NL9400327A

NL9400327A - Inrichting voor het beveiligen van een computer.

Info

Publication number: NL9400327A
Application number: NL9400327A
Authority: NL
Inventors: Joseph Johannes Petrus Muller
Original assignee: Tulip Computers International
Priority date: 1994-03-03
Filing date: 1994-03-03
Publication date: 1995-10-02
Also published as: EP0670582A1; EP0670582B1; US5598323A; DE69501411T2; ES2114719T3; DE69501411D1; DK0670582T3

Description

Titel: Inrichting voor het beveiligen van een computer.

De uitvinding heeft betrekking op een computer die voorzien is van een behuizing, een deur of deksel voor het sluiten van deze behuizing, welke deur of deksel in gesloten toestand tegenover een wand van de behuizing gelegen is en een schakelaar voor het in- en uitschakelen van de computer.

Dergelijke computers worden momenteel op zeer grote schaal in bedrijven gébruikt, waarbij de computer zowel in een "stand alone"-situatie als personal computer kan worden gebruikt als in de vorm van een "server" of terminal in een netwerk. Het is békend dat bij elk van voornoemde toepassingen computers veelvuldig door onbevoegden worden bediend om op illegale wijze in het bezit te komen van in die computer opgeslagen gegevens of om deze gegevens te kunnen manipuleren, om een computervirus in de computer of in het netwerk te brengen en het gebeurt dat bepaalde in het inwendige van de computer uit te voeren instellingen worden gewijzigd en zelfs dat bepaalde onderdelen, zoals insteekkaarten, disk drives, etc. uit computers gestolen worden.

Het is bekend om onbevoegde toegang tot de in een computer opgeslagen gegevens te verhinderen door gebruik te maken van toegangscodes (pass words), doch in vele gevallen is die beveiliging niet optimaal, omdat de toegangscode bijvoorbeeld door een kwaadwillende derde gemakkelijk te achterhalen of te raden is. Ook biedt een toegangscode geen beveiliging tegen een fysiek ingrijpen in het inwendige van de computer.

De uitvinding beoogt te voorzien in een inrichting voor het beveiligen van een computer die gébruikt kan worden naast eventuele bestaande elektronische beveiligingen en die een extra beveiliging biedt tegen ongeoorloofd gebruik van de computer en tevens een beveiliging biedt tegen het ongeoorloofd openen van de computerbehuizing.

De uitvinding voorziet daartoe in een computer van voornoemde soort, waarbij aan het deksel of de deur het huis be- vestigd is van een met een sleutel te bedienen slot, alsmede een bedieningsorgaan voor de schakelaar, en waarbij het slot-huis is voorzien van een met de sleutel in drie posities te plaatsen grendelelement, dat in een eerste positie het bedieningsorgaan van de schakelaar blokkeert en tevens verhindert dat de behuizing wordt geopend; in een tweede positie verhindert dat de behuizing geopend wordt en in een derde positie gelegen is tegenover een in de wand van de behuizing gevormde opening die zodanig gevormd is, dat deze het grendelelement kan doorlaten, een en ander zodanig dat het deksel of de deur geopend lean worden en dat de sleutel ten minste in de eerste en de tweede positie van de slotbaard uit het slothuis verwijderd kan worden.

Met de maatregelen volgens de uitvinding wordt het beoogde doel op een eenvoudige en effectieve wijze bereikt, zoals zal blijken uit de onderstaande beschrijving van een uit-voeringsvoorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de tekening. Hierin toont; figuur 1 een zijaanzicht van de behuizing van een computer; figuur 2 een gedeeltelijke doorsnede van de zijde van de behuizing van een computer langs de lijn II-II in figuur 1; en figuur 3 een zelfde zijaanzicht als figuur 2 voor een variant van een bedieningsorgaan voor de schakelaar.

In de figuren is met verwijzingscijfer 1 een opstaande wand van de behuizing van een computer aangegeven. Deze behuizing kan bijvoorbeeld bestaan uit een vierkante of rechthoekige bodem met een viertal opstaande wanden, waarvan de wand 1 er één is. Over de open bovenzij dé van de behuizing is een deksel geplaatst, dat ten minste aan de zijde van de wand 1 een wand 2 bezit, in veel gevallen bestaat het deksel uit een plaat met afmetingen die ongeveer gelijk zijn aan die van de bodem van de behuizing en uit een aantal, bijvoorbeeld twee of drie, dekselwanden, waarvan dékselwand 2 er één is.

Aan de wand 1 van de behuizing is een net schakelaar 3 bevestigd, die een drukknop 4 bezit voor het in- en uitschakelen van de stroomvoorziening voor de computer. Aan de dekselwand 2 is een plaatvormig element bevestigd bestaande uit een druk-knopbedieningsorgaan 5 en een veerkrachtig lipgedeelte 6, bijvoorbeeld een bladveer. Het gedeelte 6 is aan het van het drukknopbedieningsorgaan 5 afgekeerde einde aan de wand 2 bevestigd. Het drukknopbedieningsorgaan 5 steekt vrij door een opening in de dekselwand 2 naar buiten en kan, wanneer het deksel op de behuizing geplaatst is, dankzij het veerkrachtige gedeelte 6 ingedrukt worden om daarmee de drukknop 4 van de schakelaar 3 te bedienen. Aan het drukknopbedieningsorgaan 5 is een verlenging 7 gevormd, die uitsteekt tot nabij of in de zijwand 1, die ter plaatse is voorzien van een opening voor het doorlaten van de verlenging 7. Het doel van dit uitsteeksel wordt onderstaand nader beschreven.

Aan de dekselwand 2 is een cilinderslot 8 dat met een sleutel 9 te bedienen is, door middel van een moer 10 bevestigd. Aan het vrije uiteinde van het door middel van de sleutel 9 te bewegen gedeelte van het slot 8 is als grendelelement een lipvormige baard 11 bevestigd die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de dekselwand 2 uitstrekt. De afstand d tussen de dekselwand 2 en de wand 1 is zo bemeten, dat de baard 11 zich, wanneer het deksel op de behuizing is bevestigd, achter de wand 1 van de behuizing, in hoofdzaak evenwijdig aan die wand uitstrekt. Om dit mogelijk te maken is in de wand l een opening 12 uitgespaard, waarvan de afmetingen ten minste zodanig zijn dat de baard 11 binnen de behuizing gébracht kan worden wanneer de baard zich, overeenkomstig een eerste positie van de sleutel 9, in een eerste, in het uitvoeringsvoorbeeld neerwaarts gerichte stand bevindt. In een tweede positie van de sleutel 9 is de baard 11 over ongeveer 90° verdraaid en strekt zich uit achter een gesloten gedeelte van de wand 1, zodat het deksel niet van de behuizing verwijderd kan worden. In een derde positie van de sleutel 9, waarbij de baard ll weer over ongeveer 90° is verdraaid, strekt de baard zich niet alleen uit achter het gesloten gedeelte van de wand l, naar tevens in de baan die de verlenging 7 van het drukknopbedieningsorgaan 5 doorloopt, wanneer dit drukknopbedieningsorgaan wordt ingedrukt teneinde de schakelaar 3 te bedienen. Op deze wijze is het in de derde positie van de sleutel 9 zowel onmogelijk om het deksel van de behuizing te verwijderen als om de net-schakelaar 3 te bedienen, waardoor enerzijds wordt voorkomen dat een computer die uitgeschakeld is door onbevoegden wordt bediend of geopend en anderzijds dat een computer die is ingeschakeld, bijvoorbeeld een netwerkserver, door onbevoegden wordt uitgeschakeld. Vooral in het laatstgenoemde geval, wanneer een computer als netwerkserver dient, kan het onbevoegd uitschakelen tot allerlei ongewenste situaties voor de gebruikers van het netwerk leiden.

Figuur 3 toont een variant voor de bediening en blokkering van de netschakelaar 3. In deze figuur zijn gelijke onderdelen als in de figuren 1 en 2 met hetzelfde verwijzings-cijfer aangegeven. Bij deze uitvoeringsvorm ontbreekt het veerkrachtig lipgedeelte 6 en is voorzien in een drukknopbedieningsorgaan 13 met een tweetal binnenwaarts ten opzichte van de dekselwand 2 uitstekende wandgedeelten 14, 14'. Het vrije uiteinde van het wandgedeelte 14 is voorzien van een haakvormig uitsteeksel 15, dat kan samenwerken met een binnenwaarts gebogen gedeelte 16 van de dekselwand 2 en het wandgedeelte 14’ is voorzien van een haakvormig gedeelte 15' dat kan samenwerken met een binnenwaarts gebogen gedeelte 16' van de dekselwand 2. De beide haakgedeelten hebben tot doel om te voorkomen dat het drukknopbedieningsorgaan 13 uit de dekselwand 2 valt. Rond de drukknop 4 van de schakelaar 3 is een spiraalveer 18 aangebracht, die het drukknopbedieningsorgaan 13 van de schakelaar 3 wegdrukt tot in de stand waarin de haakvormige gedeelten 15, 15' aanliggen tegen de wandgedeelten 16, 16'. Aan het wandgedeelte 14' is een verlenging 18 gevormd, welke de zelfde functie heeft als de verlenging 7 in figuur 2 en die bij het indrukken, van het drukknopbedieningsorgaan 13 geblokkeerd kan worden door de slotbaard ll.

in het voorgaande is de beveiliging voor een computer beschreven voor het geval de computer is voorzien van een behui- zing met een open bovenzijde en een daarover te plaatsen deksel. Het zal echter duidelijk zijn, dat de beschreven beveiliging ook toepasbaar is bij andere behuizingsvormen, bijvoorbeeld in het geval van een "tower"-behuizing, die aan de voorzijde met een deur wordt afgesloten. Het slot is dan vast bevestigd aan de deur, terwijl ook het drukknopbedieningsorgaan 5 of 13 voor het bedienen van de netschakelaar in de deur is aangébracht. De schakelaar 3 is dan aan het frame van de computer aangebracht en in dat frame is tevens een opening gevormd voor het doorlaten van de lipvormige baard 11 van het slot in één positie van de sleutel en voor het doorlaten van de verlenging 7 of 18 van het drukknopbedieningsorgaan 5 of 13 voor het blokkeren van de bediening van de netschakelaar in een andere positie van de sleutel 9. Het zal duidelijk zijn dat het van belang is dat de sleutel 9, zowel in de positie waarin het deksel of de deur aan de behuizing is vergrendeld, als in de positie waarin naast deze vergrendeling ook de net-spanningschakelaar is vergrendeld, uit het slot verwijderd kan worden.

Claims

1. computer die voorzien is van een behuizing, een deur of deksel voor het sluiten van deze behuizing, welke deur of deksel in gesloten toestand tegenover een wand van de behuizing gelegen is en een schakelaar voor het in- en uitschakelen van de computer, met het kenmerk, dat aan het deksel of de deur het huis bevestigd is van een met een sleutel te bedienen slot, alsmede een bedieningsorgaan voor de schakelaar, en waarbij het slothuis is voorzien van een met de sleutel in drie posities te plaatsen grendelelement, dat in een eerste positie het bedieningsorgaan van de schakelaar blokkeert en tevens verhindert dat de behuizing wordt geopend; in een tweede positie verhindert dat de behuizing geopend wordt en in een derde positie gelegen is tegenover een in de wand van de behuizing gevormde opening die zodanig gevormd is, dat deze het grendelelement kan doorlaten, een en ander zodanig dat het deksel of de deur geopend kan worden en dat de sleutel ten minste in de eerste en de tweede positie van de slotbaard uit het slothuis verwijderd kan worden.

2. Computer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het grendelelement een lipvormige slotbaard is die zich in een vlak evenwijdig aan een wand van de behuizing uitstrekt.

3. Computer volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan voor de schakelaar op veerkrachtige wijze beweegbaar t.o.v. het deksel of de deur daaraan is bevestigd en is voorzien van een verlengd gedeelte dat bij het indrukken van het bedieningsorgaan een baan doorloopt die door het grendelelement van het slot, in de eerste positie daarvan wordt geblokkeerd.