NL9401758A - Catheter met leiddraadkanaal. - Google Patents
Catheter met leiddraadkanaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9401758A NL9401758A NL9401758A NL9401758A NL9401758A NL 9401758 A NL9401758 A NL 9401758A NL 9401758 A NL9401758 A NL 9401758A NL 9401758 A NL9401758 A NL 9401758A NL 9401758 A NL9401758 A NL 9401758A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- catheter
- opening
- wall
- base body
- lumen
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/95—Instruments specially adapted for placement or removal of stents or stent-grafts
- A61F2/958—Inflatable balloons for placing stents or stent-grafts
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61F—FILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
- A61F2/00—Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
- A61F2/95—Instruments specially adapted for placement or removal of stents or stent-grafts
- A61F2/958—Inflatable balloons for placing stents or stent-grafts
- A61F2002/9583—Means for holding the stent on the balloon, e.g. using protrusions, adhesives or an outer sleeve
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M25/00—Catheters; Hollow probes
- A61M25/01—Introducing, guiding, advancing, emplacing or holding catheters
- A61M2025/0183—Rapid exchange or monorail catheters
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M25/00—Catheters; Hollow probes
- A61M25/10—Balloon catheters
- A61M2025/1043—Balloon catheters with special features or adapted for special applications
- A61M2025/1056—Balloon catheters with special features or adapted for special applications having guide wire lumens outside the main shaft, i.e. the guide wire lumen is within or on the surface of the balloon
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61M—DEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
- A61M25/00—Catheters; Hollow probes
- A61M25/10—Balloon catheters
- A61M25/1011—Multiple balloon catheters
Description
CATHETER MET LEIDDRAAD KANAAL
De uitvinding heeft betrekking op een catheter die door middel van een leiddraad bij een patiënt ingebracht kan worden. Eerst wordt een leiddraad bij de patiënt ingebracht tot op de plaats waarnaar een actief element van een catheter moet worden geleid. Vervolgens wordt het distale einde van de in te brengen catheter op het proximale einde van de leiddraad geschoven en wordt de catheter verder langs deze leiddraad ingebracht, waarbij het actieve element naar de gewenste plek in het lichaam van de patiënt wordt geleid.
Met de catheter volgens de uitvinding zoals gekenmerkt in conclusie 1 wordt een dergelijke catheter verkregen die eenvoudig te vervaardigen is en relatief dun kan worden uitgevoerd. De catheter volgens de uitvinding ondervindt bij het inbrengen relatief weinig wrijving op de leiddraad, waardoor het inbrengen wordt vergemakkelijkt.
Bij voorkeur wordt de maatregel volgens conclusie 2 toegepast. Hierdoor wordt in feite slechts het uiterste eindgedeelte van de catheter geleid en niet het gehele basislichaam daarvan.
Een zeer gunstige ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 3. Het leiddraadlumen verloopt hierdoor glad en ononderbroken van de eindopening naar de wandopening, zodat het insteken van de leiddraad in het leiddraadlumen probleemloos kan geschieden. De catheter volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm kan bovendien relatief eenvoudig worden vervaardigd van afzonderlijke slangvormige elementen met een enkel lumen. Gecompliceerde meer-lumenprofielen worden hierdoor overbodig.
Een geschikte eenvoudig te vervaardigen uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 4.
Een verder ontwikkelde uitvoeringsvorm, waarbij de overgang van het inwendige naar het uitwendige van de cathe-ter zeer gelijkmatig verloopt is gekenmerkt in conclusie 5.
Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 6 toegepast om een minimale weerstand bij de beweging over de leiddraad en een zo glad mogelijk buitenoppervlak van de catheter te bereiken.
De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.
Figuur 1 toont een gedeeltelijk weggebroken perspecti visch aanzicht van een catheter volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont het eindgedeelte van de catheter van figuur 1 in gedeeltelijk weggebroken aanzicht, tijdens het gebruik daarvan.
Figuur 3 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een eindgedeelte van een catheter volgens een andere uitvoeringsvorm.
Figuur 4 toont een gedeeltelijk weggebroken aanzicht van een eindgedeelte van weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.
De in fig. 1 getoonde catheter 1 omvat een slangvormig basislichaam 2 met een distaai einde 5 en een proxi-maal einde 6. Aan het distale einde 5 zijn twee ballonnen 7, 8 aangebracht. De ballon 7 dient voor het verwijden van een vernauwd bloedvatgedeelte. Om de ballon 8 is een stent 9 aangebracht in samengeknepen vorm. Deze stent 9 kan geëxpandeerd worden door middel van de ballon 8 en aldus aangebracht worden in het te voren met behulp van de ballon 7 verwijde vaatgedeelte.
Het basislichaam 2 is bij de getoonde uitvoeringsvorm opgebouwd uit een buitenste slangvormig element en een binnenste slangvormig element 4. Een lumen in het binnenste slangvormige element 4 is aan het proximale einde van de catheter 1 verbonden met een aansluiting 14 en aan het distale einde verbonden met het inwendige van de ballon 7 teneinde medium onder druk van de aansluiting 14 naar de ballon 7 te kunnen voeren voor het expanderen daarvan.
Tussen het binnenste slangvormige element 4 en het buitenste slangvormige element 3 wordt een in doorsnede cirkelvormig lumen gevormd dat aan het proximale einde 6 van de catheter verbonden is met de aansluiting 10 'en aan het distale einde 5 verbonden is met het inwendige van de ballon 8 teneinde deze op overeenkomstige wijze te kunnpn expanderen.
Voor het bij een patiënt inbrengen van de catheter wordt op op zichzelf bekende wijze gebruik gemaakt van een voerdraad 11. In de catheter 1 is voor het opnemen van deze voerdraad 11 een lumen 16 gevormd dat zich uitstrekt van een eindopening 12 naar een wandopening 13 in de catheter. Deze wandopening is aangebracht in de wand van het basislichaam 2 op een plaats tussen het distale en proximale einde in.
Zoals fig. 1 laat zien is bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm de wandopening aangebracht vlak nabij het relatief proximale actieve element van de catheter 1, de ballon 8. Het lumen 16 voor het opnemen van de leiddraad 11 strekt zich dus slechts door het eindgedeelte van de catheter 1 uit.
Zoals fig. 2 meer in het bijzonder laat zien is het leiddraadlumen 16 gevormd in een dubbel-lumenelement 15. Het andere lumen 17 van dit element 15 is verbonden met het lumen van het binnenste slangvormige element 4 van het basislichaam. Het via de aansluiting 14 toegevoerde medium onder druk stroomt door de tussenruimte tussen het dubbel-lumenelement 15 en het buitenste slangvormige element 3 en via de opening 18 in de wand van dit dubbel-lumenelement 15 in het inwendige van de ballon 7 voor het verwijden van een vernauwing in het bloedvat 19.
De catheter 25 van fig. 3 heeft een andere uitvoering. Het buitenste slangvormige element 26 draagt een ballon 31. In een centraal lumen van dit buitenste slangvormige element 26 is een binnenste slangvormig element 27 opgenomen waardoorheen bijvoorbeeld contrastvloeistof kan worden toegevoerd. Het lumen 29 voor de leiddraad 30 is bij deze catheter 25 gevormd door het lumen van een afzonderlijk slangvormig element 28 dat met het in fig. 3 gezien linker-einde bij 33 bevestigd is nabij het distale einde van de catheter 25 en met het andere einde bevestigd is in een opening 35 in het buitenste slangvormige element 26. Bij de fabrikage wordt het afzonderlijke slangvormige element 28 door de opening 35 geschoven totdat het einde zich ter plaatse van het einde van het buitenste slangvormige element 26 bevindt. Vervolgens wordt het slangvormige element 28 rondom in de opening 35 bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen of ultrasoon lassen. Het uitstekende gedeelte van het slangvormige element 28 wordt vervolgens afgewerkt en afgeschuind totdat het een gelijkmatige overgang met de buitenwand van het buitenste slangvormige element 26 vertoont.
Bij deze uitvoeringsvorm wordt de tussenruimte 32 tussen het buitenste slangvormige element 26 en het binnenste slangvormige element 27 gevormd, voor het via opening 34 in de buitenwand van het slangvormige element 26 toevoeren van medium onder druk aan de ballon 31 en het afvoeren van medium daaruit. Het afzonderlijke slangvormige element 28 met het leiddraadlumen 29 is, zoals fig. 2 laat zien, eveneens door een opening in de wand van het slangvormige element 27 geleid en bij voorkeur daarin afsluitend bevestigd.
Fig. 4 toont een distaai eindgedeelte van een catheter 40 die voorzien is van een ultrasone sensor 46 als actief element.
Ook hier is een afzonderlijk slangvormig element 44 toegepast, waarvan het lumen het leiddraadlumen van de catheter 40 vormt. Het afzonderlijke slangvormige element 44 is aan het distale einde 45 rondom afsluitend met het buitenste slangvormige element 41 van de catheter 40 verbonden, bijvoorbeeld door lijmen of ultrasoon lassen.
Het andere einde van het afzonderlijke slangvormige element 44 is bevestigd nabij de wandopening 42 in het slangvormige element 41. Het relatief proximale wandgedeelte 43 van het door het slangvormige element 41 gevormde basislichaam is naar binnen gevouwen en het relatief proximale einde van het afzonderlijke slangvormige element 44 is op dit naar binnen gevouwen wandgedeelte 43 bevestigd. Zoals fig. 4 duidelijk laat zien vormt het proximale wandgedeelte 43 van het basislichaam 41 een zeer gelijkmatige overgang van het lumen van het afzonderlijke slangvormige deel 44 naar buiten toe. Het basislichaam 41 wordt rondom het proximale eindgedeelte van het afzonderlijke slangvormige element 44 daaraan bevestigd, zodat een afgedichte verbinding ontstaat. De met de ultrasoon sensor 46 verbonden leidingen 47 strekken zich door het centrale lumen van het het basislichaam vormende slangvormige element 41 uit naar het proximale einde van de catheter 40 en zijn daar met een verwer-kings inrichting verbonden.
Claims (6)
1. Catheter omvattende een slangvormig basislichaam met een proximaal en een distaai einde, waarbij het basislichaam ten minste één lumen omvat voor het opnemen van een leiddraad, dat zich uitstrekt vanaf een eindopening aan het distale einde tot een wandopening in de wand van het basislichaam op een plaats tussen het distale en proximale einde in.
2. Catheter volgens conclusie 1, omvattende nabij het distale einde een actief element, zoals een sensor of een ballon, waarbij de wandopening zich vlak nabij het actieve element, aan de van de eindopening afgekeerde zijde daarvan bevindt.
3. Catheter volgens conclusie 1 of 2, waarbij het leiddraadlumen een lumen is van een afzonderlijk slangvormig orgaan dat opgenomen is in een lumen van het basislichaam, met een einde nabij het distale einde van het basislichaam is bevestigd en met het andere einde is bevestigd nabij de wandopening.
4. Catheter volgens conclusie 3, waarbij de wandopening wordt gevormd doordat het relatief proximale einde van het afzonderlijke slangvormige orgaan door een opening in de wand van het basislichaam steekt en in die wand is vastgemaakt.
5. Catheter volgens conclusie 3, waarbij de wandopening wordt gevormd doordat het proximale wandgedeelte van het basislichaam nabij een opening, in het basislichaam naar binnen is gevouwen en het relatief proximale einde van het afzonderlijke slangvormige orgaan op het naar binnen gevouwen wandgedeelte is bevestigd.
6. Catheter volgens conclusie 4 of 5, waarbij het relatief proximale eindegedeelte van het afzonderlijke slangvormige orgaan tot overgaand in het wandgedeelte van het basislichaam om de opening daarin, is afgeschuind.
Priority Applications (11)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401758A NL9401758A (nl) | 1994-10-21 | 1994-10-21 | Catheter met leiddraadkanaal. |
NL9500284A NL9500284A (nl) | 1994-10-20 | 1995-02-15 | Catheter voor stent-implantatie. |
NL9500283A NL9500283A (nl) | 1994-10-21 | 1995-02-15 | Catheter met leiddraadkanaal. |
DE1995632267 DE69532267T2 (de) | 1994-10-20 | 1995-10-16 | Katheter für Stentimplantation |
EP95202790A EP0707837B1 (en) | 1994-10-20 | 1995-10-16 | Catheter for stent implantation |
JP26860595A JP3750874B2 (ja) | 1994-10-20 | 1995-10-17 | ステント埋め込み用のカテーテル |
JP7269967A JPH08206217A (ja) | 1994-10-21 | 1995-10-18 | ガイドワイヤを有するカテーテル |
EP95202824A EP0707865A1 (en) | 1994-10-21 | 1995-10-18 | Catheter with guide wire channel |
US08/593,125 US5733299A (en) | 1994-10-20 | 1996-02-01 | Two balloon catheter |
US08/595,344 US5846246A (en) | 1994-10-21 | 1996-02-01 | Dual-balloon rapid-exchange stent delivery catheter with guidewire channel |
US08/595,336 US5632760A (en) | 1994-10-20 | 1996-02-01 | Balloon catheter for stent implantation |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9401758A NL9401758A (nl) | 1994-10-21 | 1994-10-21 | Catheter met leiddraadkanaal. |
NL9401758 | 1995-02-15 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9401758A true NL9401758A (nl) | 1996-06-03 |
Family
ID=19864818
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9401758A NL9401758A (nl) | 1994-10-20 | 1994-10-21 | Catheter met leiddraadkanaal. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9401758A (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5632760A (en) * | 1994-10-20 | 1997-05-27 | Cordis Corporation | Balloon catheter for stent implantation |
US5846246A (en) * | 1994-10-21 | 1998-12-08 | Cordis Corporation | Dual-balloon rapid-exchange stent delivery catheter with guidewire channel |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5040548A (en) * | 1989-06-01 | 1991-08-20 | Yock Paul G | Angioplasty mehtod |
WO1993020882A1 (en) * | 1992-04-20 | 1993-10-28 | Advanced Cardiovascular Systems, Inc. | Low profile dilatation catheter |
WO1993021835A1 (en) * | 1992-05-05 | 1993-11-11 | Baxter International Inc. | Ultrasound catheter for removing obstructions from tubular anatomical structures such as blood vessels |
WO1994002196A1 (en) * | 1992-07-27 | 1994-02-03 | Schneider (Usa) Inc. | Dilatation catheter with injection lumen |
EP0595308A2 (en) * | 1992-10-30 | 1994-05-04 | Pameda N.V. | Rapid exchange catheter |
-
1994
- 1994-10-21 NL NL9401758A patent/NL9401758A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5040548A (en) * | 1989-06-01 | 1991-08-20 | Yock Paul G | Angioplasty mehtod |
WO1993020882A1 (en) * | 1992-04-20 | 1993-10-28 | Advanced Cardiovascular Systems, Inc. | Low profile dilatation catheter |
WO1993021835A1 (en) * | 1992-05-05 | 1993-11-11 | Baxter International Inc. | Ultrasound catheter for removing obstructions from tubular anatomical structures such as blood vessels |
WO1994002196A1 (en) * | 1992-07-27 | 1994-02-03 | Schneider (Usa) Inc. | Dilatation catheter with injection lumen |
EP0595308A2 (en) * | 1992-10-30 | 1994-05-04 | Pameda N.V. | Rapid exchange catheter |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5632760A (en) * | 1994-10-20 | 1997-05-27 | Cordis Corporation | Balloon catheter for stent implantation |
US5733299A (en) * | 1994-10-20 | 1998-03-31 | Cordis Corporation | Two balloon catheter |
US5846246A (en) * | 1994-10-21 | 1998-12-08 | Cordis Corporation | Dual-balloon rapid-exchange stent delivery catheter with guidewire channel |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL9500283A (nl) | Catheter met leiddraadkanaal. | |
US5300025A (en) | Dilatation catheter having a coil supported inflation lumen | |
US5545138A (en) | Adjustable stiffness dilatation catheter | |
US6254549B1 (en) | Guidewire replacement device with flexible intermediate section | |
US5807355A (en) | Catheter with rapid exchange and OTW operative modes | |
US5346505A (en) | Easily exchangeable catheter system | |
US5823995A (en) | Dilatation catheter with stiffening wire anchored in the vicinity of the guide wire port | |
US4896670A (en) | Kissing balloon catheter | |
US5387193A (en) | Balloon dilation catheter with hypotube | |
US7959660B2 (en) | Multifilar cable catheter | |
US5050606A (en) | Method for measuring pressure within a patient's coronary artery | |
US5507301A (en) | Catheter and guidewire system with flexible distal portions | |
EP1316327B1 (en) | Catheter having enhanced distal pushability | |
US5232445A (en) | Dilatation catheter | |
US5545134A (en) | Rapid-exchange dilatation catheter | |
EP1666083A1 (en) | Flexural rigidity profile guidewire tip | |
EP2143462A2 (en) | Rapid exchange catheter having a support mandrel | |
US7169162B2 (en) | Balloon catheter | |
EP0397055A1 (en) | Dilatation catheter suitable for peripheral arteries | |
CA2060133C (en) | Balloon catheter | |
JPH08500253A (ja) | 流れ特性を測定するための血管カテーテルおよび方法 | |
US20010056285A1 (en) | Catheters having rapid-exchange and over-the-wire operating modes | |
EP0750879B1 (en) | A medical appliance for pressure measurement in a blood vessel | |
EP1714669A3 (en) | Balloon catheter with distal guide wire lumen | |
US9211389B2 (en) | Offset soft tip with proposed tooling |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |