NL9401010A - Speelgoed. - Google Patents

Description

Speelgoed

De uitvinding betreft kinderspeelgoed.

Een conventioneel kinderaktiviteitencentrum bestaat uit een arm met roterende figuren, die door een kind vrij rond geduwd kunnen worden. De arm is meestal een stijve arm, die aan een of beide einden door een klem vastgezet is op een kinderledikant, een kinderstoel of kinderwagentje, waarbij de roteerbare figuren langs de arm of aan het eind ervan zijn aangebracht. Dit heeft een aantal bezwaren. Er is een gebrek aan flexibiliteit in het positioneren van de figuren. Ook wanneer het aktiviteitencentrum bestaat uit een arm, die aan weerseinden aan de respektievelijke zijde van een inklapbaar kinderwagentje is bevestigd, is het niet mogelijk om het kinderwagentje in te klappen, zonder tenminste één einde van de arm te verwijderen.

Overeenkomstig een eerste aspekt van de onderhavige uitvinding wordt een speelgoed verschaft omvattende een speelgoedfiguur, een een pose aannemende arm en een klem voor het monteren van het speelgoed'aan een steun, waarin de figuur aan de klem bevestigd is door de een pose aannemende arm en waarin de pose aannemende arm gebogen kan worden in een aantal richtingen, maar voldoende stijf is om in elke richting te blijven staan.

Het speelgoed kan dan bevestigd worden aan één einde door de klem aan een ledikant, een kinderstoel, een kinderwagen of een andere steun en in een gekozen positie en richting worden geplaatst. Dit geeft eveneens het voordeel, dat een inklapbare kinderwagen ingeklapt kan worden zonder het speelgoed te verwijderen.

Een verder probleem met de stand van de techniek is dat er een gebrek aan flexibiliteit is voor wat betreft het klemmechanisme.

Overeenkomstig een tweede aspekt van de onderhavige uitvinding wordt een klemstelsel verschaft voor het vastzetten van een voorwerp op een steun omvattende een zwenkbare klem met twee armen, die rond een scharnier roteerbaar zijn aangebracht, middelen voor het vastzetten van het voorwerp op de zwenkklem en een afzonderlijk verankeringsorgaan, waarbij tijdens gebruik het klemstelsel vastgezet kan worden om hetzij door het zwenken van de beide armen en het vasthouden van de steun daartussen het geheel te steunen of door het openen van de beide armen en de steun of de steunen tussen de zwenkklem en het verankerorgaan vast te houden en op deze wijze het geheel te steunen.

Dit geeft een grotere mate van flexibiliteit voor wat betreft het vastzetten van het voorwerp, bijvoorbeeld een speelgoedfiguur aan een steun of steunen.

Een ander probleem wat betreft de stand van de techniek is dat wanneer de figuren worden bewogen het nodig is om de arm buiten bereik van het kind te houden om zowel het kind te beschermen als om het aandrijfmechanisme te beschermen.

Volgens een derde aspekt van de onderhavige uitvinding wordt voorgesteld een speelgoed omvattende een as, een op de as roteerbaar aangebracht lichaam en aandrijfmiddelen voor het roteren van het lichaam rond de as, waarbij de aandrijfmiddelen magnetisch met het lichaam gekoppeld zijn.

Dit verschaft een nieuwe werkwijze voor het verschaffen van aangedreven karakters, die binnen het bereik van een kind kunnen worden geplaatst. Het kind kan het karakter aangrijpen en de rotatie stilhouden zonder gevaar op te leveren voor het kind en zonder gevaar de motor te beschadigen. Dit omdat er geen mechanische verbinding tussen de aandrijfmiddelen en het lichaam is en de magnetische koppeling tussen de motor en het lichaam voldoende zwak gemaakt kan worden zodat de koppeling zal worden onderbroken indien het karakter door het kind vastgehouden wordt. De magnetische verbinding kan dan hersteld worden bij een volgende omwenteling van de motor.

Voorbeelden van speelgoederen volgens de uitvinding zullen worden beschreven en vergeleken met bekende speelgoederen aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin:

Figuur 1 een conventioneel muziekmobile bevestigd aan een ledikant toont;

Figuur 2 een conventionele aktiviteitsarm toont die bevestigd is aan een inklapbaar kinderwagentje,

Figuur 3 gedeeltelijk in doorsnede een voorbeeld toont van een aktiviteitsarm volgens de uitvinding,

Figuur 4 een zijaanzicht en een bovenaanzicht toont in de keuze van de zwenkklem die deel uitmaakt van het klemstelsel volgens fig.3,

Figuur 5 een zijaanzicht en een bovenaanzicht toont in doorsnede van het verankeringsorgaan van het klemstelsel volgens fig.3,

Figuur 6 een bovenaanzicht in doorsnede toont van de zwenkklem van fig.3 die alleen gebruikt wordt voor het vasthouden van een steun;

Figuur 7 een bovenaanzicht in doorsnede toont van het klemstelsel uit fig.3 die gebruikt wordt als een twee delen omvattende klem,

Figuur 8 een magnetische aandrijfeenheid toont overeenkomstig het derde aspekt van de uitvinding; F-iguur 9 een eindaanzicht toont van een karakter buis 35 volgens fig.3;

Figuur 10 een doorsnede door de karakterbuis 35 toont langs de lijn A-A in fig.9;

Figuur 11 een eindaanzicht toont van een grafische cilinder 37;

Figuur 12 een doorsnede toont door de cilinder 37 langs de lijn B-B in fig.ll;

Figuur 13 gedeeltelijk in doorsnede toont een tweede voorbeeld van een aktiviteitsarm volgens het derde aspekt van de uitvinding met alternatieve magnetische aandrijfmid-delen.

Figuur 1 toont een conventionele muziekmobile, die op een ledikant 1 vastgezet is. Het mobile wordt door de stijve arm 2 vastgehouden en is door middel van een klem 6 aan het ledikant bevestigd. Het mobile bestaat uit karakters 3, die rondom aangedreven worden in een richting 5 door middel van een motor 4. De mobile wordt buiten het bereik van het kind gehouden om te voorkomen, dat het kind een van de karakters aangrijpt en de motor beschadigt. De beperkte mate van positionering van de mobile kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de arm 2 rond de klem 6 te roteren.

Figuur 2 toont een conventionele aktiviteitsarm 6, die verbonden is met een inklapbaar kinderwagentje aan weerseinden door klemmen 13,14. De karakters 12 roteren vrij rond de arm 11. De karakters worden geplaatst binnen het bereik van het kind om het kind in staat te stellen ze rond te duwen. Tenminste één klem 13,14 moet verwijderd worden om het mogelijk te maken dat het wagentje ingeklapt kan worden.

Een voorbeeld van een speelgoed volgens de onderhavige uitvinding is in fig.3 getekend. De muziekaktiviteits-arm 30 is aangebracht aan de zijde van het ledikant 31 door middel van een klem 32. De arm 30 omvat een een pose innemend armdeel 33, een stijve karakterbalk 34, die roteerbaar aangebracht is met karaktercilinders 35,36 en de grafische cilinder 37, die roteerbaar aangebracht zijn op een vaste cilinder 105. De karakters 35a en 36a zijn bevestigd aan de karaktercilinders 35 en 36. De karaktersbalk 34 bevat een vaste grafische cilinder 105 met op het oppervlak ervan grafische voorstellingen. De grafische cilinder 37 is doorzichtig en heeft op zijn binnenoppervlak grafische voorstellingen. Een visueel effekt wordt verkregen wanneer de grafische voorstellingen op de cilinder 27 bewegen ten opzichte van de statische gra^sche voorstelling op de vaste cilinder 105. Een motoraandrijfeenheid 38 zorgt ervoor, dat de karaktercilinders en de grafische cilinders 35-37 roteren. Er kan als alternatief geen motoraandrijfeenheid aanwezig zijn en de karakters kunnen aangedreven worden afzonderlijk door het kind.

De arm 33 steunt de karakterbalk 34 boven de baby en kan door de ouders ingesteld worden zodanig, dat die gelegen is binnen het bereik van het kind of snel verplaatst kan worden naar één zijde buiten het bereik van het kind. De arm 33 kan eveneens rond de klem 32 roteren. De arm zal voldoende steun opleveren om de karakterbalk tijdens het spelen vast te houden, wanneer de baby het voorwerp grijpt, waarbij de arm zal doorbuigen tot in het ledikant, maar aan de zijkant van het ledikant bevestigd blijft. De arm is van een veer type gewikkeld met een metalen veer en afgeschermd door een kunststof afdekking. Dit type arm wordt o.a. gebruikt voor onder een hoek plaatsbare lampen.

Fig.4 en 5 tonen het klemstelsel 32. Het klemstelsel bestaat uit een zwenkbare klem 41 en een stijf verankerings-orgaan 51. De zwenkbare klem heeft twee armen 42, 43, die rond een scharnier 44 roteren. Integraal met de arm 42 is een opnemer 45 voor de een pose aannemende arm. De arm 42 heeft eveneens een gat 48 om een schroef op te nemen, welk gat een uitsparing 46 heeft om de kop van de schroef op te nemen, terwijl de arm 43 een boring 47 voor het opnemen van de schroef heeft. Het stijve verankeringsorgaan 51 heeft een gat 52 voor opname van de schroef.

Fig.6 toont de zwenkklem 41, die alleen gebruikt wordt voor het aangrijpen van een steun 61 vertikaal ten opzichte van een ledikant. De armen 42 en 43 zijn rond het scharnier 44 bij elkaar gebracht om de steun 61 aan te grijpen. De klem is bevestigd met gebruikmaking van een metalen van schroefdraad voorziene schroef 62 met een vierkante kop 63 en een bout 64. De bout 64 vertoont een van schroefdraad voorziene boring 65, die zich niet geheel door de bout uitstrekt. Door de bout 64 te draaien, schroeft de schroef 62 zich in de boring 65 tot de vierkante kop 63 vergrendeld in de uitsparing 46. De bout 65 is van kunststof om te waarborgen, dat er geen scherpe metalen oppervlakken blootliggen.

Fig.7 toont het klemstelsel, dat gebruikt wordt als een twee delen omvattende klem om te klemmen rond de spijlen 71 en 72 van het ledikant. De armen 42 en 43 van de zwenkklem worden geopend en tegen de spijlen 71 en 72 gehouden, waarbij een stijf verankeringsorgaan aan weerszijden van de spijlen zijn geplaatst. Dan wordt de klem v,astgezet door de schroef 62 in het gat 48 tot in het gat 52 te steken en de bout 64 erop te draaien tot de kop 63 in de uitsparing 46 vergrendelt. Fig.8 toont een magnetische aandrijfeenheid als getoond bij 38 in fig.3. De motor 38 drijft één enkel tandwiel 81 aan, dat ingrijpt in een tweede tandwiel 82. Het tandwiel 82 steunt een schijf 83, waarin één enkele permanente magneet 84 is ingebed, welke zich over slechts een deel van de omtrek van de schijf uitstrekt. In plaats- van een permanente magneet 84 kan in de schijf 83 magnetiseer-baar materiaal zijn ingebed, b.v. een ferromagnetische legering. De motor 38 is een conventionele "Sankyo" muziek-eenheid, die door een wikkeling 85 wordt omringd, welke muziek maakt, wanneer deze roteert. De schijf 83 kan als alternatief ook worden aangedreven door een rubber wrij-vingsaandrijving in plaats van een tandwielmechanisme.

Fig.9 toont een eindaanzicht van de karaktercilinder 35. De cilinder 91 vertoont een centrale boring 92, welke met behulp van schroefdraad vastgezet is op de stijve arm 34. De cilinder is hol en heeft permanente magneten 93 en 94, die bevestigd zijn aan resp. de binneneindoppervlakken 95,96. Indien de aandrijfschijf een permanente magneet 84 bevat, kan de magneet 93 magnetiseerbaar materiaal zijn, b.v. een ferromagnetische legering, die magnetiseerbaar is door en aangetrokken wordt door de permanente magneet 84. In fig.9 is de magneet 94 aan het vooroppervlak 96 bevestigd, dat gedeeltelijk weggesneden is om het achteroppervlak 95 met de magneet 93 zichtbaar te maken. De cilinder heeft sleuven 97,98 om halsdelen 99 op te nemen, waarop een gekozen karakter aangebracht kan worden. De magneet 93 koppelt met de magneet 84 in de aandrijfeenheid 38, waardoor de karaktercilinder 35 gaat roteren.

Fig.10 toont een doorsnede door fig.9 langs de lijn A-A, waarin de magneet 94 zichtbaar is, maar niet ligt in het vlak van de doorsnede. De grafiekcilinder 37 roteert rond de stijve arm 34 en de vaste grafiekcilinder 105, welke op de arm 34 bevestigd is. De cilinders 37 en 105 dragen grafische voorstellingen op hun oppervlakken.

Fig.ll en 12 tonen een grafische cilinder 37. De cilinder is hol en er zijn permanente magneten in ingebed (of waar mogelijk magnetiseerbaar materiaal) 101 en 102 aan weerseinden 103,104 van de cilinder. In fig.ll is het vooreinde 104 met de magneet 102 gedeeltelijk weggesneden om het einde 103 met de magneet 101 zichtbaar te maken. Fig.12 is een doorsnede door fig.ll langs de lijn B-B. De magneet 101 verbindt met de magneet 94 in de karaktercilinder 35. Het halsgedeelte 99 is in streeppunt lijnen getekend en past in een gleuf 97.

De karaktercilinder 36 is identiek aan de karaktercilinder 35, maar heeft slechts één enkele magneet 93, die in de grafische cilinder 37 met de magneet 102 koppelt. De muziekeenheid 38 wordt opgewonden en de schijf 83 roteert langzaam. Wanneer de magneet 84 in de schijf 83 de magneet 93 aan het vooreinde van de cilinder 35 nadert, wordt de magneet 93 aangetrokken en wordt de cilinder 35 magnetisch met de schijf 83 gekoppeld. Wanneer de karaktercilinder roteert koppelt de magneet 94 met de magneet 102 in de grafische cilinder, die op zijn beurt met de karaktercilinder 38 gekoppeld wordt. Uiteindelijk koppelen dus alle magneten achtereenvolgens en koppelen de beide series karakters en de grafische cilinder op roteerbare wijze. Wanneer een magnetiseerbaar materiaal gebruikt wordt in plaats van een permanente magneet, moet de naburige cilinder of de aandrijvende schijf op het respektievelijke grensvlak een permanente magneet hebben om te koppelen met het magneti-seerbare materiaal. De magnetische koppeling elimineert elke kracht op de muziekeenheid. Wanneer de baby de karakters zou aanraken, zal de magnetische verbinding verbroken worden en kan het karakter vrij roteren. De muziekeenheid speelt verder waarbij het hoofdtandwiel wordt gedraaid, hetwelk na een korte vertraging het eerste karakter zal opnemen en opnieuw aandrijven.

Een tweede magnetisch aandrijfmechanisme toont fig.13. De motor 38 roteert de aandrijfas 34, waarin magneten 111, 112, 113 ingebed zijn. De as 34 roteert binnen een vast asomhulsel 120. Roteerbaar op het vaste asomhulsel 120 zijn karaktercilinders 35,36 en de grafische cilinders 37 met respektievelijk de magneten 114, 116 en 115. De magneten 114, 115, 116 koppelen met de magneten 111, 112, 113, waardoor de cilinders met de as zullen roteren. Elke van de cilinders kan vastgehouden worden en dan zal de magnetische koppeling met de aandrijfas worden verbroken. Terwijl in de eerste uitvoeringsvorm het stilhouden van de karaktercilin-der 35 tot gevolg heeft, dat de cilinders 37 en 36 stilhouden, wordt in de tweede uitvoeringsvorm elke cilinder afzonderlijk aangedreven, direkt vanuit de aandrijfas via de magnetische koppeling.

Claims (13)

1. Speelgoed omvattende een speelgoedfiguur, een in een bepaalde stand of pose verplaatsbare arm en een klem voor het monteren van het speelgoed op een steun, waarin de figuur door middel van de een pose aannemende arm is bevestigd en waarin de een pose innemende arm gebogen kan worden in een aantal richtingen, maar voldoende stijf is om in elke richting te blijven staan.

2. Speelgoed volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de een pose innemende arm van een veer is gemaakt, die is bewikkeld met een metalen wikkeling en door een kunststof afdekking is afgeschermd.

3. Klemstelsel voor het fixeren van een voorwerp aan de steun, gekenmerkt door een zwenkklem met twee armen, die roteerbaar aangebracht zijn op een scharnier, middelen voor het vastzetten van het voorwerp op de zwenkklem en een afzonderlijk verankeringsorgaan, waarbij tijdens gebruik het klemstelsel bevestigd kan worden aan een steun, hetzij door het zwenken van de beide armen teneinde daartussen de steun vast te houden of door een tweede methode t.w. het openen van de beide armen en de steun of steunen tussen de zwenkklem het verankeringsorgaan vast te houden.

4. Klemstelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat beide armen van de zwenkklem respektievelijke gaten vertonen, die op één lijn liggen wanneer de armen gezwenkt zijn voor het vasthouden van een steun zodanig, dat een bevestigingsorgaan in de beide gaten kan worden gestoken.

5. Klemstelsel volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het verankeringsorgaan een gat vertoont, dat op één lijn ligt met een van de gaten in de zwenkklem wanneer een steun of steunen vastgehouden wordt tussen de zwenkklem en het verankeringsorgaan, zodanig, dat het vergrendelingsorgaan gestoken kan worden in een gat in het verankeringsor-gaan en het respektievelijke gat in de zwenkklem.

6. Klemstelsel volgens conclusie 3, 4 of 5 met het kenmerk, dat de eerste arm van de zwenkklem een gat heeft voor het opnemen van een schroef, waarbij het gat een tegen-boring heeft om een knop op te nemen en waarbij de tweede arm een van schroefdraad voorziene boring vertoont voor het opnemen van een schroef en waarbij het verankeringsorgaan een gat heeft voor het opnemen van een schroef en een knop.

7. Speelgoed volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klem een klemstelsel volgens een van de conclusies 3-6 is.

8. Speelgoed omvattende een as, een op de as roteerbaar aangebracht lichaam en aandrijfmiddelen voor het roteren van het lichaam rond de as, waarbij de aandrijfmiddelen magnetisch met het lichaam gekoppeld zijn.

9. Speelgoed volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen omvatten een roterende schijf, en waarbij het lichaam nabij de roterende schijf is aangebracht en waarbij tenminste een van de roterende schijf en het lichaam een permanente magneet omvat, waarbij de andere een permanente magneet of magnetiseerbaar materiaal omvat, en waarbij de magneet of het magnetiseerbaar materiaal in een roterende schijf de magneet of het magnetiseerbare materiaal in het lichaam aantrekt, zodanig, dat het lichaam met de roterende schijf gekoppeld is en roteert rond de as.

10.Speelgoed volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt door een aantal lichamen, die roteerbaar aangebracht zijn op de as en aandrijfmiddelen aan één einde van de as, waarbij elk lichaam een magneet of magnetiseerbaar materiaal bevat, het lichaam de beide aandrijfmiddelen magnetisch koppelt met de aandrijfmiddelen en elk lichaam magnetisch met het naburige lichaam koppelt.

11.Speelgoed volgens conclusie 8, gekenmerkt door een vaste as behuizing, waarbij de aandrijfmiddelen de as in rotatie binnen de behuizing brengen en waarbij het lichaam roteerbaar op de behuizing van de as is aangebracht en waarbij de as magnetisch koppelt met het lichaam.

12.Speelgoed volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat tenminste één van de roterende as en het lichaam een permanente magneet omvat en de andere een permanente magneet of magnetiseerbaar materiaal bevat en waarbij de magneet of het magnetiseerbare materiaal in een roterende as de magneet of het magnetiseerbare materiaal in het lichaam aantrekt zodanig, dat het lichaam gekoppeld is met de roterende as en rond de behuizing van de as roteert.

13.Speelgoed volgens conclusie 11 of 12 omvattende een aantal lichamen, die roteerbaar aangebracht zijn rond de asbehuizing, waarbij elk lichaam afzonderlijk magnetisch koppelt met de roterende as.