de situatiering (10).
    14.-Onderdelen aangewend bij de werkwijze volgens één der konklusies 1 tot 7, daardoor gekenmerkt dat een kleefring (11) gevormd wordt door twee evenwijdige vlakken (20, 13) en een welbepaalde dikte (E1) waarbij deze vlakken inwendig verlengd zijn door divergerende konische vlakken, respektievelijk (21, 15), waarbij de binnendiameter (D) van het vlak (20) gelijk is aan de binnendiameter (D) van het vlak (13). <Desc/Clms Page number 25>
    15.-Onderdelen volgens een der konklusies 8 tot 14, daardoor gekenmerkt dat de hoeken van de konische vlakken (14, 15, 19, 21) aan elkaar gelijk zijn.
    16.-Onderdelen volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de hoeken van de konische vlakken (14, 15, 19, 21) 45 graden bedragen t. o. v. de hartlijn van EMI25.1 de situatiering (10), respektievelijk de kleefring (11). 17.-Onderdelen volgens één der konklusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de dikte (E) van de kleefring (11) gelijk is aan de dikte (E) van de situatiering (10).
    18.-Onderdelen''volgens een der konklusies 8 tot 16, daardoor gekenmerkt dat de dikte (E1) van de kleefring (11) kleiner is dan de dikte (E) van de situatiering (10).
    19.-Onderdelen volgens één der konklusies 8 tot 18, daardoor gekenmerkt dat ieder opzetstuk (4) van een implantaat (1) een vrij bovenuiteinde vertoont dat gevormd wordt door een vlakke bovenwand (5) die inwendig verlengd is door een konische wand (6).
    20.-Onderdelen volgens één der konklusies 8 tot 18, daardoor gekenmerkt dat ieder opzetstuk (4) van een <Desc/Clms Page number 26> implantaat (1) een vrij bovenuiteinde vertoont dat gevormd wordt door een vlakke bovenwand (5) die uitwendig verlengd is door een konische wand (6).
    21.-Onderdelen volgens één der konklusies 8 tot 19, daardoor gekenmerkt dat iedere cylinder (7) een vrij onderuiteinde vertoont dat gevormd wordt door een vlakke onderwand (8) die inwendig verlengd is door een konische wand (9). EMI26.1
    22.-Onderdelen volgens één der konklusies 8 tot 19, daardoor gekenmerkt dat iedere cylinder (7) een vrij onderuiteinde vertoont dat gevormd wordt door een vlakke onderwand (8) die uitwendig verlengd is door een konische wand (9).
    23.-Onderdelen volgens konklusie 20, 21 of 22, daardoor gekenmerkt dat de binnendiameter (D) van een bovenwand (5), respektievelijk een onderwand (8), gelijk is aan de binnendiameter (D) van een vlakke wand (12, 13) van een situatiering (10).
    24.-Onderdelen volgens konklusie 20, 21 of 22, daardoor gekenmerkt dat de buitendiameter van een bovenwand (5), respektievelijk een onderwand (8) gelijk is aan de <Desc/Clms Page number 27> buitendiameter van een vlakke wand (12, 13) van een situatiering (10).
BE9000702A 1990-07-10 1990-07-10 Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend. BE1003719A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000702A BE1003719A3 (nl) 1990-07-10 1990-07-10 Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend.
DE69102215T DE69102215T2 (de) 1990-07-10 1991-07-05 Realisierungsverfahren für Implantat-Prothese und hierbei verwendete Elemente.
EP91201754A EP0466267B1 (en) 1990-07-10 1991-07-05 Method for the realization of an implant prosthesis and parts hereby applied
US07/734,284 US5242303A (en) 1990-07-10 1991-07-09 Method for the realization of an implant prosthesis and parts hereby applied

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9000702A BE1003719A3 (nl) 1990-07-10 1990-07-10 Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1003719A3 true BE1003719A3 (nl) 1992-05-26

Family

ID=3884865

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9000702A BE1003719A3 (nl) 1990-07-10 1990-07-10 Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US5242303A (nl)
EP (1) EP0466267B1 (nl)
BE (1) BE1003719A3 (nl)
DE (1) DE69102215T2 (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5234339A (en) * 1991-02-14 1993-08-10 Kulzer, Inc. Implant supported prosthesis
ATE122554T1 (de) * 1991-02-14 1995-06-15 Heraeus Kulzer Gmbh Auf implantaten befestigte zahnprothese.
US5527183A (en) * 1993-08-18 1996-06-18 Collaborative Enterprises, Inc. Endosseous implant system
SE502432C2 (sv) * 1994-02-24 1995-10-16 Nobelpharma Ab Anordning vid protetisk konstruktionsenhet och implantat
US5927979A (en) * 1994-12-15 1999-07-27 Biohorizons Implants Systems, Inc. Abutment-mount system for dental implants
US5628630A (en) * 1994-12-15 1997-05-13 Univ. Of Alabama At Birmingham Design process for skeletal implants to optimize cellular response
DE19617209C1 (de) * 1996-04-30 1997-06-26 Imz Fertigung Vertrieb Paßsystem für die Einrichtung eines Kronenaufbaus oder dergleichen bei einem Zahnersatz-Implantat
SE506849C2 (sv) 1996-06-27 1998-02-16 Medevelop Ab För implantation i benvävnad avsedd fixtur, protesförankringsanordning samt protes
US6068480A (en) * 1996-07-18 2000-05-30 Biohorizons Implant Systems, Inc. Abutment-mount with square driving surface
FR2825614B1 (fr) * 2001-06-11 2004-04-02 Vincent Bennani Methode d'elaboration d'une armature montee sur implants adaptee pour supporter une prothese dentaire
US6692254B1 (en) 2002-02-01 2004-02-17 Barry A. Kligerman Implant supported dental prosthesis foundation bar
US8814567B2 (en) 2005-05-26 2014-08-26 Zimmer Dental, Inc. Dental implant prosthetic device with improved osseointegration and esthetic features
US8562346B2 (en) 2005-08-30 2013-10-22 Zimmer Dental, Inc. Dental implant for a jaw with reduced bone volume and improved osseointegration features
AU2015237779A1 (en) 2014-03-28 2016-10-20 Implant B Ltd. Renewable dental implant
US9572638B1 (en) 2014-06-02 2017-02-21 Lloyd T. Anderson Impression coping spacer and method of dental casting

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3432486A1 (de) * 1983-11-04 1985-05-15 Peter Karl 2300 Molfsee Thomsen Anordnung zum verbinden von zahnersatzteilen durch klebung
US4552532A (en) * 1983-12-12 1985-11-12 Mozsary Peter G Osteocorrective dentoalveolar implant system
DE3525298A1 (de) * 1985-07-16 1987-01-22 Hader Dental Prod Sa H Steckkupplung zur loesbaren verbindung von zahnbauteilen
SE448599C (sv) * 1985-07-24 1990-02-12 Inst Applied Biotechnology Anordning foer infaestning av ett flertal taender vid i tandbenet implanterade faestelement
SE450335B (sv) * 1985-09-16 1987-06-22 Dan Lundgren Kopplingselement till orala proteser innefattande en hylsformad patris
SE458499B (sv) * 1987-06-25 1989-04-10 Astra Meditec Ab Saett och anordning foer framstaellning av en tandbro
US4986753A (en) * 1988-04-15 1991-01-22 Sellers Grady C Direct assembly framework for an osseointegrated implant

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
Geen bezwarende literatuur gevonden *

Also Published As

Publication number Publication date
EP0466267A1 (en) 1992-01-15
EP0466267B1 (en) 1994-06-01
US5242303A (en) 1993-09-07
DE69102215D1 (de) 1994-07-07
DE69102215T2 (de) 1994-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1003719A3 (nl) Werkwijze voor het verwezenlijken van een implantaatprothese en onderdelen hierbij aangewend.
US6056547A (en) Impression and foundation system for implant-supported prosthesis
US6666684B1 (en) Impression and foundation system for implant-supported prosthesis
US5755574A (en) Endosseous dental implant and method of manufacture
US4906191A (en) Dental bridge
US6129548A (en) Two-piece healing abutment system
US4767328A (en) Device for securing a plurality of teeth
Lewis et al. The" UCLA" abutment.
US7632095B2 (en) Method for forming a dental prosthesis
AU701809B2 (en) Dental assembly and process for preparing a tooth prosthesis
EP0808609B1 (en) A range of dental prosthesis mounting cores
US4988297A (en) Alignment corrector for dental implants
US6540515B1 (en) Cap-type magnetic attachment, dental keeper, dental magnet and method of taking impression using thereof
US6672871B2 (en) Coping with standoffs
US4986753A (en) Direct assembly framework for an osseointegrated implant
US20050136378A1 (en) Implant system and method of installation thereof
EP0439441A1 (en) Impression top
US20100040996A1 (en) Method for manufacturing a prosthesis made prior to implant placement
US5055047A (en) Metal impression confirmation system for dental implants
KR20040081320A (ko) 나사/시멘트 유지형 임플란트의 시술방법, 나사/시멘트유지형 임플란트용 어버트먼트 및 임플란트
Misch et al. Generic terminology for endosseous implant prosthodontics
Sellers Direct assembly framework for osseointegrated implant prosthesis
US4711631A (en) Arrangement for joining denture components by adhesion (device for binding parts of dental prosthesis by adhesion)
AU647209B2 (en) Implant supported prosthesis
CA2282383A1 (en) A dental implant system and a method for its manufacture

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: CEKA N.V.

Effective date: 19970731