NL9401459A - Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders. - Google Patents

Description

Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders

De uitvinding heeft betrekking op een positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders, voorzien van een dragerplaat, een geleidingsplaat die net zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd en een of neer positionerings-kanalen voor de geleiders, waarbij de geleidingsplaat een eindrand onvat, waarin de uiteinden van de positionerings-kanalen als V-vomige sleuven zijn gevornd en de dragerplaat is voorzien van een hellend geleidingsvlak waarin de positio-neringskanalen verlopen.

Een dergelijk positioneringsorgaan is beschreven in de oude Nederlandse octrooiaanvrage 9401023 van aanvraagster. Bij een uitvoeringsvorn van dit positioneringsstuk, waarbij de geleidingsplaat als afzonderlijk onderdeel op de dragerplaat is aangebracht, kan tijdens het invoeren van de geleiders een probleem optreden, doordat de uiteinden van de geleiders op een rand van de geleidingsplaat stuiten.

De uitvinding beoogt een positioneringsstuk van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit probleem op doeltreffende wijze is ondervangen.

Hiertoe heeft het positioneringsstuk volgens de uitvinding het kenmerk dat het hellende geleidingsvlak van de dragerplaat op een afstand van de eindrand van de geleidingsplaat eindigt, waarbij tussen deze eindrand en het geleidingsvlak een boven het geleidingsvlak uitstekend steunorgaan is aangebracht, dat de geleiders bij het invoeren onder een zodanige hellingshoek ondersteunt dat de geleiders boven de eindrand van de geleidingsplaat uitsteken.

Op deze wijze worden problemen tijden het invoeren van de geleiders in het positioneringsstuk met zekerheid vermeden.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin twee uitvoeringsvoorbeelden schematisch zijn weergegeven.

Fig. 1 toont in perspectief een uitvoeringsvorm van het positioneringsstuk volgens de uitvinding, dat is bestemd voor inbedden in een printkaart.

Fig. 2 toont in perspectief een uitvoeringsvorm van het positioneringsstuk volgens de uitvinding, dat is bestemd voor een connector voor aansluiting op een vlakke kabel of flexibele printkaart.

De fig. 3-5 tonen in een doorsnede van het positione-ringsstuk uit fig. 1 opeenvolgende stappen tijdens het aanbrengen van geleiders in het positioneringsstuk.

Fig. 6-8 tonen met fig. 3-5 overeenkomende doorsneden van een alternatieve uitvoeringsvorm van het positionerings-stuk volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een positioneringsstuk 1 voor een niet-weergegeven connector voor optische geleiders in perspectief weergegeven. Dit positioneringsstuk 1 is samengesteld uit een dragerplaat 2 en een daarop bevestigde geleidingsplaat 3. De dragerplaat 2 is met gebruikelijke technieken bijvoorbeeld vervaardigd uit kunststof en de geleidingsplaat is met zeer hoge nauwkeurigheid bijvoorbeeld uit metaal vervaardigd. Een geschikte met hoge nauwkeurigheid werkende techniek is bijvoorbeeld de LIGA-techniek. Voor een gedetailleerde beschrijving van het positioneringsstuk l wordt verwezen naar de oudere Nederlandse octrooiaanvrage 9401023 van aanvraagster.

Het positioneringsstuk 1 omvat een aantal positione-ringskanalen 4 voor de geleiders, waarbij de geleidingsplaat 3 een eindrand 5 omvat, waarin de uiteinden van de positione-ringskanalen 4 als V-vormige sleuven 6 zijn gevormd. Het overige deel van de positioneringskanalen 4 is in de dragerplaat 2 gevormd en wel in een geleidingsvlak 7 en een daarop aansluitend hellend geleidingsvlak 8.

Het positioneringsstuk 1 is bestemd voor inbedden in een printkaart. In fig. 2 is een positioneringsstuk 9 weergegeven dat op dezelfde wijze als het positioneringsstuk 1 is samengesteld uit een dragerplaat 10 en een geleidingsplaat 11. Het positioneringsstuk 9 is bestemd voor een connector voor aansluiting op een vlakke kabel of een flexibele printkaart.

De dragerplaat 10 is voorzien van een geleidingsvlak 7 en een hellend geleidingsvlak 8 waarin de positioneringskanalen 4 verlopen, terwijl de uiteinden van de positioneringskanalen zijn uitgevoerd als V-vormige sleuven 6 in een eindrand 5 van de geleidingsplaat 11.

In de fig. 1 en 2 is te zien, dat het hellende geleidingsvlak 8 van de dragerplaat 2, 10 op een afstand van de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, ll eindigt. In de ruimte tussen het hellende geleidingsvlak 8 en de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 zijn een eerste ligplaats 12 en een tweede, lager liggende ligplaats 13 gevórmd, zoals in de fig. 3-5 in doorsnede voor het positioneringsstuk 1 is weergegeven.

Voordat de geleiders in het positioneringsstuk 1, 9 > worden aangebracht, ligt een steunorgaan 14 dat in dit geval als ronde staaf uit kunststof is uitgevoerd, in de eerste ligplaats 12 en een drempel 15 voorkomt dat het steunorgaan 14 gemakkelijk naar de ligplaats 13 kan bewegen. Voor het aanbrengen van de geleiders in de positioneringskanalen 4 wordt ) het positioneringsstuk 1 op een bedradingstafel geplaatst, waarbij positioneringspennen van de bedradingstafel in positi-oneringsgaten 17 van het positioneringsstuk l respectievelijk 9 steken. In fig. 3 is een geleider 16 zichtbaar, die zich in een positioneringskanaal 4 van het geleidingsvlak 7 bevindt.

5 Zoals uit fig. 4 blijkt, wordt de geleider 16 door het steunorgaan 14 dat boven het geleidingsvlak 8 uitsteekt, onder een zodanige hellingshoek ondersteund, dat de geleider 16 boven de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 uitsteekt. Hierdoor wordt met zekerheid voorkomen dat de geleiders 16 bij het ) invoeren in de positioneringskanalen 4 op een rand van de geleidingsplaat 3, 11 stuiten. Wanneer alle geleiders 16 zijn aangebracht, wordt het steunorgaan 14 met een geschikt werktuig over de drempel 15 naar de ligplaats 13 verplaatst, waardoor de geleiders 16 in de V-vormige sleuven 6 in de 5 eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 komen te liggen. Deze situatie is in fig. 5 weergegeven.

In fig. 5 is voorts schematisch een positionerings-element 18 weergegeven, dat als ronde staaf is uitgevoerd. Dit positioneringselement 18 wordt in het positioneringsstuk 1, 9 ) aangebracht en door uitsparingen 19 in de geleidingsplaat 3, 11 op een nauwkeurig voorafbepaalde plaats ten opzichte van de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 gehouden. Het positioneringselement 18 bepaalt tezamen met de eindrand 5 de hellingshoek van de geleiders 16 in het positioneringsstuk 1, 9, 5 zoals nader in een octrooiaanvrage van gelijke datum van aanvraagster is beschreven.

Bij de uitvoeringsvorm van het positioneringsstuk volgens de fig. 1-5 is het steunorgaan 14 als ronde staaf uitgevoerd, die losneembaar in de eerste ligplaats 12 is ) gelegen en na het aanbrengen van de geleiders 16 naar de tweede ligplaats 13 wordt verplaatst. Het zal duidelijk zijn, dat ook andere uitvoeringsvormen van het steunorgaan 14 mogelijk zijn. Het steunorgaan 14 kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met een zone voor het ondersteunen van de geleiders 16 onder een zodanige hellingshoek, dat de geleiders boven de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 uitsteken, welke steunzone na het aanbrengen van de geleiders 16 ten opzichte van de eindrand 5 kan worden verlaagd. Hiertoe kan het steunorgaan bijvoorbeeld draaibaar of intrekbaar in het positioneringsstuk 1, 9 zijn gemonteerd.

In de fig. 6-8 is een alternatieve uitvoeringsvorm van het positioneringsstuk volgens de uitvinding weergegeven, waarbij tussen het hellende geleidingsvlak 8 van de drager-plaat 2, 10 en de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, ll een lijmrug 20 is aangebracht. Zoals een vergelijking van de fig.

6 en 7 laat zien, ondersteunt deze lijmrug 20 de geleiders 16 onder een zodanige hellingshoek, dat de geleiders boven de eindrand 5 van de geleidingsplaat 3, 11 uitsteken. Wanneer alle geleiders 16 zijn aangebracht, wordt de lijmrug bijvoorbeeld door verwarming tot smelten gebracht, zodat de geleiders 16 in de V-vormige sleuven 6 van de eindrand 5 komen te liggen. Voorts wordt het positioneringselement 18 in de uitsparingen 19 geplaatst, zodat de hellingshoek van de geleiders 16 in het positioneringsstuk nauwkeurig vastligt.

Bij de beschreven uitvoeringsvormen van het positioneringsstuk volgens de uitvinding omvat het positioneringsstuk een dragerplaat en een geleidingsplaat die als afzonderlijke onderdelen zijn vervaardigd. Het is echter binnen het kader van de uitvinding ook mogelijk het positioneringsstuk met dragerplaat en geleidingsplaat als een geheel te vervaardigen. Wanneer in de beschrijving en conclusies is vermeld dat het positioneringsstuk is voorzien van een dragerplaat en een geleidingsplaat kunnen deze onderdelen derhalve als een geheel zijn uitgevoerd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der conclusies op verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

Claims (7)

1. Positioneringsstuk voor een connector voor optische geleiders/ voorzien van een dragerplaat, een geleidings-plaat die met zeer hoge nauwkeurigheid is vervaardigd en een of meer positioneringskanalen voor de geleiders, waarbij de geleidingsplaat een eindrand omvat, waarin de uiteinden van de positioneringskanalen als V-vormige sleuven zijn gevormd en de dragerplaat is voorzien van een hellend geleidingsvlak waarin de positioneringskanalen verlopen, met het kenmerk, dat het hellende geleidingsvlak van de dragerplaat op een afstand van de eindrand van de geleidingsplaat eindigt, waarbij tussen deze eindrand en het geleidingsvlak een boven het geleidingsvlak uitstekend steunorgaan is aangebracht, dat de geleiders bij het invoeren onder een zodanige hellingshoek ondersteunt dat de geleiders boven de eindrand van de geleidingsplaat uitsteken.

2. Positioneringsstuk volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het steunorgaan een steunzone heeft die kan worden verlaagd.

3. Positioneringsstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het steunorgaan draaibaar of intrekbaar is.

4. Positioneringsstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het steunorgaan is uitgevoerd als een lijmrug die door verwarming smelt.

5. Positioneringsstuk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het steunorgaan losneembaar in een eerste ligplaats in de dragerplaat is ondersteund.

6. Positioneringsstuk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tussen de eerste ligplaats en de eindrand van de geleidingsplaat een tweede, lager liggende ligplaats voor het steunorgaan in de dragerplaat is aangebracht, waarbij de geleiders in de V-vormige sleuven in de eindrand van de geleidingsplaat liggen indien het steunorgaan in de tweede ligplaats ligt.

7. Positioneringsstuk volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste ligplaats door een drempel van de tweede ligplaats is gescheiden.