NL9400005A - Afdekbare houder voor vloeistofafgevende voedingswaren. - Google Patents

Description

Afdekbare houder voor vloeistofafgevende voedingswaren

De uitvinding heeft betrekking op een afdekbare houder voor vloeistof afgevende voedingswaren voorzien van een reservoir voor het opnemen van vloeistof.

Bij het verpakken van vloeistofafgevende voedingswaren is het veelal gewenst de afgegeven vloeistof te scheiden van de voedingswaren. Een mogelijke oplossing hiervoor is een geperforeerde verpakking. Nadeel van een geperforeerde verpakking is dat de afgegeven vloeistof uit de verpakking loopt waardoor de omgeving vervuild raakt. Een andere oplossing wordt gevormd door een dubbelwandige verpakking waarbij de binnenwand vloeistofdoorlatend is terwijl de buitenwand vloeistofdicht is. Met een dergelijke verpakking kunnen voedingswaren zo verpakt worden dat de voedingswaren en de afgegeven vloeistof van elkaar gescheiden worden. Nadelen van deze verpakking zijn de relatief grote hoeveelheid materiaal die benodigd is voor een dergelijke verpakking, het moeilijk vloeistofdicht sluiten van de buitenwand en de kwetsbaarheid van een dergelijke verpakking.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een afdekbare houder voor vloeistofafgevende voedingswaren te verschaffen voorzien van een reservoir voor het opnemen van vloeistof welke houder met relatief weinig materiaal te vervaardigen is, die eenvoudig sluitbaar is, en waaruit bij het beschadigen van de buitenzijde van de verpakking geen vloeistof naar de omgeving lekt.

De uitvinding verschaft daartoe een afdekbare houder voor vloeistofafgevende voedingswaren voorzien van een reservoir voor het opnemen van vloeistof gekenmerkt doordat het reservoir als afzonderlijk element op de bodem van de houder is geplaatst. Door het reservoir als afzonderlijk element in de houder op te nemen is het mogelijk met minder materiaal dan tot op heden een eenvoudig sluitbare houder van het beschreven type te vervaardigen. De in het reservoir opgenomen vloeistof zal bovendien niet naar buiten lekken bij het beschadigen van de wand van de houder.

De afdekbare houder is bij voorkeur aan de binnenzijde voorzien van ten minste één koppelorgaan voor het aan de houder koppelen van het reservoir. Door deze maatregel kan het reservoir in de houder vastgezet worden.

De afdekbare houder wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat het reservoir een drager met een opstaande rand en een met de rand van de drager verbonden folie omvat, waarbij de folie is voorzien van ten minste één opening. De dragende folie en de drager vormen samen een reservoir, waarbij de uit de voedingswaren tredende vloeistof door de opening in de folie in het reservoir kan stromen.

Een andere voorkeursuitvoering van de afdekbare houder wordt gekenmerkt doordat de drager steunelement omvat voor het ondersteunen van de folie. De steunelementen ondersteunen de folie waarop de voedingswaren liggen.

Weer een andere voorkeursuitvoering van de afdekbare houder wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat de met de drager verbonden folie naar de ten minste ene opening afloopt. Door deze maatregel zal de uit de voedingswaren tredende vloeistof naar de ten minste ene opening in de folie geleid worden.

De folie is bij voorkeur voorzien van een profiel. Met de geprofileerde folie wordt voorkomen dat de op de folie gelegen voedingswaren de ten minste ene opening in de folie afdichten.

De folie is nabij de omtrek van de opening bij voorkeur van een geprofileerde rand voorzien. Deze maatregel voorkomt het door de voedingswaren afdichten van de opening.

Weer een voorkeursuitvoering van de afdichtbare houder wordt bij voorkeur gekenmerkt doordat de rand van het reservoir is verbonden met het ten minste ene koppelorgaan aan de binnenzijde van de bak en dat voorts slechts de bodem van het reservoir contact maakt met de bodem van de bak. Met een zo vervaardigde verpakking is de kans dat bij een beschadiging van de houder ook het reservoir beschadigd raakt, bijzonder klein.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in de navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont; fig. 1 een perspektivisch aanzicht op een gedeeltelijk opengewerkte houder met reservoir en een deksel, fig. 2 een zijaanzicht op de met een folie afge-dichte houder met reservoir, fig. 3 een perspektivisch aanzicht op een alternatief uitgevoerde houder met reservoir.

Een in fig. 1 getoonde houder 1 is aan de binnenzijde voorzien van een koppelorgaan 2 voor het aan de houder 1 koppelen van een reservoir 3. Het koppelorgaan 2 bestaat uit een langs de binnenzijde van de houder 1 verlopende ribbe 4 die samenwerkt met een rand 5 van een drager 6 van het reservoir 3. Het reservoir 3 omvat naast de drager 6 een folie 7 die aan de rand 5 van de drager 6 bevestigd is. In de folie 7 is een opening 8 aangebracht. Op de folie 7 kunnen hier niet weergegeven voedingsmiddelen gelegd worden. Uit de voedingsmiddelen tredend vocht zal naar beneden lopen en vervolgens via de schuin naar de opening 8 hellende folie 7 in het reservoir 3 terecht komen. De folie 7 is nabij de opening 8 van een profiel 9 voorzien om te voorkomen dat de op de folie 7 liggende voedingsmiddelen de opening 8 afdichten. De drager 6 is voorts voorzien van ondersteuningsele-menten 10 voor het ondersteunen van de folie 7. De houder 1 kan eenvoudig afgedicht worden met behulp van een deksel ll.

Fig. 2 toont de houder 1 uit fig. 1 in zijaanzicht. De houder 1 is in deze figuur afgesloten met een folie 12 die bij voorkeur doorzichtig is voor het tonen van de in de houder 1 verpakte mosselen 13. Dé houder 1 is hier opgesteld in een zogenaamde "display-positie". In het reservoir 3 opgenomen vloeistof 14 zal niet uit het reservoir 3 lopen omdat het niet tot de opening 8 in de folie 7 komt.

Een voorwaarde voor het in deze stand plaatsen van de houder 1 is wel dat een belangrijk deel van de vloeistof 14 reeds uit de mosselen 13 gekomen is, voordat de houder 1 schuin geplaatst wordt; de in deze stand nog uit de mosselen 13 komende vloeistof zal nu niet meer in het reservoir komen.

In deze figuur is duidelijk een loze ruimte 15 zichtbaar tussen de houder 1 en het reservoir 3. De loze ruimte 15 zal in veel situaties voorkomen dat bij het beschadigen van de houder 1 ook het reservoir 3 beschadigd raakt. Het reservoir 3 kan naar keuze bij het produceren van de houder 1 of bij het verpakken van de mosselen 13 in de houder 1 geplaatst worden.

Fig. 3 toont een alternatief uitgevoerde houder 16 en reservoir 17 voor het verpakken van bijv. een stuk vlees 18. Het reservoir 17 kan in deze uitvoering veel kleiner zijn dan het in de vorige figuren getoonde reservoir 3 omdat het stuk vlees 18 minder vloeistof zal afgeven dan de mosselen 13. Opvallend verschillend van de vorige uitvoering zijn voorts een dubbel uitgevoerd koppelorgaan 19 in de wand van de houder 16, licht uitgevoerde ondersteuningselementen 20 en een geprofileerde folie 21. De folie 21 is geprofileerd om onder het stuk vlees 18 kanalen te creëren voor het naar een opening 22 geleiden van uit het stuk vlees 18 tredende vloeistof. Houder 16 en reservoir 17 worden bij voorkeur van hetzelfde materiaal vervaardigd om hergebruik van het materiaal te vereenvoudigen. Een andere toepassing van de houder 16 met reservoir 17 is het doelbewust vullen van het reservoir 17 met vloeistof om een bepaalde atmosfeer in de houder 16 te creëren. Weer een andere toepassing is het doelbewust vullen van het reservoir 17 met vloeistof om de verpakking op een bepaald moment zo te kunnen plaatsen dat het in de verpakking geplaatste produkt bevochtigd wordt.

Claims (8)

1. Afdichtbare houder voor vloeistofafgevende voedingswaren voorzien van een reservoir voor het opnemen van vloeistof, met het kenmerk, dat het reservoir als afzonderlijk element op de bodem van de houder is geplaatst.

2. Afdichtbare houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder aan de binnenzijde is voorzien van ten minste één koppelorgaan voor het aan de houder koppelen van het reservoir.

3. Afdichtbare houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het reservoir een drager met een opstaande rand en een met de rand van de drager verbonden folie omvat, waarbij de folie is voorzien van ten minste één opening.

4. Afdichtbare houder volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de drager steunelementen omvat voor het ondersteunen van de folie.

5. Afdichtbare houder volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de met de drager verbonden folie naar de ten minste ene opening afloopt.

6. Afdichtbare houder volgens één der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de folie van een profiel is voorzien.

7. Afdichtbare houder volgens één der conclusies 3- 6, met het kenmerk, dat de folie nabij de omtrek van de opening van een geprofileerde rand is voorzien.

8. Afdichtbare houder volgens één der conclusies 3- 7, met het kenmerk, dat de rand van het reservoir is verbonden met het ten minste ene koppelorgaan aan de binnenzijde van de houder en dat voorts slechts de bodem van het reservoir contact maakt met de bodem van de houder.