BE1000991A3 - METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS. - Google Patents

METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS. Download PDF

Info

Publication number
BE1000991A3
BE1000991A3 BE8701155A BE8701155A BE1000991A3 BE 1000991 A3 BE1000991 A3 BE 1000991A3 BE 8701155 A BE8701155 A BE 8701155A BE 8701155 A BE8701155 A BE 8701155A BE 1000991 A3 BE1000991 A3 BE 1000991A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
thread
chain
weaving machine
warp
wire
Prior art date
Application number
BE8701155A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE8701155A priority Critical patent/BE1000991A3/en
Priority to DE8888202070T priority patent/DE3864644D1/en
Priority to EP19880202070 priority patent/EP0311168B1/en
Priority to JP25367288A priority patent/JPH01124658A/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1000991A3 publication Critical patent/BE1000991A3/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/004Detection and repair of broken warp yarns

Abstract

De werkwijze bestaat opeenvolgend uit het verbinden van het draadeinde (15) dat vasthangt aan het weefsel (8) met een afzonderlijke draad (16) ; het herstarten van de weefmachine ; het opzoeken van het tweede draadeinde (18), bij voorkeur door de ketting met een roterend kamvormig element (17) uit te kammen ; en het desgevallend aanknopen van het gevonden draadeinde (18) met de draad (16) die aan het eerste draadeinde is geknoopt.The method successively consists of connecting the threaded end (15) that is attached to the fabric (8) with a separate thread (16); restarting the weaving machine; locating the second wire end (18), preferably by combing out the chain with a rotating comb-shaped element (17); and, if necessary, tying the found thread end (18) with the thread (16) knotted at the first thread end.

Description

       

   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het herstellen van een gebroken kettingdraad 
 EMI1.1 
 bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. bij weefmachines en inrichting die deze werkwijze toepast. Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het herstellen van een gebroken kettingdraad bij weefmachines, evenals op inrichtingen die deze werkwijze toepassen. In het bijzonder zijn deze werkwijze en deze inrichting bedoeld voor het herstellen van kettingdraden in het geval van breuken die zieh hebben voorgedaan tussen, enerzijds, de kettingboom en, anderzijds, de kettingwachter. 



  Het is bekend dat weefmachines automatisch gestopt worden in het geval dat zieh een breuk in een kettingdraad voordoet. Doorgaans wordt het stopsignaal gegeven door gebruik te maken van een kettingwachter gevormd door kettingwachterlamellen die aan de gespannen kettingdraden omhoog gehangen zijn en bij het breken van een kettingdraad naar beneden vallen en kontakt maken aan een elektrode, bijvoorbeeld zoals bekend uit het Belgisch oktrooi nr 899. 347. Om een herstelling uit te voeren 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 dient de wever dan een draadgedeelte tussen de twee draadeinden van de gebroken kettingdraad te knopen waarna terug verder kan geweven worden. 



  De huidige uitvinding heeft een werkwijze tot doel waarbij de herstelling van een gebroken kettingdraad, waarbij de breuk tussen de kettingboom en de kettingwachter is gesitueerd, automatisch wordt uitgevoerd op een efficiënte wijze, m. a. w. met een zeer korte stilstand van de weefmachine. 



  Hiertoe bestaat deze werkwijze hoofdzakelijk in het verbinden van het eerste draadeinde van de gebroken kettingdraad dat vasthangt aan het weefsel met een draad afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad   ; het herstarten- van   de weefmachine ; het in de nabijheid van de voornoemde draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad behandelen van de ketting door een element met de ketting te laten samenwerken waarmee een draadeinde uit de ketting kan gehaald worden, alsook het detekteren of het tweede draadeinde, dat vasthangt aan de kettingboom, zodoende, al dan niet uit de ketting wordt gehaald ; en, indien het voornoemd tweede draadeinde wordt gedetekteerd aan het voornoemd element, het verbinden van dit tweede draadeinde aan de voornoemde draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad, gevolgd door het verder weven vanaf de kettingboom.

   Volgens de voorkeurdragende uitvoeringsvorm zal, indien het tweede draadeinde na een 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 bepaalde tijd niet gedetekteerd wordt, het voornoemd element automatisch worden uitgeschakeld, waarbij de benodigde kettingdraad in dat geval verder vanaf de afzonderlijke draadvoorraad blijft ontnomen worden. Bij voorkeur bestaat het voornoemd element voor het behandelen van de ketting uit een roterend kamvormig element waarmee de ketting uitgekamd wordt. 



  Deze werkwijze biedt o. a. het voordeel dat verder kan geweven worden gedurende het uitkammen van de ketting, alsook het voordeel dat, doordat het uitkammen van de ketting gebeurt ter hoogte van de plaats waar de draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad wordt aangevoerd, het tweede draadeinde door de kamvormige middelen in de direkte nabijheid van de voornoemde draad afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad wordt gepresenteerd, zodanig dat het aan elkaar presenteren en verbinden van dit tweede draadeinde met de voornoemde draad weinig tijd vergt, waarbij bovendien het gebruik van een zeer kompakte herstelinrichting mogelijk wordt. 



  De huidige uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting die de voornoemde werkwijze toepast, die hiertoe deel kan uitmaken van   een   weefmachine, doch ook zodanig kan uitgevoerd zijn dat zij aan verscheidene weefmachines kan gepresenteerd worden. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waar in : figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvin- ding weergeeft in een eerste stap van de werkwijze ; figuur 2 meer gedetailleerd een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur l met F2 is aangeduid ;

   figuren 3 en 4 de inrichting volgens figuur 1 voor twee andere stappen van werkwijze weergeven figuur 5 een variante van de inrichting weergeeft, meer speciaal van het gedeelte dat in de   positionering   van het kamvormig element voorziet. 



  Opgemerkt wordt dat de figuren van   louter Schema tische aard   zijn en dat duidelijkheidshalve een aantal onderdelen in de figuren op een grotere schaal zijn weergegeven. 



  In de figuur 1 wordt schematisch een weefmachine weergegeven met als op zichzelf bekende komponenten de kettingboom 1, de ketting 2, de kettingwachter 3 met verschillende rijen kettingwachterlamellen 4, de kaders 5, het weefvak 6, het riet 7, het gevormde doek 8 en de doekboom 9. 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 
Volgens   de huidige uitvinding bevat   de weefmachine een inrichting 10 om de voornoemde werkwijze te realiseren, waarbij deze hoofdzakelijk bestaat in de kombinatie van een afzonderlijke draadvoorraad 11 ; middelen 12 om het ten gevolge van een draadbreuk 13 uit de gebroken kettingdraad 14 ontstane eerste draadeinde 15, dat nog vasthangt aan het weefsel 8, te verbinden met de draad 16 van de voornoemde afzonderlijke draadvoorraad 11 ;

   een roterend kamvormig element 17 dat kan samenwerken met de ketting 2, teneinde het tweede draadeinde 18 dat nog vasthangt aan de kettingboom 1 uit de ketting 2 af te zonderen ; detektiemiddelen 19 om te detekteren of het tweede draadeinde 18 al dan niet uit de ketting 2 is gekamd ; middelen voor het verbinden van het tweede draadeinde 18 met de aan het eerste draadeinde 15 bevestigde draad 16, waarvoor zoals in de weergegeven uitvoeringsvorm bij voorkeur terug gebruik gemaakt wordt van de reeds genoemde middelen 12 ; en een stuureenheid 20 die alle voornoemde komponenten, alsook de aandrijving 21 van de weefmachine volgens een cyclus overeenkomstig aan de voornoemde werkwijze stuurt.

   Verder zijn in de figuren nog een aantal verplaatsbare draadklemmen 22, 23 en 24 getoond die hoofdzakelijk bedoeld zijn om gedurende het verbinden van de voornoemde draad 16 met de draadeinden 15 en 18 deze respektievelijk in gespannen toestand te houden. Langs de draad 16 van de afzonderlijke draadvoorraad 11 kan tevens een draadspaninrichting 25 worden voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  Opgemerkt wordt dat de middelen 12 voor het verbinden van de voornoemde draden van willekeurige aard kunnen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een knoopinrichting analoog als beschreven in het Duits oktrooi nr 599. 681. Zij kunnen bijvoorbeeld ook bestaan uit een apparaat om een zogenaamde splitslas te vormen. Gezien de middelen 12 op zichzelf bekend zijn, zijn zij dan   ook maar Schema tisch in de figuren   weergegeven. 



  Het roterend kamvormig element 17 wordt hoofdzakelijk gevormd door een as 26 die voorzien is van radiale uitsteeksels 27 of dergelijke. De uitsteeksels 27 worden bijvoorbeeld gevormd door pennen, lamellen, of borstelharen. Het element 17 is zodanig bevestigd dat het aan de ketting 2 kan gepresenteerd worden, waarbij de uitsteeksels 27 in de ketting 2 aangrijpen en vrije draadeinden, zoals het draadeinde 18, uit de ketting 2 uitrafelen. De as 26 kan zodanig uitgevoerd zijn dat hij zieh over de volledige breedte van de weefmachine uitstrekt. 



  Zoals weergegeven in figuur 2 is het kamvormig element 17 bijvoorbeeld bevestigd op een eenheid 28 die langs een rail 29 kan verplaatst worden, al dan nie t längs meerdere weefmachines. Het kamvormig element 17 kan hierbij aan de ketting 2 worden gepresenteerd d. m. v. de uitgaande beweging van   één   of meerdere drukcilinders 30. De aandrijving van het element 17 bestaat uit een motor 31, die d. m. v. een geschikte 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 overbrenging 32, bijvoorbeeld een riemoverbrenging, in de draaibeweging van het element 17 voorziet. 



  Het kamvormig element 17 is uitgerust met de voornoemde detektiemiddelen 19, waarbij deze bijvoorbeeld bestaan uit een rond een draaipunt 33 roteerbare arm 34 die, als hier een draad tegen gedrukt wordt, een andere plaats inneemt, en zodoende in het openen en/of sluiten van een kontakt 35 voorziet. 



  Zowel het kamvormig element 17 als de daarbij gebruikte detektiemiddelen 19 zijn op zichzelf bekend,   o. a.   uit het Zwitsers oktrooi nr 275. 761. Een variante hiervoor staat beschreven in het Amerikaans oktrooi nr 3. 902. 534. 



  De werking van de inrichting volgens de uitvinding, die tevens representatief is voor de werkwijze volgens de uitvinding, kan eenvoudig uit figuren 1   t. e. m.   5 worden afgeleid. 



  In figuur 1 wordt schematisch een toestand weergegeven waarbij zich een draadbreuk 13 tussen de kettingboom 1 en de kettingwachter 3 van een weefmachine heeft voorgedaan. Ten gevolge hiervan valt de bij de gebroken kettingdraad 14 bijhorende kettingwachterlamel 4A naar beneden op de daarbij    horende elektrode 36, 66n en ander zodanig dat een elektrisch    kontakt wordt gesloten. Dit signaal wordt op klassieke wijze 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 aangewend om de aandrijving 21 van de weefmachine, via de voornoemde stuureenheid 20, stil te leggen. Ten gevolge van het kettingwachtersignaal zal de stuureenheid 20 tevens in de hierna genoemde cyclus voorzien. 



  Zoals weergegeven in figuren 1 en 3 wordt eerst het draadeinde 15 gelokaliseerd en vastgenomen, bijvoorbeeld in klem 23. 



  Werkwijzen voor het lokaliseren van het draadeinde 15 in de ketting 2 zijn op zichzelf bekend, waarvan één bijvoorbeeld beschreven werd in de Belgische oktrooiaanvrage nr   8700254   van aanvraagster, en worden nu dan ook niet verder uiteengezet. 



  Volgens   figuur l   wordt de draad 16 van de afzonderlijke draadvoorraad 11 reeds op voorhand d. m. v. een klem 22 in gereedheid gehouden. 



  Volgens figuur 3 worden de middelen 12 passend gepresenteerd aan respektievelijk het draadeinde 15 en de draad 16 van de afzonderlijke draadvoorraad 11, waarna een verbinding, zoals een knoop 37, gerealiseerd wordt. Hierbij wordt opgemerkt dat het draadeinde 15 en de draad 16, vooraleer de verbinding 30 gerealiseerd wordt, hoofdzakelijk in elkaars verlengde worden aangespannen, m. a. w. nagenoeg evenwijdig met de verbindingslijn tussen het draadgeleidingselement 38 dat nabij de ketting 2 gesitueerd is en de draadspaninrichting 25. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



   Inmiddels wordt het roterend kamvormig element 17 zodanig ingeschakeld, d. m. v. de voornoemde drukcilinder 30 en motor 31, dat het kan samenwerken met de ketting 2 teneinde het draadeinde 18 op te sporen. Zoals weergegeven in figuur 3 zit dit draadeinde doorgaans ergens tussen de ketting 2 verward. 



  Vanaf het moment dat de knoop 37 gerealiseerd is, wordt volgens de huidige werkwijze de weefmachine terug gestart zodanig dat reeds in een vroeg stadium kan verder geweven worden. Uiteraard wordt bij het realiseren van de knoop 37, ofwel erna, erop gelet dat de nieuwe gevormde kettingdraad 14A aangespannen wordt en aangespannen blijft, bijvoorbeeld met behulp van de voornoemde draadspaninrichting 25. De twee gegevens dat, enerzijds, de middelen 12 de-knoop 37 gerealiseerd hebben en, anderzijds, de voorheen gevallen kettingwachterlamel 4A nu opgeheven is van de daarbij horende elektrode 36 door de in de nieuwe kettingdraad 14A gerealiseerde spanning, kunnen aangewend worden om in een automatische start van de aandrijving 21 van de weefmachine te voorzien. 



  Het is duidelijk dat, zoals   o. a.   in figuur 4 wordt weergegeven, na een zeker tijdsinterval het tweede draadeinde 14 uit de ketting 2 wordt gehaald d. m. v. het kamvormig element 17, waarbij aan de detektiemiddelen 19 het kontakt 35 gesloten wordt. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 
Zoals weergegeven in figuur 5 zal het tweede draadeinde 18 dan bij voorkeur terug met de voornoemde kettingdraad   14A,   of m. a. w. de draad 16, verbonden worden waarbij al dan niet dezelfde middelen 12 voor het realiseren van de verbinding 39, bijvoorbeeld een knoop, kunnen aangewend worden. Hierbij wordt het tweede draadeinde 18 d. m. v. een haakvormige klem 24 uit het kamvormig element 17 losgetrokken en aan de gebruikte knoopinrichting of dergelijke gepresenteerd. 



  Het is duidelijk dat gedurende het verwezenlijken van de verbinding 39 de weefmachine niet noodzakelijk dient stilgelegd te worden. Hierbij dient eveneens opgemerkt te worden dat de verbinding 39 verwezenlijkt wordt terwijl het draadeinde 18 en de kettingdraad 14A zich in aangespannen toestand nagenoeg in het vlak van de ketting 2 bevinden, waarbij na het verwezenlijken van de verbinding 31 de volledig herstelde kettingdraad 14A aangespannen blijft. 



  Het is tevens duidelijk dat na het verwezenlijken van deze knoop 39 de verschillende komponenten, zoals de voornoemde middelen 12, het element 17 en de klem 22 terug in een rusttoestand gebracht worden volgens figuur 1. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm zal het roterend kamvormig element uitgeschakeld worden indien na een bepaald tijdsinterval geen tweede draadeinde wordt waargenomen. De 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 betreffende nieuwe kettingdraad blijft dan verder vanaf de afzonderlijke draadtoevoer aangevoerd worden. 



  Het is duidelijk dat de voornoemde afzonderlijke draadtoevoer 11 niet noodzakelijk uit een bobijn of voorraadspoel hoeft te bestaan, doch ook kan gevormd worden door een draadstuk van een welbepaalde lengte. 



  Volgens een variante, zoals voorgesteld in figuur 6, kan ook gebruik gemaakt worden van een roterend kamvormig element 17 dat   slechts   een klein gedeelte van de breedte van de ketting bestrijkt. Het element 17 wordt dan door verplaatsingsmiddelen 40 dwars over de ketting 2 verplaatst, tot op de plaats waar de gevallen kettingwachterlamel 4A zieh bevindt, dewelke overeenstemt met de plaats van de gebroken kettingdraad 14. 



  Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een kettingwachter zoals beschreven in het Belgisch oktrooi nr 899. 347, waarbij de elektrode 36 volgens de weefbreedte uit verscheidene zones bestaat. In dit geval neemt men bij voorkeur een element 17 waarvan de axiale lengte overeenstemt met de lengte van   één   zone en plaatst men het element 17 boven de zone waarin de breuk zich heeft voorgedaan. 



  De voornoemde   verplaateingemiddelen   40 bestaan bijvoorbeeld uit een slede 41 of dergelijke waaraan het element 17 d. m. v. de voornoemde drukcilinders 30 is opgehangen en een door een 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 motor 42 via een tandwieloverbrenging 43 aangedreven worm 44 die met schroefmiddelen 45, bevestigd aan de siede 41, kan samenwerken, zodanig dat de slede 41 over de volledige weefbreedte kan verplaatst worden. 



  De overbrenging 32 bestaat in de uitvoeringsvorm van figuur 6 uit een tandwielkoppeling, doch is overigens identiek aan deze volgens figuur 2. 



  Tevens dient opgemerkt te worden dat de reeds genoemde automatische start ook kan uitgevoerd worden ten gevolge van het feit dat de twee voorwaarden voldaan zijn dat, enerzijds,    tussen het stoppen van de weefmachine ten gevolge van een    kettingbreuk en de eventuele start een tijdsinterval verlopen is dat groter is dan de duurtijd nodig voor het realiseren van de verbinding, en anderzijds, de voornoemde kettingwachterlamel 4A die aan de herstelde kettingdraad 14A hangt, geen kontakt meer maakt met de bijhorende elektrode 36. 



  Vanzelfsprekend kan de automatische start zowel na de vorming van de knoop 37 als na de knoop 39 worden aangewend. 



  Het is duidelijk dat de klemmen 22,23 en 24 ook op passende wijze kunnen bevolen worden en al dan niet deel kunnen uitmaken van de eenheid 28. 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 



  Het is eveneens duidelijk dat het element 17 waarmee de ketting wordt behandeld met als doel het tweede draadeinde 18 af te zonderen, niet noodzakelijk uit een roterend kamvormig element hoeft te bestaan. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke werkwijze voor het herstellen van een gebroken kettingdraad en de weefmachine die deze werkwijze toepast, kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.



   <Desc / Clms Page number 1>
 



  Method of repairing a broken warp thread
 EMI1.1
 in weaving machines and equipment that uses this method. in weaving machines and equipment that uses this method. This invention relates to a method of repairing a broken warp thread in weaving machines, as well as to devices employing this method. In particular, this method and device are intended for repairing warp threads in the event of breaks that have occurred between, on the one hand, the warp beam and, on the other hand, the warden.



  It is known that weaving machines are automatically stopped in the event of a break in a warp thread. Usually, the stop signal is given by using a chain guard formed by chain guard slats that are suspended from the tensioned warp threads and fall down when a warp thread breaks and make contact with an electrode, for example as known from Belgian patent No. 899. 347. To carry out a repair

 <Desc / Clms Page number 2>

 the weaver must then knot a thread section between the two thread ends of the broken warp thread, after which the weaving can continue.



  The present invention aims at a method in which the repair of a broken warp thread, wherein the break is situated between the warp beam and the chain guard, is carried out automatically in an efficient manner, i.e. a. W. with a very short standstill of the weaving machine.



  To this end, this method mainly consists of connecting the first thread end of the broken warp thread that is suspended from the fabric to a thread from a separate thread supply; restarting the weaving machine; treating the chain in the vicinity of the aforementioned thread originating from the separate thread supply by co-operating an element with the chain with which a threaded end can be removed from the chain, as well as detecting or the second threaded end, which is attached to the chainring, thus, whether or not it is taken out of the chain; and, if said second thread end is detected on said element, connecting said second thread end to said thread from the separate thread supply, followed by further weaving from the warp beam.

   According to the preferred embodiment, if the second thread end after a

 <Desc / Clms Page number 3>

 is not detected for a certain period of time, the aforementioned element is automatically switched off, in which case the required warp thread continues to be taken further from the separate thread stock. Preferably, the aforementioned element for treating the chain consists of a rotating comb-shaped element with which the chain is combed out.



  This method offers, inter alia, the advantage that further weaving can be done during the combing of the chain, as well as the advantage that, because the chain is combed out at the location where the thread from the separate thread stock is supplied, the second thread end by the comb-shaped means is presented in the direct vicinity of the aforementioned thread originating from the separate thread supply, such that the presentation and connection of this second thread end to the aforementioned thread together takes little time, while moreover the use of a very compact repair device is possible. .



  The present invention also relates to a device applying the aforementioned method, which for this purpose can form part of a weaving machine, but can also be designed in such a way that it can be presented to various weaving machines.

 <Desc / Clms Page number 4>

 With the insight to better demonstrate the features according to the invention, some preferred embodiments are described below, as examples without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 schematically represents a device according to the invention in a first step of the method; figure 2 represents a more detailed view of the part indicated by F2 in figure 1;

   Figures 3 and 4 show the device according to Figure 1 for two other steps of the method. Figure 5 shows a variant of the device, more particularly of the part providing the positioning of the comb-shaped element.



  It is noted that the figures are of a purely Schematic nature and that, for the sake of clarity, a number of parts in the figures are shown on a larger scale.



  Fig. 1 schematically shows a weaving machine with components known per se, the warp beam 1, the warp 2, the warden 3 with different rows of warp slats 4, the frames 5, the weaving compartment 6, the reed 7, the cloth 8 and the fabric boom 9.

 <Desc / Clms Page number 5>

 
According to the present invention, the weaving machine comprises a device 10 for realizing the aforementioned method, which mainly consists of the combination of a separate thread stock 11; means 12 for connecting the first thread end 15 still arising from a broken warp thread 14 from the broken warp thread 14, which is still attached to the fabric 8, with the thread 16 of the aforementioned separate thread stock 11;

   a rotating comb-shaped element 17 which can cooperate with the chain 2, in order to separate the second threaded end 18, which is still attached to the chain tree 1, from the chain 2; detection means 19 for detecting whether or not the second wire end 18 has been combed out of the chain 2; means for connecting the second wire end 18 to the wire 16 attached to the first wire end 15, for which, as in the illustrated embodiment, use is preferably made of the aforementioned means 12; and a control unit 20 which controls all of the aforementioned components, as well as the drive 21 of the weaving machine, according to a cycle in accordance with the aforementioned method.

   Furthermore, a number of movable wire clamps 22, 23 and 24 are shown in the figures, which are mainly intended to keep them in the tensioned state during the connection of the above-mentioned wire 16 with the wire ends 15 and 18, respectively. A thread tensioning device 25 can also be provided along the thread 16 of the individual thread supply 11.

 <Desc / Clms Page number 6>

 



  It is noted that the means 12 for connecting the aforementioned wires can be of any nature. They may, for example, consist of a knot device analogous to that described in German Patent No. 599. 681. They may also consist, for example, of an apparatus for forming a so-called split splice. Since the means 12 are known per se, they are therefore only schematically shown in the figures.



  The rotating comb-shaped element 17 is mainly formed by a shaft 26 which is provided with radial projections 27 or the like. The protrusions 27 are formed, for example, by pins, slats, or bristles. The element 17 is mounted in such a way that it can be presented to the chain 2, the projections 27 engaging in the chain 2 and unraveling free threaded ends, such as the threaded end 18, from the chain 2. The shaft 26 can be designed to extend over the full width of the weaving machine.



  As shown in Figure 2, the comb-shaped element 17 is mounted, for example, on a unit 28 which can be moved along a rail 29, or not at least several weaving machines. The comb-shaped element 17 can hereby be presented on the chain 2 d. with regard to the outgoing movement of one or more printing cylinders 30. The drive of the element 17 consists of a motor 31, which d. m. v. a suitable one

 <Desc / Clms Page number 7>

 transmission 32, for example a belt transmission, provides the rotational movement of the element 17.



  The comb-shaped element 17 is equipped with the aforementioned detection means 19, these consisting, for example, of an arm 34 rotatable about a pivot 33, which, if a thread is pressed against it, takes up a different place, and thus in opening and / or closing provides a contact 35.



  Both the comb-shaped element 17 and the detection means 19 used therewith are known per se, inter alia from Swiss patent no. 275,761. A variant for this is described in US patent no. 3,902,534.



  The operation of the device according to the invention, which is also representative of the method according to the invention, can easily be seen from Figures 1 t. e. m. 5 are derived.



  Figure 1 schematically shows a state in which a wire break 13 has occurred between the warp beam 1 and the warden 3 of a weaving machine. As a result, the chain guard slat 4A associated with the broken warp thread 14 falls down on the associated electrode 36, 66n and other such that an electrical contact is closed. This signal is used in a classic manner

 <Desc / Clms Page number 8>

 used to stop the drive 21 of the weaving machine, via the aforementioned control unit 20. As a result of the chain guard signal, the control unit 20 will also provide the cycle mentioned below.



  As shown in Figures 1 and 3, the wire end 15 is first located and secured, for example in clamp 23.



  Methods for locating the wire end 15 in the chain 2 are known per se, one of which was described, for example, in the applicant's Belgian patent application No. 8700254, and is therefore not further explained.



  According to figure 1, the thread 16 of the individual thread stock 11 is already d in advance. with a clamp 22 kept ready.



  According to figure 3, the means 12 are suitably presented at the wire end 15 and the wire 16 of the separate wire stock 11, respectively, after which a connection, such as a knot 37, is realized. It is noted here that the wire end 15 and the wire 16, before the connection 30 is realized, are mainly tensioned in line, m. A. W. substantially parallel to the connecting line between the thread guiding element 38 located near the chain 2 and the thread tensioning device 25.

 <Desc / Clms Page number 9>

 



   The rotating comb-shaped element 17 is now switched on such that d. v. the aforementioned printing cylinder 30 and motor 31, that it can cooperate with the chain 2 to locate the wire end 18. As shown in figure 3, this wire end is usually tangled somewhere between the chain 2.



  From the moment that the knot 37 is realized, according to the current method, the weaving machine is restarted in such a way that further weaving can be done at an early stage. Of course, when realizing the knot 37, or afterwards, care is taken that the newly formed warp thread 14A is tightened and remains tightened, for example with the aid of the aforementioned thread tensioning device 25. The two data that, on the one hand, the means 12 untie 37 and, on the other hand, the previously fallen chain watch blade 4A has now been lifted from the associated electrode 36 by the voltage realized in the new warp thread 14A, can be used to provide an automatic start of the drive 21 of the weaving machine.



  It is clear that, as is shown, inter alia, in Figure 4, after a certain time interval the second wire end 14 is removed from the chain 2 d. with the comb-shaped element 17, wherein the contact 35 is closed at the detection means 19.

 <Desc / Clms Page number 10>

 
As shown in Figure 5, the second thread end 18 will then preferably return with the aforementioned warp thread 14A, or m. A. W. the wire 16 can be connected, whether or not the same means 12 can be used to realize the connection 39, for example a knot. The second thread end 18 d. with a hook-shaped clamp 24 pulled out of the comb-shaped element 17 and presented to the knotting device or the like used.



  It is clear that during the realization of the connection 39 the weaving machine does not necessarily have to be shut down. It should also be noted here that the connection 39 is effected while the threaded end 18 and the warp thread 14A are in the tensioned condition substantially in the plane of the chain 2, while the fully repaired warp thread 14A remains tightened after the connection 31 has been made.



  It is also clear that after this knot 39 has been made, the various components, such as the aforementioned means 12, the element 17 and the clamp 22 are brought back into a rest position according to Figure 1.



  According to a special embodiment, the rotating comb-shaped element will be switched off if no second wire end is observed after a certain time interval. The

 <Desc / Clms Page number 11>

 the new warp thread in question then continues to be fed from the separate thread supply.



  It is clear that the aforementioned separate wire feed 11 does not necessarily have to consist of a bobbin or supply reel, but can also be formed by a piece of wire of a specific length.



  According to a variant, as shown in figure 6, use can also be made of a rotating comb-shaped element 17 which only covers a small part of the width of the chain. The element 17 is then moved transversely across the chain 2 by displacement means 40, to the place where the fallen chain guard blade 4A is located, which corresponds to the location of the broken warp thread 14.



  Here, use can be made of a chain guard as described in Belgian patent no. 899. 347, wherein the electrode 36 consists of several zones according to the weaving width. In this case, one preferably takes an element 17 whose axial length corresponds to the length of one zone and the element 17 is placed above the zone in which the fracture has occurred.



  The aforementioned plating means 40 consist, for example, of a slide 41 or the like to which the element 17 d. The aforementioned printing cylinders 30 are suspended and one by one

 <Desc / Clms Page number 12>

 motor 42 driven by a gear transmission 43 worm 44 which can cooperate with screw means 45 attached to the siede 41, such that the carriage 41 can be moved over the full weaving width.



  In the embodiment of figure 6 the transmission 32 consists of a gear coupling, but is otherwise identical to that according to figure 2.



  It should also be noted that the aforementioned automatic start can also be carried out due to the fact that the two conditions are satisfied that, on the one hand, between the stopping of the weaving machine as a result of a chain break and the possible start, a time interval has elapsed that is longer than the time required to make the connection, and on the other hand, the aforementioned chain guard slat 4A hanging from the repaired warp thread 14A no longer makes contact with the associated electrode 36.



  Of course, the automatic start can be used both after the formation of the node 37 and after the node 39.



  It is clear that terminals 22, 23 and 24 can also be ordered appropriately and may or may not be part of unit 28.

 <Desc / Clms Page number 13>

 



  It is also clear that the element 17 with which the chain is treated for the purpose of separating the second wire end 18 does not necessarily have to consist of a rotating comb-shaped element.



  The present invention is by no means limited to the exemplary embodiment shown in the figures, but such a method of repairing a broken warp thread and the weaving machine employing this method can be accomplished in various variants without departing from the scope of the invention .


    

Claims (1)

Conclusies. EMI14.1 ----------- 1. - Werkwijze voor het herstellen van een gebroken kettingdraad bij weefmachines, in het bijzonder voor het herstellen van kettingdraden tussen de kettingboom en de kettingwachter, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in het verbinden van het eerste draadeinde (15) van de gebroken kettingdraad (14) dat vasthangt aan het weefsel (8) met een draad (16) afkomstig van een afzonderlijke draadvoorraad (11) ; het herstarten van de weefmachine ; het in de nabijheid van de voornoemde draad (16) behandelen van de ketting (2) door een element (17) met de ketting (21 te laten samenwerken, waarmee een draadeinde uit de ketting kan gehaald worden, alsook het detekteren of al dan niet het tweede draadeinde (18) dat vasthangt aan de kettingboom (l) uit de ketting (2) wordt gehaald ; Conclusions.  EMI14.1  ----------- 1. - Method for repairing a broken warp thread in weaving machines, in particular for repairing warp threads between the warp beam and the chain guard, characterized in that it mainly consists of connecting the first thread end (15) of the broken warp thread (14) hanging from the fabric (8) with a thread (16) from a separate thread supply (11); restarting the weaving machine; treating the chain (2) in the vicinity of the aforementioned wire (16) by engaging an element (17) with the chain (21), with which a threaded end can be removed from the chain, as well as detecting whether or not the second threaded end (18) attached to the warp beam (1) is taken out of the warp (2); en, indien het tweede draadeinde (18) wordt gedetekteerd aan het voornoemd element (17), het verbinden van dit draadeinde, met de voornoemde draad (16) van de afzonderlijke draadvoorraad (11), gevolgd door het verder weven vanaf de kettingboom (1).  and, if the second thread end (18) is detected on said element (17), connecting this thread end to said thread (16) of the separate thread supply (11), followed by further weaving from the warp beam (1 ). 2. - Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat, indien binnen een bepaalde tijd het tweede draadeinde (18) EMI14.2 niet gedetekteerd <Desc/Clms Page number 15> benodigde kettingdraad (14A) verder vanaf de afzonderlijke draadvoorraad (11) blijft ontnomen worden, terwijl het element (17) wordt uitgeschakeld.   Method according to claim 1, characterized in that if the second thread end (18) is  EMI14.2  not detected  <Desc / Clms Page number 15>  the required warp thread (14A) further from the individual thread supply (11), while the element (17) is turned off. 3. - Werkwijze volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat nadat een van de draadeinden (15, 18) met de draad (16) van de afzonderlijke draadtoevoer (11) verbonden is, een automatische start van de weefmachine wordt gerealiseerd als de twee voorwaarden voldaan zijn dat, enerzijds, tussen de laatste stop van de weefmachine en de eventuele start een tijdsinterval verlopen is dat groter is dan de duurtijd nodig voor het realiseren van de betreffende verbinding (37, 39), en anderzijds, de kettingwachterlamel (4A) die aan de betreffende kettingdraad (14, 14A) hangt, los is van zijn elektrode (36).   Method according to claim 1, characterized in that after one of the threaded ends (15, 18) is connected to the thread (16) of the separate thread supply (11), an automatic start of the weaving machine is realized if the two conditions are met that, on the one hand, between the last stop of the weaving machine and the possible start, a time interval has elapsed that is longer than the duration required to realize the relevant connection (37, 39), and on the other hand, the chain guard blade (4A) which the respective warp thread (14, 14A) hangs from its electrode (36). 4.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat nadat de verbinding (37, 39) tussen e < *n van de draadeinden (15, 18) en de draad (16) van de afzonderlijke draadvoorraad (1) gevormd is, automatisch een nieuwe start door de weefmachine wordt uitgevoerd, als de twee voorwaarden voldaan zijn dat, enerzijds, de middelen (12) voor het verbinden van het betreffende draadeinde (15, 18) met de voornoemde draad (16) de overeenkomstige verbinding (37, 39) gerealiseerd heeft, en, anderzijds, de kettingwachterlamel (4A) die aan de betreffende kettingdraad (14, 14A) hangt, los is van zijn elektrode. <Desc/Clms Page number 16> Method according to claim 1, characterized in that after the connection (37, 39) is formed between one of the wire ends (15, 18) and the wire (16) of the individual wire stock (1), a a new start is carried out by the weaving machine, if the two conditions are satisfied that, on the one hand, the means (12) for connecting the respective thread end (15, 18) to the aforementioned thread (16) the corresponding connection (37, 39) and, on the other hand, the chain guard blade (4A) hanging from the respective warp wire (14, 14A) is separate from its electrode.  <Desc / Clms Page number 16>   5.-Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat de kettingwachterlamel (4A) die aan de betreffende kettingdraad (14, 14A) hangt, los van zijn elektrode (36) gehouden wordt door de betreffende kettingdraad (14,14A) gedurende de herstelling en erna aan te spannen en/of aangespannen te houden. Method according to claim 3 or 4, characterized in that the chain guard blade (4A) hanging on the respective warp thread (14, 14A) is kept separate from its electrode (36) by the respective warp thread (14, 14A) during the repair and afterwards tighten and / or keep tightened. 6.-Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste draadeinde (15) van de gebroken kettingdraad (14) dat vasthangt aan het weefsel (8) en de draad (16) afkomstig van de afzonderlijke draadvoorraad (11) hoofdzakelijk in elkaars verlengde en in aangespannen toestand met elkaar worden verbonden. Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the first thread end (15) of the broken warp thread (14) which hangs from the fabric (8) and the thread (16) from the separate thread supply (11) mainly in be extended and stretched together. 7.-Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede draadeinde (18) dat vasthangt aan de kettingboom (1) en de draad (16) die afkomstig is van de afzonderlijke draadvoorraad (11) en die reeds met het eerste draadeinde (15) is verbonden, hoofdzakelijk in het vlak van de ketting (2) en in aangespannen toestand met elkaar verbonden worden. EMI16.1   Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the second threaded end (18) which hangs from the chain tree (1) and the thread (16) from the separate thread supply (11) and which already has the first threaded end (15) are joined, mainly in the plane of the chain (2) and are joined together in a tensioned state.  EMI16.1   8.-Inrichting die de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies toepast, daardoor gekenmerkt dat zij hoofdzakelijk bestaat in een afzonderlijke draadvoorraad (11) ; middelen (12) om het ten gevolge van een draadbreuk (13) in de ketting <Desc/Clms Page number 17> (2) van een weefmachine ontstane eerste draadeinde (15) dat vasthangt aan het weefsel (8) te verbinden met de draad (16) van de afzonderlijke draadvoorraad (11) ; een element (17) dat een draadeinde uit de ketting (2) van een weefmachine kan halen, dat in de nabijheid van de toevoer van de voornoemde draad (16) kan samenwerken met de ketting (2) van de weefmachine ; detektiemiddelen (19) die met het element (17) samenwerken en detekteren of al dan niet een draadeinde (18) dat vasthangt aan de kettingboom (1) uit de ketting (2) gehaald wordt ; Device according to one of the preceding claims, characterized in that it mainly consists of a separate thread stock (11); means (12) to prevent it as a result of a thread break (13) in the chain  <Desc / Clms Page number 17>  (2) a first thread end (15) created from a weaving machine and which hangs from the fabric (8) to connect to the thread (16) of the separate thread supply (11); an element (17) capable of extracting a threaded end from the chain (2) of a weaving machine, which can interact with the chain (2) of the weaving machine in the vicinity of the supply of the aforementioned thread (16); detection means (19) co-operating with the element (17) and detecting whether or not a threaded end (18) attached to the chain tree (1) is removed from the chain (2); middelen (12) voor het verbinden van het eventueel uit de ketting (2) gehaalde tweede draadeinde (18) met de aan het eerste draadeinde (15) verbonden draad (16) ; en een stuureenheid (20) die ten gevolge van een kettingbreuk in de gepaste inschakeling van de voornoemde inrichting (10) voorziet.  means (12) for connecting the second wire end (18) optionally removed from the chain (2) to the wire (16) connected to the first wire end (15); and a control unit (20) which provides appropriate activation of said device (10) due to a chain break. 9.-Inrichting volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat het element (17) bestaat uit een roterend kamvormig element gevormd door een as (26), voorzien van radiale uitsteeksels (27), waarbij deze laatste met de ketting (2) van een weefmachine kunnen samenwerken. Device according to claim 8, characterized in that the element (17) consists of a rotating comb-shaped element formed by a shaft (26), provided with radial projections (27), the latter with the chain (2) of a weaving machine can work together. 10.-Inrichting volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het roterend kamvormig element (17) bestaat uit een as (26) voorzien van borstelharen. <Desc/Clms Page number 18> 11.-Inrichting volgens een der conclusies 8, 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat de afzonderlijke draadvoorraad (11) bestaat uit een bobijn. Device according to claim 9, characterized in that the rotating comb-shaped element (17) consists of a shaft (26) provided with bristles.  <Desc / Clms Page number 18>  Device according to any one of claims 8, 9 or 10, characterized in that the separate thread supply (11) consists of a bobbin. 12.-Inrichting volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het roterend kamvormig element (17) zieh over de volledige weefbreedte van een weefmachine uitstrekt. Device according to claim 9 or 10, characterized in that the rotating comb-shaped element (17) extends over the entire weaving width of a weaving machine. 13.-Inrichting volgens conclusie 9 of 10, daardoor gekenmerkt dat het roterend kamvormig element (17) een geringe axiale lengte vertoont, terwijl verplaatsingsmiddelen (40) zijn voorzien die de verplaatsing van dit element (17) volgens de weefbreedte toelaten.   Device according to claim 9 or 10, characterized in that the rotating comb-shaped element (17) has a small axial length, while displacement means (40) are provided which allow the displacement of this element (17) according to the weaving width. 14.-Inrichting volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat het kamvormig element (17) aan een of meerdere drukcilinders (30) is opgehangen en door de beweging van deze laatste aan de ketting (2) van een weefmachine kan gepresenteerd worden. Device according to claim 12 or 13, characterized in that the comb-shaped element (17) is suspended from one or more printing cylinders (30) and can be presented by the movement of the latter to the chain (2) of a weaving machine. 15.-Inrichting volgens conclusie 12 of 13, daardoor gekenmerkt dat zij een motor (31) bezit die via een overbrenging (32) met het kamvormig element (17) is gekoppeld.   Device according to claim 12 or 13, characterized in that it has a motor (31) which is coupled to the comb-shaped element (17) via a transmission (32).
BE8701155A 1987-10-09 1987-10-09 METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS. BE1000991A3 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701155A BE1000991A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
DE8888202070T DE3864644D1 (en) 1987-10-09 1988-09-23 METHOD FOR RESTORING A BROKEN CHAIN THREAD ON A WEAVING MACHINE AND DEVICE FOR CARRYING OUT THIS METHOD.
EP19880202070 EP0311168B1 (en) 1987-10-09 1988-09-23 Method for repairing a broken warp thread on weaving machines, and device which uses this method
JP25367288A JPH01124658A (en) 1987-10-09 1988-10-07 Method and for repairing cut yarn of loom

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE8701155A BE1000991A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1000991A3 true BE1000991A3 (en) 1989-05-30

Family

ID=3882915

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE8701155A BE1000991A3 (en) 1987-10-09 1987-10-09 METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0311168B1 (en)
JP (1) JPH01124658A (en)
BE (1) BE1000991A3 (en)
DE (1) DE3864644D1 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (en) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Device for stopping a machine for working a sheet of threads.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH276690A (en) * 1947-06-17 1951-07-31 Koninkl Tricotfabriek G J Will Device for stopping a machine for working a sheet of threads.
GB1148169A (en) * 1965-08-26 1969-04-10 Walter Reiners Device for the joining together of thread ends on a bobbin creel for textile machines

Also Published As

Publication number Publication date
JPH01124658A (en) 1989-05-17
EP0311168A1 (en) 1989-04-12
DE3864644D1 (en) 1991-10-10
EP0311168B1 (en) 1991-09-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1001819A3 (en) Device and method for the supply of impact on wires looms.
JPS5830871B2 (en) Electronic device that monitors multiple running yarns in textile machinery
US5136762A (en) Method of automatic drawing-in and machine for carrying out the said method
BE1001513A3 (en) Weaving machine, with improved NUTRITION FOR THE IMPACT WIRES.
BE1001508A3 (en) METHOD FOR REMOVING A FAULTY IMPOSITION THREAD OF WEAVING MACHINES.
BE1001507A3 (en) Method for removing from gaap los an incorrect woof wire portion of looms.
US4832091A (en) Method and mechanism for repairing the weft supply on weaving machines in case of an interruption between the supply package and the weft accumulator
BE1000599A4 (en) METHOD FOR WEAVING AND weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
JPH07197347A (en) Heald separating apparatus for drawing in machine
BE1000991A3 (en) METHOD FOR RECOVERING FROM A BROKEN CHAIN ​​AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
US5253404A (en) Apparatus for drawing warp yarns into a weaving reed
BE1016639A6 (en) METHOD FOR INSERTING IMPACT WIRES
BE1002532A4 (en) DEVICE AND METHOD FOR APPLYING and guiding weft thread in LOOMS.
BE1000992A4 (en) METHOD OF WEAVING CONTINUE AFTER a warp, FROM A SINGLE STOCK AND WIRE weaving machine which APPLYING THIS PROCESS.
US5355566A (en) Machine for the automatic drawing-in of warp threads
US6997215B2 (en) Method for weaving low flaw cloths by means of the elimination of weft thread sections which have irregularities
JPS6269851A (en) Method and apparatus for automatically taking out cut end ofwarp yarn
BE1000598A4 (en) PROCESS FOR THE RESTORATION OF A weft thread into a loom, weaving machine AND THOSE APPLYING THIS PROCESS.
EP0333262B1 (en) Airjet weaving machine with an improved weft thread supply
BE1013285A3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR SUPPORTING A SCISSORS CHAIN ​​WIRES in a weaving machine.
US4091512A (en) Deweaving apparatus for textile tapes
NL8602191A (en) Defective warp thread removal method - by bringing thread to top of textile material by new thread
BE1000993A3 (en) Method for restoring broken chain ​​wires on looms.
BE1017505A3 (en) METHOD AND DEVICE FOR LIMITING STILLS ON AN AXMINSTER WEAVING MACHINE.
JPS609952A (en) Cut warp yarn treatment in loom

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Owner name: PICANOL N.V.

Effective date: 19941031