NL9400984A - Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method - Google Patents

Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method Download PDF

Info

Publication number
NL9400984A
NL9400984A NL9400984A NL9400984A NL9400984A NL 9400984 A NL9400984 A NL 9400984A NL 9400984 A NL9400984 A NL 9400984A NL 9400984 A NL9400984 A NL 9400984A NL 9400984 A NL9400984 A NL 9400984A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
grafting
grafted
prior
growing
Prior art date
Application number
NL9400984A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Erik Hendricus Jacobus V Arend
Original Assignee
W P K Naaldwijk B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by W P K Naaldwijk B V filed Critical W P K Naaldwijk B V
Priority to NL9400984A priority Critical patent/NL9400984A/en
Priority to NL1000552A priority patent/NL1000552C2/en
Publication of NL9400984A publication Critical patent/NL9400984A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G2/00Vegetative propagation
    • A01G2/30Grafting
    • A01G2/38Holding; Ligating

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Developmental Biology & Embryology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

Method for growing a grafted plant, comprising the steps of growing a young plant, which is designed to form a scion for the grafted plant, to a size suitable for grafting, growing another young plant, which is designed to form a stock for the grafted plant, to a size suitable for grafting grafting the stock plant and the scion plant after these have reached suitable sizes, applying a retention means to the graft site to maintain the graft, the growing of at least one of the young plants prior to the grafting being carried out in a chamber whose climate is controlled, where the radiation of light towards the plant is significantly restricted compared with the intensity of sunlight. In particular, the growing of the at least one plant prior to grafting is carried out, at least at times, largely in the dark.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het kweken van een geënte plant en een door middel van de werkwijze verkregen plant.Short designation: Method for growing a grafted plant and a plant obtained by the method.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het kweken van een geënte plant, omvattende de volgende stappen: het tot een voor enten geschikte grootte opkweken van een jonge plant die bestemd is om een bovenstam voor de geënte plant te vormen; het tot een voor het enten geschikte grootte opkweken van een andere jonge plant die bestemd is om een onderstam voor de geënte plant te vormen; - het na het bereiken van de geschikte grootten ervan enten van de onderstamplant en de bovenstamplant; - het op de entplaats aanbrengen van een houdmiddel voor het handhaven van de ent.The invention relates to a method of growing a grafted plant, comprising the following steps: growing a young plant suitable for grafting to form an upper stem for the grafted plant; cultivating another young plant suitable for grafting to form a rootstock for the grafted plant; - inoculation of the rootstock plant and the rootstock plant after its appropriate sizes have been reached; - applying a holding means for maintaining the graft to the grafting site.

Uit de praktijk zijn verschillende entwerkwijzen volgens bovenstaande aanhef bekend.Various grafting methods according to the preamble above are known from practice.

Bij een eerste bekende entwerkwijze, die Brielsche entwerkwijze genoemd wordt, wordt de onderstamplant geheel schuin doorgesneden, wordt een schuine insnijding omhoog in de bovenstamplant gemaakt en wordt het afgesneden uiteinde van het onderste gedeelte van de onderstamplant in de insnijding van de bovenstamplant gestoken, waarna de ent door middel van het houdmiddel gefixeerd wordt. Hierdoor heeft de geënte plant onder de entplaats twee stammen.In a first known grafting method, which is called the Brielse grafting method, the rootstock plant is cut completely obliquely, an oblique incision is made upwards in the trunk log plant and the cut end of the lower part of the rootstock plant is inserted into the incision of the trunk log plant, after which the graft is fixed by means of the adhesive. As a result, the grafted plant has two trunks under the grafting site.

Bij een tweede bekende entwerkwijze, die afzuigent-werkwijze genoemd wordt, wordt de stam van de onderstamplant schuin naar beneden ingesneden en wordt de stam van de bovenstamplant schuin naar boven ingesneden, waarna de planten via de insnijdingen in elkaar geschoven worden en de ent door middel van het houdmiddel gefixeerd wordt. Enige tijd na het enten wordt de onderstamplant boven de entplaats doorgesneden.In a second known grafting method, which is called an aspiration method, the trunk of the rootstock plant is cut obliquely downwards and the trunk of the rootstock plant is cut obliquely upwards, after which the plants are pushed together through the incisions and the grafted by means of of the adhesive is fixed. Some time after grafting, the rootstock plant is cut above the grafting site.

Deze bekende entwerkwijzen hebben als bezwaar dat het raakoppervlak, ook vergroeiingsoppervlak genoemd, van de snede van de ent meestal minder dan de helft van de doorsnede van één van de stammen is, waardoor de groei sterk belemmerd wordt.These known grafting methods have the drawback that the contact surface, also called the fouling surface, of the cut of the graft is usually less than half the diameter of one of the trunks, so that growth is greatly impeded.

De uitval bij deze bekende werkwijzen bedraagt ruim 10%. Een ander bezwaar van deze bekende werkwijzen is dat zij zich niet lenen om machinaal uitgevoerd te worden.The drop-out in these known processes is over 10%. Another drawback of these known methods is that they do not lend themselves to being machined.

Bij een derde bekende entwerkwijze, die kopentwerkwij-ze genoemd wordt, worden de stammen van de te enten planten geheel doorgesneden, wordt het bovenste gedeelte van de bovenstamplant op het onderste gedeelte met de wortels van de onderstamplant geplaatst en wordt, eventueel gelijktijdig, het houdmiddel om de ent aangebracht voor het handhaven van de enting. Het houdmiddel is bijvoorbeeld een kunststof huls, die aan één kant in de lengte doorgesneden is en waarin de doorgesneden stammen tot tegen elkaar in gestoken worden. Ter vergroting van het vergroeiingsoppervlak worden de stammen bij voorkeur schuin afgesneden en er moet goede aandacht aan geschonken worden dat de op elkaar geplaatste planten goed aansluiten en voldoende vertikaal uitgericht zijn. Deze werkwijze wordt met goede resultaten toegepast voor het enten van tomaten. Deze werkwijze is ook geschikt om machinaal toegepast te worden.In a third known grafting method, which is called the copper method, the stems of the plants to be grafted are cut entirely, the top part of the top-stem plant is placed on the bottom part with the roots of the root-stem plant and, if necessary simultaneously, the preservative applied to the graft to maintain the graft. The holding means is, for example, a plastic sleeve, which has been cut lengthwise on one side and into which the cut trunks are pushed together. To increase the growing surface, the trunks are preferably cut at an angle and good attention must be paid to the fact that the plants placed on top of each other fit well and are sufficiently vertically aligned. This method is used with good results for grafting tomatoes. This method is also suitable for machine application.

De hiervoor toegelichte entwerkwijzen hebben als bezwaar dat de uitvalpercentages bij toepassing voor sommige planten aanmerkelijk zijn, welk bezwaar des te ernstiger is naarmate de planten relatief duur zijn, zoals bij kom-kommerplanten, augurkenplanten en meloenplanten. Zo is de uitval bij de Brielsche entwerkwijze en de afzuigentwerk-wijze voor laatstgenoemde groep planten vaak ruim 10% en bij toepassing van de kopentwerkwijze ongeveer 90%.The above-described inoculation methods have the drawback that the drop-out percentages when used for some plants are considerable, the drawback being the more serious the more expensive the plants are, such as cucumber plants, gherkin plants and melon plants. For example, the failure rate in the Briel grafting method and the suction grafting method for the latter group of plants is often more than 10% and when using the coppering method about 90%.

De uitvinding beoogt de bekende werkwijze te verbeteren voor het bereiken van een kleiner uitvalpercentage.The object of the invention is to improve the known method for achieving a smaller failure rate.

Deze doelstelling wordt voor de werkwijze van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding bereikt doordat het opkweken van tenminste één van de jonge planten voorafgaand aan het enten uitgevoerd wordt in een ruimte waarvan het klimaat beheerst wordt met een ten aanzien van het zonlicht aanmerkelijk beperkte lichtstraling naar de plant. Het opkweken van de tenminste ene plant voorafgaand aan het enten volgens de uitvinding is een eenvoudige en relatief goedkope stap, die in een aparte, geheel verduisterde klimaatruimte, of in een, soms iets minder verduisterd gedeelte van een normale kas uitgevoerd wordt. Bij proeven met toepassing van een in hoofdzaak verduisterde klimaatruimte bleek de uitval voor komkommers steeds minder dan 4%, voor de meeste partijen zelfs 0%, te zijn.This object is achieved for the method of the type according to the invention mentioned in the preamble, in that the cultivation of at least one of the young plants is carried out prior to grafting in a room whose climate is controlled with a markedly limited sunlight light radiation to the plant. Growing the at least one plant prior to grafting according to the invention is a simple and relatively inexpensive step, which is carried out in a separate, completely darkened climatic room, or in a, sometimes slightly less darkened, part of a normal greenhouse. Tests using a predominantly darkened climatic space showed that the cucumber dropout was always less than 4%, for most parties even 0%.

Bij proeven werd geconstateerd dat tijdens het opkweken in het donker, of in hoofdzaak in het donker, planten met een aanvankelijk holle doorsnede een relatief gerekte groei vertoonden, waarbij de stam relatief lang en dun werd en de doorsnede van de holle ruimte afnam. Hierdoor werd ten behoeve van het enten een groter raakoppervlak van de te enten stammen op de entplaats verkregen.In experiments, it was found that during cultivation in the dark, or mainly in the dark, plants with an initially hollow cross section showed relatively elongated growth, the trunk becoming relatively long and thin and the cross section of the hollow space decreasing. For the purpose of grafting, a larger contact surface of the strains to be grafted at the grafting site was hereby obtained.

Vastgesteld is ook dat bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding voor planten met een stam met een houtige structuur, zoals druivenplanten en rozenplanten, een kleiner uitvalpercentage te zien gaven. Het daarvoor verantwoordelijke mechanisme wordt heden nog niet volledig begrepen en laat zich daarom nog niet goed beschrijven. Aangenomen wordt dat hierbij de lengte en de oriëntatie van de cellen en vezels van de stam en hun ontwikkeling tijdens het opkweken in het donker een rol spelen.It has also been established that when using the method according to the invention for plants with a stem with a woody structure, such as grape plants and rose plants, a smaller failure rate was observed. The mechanism responsible for this is not yet fully understood and therefore cannot be properly described. It is believed that the length and orientation of the stem cells and fibers and their development during cultivation in the dark play a role.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een plant die verkregen is door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.The invention also relates to a plant obtained by applying the method according to the invention.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekeningen.The invention will be elucidated on the basis of the drawings.

Fig. 1 toont schematisch gedeelten van stammen van te enten planten en een houdmiddel voor de ent, bij toepassing van een bekende werkwijze; en fig. 2 toont schematisch gedeelten van stammen van te enten planten en een houdmiddel voor de ent bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.Fig. 1 schematically shows parts of strains of plants to be grafted and a graft holding agent, using a known method; and FIG. 2 schematically shows parts of strains of plants to be grafted and a graft holding agent using the method of the invention.

Fig. 1 toont schematisch een gedeelte 1 van een stam van een plant van een soort met een volle structuur van de stam. Tot deze groep planten behoren komkommerplanten, augurkenplanten en meloenplanten, die een hoekige omtrek van de stam hebben. De plant met het stamgedeelte X is bestemd om een bovenstam te vormen van een geënte plant, die door middel van kopenten verkregen is. Fig. 1 toont tevens een gedeelte 2 van een stam van een plant die bestemd is om een onderstam voor de geënte plant te vormen. Het stamgedeelte 2 is hol. Dit is vaak het geval bij het enten van planten van de hiervoor genoemde groep waartoe komkommerplanten, augurkenplanten en meloenplanten behoren. In het geval dat de bovenstamp lant een komkommerp lant (cucumis) is is de onderstamplant vaak een pompoenplant (cucurbita, bijvoorbeeld cucurbita ficifolia, of cucurbita benincasa). De bovenstamplant is bij 3 doorgesneden en de onderstamplant is in overeenstemming daarmee bij 4 doorgesneden. De stamgedeelten 1,2 worden bij toepassing van de kopentwerkwijze bijvoorbeeld in een huls 5 gestoken, zoals aangegeven met de pijlen 6 en 7. De huls 5 bestaat uit een buigzame kunststof en heeft een lengtedoorsnijding 8 en eventueel zijn de binnenranden aan de bovenkant en de onderkant van de huls 5 naar buiten verwijdend afgeschuind. Hierdoor is de huls 5 geschikt voor het daarin plaatsen van stamgedeelten met verschillende diameters. Nadat de stamgedeelten 1, 2 tegen elkaar in de huls 5 gestoken zijn is de ent gereed. De huls 5 vormt een houdmiddel voor het fixeren en handhaven van de ent. Tijdens verder groeien van de geënte plant zal de vorm van de huls 5 zich aanpassen aan de veranderende diameter van de ent door zich buigzaam te spreiden. Na verloop van tijd, nadat de ent vergroeid is, kan de huls 5 zonder bezwaar van de ent afvallen.Fig. 1 schematically shows a portion 1 of a trunk of a plant of a species with a full structure of the trunk. This group of plants includes cucumber plants, gherkin plants and melon plants, which have an angular trunk circumference. The plant with the stem portion X is intended to form an upper trunk of a grafted plant obtained by means of copper. Fig. 1 also shows a portion 2 of a plant stem intended to form a rootstock for the grafted plant. The trunk part 2 is hollow. This is often the case when grafting plants of the aforementioned group to which cucumber plants, pickle plants and melon plants belong. In the case that the upper stem plant is a cucumber plant (cucumis), the lower stem plant is often a pumpkin plant (cucurbita, for example cucurbita ficifolia, or cucurbita benincasa). The top stem plant is cut at 3 and the bottom stem plant is cut at 4 accordingly. The trunk parts 1,2, when using the copper method, are inserted, for example, into a sleeve 5, as indicated by arrows 6 and 7. The sleeve 5 consists of a flexible plastic material and has a longitudinal cut 8 and optionally the inner edges are at the top and the the underside of the sleeve 5 is bevelled outwardly. As a result, the sleeve 5 is suitable for placing log sections of different diameters therein. After the trunk parts 1, 2 have been inserted into the sleeve 5 against each other, the graft is ready. The sleeve 5 forms a holding means for fixing and maintaining the graft. As the grafted plant continues to grow, the shape of the sleeve 5 will adapt to the changing diameter of the graft by spreading flexibly. Over time, after the graft has grown, the sleeve 5 can fall off the graft without any problem.

De met verwijzing naar fig. 1 toegelichte werkwijze blijkt bevredigend te werken voor planten met een stam met volle weefselstructuur, zoals tomatenplanten. Voor onder andere planten met holle stammen, zoals pompoenplanten met een stamgedeelte zoals het stamgedeelte 2 van fig. 1, blijkt de werkwijze echter niet te voldoen. In laatstgenoemd geval blijkt ongeveer 90% van de geënte planten met dergelijke stamgedeelten niet of niet voldoende aaneen te groeien waardoor zij verloren raken, wat bij massa-opkweek onaanvaardbaar hoge kosten met zich brengt. De oorzaak van de slechte aangroeiing bij dergelijke planten wordt geacht te liggen in een combinatie van een moeilijk aaneengroeiba-re structuur van het plantweefsel en een gering raakopper-vlak van de geënte stamdelen na het maken van de ent.The method explained with reference to Fig. 1 has been found to work satisfactorily for plants with a full-tissue structure, such as tomato plants. However, the method has proved unsatisfactory for plants with hollow trunks, such as pumpkin plants with a trunk part such as the trunk part 2 of Fig. 1. In the latter case, about 90% of the grafted plants with such stem parts do not or do not grow together sufficiently, so that they are lost, which entails unacceptably high costs during mass cultivation. The cause of the poor fouling in such plants is believed to lie in a combination of a difficult-to-grow-together structure of the plant tissue and a small contact area of the grafted stem parts after seeding.

Aanvraagster heeft na talloze pogingen met andere, nieuwe entwerkwijzen een oplossing voor het hiervoor toegelichte probleem gevonden.After numerous attempts with other new inoculation methods, the applicant has found a solution to the problem explained above.

De gevonden oplossing wordt toegelicht met verwijzing naar fig. 2. Fig. 2 verschilt van fig. 1 doordat het onderste stamdeel 2 vervangen is door een onderste stamdeel 9, hoewel de stamdelen 2 en 9 tot dezelfde soort behoren en bijvoorbeeld beide een pompoenplant zijn. Het onderstamdeel 9 is door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding echter minder hol dan in fig. 1 en kan, zoals getoond, zelfs een geheel volle weefselstructuur hebben.The solution found is explained with reference to Fig. 2. Fig. 2 differs from Fig. 1 in that the lower stem part 2 has been replaced by a lower stem part 9, although the stem parts 2 and 9 belong to the same species and, for example, both are a pumpkin plant. By using the method according to the invention, the rootstock part 9 is, however, less hollow than in Fig. 1 and can, as shown, even have a completely full fabric structure.

De vollere weefselstructuur van het onderstamgedeelte 9 van fig. 2 wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de voor het onderstamdeel 9 bestemde onderstamplant tijdens het opkweken als jonge plant, dat wil zeggen voorafgaand aan het enten, tenminste tijdelijk in hoofdzaak in het donker opgekweekt wordt. Het is gebleken dat daarbij de plant rekt, relatief dun blijft en dat de doorsnede van de aanvankelijke holte van de plant afneemt. Hierdoor wordt een gewijzigde weefselstructuur en groter raakoppervlak of aangroeiingsoppervlak voor de tegen elkaar te plaatsen stamdelen 1, 9 in de huls 5 verkregen. Hierdoor blijkt een betere aangroeiing of verenigbaarheid verkregen te worden. In het geval van het enten van komkommerplanten, vanaf het zaaitijdstip, bij opkweek in het donker gedurende drie tot zeven dagen, in het bijzonder vijf dagen, en bij ongeveer 25°C werd een uitval van minder dan 4%, bij veel partijen zelfs 0%, verkregen. Tevens is gebleken dat wanneer dezelfde planten voorafgaand aan het enten niet in het donker gekweekt werden er ongeveer 90% uitval was.The fuller tissue structure of the rootstock portion 9 of Fig. 2 is achieved according to the invention in that the rootstock plant destined for the rootstock portion 9 is cultivated as a young plant during cultivation, i.e. prior to grafting, at least temporarily substantially in the dark. It has been found that the plant thereby stretches, remains relatively thin and that the diameter of the initial cavity of the plant decreases. As a result, a changed fabric structure and a larger contact surface or growth surface for the trunk parts 1, 9 to be placed against each other in the sleeve 5 is obtained. This appears to provide better fouling or compatibility. In the case of inoculating cucumber plants, from the time of sowing, when grown in the dark for three to seven days, especially five days, and at about 25 ° C, a dropout rate of less than 4%, in many lots even 0 %, obtained. It has also been found that when the same plants were not grown in the dark prior to grafting, there was approximately 90% loss.

Tevens is geconstateerd dat de werkwijze volgens de uitvinding ook betere resultaten dan voorheen geeft wanneer de planten een houtige structuur van de stam of stammen hebben, bijvoorbeeld in het geval van druivenplanten en rozenplanten.It has also been found that the method according to the invention also gives better results than before when the plants have a woody structure of the trunk or trunks, for instance in the case of grape plants and rose plants.

Er wordt opgemerkt dat in plaats van een huls 5 als houdmiddel voor het fixeren van de ent ook andere middelen gebruikt kunnen worden, zoals een om de ent gewikkelde band, bijvoorbeeld van lood of kunststof, en al of niet gelijmd.It is noted that instead of a sleeve 5 as a holding means for fixing the graft, other means can also be used, such as a band wound around the graft, for example of lead or plastic, and whether or not glued.

De uitvinding kan bovendien toegepast worden bij andere entwerkwijzen dan de met verwijzing naar de fig. 1 en 2 toegelichte kopentwerkwijze, zoals ook bij de Briel-sche entwerkwijze en de afzuigentwerkwijze.The invention can moreover be applied to grafting methods other than the copper method described with reference to Figs. 1 and 2, as well as the Brielian grafting method and the suction grafting method.

Bovendien is de uitvinding niet beperkt tot het enten van stamgedeelten met een structuur als getoond in de fig.In addition, the invention is not limited to grafting stem sections with a structure as shown in FIG.

1 en 2. De te enten stamgedeelten kunnen beide aanvankelijk een holle structuur hebben. Wanneer slechts één van de te enten planten aanvankelijk een holle stamstructuur heeft kan het die plant zijn die bestemd is om een bovenstam te vormen (dus alsof de stamgedeelten in fig. 2 boven en onder verwisseld zijn).1 and 2. The stem parts to be grafted may both initially have a hollow structure. When only one of the plants to be grafted initially has a hollow trunk structure, it may be that plant which is intended to form an upper trunk (i.e., as if the trunk sections in Fig. 2 are interchanged top and bottom).

Het belangrijkste aspect van de uitvinding is dat een plant die bij enten voorheen moeilijk met een andere plant te verenigen bleek in een beheerst klimaat met ten aanzien van het zonlicht aanmerkelijk beperkte lichtstraling naar de plant opgekweekt wordt. Bij voorkeur wordt het opkweken in een geheel verduisterde ruimte uitgevoerd.The most important aspect of the invention is that a plant which previously proved difficult to combine with other plants in grafting is cultivated in a controlled climate with considerably limited light radiation with respect to the sunlight. The cultivation is preferably carried out in a completely darkened room.

Omdat de werkwijze volgens de uitvinding zulke goede resultaten geeft met een zeer klein uitvalpercentage, wordt voorzien dat beter dan voorheen verschillende soorten planten van verschillende soorten, zelfs van verschillende families, geënt kunnen worden. Nog niet afgeronde proeven in die richting lijken dat te bevestigen.Because the method according to the invention gives such good results with a very small failure rate, it is envisaged that different types of plants of different species, even of different families, can be grafted better than before. Tests that have not yet been completed in that direction seem to confirm this.

Claims (8)

1. Werkwijze voor het kweken van een geënte plant, omvattende de volgende stappen: het tot een voor enten geschikte grootte opkweken van een jonge plant die bestemd is om een bovenstam (l, 9)voor de geënte plant te vormen; het tot een voor het enten geschikte grootte opkweken van een andere jonge plant die bestemd is om een onderstam (1, 9) voor de geënte plant te vormen; - het na het bereiken van de geschikte grootten ervan enten van de onderstamplant en de bovenstamplant; het op de entplaats aanbrengen van een houdmiddel (5) voor het handhaven van de ent; met het kenmerk dat het opkweken van tenminste één van de jonge planten voorafgaand aan het enten uitgevoerd wordt in een ruimte waarvan het klimaat beheerst wordt met een ten aanzien van de sterkte van het zonlicht aanmerkelijk beperkte lichtstraling naar de plant.A method of growing a grafted plant, comprising the steps of: growing a young plant suitable for grafting to form an upper stem (1,9) for the grafted plant; cultivating another young plant suitable for grafting to form a rootstock (1, 9) for the grafted plant; - inoculation of the rootstock plant and the rootstock plant after its appropriate sizes have been reached; applying a holding means (5) to maintain the graft at the grafting site; characterized in that the cultivation of at least one of the young plants prior to grafting is carried out in a room whose climate is controlled with a light radiation which is remarkably limited with regard to the strength of the sunlight to the plant. 2. Wekwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het opkweken van de tenminste ene plant voorafgaand aan het enten tenminste tijdelijk in hoofdzaak in het donker uitgevoerd wordt.Method according to claim 1, characterized in that the cultivation of the at least one plant is carried out at least temporarily substantially in the dark prior to grafting. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de tenminste ene plant voorafgaand aan het enten van een soort is met een stam met een aanvankelijk holle doorsnede.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the at least one plant prior to inoculation is of a species with a trunk with an initially hollow cross-section. 4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de tenminste ene plant voorafgaand aan het enten van een soort is met een stam met een houtige structuur.Method according to claim 1 or 2, characterized in that the at least one plant prior to inoculation is of a species with a trunk with a woody structure. 5. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de bovenstamplant van een soort is waartoe komkommers behoren, met het kenmerk dat het opkweken van de tenminste ene plant vooraf gaand aan het enten tussen drie en zeven dagen met de aanmerkelijk beperkte lichtstraling naar de plant duurt.A method according to claim 3, wherein the top stem plant is of a type to which cucumbers belong, characterized in that cultivating the at least one plant prior to grafting takes between three and seven days with the markedly limited light radiation to the plant. 6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het opkweken van de tenminste ene plant voorafgaand aan het enten met de aanmerkelijk beperkte lichtstraling naar de plant vijf dagen duurt.Method according to claim 5, characterized in that cultivating the at least one plant prior to inoculation with the markedly limited light radiation to the plant takes five days. 7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de temperatuur in de opkweekruimte tijdens het opkweken voorafgaand aan het enten op ongeveer 25°C gehouden wordt.Method according to claim 5 or 6, characterized in that the temperature in the cultivation space is maintained at approximately 25 ° C during the cultivation prior to inoculation. 8. Plant verkregen door toepassing van de werkwijze volgens één van de conclusies 1 t/m 7.Plant obtained by using the method according to any one of claims 1 to 7.
NL9400984A 1994-06-16 1994-06-16 Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method NL9400984A (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400984A NL9400984A (en) 1994-06-16 1994-06-16 Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method
NL1000552A NL1000552C2 (en) 1994-06-16 1995-06-13 Cultivating grafted plants arrangement

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400984A NL9400984A (en) 1994-06-16 1994-06-16 Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method
NL9400984 1994-06-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400984A true NL9400984A (en) 1995-08-01

Family

ID=19864322

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400984A NL9400984A (en) 1994-06-16 1994-06-16 Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9400984A (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1031999C2 (en) * 2006-06-14 2007-12-17 Iso Groep Machb B V Stent arrangement and method.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL111245C (en) * 1959-08-19 1965-05-17 Budding aid for securing an eye between the bark and wood of a rootstock
NL6808463A (en) * 1967-06-19 1968-12-20
US4012866A (en) * 1976-03-01 1977-03-22 Brokaw William H Method of root stock propagation
FR2693623A1 (en) * 1992-07-15 1994-01-21 Nasunious Co Ltd Holder for maintaining contact between parts of grafted plants, - is formed as hollow cylinder in elastic plastic material, with arm carrying fixing loop to be attached to stake.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL111245C (en) * 1959-08-19 1965-05-17 Budding aid for securing an eye between the bark and wood of a rootstock
NL6808463A (en) * 1967-06-19 1968-12-20
US4012866A (en) * 1976-03-01 1977-03-22 Brokaw William H Method of root stock propagation
FR2693623A1 (en) * 1992-07-15 1994-01-21 Nasunious Co Ltd Holder for maintaining contact between parts of grafted plants, - is formed as hollow cylinder in elastic plastic material, with arm carrying fixing loop to be attached to stake.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1031999C2 (en) * 2006-06-14 2007-12-17 Iso Groep Machb B V Stent arrangement and method.
WO2007144399A1 (en) * 2006-06-14 2007-12-21 Iso Groep Machinebouw B.V. Grafting device and method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2157381A1 (en) Process and Apparatus for Planting Plantlets
Kreen et al. Rooting of clematis microshoots and stem cuttings in different substrates
US4154020A (en) Process for the propagation of rose plants
TNSN05016A1 (en) Method of increasing the volume of cultivated fruit
NL9400984A (en) Method for growing a grafted plant and a plant obtained by means of the method
IL30209A (en) Method for the propagation of roses
CN111615941A (en) Small stock whole-leaf grafting method for Yunnan camellia
US5728740A (en) Method and composition for treating bacterial infections in plants
Van Sambeek et al. In vitro establishment of tissues from adult black walnut
Amissah et al. Effect of light and cutting age on rooting in Quercus bicolor, Quercus robur and Quercus macrocarpa cuttings
KR102069690B1 (en) Grafting methods
Monastra et al. Horticultural performance and quality characteristics of fruit from kiwifruit plants (cv. Hayward) obtained by in-vitro propagation, by cuttings and by grafting
KR20210156449A (en) Method for culturing cucumber scion and rootstock in plant factory using artificial lights
CN110603974A (en) Transmission equipment for tobacco seedling grafting
Finne Micropropagation of Rubus spp.
JP2003116338A (en) Method for promoting rooting of cucurbit plant by cuttage
Brits Rootstock production research in Leucospermum and Protea: I. Techniques
Campen et al. Enhanced rooting potential in MM. 106 apple rootstock shoots grown in a polythene tunnel
SU1644808A1 (en) Method for grafting fruit trees into crown
Nagabhushanam Vegetative propagation in cashew-Review of work done at Vittal
KR20030031392A (en) Cactus grafting way and cultivated cactus grafted by him
Carson et al. In vitro flowering and propoagation of Wahlenbergia stricta L.
Martin et al. Avocado Topworking Update 1990
Hagen et al. Air-layering as a Method of Asexual Propagation of Mesquite
Kaska et al. Effects of various rootstocks on the growth of'0900 Ziraat'sweet cherry

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed