NL9400596A - Mestbewerkingssysteem. - Google Patents

Description

Titel: Mestbewerkingssysteem.

Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een mestbewerkingssysteem voor het bewerken van mest, bevattende een opslagruimte voor de mest.

Een dergelijk mestbewerkingssysteem is algemeen bekend.

Bij de huidige intensieve veehouderij zijn de nadelige effecten van het over het land uitrijden van de mest in de vorm van meer stankoverlast, ten gevolge van de overmatige ammoniakuitstoot, overbemesting, grond- en watervervuiling, algemeen bekend.

In toenemende mate tracht de overheid door het uitvaardigen van gaandeweg strenger wordende regels, de nadelige effecten voor mens en milieu met name concentratie gebieden van de intensieve veehouderij te verminderen.

Een nadeel van het bekend mestbewerkingssysteem is dat moeilijk dat niet aan de (toekomstig) geeiste milieu emissiie eisen (o.a. ammoniakuitstoot) te voldoen is.

Een verder nadeel is dat het bekende mestbewerkingssysteem duur is.

Een verder nadeel is dat bekende systemen moeilijk te installeren zijn.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een mestbewerkingssysttem dat de bovengenoemde nadelen niet heeft. Daartoe vertoont een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem tenminste één koelelement bevat voor het koelen van de mest, welk koelelement zich in de opslagruimte bevindt.

' Door afkoeling van de mest, zal de ammoniakuitstoot reduceren. De mate van koeling is afhankelijk van de ammoniakuitstoot reductie die men wil bewerkstelligen.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het koelelement drijvend is. Daardoor wordt bereikt, dat de mest en urine onmiddelijk na de uitscheiding, wanneer de temperatuur daarvan het hoogst is en de emissie maximaal, meteen worden gekoeld en ook in de opslagtank een zeer doelmatige koeling plaatsvindt.

Hierdoor wordt tevens bereikt dat de bovenste gedeelte van de mest in de opslagruimte (in een stal of in een put) wordt afgekoeld, bijvoorbeeld tot circa 12°C, waardoor de ammoniak- (NH3) uitstoot aanzienlijk verminderd wordt.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het koelelement gekoppeld is met circulatiemiddelen voor het laten circuleren van vloeistof.

Hierdoor wordt een effectieve koeling van de bovenste, laag van de mest bereikt. De vloeistof kan water of bijvoorbeeld een koelvloeistof zijn.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het mestbewerkingssysteem een opslagtank bevat, welke opslagtank gekoppeld is met de circulatiemiddelen voor het koelen van de mest.

Een verder uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat de opslagtank gekoppeld is met een pomp voor het oppompen van grondwater.

Door gebruik te maken van grondwater, is gekoeld water voor handen.

De diepte van de grondwaterboring is afhankelijk van de temperatuur van het op te pompen water. Het opgepompte water wordt in een geïsoleerde opslagtank opgeslagen waar eventueel verdere koeling mogelijk is. Vanuit de opslagtank wordt het water d.m.v. pompen en geïsoleerde aan- en afvoerbuizen door de koelelementen gepompt. Het retourwater komt bijvoorbeeld in een andere geïsoleerde opslagtank terecht waar het gebruikt kan worden als drinkwater met een temperatuur die bijvoorbeeld circa 2°C hoger ligt, dan het was toen het uit de grond opgepompt werd. Het eventuele restwater kan weer afgevoerd worden. Een verder uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding heeft het kenmerk dat het mestbewerkingssysteem aan een rand van de opslagruimte extra koelmiddelen bevat.

De uitvinding heef tevens betrekking op een koelelement voor toepassing in een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding. De uitvinding zal hierna aan de hand van de figuren bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont:

Fig. 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een mestbewerkingssysteem volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van een opslagruimte voor mest.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van de opslagruimte; en

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een koelelement.

Figuur 1 toont een mestbewerkingssysteem bevattende een opslagruimte 3a en 3b voor de mest. De dieren in bijvoorbeeld een varkensmesterij bevinden zich op een rooster 5. In de opslagruimten 3a bevinden zich koelelementen 7. Een eerste opslagtank 9 pompt met behulp van een pomp grondwater via een leiding 11 omhoog. Het grondwater wordt vervolgens een leiding 13 naar de koelelementen toegevoerd. Aan de andere zijden van de koelelementen wordt het water via een leiding 15 naar een tweede opslagtank 17 toegevoerd. Vanuit deze tweede opslagtank kan het water (circa 2°C warmer) of wel gebruikt worden als drinkwater voor de dieren, of wel weer toegevoerd worden aan de leiding 13 of opslagtank 9 voor het opnieuw gebruiken van dit water voor de koeling van de mest, of wel teruggevoerd worden aan het grondwater. De koelelementen 7 kunnen voorzien worden van stabilisatoren 19 om te voorkomen dat de koelelementen kantelen onder invloed van de mest.

Figuur 2 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een dwarsdoorsnede van de opslagruimte 3a en 3b waarbij overeenkomstige elementen als in figuur 1 met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. Boven de koelelementen 7 wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld een beton dan wel draadrooster 21 aangebracht. De water aan- resp. afvoerleiding 13, 15, is bij de aansluiting van het koelelement voorzien van een flexibele slang, waardoor het koelelement het mestniveau kan volgen zonder belemmerd te worden door de leidingen 13 en 15. Verder is in figuur 2 een afstandhouder 23 getoond, welke afstandhouder ervoor zorgt dat het koelelement in de opslagruimte 3a op (nagenoeg) dezelfde plaats blijft.

Figuur 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een bovenaanzicht van een opslagruimte 3a met koelelement 7, waarbij overeenkomstige elementen als in figuur l en 2 met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn vier afstandhouders 23 getoond.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van een koelelement 7. Dit uitvoeringsvoorbeeld van het koelelement 7 bevat waterdoorlaatkanalen 25 begrensd door schotten 27.

In de figuren is niet aangegeven hoe het mestbewerkingssysteem bestuurd wordt. Een uitvoeringsvoorbeeld bevat een voelsensor die de temperatuur in de opslagruimte registreerd en afgeeft aan een regelkast (bijvoorbeeld voorzien van een computer). Indien de temperatuur te hoog wordt, kan de regenkast bijvoorbeeld de snelheid van het rondpompen van het water verhogen, of wel het water in de opslagtank 9 resp. 17 extra koelen, dan wel (nieuw) grondwater via de opslagtank 9 omhoog pompen en vervolgens aan de koelelementen toevoegen.

Indien nodig kan het mestbewerkingssysteem nog verder voorzien worden van extra koelelementen aan de zijden van de opslagruimten 3a en 3b.

Het zal duidelijk zijn dat het mestbewerkingssysteem op allerlei manieren aangepast kan worden, zonder van het wezen van de uitvinding af te wijken. Zo kan bijvoorbeel in plaats van water een koelvloeistof gebruikt worden, welke koelvloeistof rondgepompt wordt door de koelelementen.

Claims (13)

1. Mestbewerkingssysteem voor het bewerken van mest, bevattende een opslagruimte voor de mest, met het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem tenminste één koelelement bevat voor het koelen van de mest, welk koelelement zich in de opslagruimte bevindt.

2. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koelelement drijvend is.

3. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het koelelement zich gelijk aan tot maximaal 10 cm onder de bovenzijde van de mest in de opslagruimte bevindt.

4. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het koelelement een soortelijk gewicht heeft, lager dan 1,2.

5. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat het koelelement stabilistoren bevat.

6. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie l tot 5, met het kenmerk, dat het koelelement gekoppeld is met circulatiemiddelen voor het laten circuleren van vloeistof.

7. Mestbewerkingssystteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vloeistof water is.

8. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem een opslagtank bevat, welke opslagtank gekoppeld is met de circulatiemiddelen voor het koelen van de mest.

9. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de opslagtank gekoppeld is met een pomp voor het oppompen van grondwater.

10. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem een tweede opslagtank bevat voor het opslaan van de vloeistof na circulatie door de koelelementen.

11. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie 1 t/m 10, met het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem aan een rand van de opslagruimte extra koelmiddelen bevat.

12. Mestbewerkingssysteem volgens conclusie l t/m 11, met het kenmerk, dat het mestbewerkingssysteem afstandhouders bevat, voor het op de plaats houden van de koelelementen.

13. Koelelement voor toepassing in een mestbewerkingssysteem volgens conclusie 1 t/m 12.