NL9302052A

NL9302052A - Medium displacement device and standpipe suitable for an automatic medium connection.

Info

Publication number: NL9302052A
Application number: NL9302052A
Authority: NL
Original assignee: Gordon Ervine
Priority date: 1992-11-28
Filing date: 1993-11-26
Publication date: 1994-06-16
Also published as: GB2272880A; GB2272880B; FR2698626A1; IE930910A1; IE72964B1; GB9324295D0; GB9225056D0

Description

Korte aanduiding: Mediumverplaatsingsinrichting en stand pijp geschikt voor een automatische mediumverbinding.Short indication: Medium displacement device and stand pipe suitable for an automatic medium connection.

De uitvinding heeft betrekking op een mediumverplaat-singsinrichting die in het bijzonder wordt toegepast voor het laden van boederijgier in een tankvoertuig dat geschikt is om te worden getrokken door een trekker. De inrichting vergemakkelijkt een automatische verbinding met een gier-opslagreservoir. De inrichting kan ook worden bevestigd aan de voorzijde van het tankvoertuig zodat de trekkerbestuurder, wanneer hij op de trekker zit, alle bewegingen die in de inrichting plaatsvinden kan zien, terwijl het tankvoertuig automatisch wordt verbonden en geladen, voordat het tankvoertuig naar het veld wordt gebracht voor de verdeling van de in het tankvoertuig opgenomen gier.The invention relates to a medium-moving device which is used in particular for loading farm vulture into a tank vehicle suitable for towing by a tractor. The device facilitates automatic connection to a slurry storage reservoir. The device can also be attached to the front of the tank vehicle so that the tractor driver, when seated on the tractor, can see all movements taking place in the device, while the tank vehicle is automatically connected and loaded before the tank vehicle is taken to the field for the distribution of the manure contained in the tank vehicle.

Mediumlaadinrichtingen en apparatuur zijn gewoonlijk gemonteerd aan de achterzijde van het tankvoertuig buiten het zicht van de bestuurder. Bij bekende mediumlaadinrichtingen moeten handmatig verbindingen tussen het tankvoertuig en een boederijgierreservoir worden aangebracht en dit brengt met zich mee dat de trekker bestuurder van zijn tankvoertuig moet afstappen en handmatig moet zorgen voor alle verbindingen tussen het tankvoertuig en een, gewoonlijk ondergronds gelegen, boerderijgierreservoir. Dergelijke handmatige verbindingen gaan gepaard met een aanzienlijke besteding van tijd en energie van de zijde van de trekkerbestuurder. Bovendien heeft het gebrek aan direct zicht op wat er feitelijk tijdens het laden van het tankvoertuig gebeurt in het verleden ongelukken veroorzaakt, waarbij het tankvoertuig wegreed terwijl het nog steeds was verbonden met het gier-reservoir.Medium loading devices and equipment are usually mounted at the rear of the tanker vehicle out of the driver's view. In known medium loading devices, connections between the tank vehicle and a farm vulture reservoir have to be made manually and this means that the tractor driver has to dismount the driver of his tank vehicle and manually ensure all connections between the tank vehicle and a farm vulture reservoir, usually located underground. Such manual connections are associated with a significant expenditure of time and energy on the part of the tractor driver. In addition, the lack of direct visibility of what actually happens during the loading of the tank vehicle has caused accidents in the past, with the tank vehicle driving away while still connected to the yawing tank.

Het doel van de uitvinding is de trekkerbestuurder niet alleen automatische verbindingsmogelijkheden, maar ook een duidelijk zicht op het laden van het tankvoertuig te verschaffen.The object of the invention is to provide the tractor driver not only with automatic connection possibilities, but also with a clear view of the loading of the tank vehicle.

Een doel van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is aan te geven hoe bekende inrichtingen die aan de achterzijde van het tankvoertuig zijn aangebracht, kunnen worden vervangen door de mediumver-plaatsingsinrichting volgens de onderhavige uitvinding die aan de voorzijde van het tankvoertuig is aangebracht, teneinde vrije ruimte aan de achterzijde van het tankvoertuig te verschaffen voor het aanbrengen van apparatuur voor het in de bodem injecteren van boederijgier, hetgeen een milieutechnisch doelmatige manier is voor het aanbrengen van gier in het land, zonder het verlies van vluchtige stikstofhoudende verbindingen in de vorm van ammonia.An object of a preferred embodiment of the present invention is to indicate how known devices mounted at the rear of the tank vehicle can be replaced by the medium displacement device of the present invention mounted at the front of the tank vehicle in order to allow free provide space at the rear of the tank vehicle for installing equipment for injecting farm vulture into the soil, which is an environmentally efficient way of applying vulture in the land, without the loss of volatile nitrogenous compounds in the form of ammonia .

Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt een mediumverplaatsingsinrichting verschaft, geschikt voor een automatische mediumverbinding met een standpijp, waarbij de standpijp in mediumverbinding staat met een reservoir, en omvattende een tank, een pomp, een zich vanaf de tank uitstrekkende pijp, waarbij het vrije einde van de pijp is ingericht om, tijdens gebruik, een mediumdichte afdichting met een mond van de standpijp te verschaffen, zodat, wanneer het vrije einde van de pijp en de mond van de standpijp in mediumverbinding met elkaar staan en de pomp wordt aangedreven, medium vanuit het reservoir door de standpijp en de pijp in de tank wordt overgebracht.According to a first aspect of the present invention there is provided a medium displacement device suitable for an automatic medium connection with a standpipe, wherein the standpipe is in medium connection with a reservoir, and comprising a tank, a pump, a pipe extending from the tank, wherein the the free end of the pipe is adapted to provide, in use, a medium-tight seal with a mouth of the standpipe, so that when the free end of the pipe and the mouth of the standpipe are in medium communication with each other and the pump is driven, medium is transferred from the reservoir through the standpipe and the pipe into the tank.

Bij voorkeur is het vrije einde van de pijp en de mond van de standpijp elk delen hebben die complementair samenwerkende middelen vormen.Preferably, the free end of the pipe and the mouth of the standpipe each have parts that form complementary co-operating means.

Met meer voorkeur loopt het vrije einde van de pijp schuin en is de mond van de standpijp in hoofdzaak omgekeerd conisch.More preferably, the free end of the pipe is inclined and the standpipe mouth is substantially inversely conical.

Bij voorkeur is het vrije einde van de pijp voorzien van een verend vervormbaar element dat is ingericht en gedimensioneerd om samen te werken met de mond van de standpijp.Preferably, the free end of the pipe is provided with a resilient deformable member which is arranged and sized to cooperate with the mouth of the standpipe.

Met meer voorkeur zijn de pomp en de pijp aan de voorzijde van de tank gemonteerd.More preferably, the pump and pipe are mounted on the front of the tank.

Met voordeel is de pijp beweegbaar tussen de in hoofd- zaak vertikale of opbergstand en een in hoofdzaak horizontale of laadstand.The pipe is advantageously movable between the substantially vertical or storage position and a substantially horizontal or loading position.

Bij voorkeur omvat de mediumverplaatsingsinrichting middelen waarmee de pijp vanuit de opbergstand naar de laadstand kan worden bewogen. Met meer voorkeur worden de bewegingsmiddelen hydraulisch aangedreven.The medium displacing device preferably comprises means with which the pipe can be moved from the storage position to the loading position. More preferably, the moving means are driven hydraulically.

Voor de pijp kan een klep zijn aangebracht en de mediumverplaatsingsinrichting kan eveneens klepregelmidde-len omvatten voor het openen en sluiten van de klep, waarbij de klepregelmiddelen werkzaam zijn verbonden met de bewegingsmiddelen zodat, tijdens gebruik, aandrijving van de bewegingsmiddelen ervoor zorgt dat de klepregelmiddelen de klep openen.A valve may be provided in front of the pipe and the fluid displacement device may also include valve control means for opening and closing the valve, the valve control means being operatively connected to the moving means so that, during use, actuation of the moving means ensures that the valve control means open valve.

De mediumverplaatsingsinrichting kan een draaipunt omvatten dat vast is verbonden met de tank, alsmede een aanslag die vast is verbonden met de tank, een hefboom die om het draaipunt scharnierbaar is gemonteerd, waarbij de hefboom tussen de bewegingsmiddelen en de aanslag is gelegen, en de klepregelmiddelen omvatten een hefboommechanisme dat scharnierbaar is verbonden met de hefboom, op afstand van het draaipunt, zodat, tijdens gebruik, aandrijving van de bewegingsmiddelen de klep opent door het vanuit een ruststand van de pijp af draaien van de hefboom, totdat de aanslag wordt aangegrepen, en een verdere aandrijving van de bewegingsmiddelen de pijp naar de laadstand beweegt. Eventueel kan een eerste veer zijn aangebracht die is ingericht voor het terugbrengen van de hefboom naar de ruststand.The medium displacement device may include a pivot fixedly connected to the tank, as well as a stop fixedly connected to the tank, a lever pivotally mounted about the pivot, the lever located between the moving means and the stop, and the valve control means include a lever mechanism pivotally connected to the lever remote from the pivot so that, in use, actuation of the moving means opens the valve by rotating the lever from a rest position of the pipe until the stop is engaged, and a further drive of the moving means moves the pipe to the loading position. Optionally, a first spring may be provided which is adapted to return the lever to the rest position.

Het draaipunt kan een stang zijn die zich vanaf de tank uitstrekt, de hefboom een in hoofdzaak C-vormig element met een korte arm en een scharnierarm die beide draaibaar zijn om de stang, en een lange arm die in hoofdzaak evenwijdig aan de stang loopt, en de klepregelmiddelen kunnen scharnierbaar zijn verbonden met de lange arm.The pivot point may be a rod extending from the tank, the lever being a substantially C-shaped element with a short arm and a pivot arm both rotatable about the rod, and a long arm extending substantially parallel to the rod, and the valve control means may be pivotally connected to the long arm.

Bij voorkeur omvatten de bewegingsmiddelen een vijzel en een vijzelsteun, waarbij de vijzel aan een einde scharnierbaar is verbonden met de pijp en aan het andere einde met de vijzelsteun en de vijzelsteun scharnierbaar is om de stang en zich zodanig uitstrekt dat deze, tijdens gebruik, in aangrijping komt met de lange arm.Preferably, the moving means comprise a jack and a jack support, the jack being hingedly connected at one end to the pipe and at the other end hinged with the jack support and the jack support pivoting about the rod and extending, in use, in engagement comes with the long arm.

Met meer voorkeur omvat de mediumverplaatsingsinrich-ting een pijpstomp die zich vanaf de tank uitstrekt, waarbij de pijp draaibaar is om de pijpstomp, alsmede een op de pijpstomp gemonteerd gestel, waarbij het gestel een eerste langwerpig element omvat dat zich in hoofdzaak loodrecht vanaf de pijpstomp uitstrekt, alsmede een eerste dwarsele-ment dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan de pijp uitstrekt, waarbij het eerste dwarselement is verbonden met een paar lippen met axiaal in lijn liggende openingen, waarbij de hefboom een plaatelement is waar vanaf het stompelement zich achterwaarts uitstrekt en dat is voorzien van twee uitsteeksels die zich aan een einde ervan zijwaarts uitstrekken, waarbij het draaipunt wordt gevormd door de twee uitsteeksels die in de achter elkaar liggende openingen van de lippen gelegen zijn, en waarbij de klepre-gelmiddelen scharnierbaar zijn verbonden met het eerste dwarselement.More preferably, the medium displacement device comprises a pipe stub extending from the tank, the pipe being rotatable about the pipe stub, and a frame mounted on the pipe stub, the frame comprising a first elongated member extending substantially perpendicularly from the pipe stub and a first transverse element which extends substantially parallel to the pipe, the first transverse element being connected to a pair of lips with axially aligned openings, the lever being a plate element from which the butt element extends rearwardly and is provided with two projections which extend laterally at one end thereof, the pivot being formed by the two projections located in the openings behind the lips, and wherein the valve regulating means are pivotally connected to the first transverse element.

Met voordeel omvat de mediumverplaatsingsinrichting verder een stang die zich axiaal vanaf de pijp uitstrekt en een tweede langwerpig element dat zich vanaf het eerste dwarselement uitstrekt in hoofdzaak evenwijdig en op afstand van het eerste langwerpig element en dat om de stang scharnierbaar is gemonteerd.Advantageously, the media displacement device further comprises a rod extending axially from the pipe and a second elongated element extending from the first transverse element substantially parallel and spaced from the first elongated element and pivotally mounted about the rod.

In het eerste en tweede dwarselement kunnen gelei-dingskanalen zijn aangebracht, en in dat geval, zijn de bewegingsmiddelen ingericht om schuivend in de geleidings-kanalen te bewegen.Guide channels can be provided in the first and second transverse element, and in that case, the moving means are arranged to move slidingly in the guide channels.

De bewegingsmiddelen en de klepregelmiddelen kunnen werkzaam in serie zijn verbonden door een hydraulische verbinding.The moving means and the valve control means can be operatively connected in series by a hydraulic connection.

De mediumverplaatsingsinrichting kan een tweede veer omvatten die is voorgespannen om de pijp vanuit de laad-stand naar de opbergstand te bewegen. De bewegingsmiddelen en de tweede veer kunnen een dubbelwerkende vijzel omvatten.The media displacement device may include a second spring biased to move the pipe from the loading position to the storage position. The moving means and the second spring can comprise a double-acting auger.

Bij voorkeur kan de pomp naar keuze worden aangedreven om een gedeeltelijk vacuüm in de tank of een overdruk in de tank te realiseren en de inrichting kan verder pompregel-middelen omvatten voor het regelen van de pomp om naar keuze het gedeeltelijke vacuüm of de overdruk te realiseren, waarbij de pompregelmiddelen werkzaam zijn verbonden met de bewegingsmiddelen.Preferably, the pump may be optionally driven to achieve a partial vacuum in the tank or an overpressure in the tank and the device may further comprise pump control means for controlling the pump to optionally realize partial vacuum or overpressure the pump control means being operatively connected to the moving means.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een standpijp verschaft die geschikt is voor een automatische mediumverbinding met een mediumverplaatsingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de standpijp aan een einde in mediumverbinding staat met het reservoir en aan het andere einde eindigt in een mond, zodat, wanneer het vrije einde van de pijp en de mond van de standpijp in mediumverbinding met elkaar staan en de pomp wordt aangedreven, medium vanuit het reservoir door de standpijp en de pijp in de tank wordt overgebracht.According to a second aspect of the invention there is provided a standpipe suitable for an automatic medium connection with a medium displacement device according to any one of the preceding claims, wherein the standpipe is in one medium connection with the reservoir and at the other end terminates in a mouth, so that When the free end of the pipe and the mouth of the standpipe are in medium communication with each other and the pump is driven, medium is transferred from the reservoir through the standpipe and the pipe into the tank.

Bij voorkeur hebben de mond van de standpijp en het vrije einde van de pijp elk delen die complementair met elkaar samenwerkende middelen vormen.Preferably, the mouth of the standpipe and the free end of the pipe each have parts that form complementary co-operating means.

Met meer voorkeur is de mond in een hoofdzaak omgekeerd conische mond en loopt het vrije einde schuin.More preferably, the mouth is in a substantially inverted conical mouth and the free end is inclined.

Met voordeel is de mond voorzien van een verend vervormbaar element dat is ingericht en gedimensioneerd om samen te werken met het vrije einde van de pijp.Advantageously, the mouth is provided with a resilient deformable element which is arranged and sized to cooperate with the free end of the pipe.

De standpijp kan middelen omvatten waarmee de mond van de standpijp ten opzichte van het vrije einde van de pijp kan worden bewogen.The standpipe may include means for moving the mouth of the standpipe relative to the free end of the pipe.

De standpijp kan een steun omvatten voor de standpijp om de mond in hoofdzaak rechtop te houden en omvatten de middelen waarmee de mond kan worden bewogen, een buigzame buis die aan het ene einde in mediumverbinding staat met de standpijp en aan het andere einde met de mond.The standpipe may include a support for the standpipe to keep the mouth substantially upright and include the means by which the mouth can be moved, a flexible tube communicating with the standpipe at one end and the mouth at the other end .

Als alternatief kunnen de middelen waarmee de mond kan worden bewogen een in hoofdzaak schotelvormig of gedeeltelijk bolvormig, de grond rakend element omvatten alsmede middelen voor het verbinden van het de grond rakend element met de standpijp. De verbindingsmiddelen kunnen twee stangen omvatten die zich vanaf het de grond rakend element uitstrekken en die zijn ingericht voor een losneembare verbinding met de standpijp.Alternatively, the means by which the mouth can be moved may comprise a substantially saucer-shaped or partially spherical ground-hitting element as well as means for connecting the ground-hitting element to the standpipe. The connecting means may comprise two rods extending from the ground-contacting element and adapted for releasable connection to the standpipe.

Verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen nu bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een schematisch vooraanzicht in perspectief is van een mediumverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding op een tankvoertuig, fig. 2 een zijaanzicht in perspectief is van de mediumverplaatsingsinrichting van fig. 1 en een standpijp volgens de uitvinding, fig. 3 een schematisch vooraanzicht is van de mediumverplaatsingsinrichting van fig. 1 en de standpijp van fig. 2, fig. 4 een aanzicht in langsdoorsnede is van een pijp van de mediumverplaatsingsinrichting van fig. 1 en een mond van de standpijp van fig. 2, fig. 5 een aanzicht in langsdoor snede is van een andere uitvoeringsvorm van een pijp voor een mediumverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding en van een andere uitvoeringsvorm van een standpijp volgens de uitvinding, fig. 6 een zijaanzicht in perspectief is van een tweede uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding, fig. 7 een bovenaanzicht is van een derde uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding, fig. 8 een vooraanzicht is van een vierde uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting volgens de uitvinding en de standpijp van fig. 2, fig. 9 een zijaanzicht is van de mediumverplaatsingsinrichting van fig. 8, en fig. 10 een aanzicht in perspectief is van een andere uitvoeringsvorm van de standpijp volgens de uitvinding.Various embodiments of the invention will now be described by way of example with reference to the accompanying drawing, in which: Fig. 1 is a schematic front perspective view of a medium displacement device according to the invention on a tank vehicle, Fig. 2 is a side perspective view of the medium displacement device of Fig. 1 and a standpipe according to the invention, Fig. 3 is a schematic front view of the medium displacement device of Fig. 1 and the standpipe of Fig. 2, Fig. 4 is a longitudinal sectional view of a pipe of the medium displacement device of Figure 1 and a mouth of the standpipe of Figure 2, Figure 5 is a longitudinal sectional view of another embodiment of a pipe for a medium displacement device according to the invention and of another embodiment of a standpipe according to the invention, 6 is a perspective side view of a second embodiment of a medium displacement device according to the invention, fig. 7 is a top view of a third embodiment of a medium displacement device according to the invention, fig. 8 is a front view of a fourth embodiment of a medium displacement device according to the invention and the standpipe of fig. 2, fig. 9 a side view of the medium displacement device of FIG. 8, and FIG. 10 is a perspective view of another embodiment of the standpipe according to the invention.

In de tekening zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt om dezelfde onderdelen aan te geven.In the drawing, like reference numerals are used to indicate like parts.

In fig. 1-4 van de bijgaande tekening is een medium-verplaatsingsinrichting volgens de uitvinding weergegeven die in het algemeen is aangegeven met 10 en een standpijp volgens de uitvinding die in het algemeen is aangegeven met 80. De mediumverplaatsingsinrichting 10 omvat een tankvoer-tuig omvattende een tank 12 die gemonteerd is op een van wielen voorzien onderstel 14, dat wordt getrokken door een trekstang 16 en wordt aangedreven door een aftrekas 18. Op de trekstang 16 is een pomp, zoals een centrifugaal pomp 20 gemonteerd, die een dubbele functie heeft doordat door gedeeltelijke rotatie van een pompregelmiddel, zoals een regelhefboom 22 de pomp ofwel als een positieve ofwel als een negatieve drukinrichting kan werken.1-4 of the accompanying drawing shows a medium displacement device according to the invention generally indicated by 10 and a standpipe according to the invention generally indicated by 80. The medium displacement device 10 comprises a tanker vehicle comprising a tank 12 mounted on a wheeled undercarriage 14, which is pulled by a pull rod 16 and driven by a pull-off shaft 18. On the pull rod 16, a pump, such as a centrifugal pump 20, has a dual function in that by partial rotation of a pump control means, such as a control lever 22, the pump can operate either as a positive or a negative pressure device.

Vanaf de tank 12, nabij de bodem ervan, strekt zich een pijpstomp 24 uit, waaraan een klep, zoals een schuif-klep 26 is bevestigd. De schuif klep 26 wordt gebruikt om de laadweg vanuit een ondergronds gierreservoir (niet weergegeven) te openen of te sluiten. Aan de pijpstomp 24 is een pijp 28 aangebracht met een in hoofdzaak haakse bocht 30. De pijp 28 kan om de pijpstomp 24 draaien door de aanwezigheid van een zwenkverbinding 32, die bijvoorbeeld bestaat uit een schroefdraad, een combinatie van kogellagers en om-treksbanen of enige andere geschikte zwenkverbinding.From the tank 12, near its bottom, a pipe stub 24 extends, to which is attached a valve, such as a slide valve 26. The slide valve 26 is used to open or close the loading path from an underground slurry reservoir (not shown). A pipe 28 is arranged on the pipe stub 24 with a substantially right angle bend 30. The pipe 28 can rotate around the pipe stub 24 due to the presence of a swivel connection 32, which for instance consists of a screw thread, a combination of ball bearings and circumferential tracks or any other suitable swivel joint.

De pijp 28 onder invloed van een bewegingsmiddel is draaibaar tussen een in hoofdzaak vertikale of opbergstand (weergegeven in onderbroken lijnen in fig. 3 van de bijgaande tekening) en een in hoofdzaak horizontale of laad-stand (weergegeven in getrokken lijnen in fig. 3 van de bijgaande tekening). In de laadstand strekt de pijp 28 zich zijwaarts, naar de linkerzijde of naar de rechterzijde van de tank 12 tot buiten het onderstel 14 uit.The pipe 28 under the influence of a moving means is rotatable between a substantially vertical or storage position (shown in broken lines in Fig. 3 of the accompanying drawing) and a substantially horizontal or loading position (shown in solid lines in Fig. 3 of the accompanying drawing). In the loading position, the pipe 28 extends sideways, to the left or to the right of the tank 12 beyond the chassis 14.

De bewegingsmiddelen omvatten een hydraulisch aangedreven cilinder 34 / zuiger 36 samenstel (of vijzel 38). De cilinder 34 is scharnierbaar verbonden met een vijzelsteun 40. De vijzelsteun 40 is draaibaar om een stang 42, die zich vanaf de tank 12 uitstrekt. Op de pijp 26 zijn een paar lippen 44 met in lijn liggende gaten 45 voor een pen 46 aangebracht en nabij het vrije einde van de zuiger 36 is een opening 47 aangebracht voor het opnemen van de pen 46, waardoor een scharnierverbinding tussen de vijzel 38 en de pijp 28 wordt verschaft.The moving means comprise a hydraulically driven cylinder 34 / piston 36 assembly (or auger 38). The cylinder 34 is pivotally connected to a jack support 40. The jack support 40 is rotatable about a rod 42 extending from the tank 12. A pair of tabs 44 with aligned holes 45 for a pin 46 are provided on the pipe 26, and an aperture 47 for receiving the pin 46 is provided near the free end of the piston 36, providing a hinge connection between the auger 38 and the pipe 28 is provided.

Een hefboom, zoals een in hoofdzaak C-vormig element 48 heeft een korte arm 49, en een scharnierarm 50, die beide scharnierbaar zijn om het draaipunt of de stang 42, en een lange arm 51 die in hoofdzaak evenwijdig loopt aan de stang 42. De vijzelsteun 40 strekt zich zodanig uit dat deze tijdens gebruik in aangrijping komt met de lange arm 51.A lever, such as a substantially C-shaped member 48, has a short arm 49, and a pivot arm 50, both of which are pivotable about the pivot or rod 42, and a long arm 51 which is substantially parallel to the rod 42. The jack support 40 extends to engage the long arm 51 during use.

De stang 42 wordt aan zijn uiteinde ondersteund door een stang 52, die eindigt in een draailager 54, waarvan de horizontale arm 55 aan de trekstang 16 is gelast.The rod 42 is supported at its end by a rod 52 terminating in a pivot bearing 54, the horizontal arm 55 of which is welded to the tie rod 16.

Een einde van een eerste veer 56 is bevestigd nabij het ene einde van de lange arm 51 en het andere einde van de eerste veer 56 is bevestigd nabij de pijpstomp 24. De eerste veer 56 is naar een gesloten stand voorgespannen.One end of a first spring 56 is secured near one end of the long arm 51 and the other end of the first spring 56 is secured near the pipe stub 24. The first spring 56 is biased to a closed position.

Een klepregelmiddel omvat een klephefboommechanisme 58 dat aan een einde scharnierbaar is bevestigd nabij het ene einde van de lange arm 51 en aan het andere einde aan de schuifklep 26.A valve control means includes a valve lever mechanism 58 pivotally mounted at one end near one end of the long arm 51 and at the other end to the slide valve 26.

De pompregelmiddelen omvatten een stang 60 die zich vanaf de korte arm 49 uitstrekt en een nabij het vrije einde opening 61 heeft. De pompregelmiddelen omvatten eveneens een verbindingselement 62 dat de stang 60 met de regelhefboom 22 van de pomp 20 verbindt via respectieve openingen 61 en 63.The pump control means comprises a rod 60 which extends from the short arm 49 and has an opening 61 near the free end. The pump control means also includes a connecting element 62 which connects the rod 60 to the control lever 22 of the pump 20 through respective openings 61 and 63.

Tussen het draailager 54 en de bocht 30 is een gevormd element 64 aangebracht, dat is ingericht en gedimensioneerd om een losraken van de pijp 28 van de pijpstomp 24 tijdens rotatie van de pijp 28 tussen de opberg- en laadstand te voorkomen.A shaped element 64 is arranged between the pivot bearing 54 and the bend 30, which is arranged and dimensioned to prevent the pipe 28 from coming off the pipe stub 24 from loosening during rotation of the pipe 28 between the storage and loading position.

Een aanslag 66 strekt zich vanaf de tank 12 achter de stang 42 uit. De aanslag is zodanig geplaatst dat deze de achterwaartse scharnierbeweging van het C-vormige element 48 om de stang 42 begrenst, zoals hierna meer in detail zal worden beschreven.A stop 66 extends from the tank 12 behind the rod 42. The stop is positioned to limit the rearward hinge movement of the C-shaped member 48 about the rod 42, as will be described in more detail below.

Vanaf de tank 12 strekt zich een beugel 68 uit. Een einde van de tweede veer 70 is bevestigd aan de beugel 68 en het andere einde van de tweede veer 70 is bevestigd aan de pijp 28. De tweede veer 70 is naar zijn gesloten stand voorgespannen, teneinde de pijp 28 vanuit de laadstand naar de opbergstand te bewegen.A bracket 68 extends from the tank 12. One end of the second spring 70 is attached to the bracket 68 and the other end of the second spring 70 is attached to the pipe 28. The second spring 70 is biased to its closed position so that the pipe 28 is moved from the loading position to the storage position to move.

In het bijzonder in fig. 4 van de tekening is het vrije einde 72 van de pijp 28 in hoofdzaak conisch, en heeft het een schuin lopende rand, en is een mond 82 van de standpijp 80 in hoofdzaak omgekeerd conisch, zodat het vrije einde 72 en de mond 82 complementair samenwerkende oppervlakken hebben. De mond 82 is eveneens voorzien van een verend vervormbaar element in de vorm van een verende bekleding 84, die is ingericht om samen te werken met het vrije einde 72.In particular in Fig. 4 of the drawing, the free end 72 of the pipe 28 is substantially conical, and has an oblique edge, and a mouth 82 of the standpipe 80 is substantially inversely conical, so that the free end 72 and the mouth 82 have complementary co-operating surfaces. The mouth 82 also includes a resilient deformable member in the form of a resilient coating 84 adapted to cooperate with the free end 72.

Een geschikte verende bekleding 84 wordt als enkel-laags rubberen vellen geleverd door Rubber & Plastic Products (N.I.) Ltd., 30-38 Duncrue Place, Duncrue Industrial Estate, Belfast BT3 9BU, Noord-Ierland en heeft de volgende kenmerken:A suitable spring cover 84 is supplied as single-ply rubber sheets by Rubber & Plastic Products (N.I.) Ltd., 30-38 Duncrue Place, Duncrue Industrial Estate, Belfast BT3 9BU, Northern Ireland and has the following features:

Polymer : SBRPolymer: SBR

Hardheid : 75° shoreHardness: 75 ° shore

Treksterkte : 5ΜρμTensile strength: 5Μρμ

Verlenging : 150%Elongation: 150%

Compressie : 15%Compression: 15%

Werktemperatuur : -15°C tot +70eCWorking temperature: -15 ° C to + 70eC

In het bijzonder in fig. 3 van de bijgaande tekening is de standpijp 80 weergegeven. De standpijp 80 omvat een buis 86 die in mediumverbinding staat met een reservoir (niet weergegeven), waarbij de buis 86 omkeerbaar is verbonden met een haakse bocht 88. De mond 82 staat via een flexibele buis 80 in verbinding met de bocht 88. De aanwezigheid van de flexibele buis 80 maakt het mogelijk dat de mond 82 ten opzichte van het vrije einde 72 beweegt, waardoor een automatische verbinding van de mediumverplaat-singsinrichting 10 met de standpijp 80 wordt vergemakkelijkt.The standpipe 80 is shown in particular in Fig. 3 of the accompanying drawing. The standpipe 80 includes a tube 86 in medium communication with a reservoir (not shown), the tube 86 being reversibly connected to a right angle bend 88. The mouth 82 communicates with the bend 88 through a flexible tube 80. The presence of the flexible tube 80 allows the mouth 82 to move with respect to the free end 72, thereby facilitating automatic connection of the medium moving device 10 to the standpipe 80.

Een steun 92 is door middel van montage-elementen 94 vast verbonden met de bocht 88. De steun 92 dient ervoor de mond 82 in een in hoofdzaak rechtopstaande stand te houden.A support 92 is fixedly connected to the bend 88 by means of mounting elements 94. The support 92 serves to keep the mouth 82 in a substantially upright position.

Tijdens gebruik wordt medium op de volgende wijze in de tank 12 gebracht. Aandrijving van de vijzel 38 draait de vijzelsteun 40 tegen de lange arm 51 aan. Verdere aandrijving van de vijzel 38 draait de lange arm 51 van het C-vormige element 48 tegen de aanslag 66 aan. Tijdens deze achterwaartse draaibeweging van het C-vormige element 48 vanuit een ruststand, waarin het C-vormige element 48 zich in hoofdzaak vertikaal uitstrekt, naar een stand waarin het C-vormige element 48 tegen de aanslag 66 aankomt, wordt de schuif klep 26 geopend en de regelhefboom 22 naar de vacu-umstand bewogen. Een nog verdere aandrijving van de vijzel 38 zorgt ervoor dat de pijp 28 naar voren om de pijpstomp 24 draait, waardoor de pijp 28 naar de laadstand wordt bewogen. Aankoppeling van de energie-aftakas 18 heeft tot gevolg dat de tank 12 onder gedeeltelijk vacuüm komt, dat wordt opgeheven door het vanuit het reservoir via de standpijp 80 en de pijp 28 in de tank 12 zuigen van medium.In use, medium is introduced into the tank 12 in the following manner. Drive of the auger 38 turns the auger support 40 against the long arm 51. Further driving of the jack 38 turns the long arm 51 of the C-shaped element 48 against the stop 66. During this backward rotational movement of the C-shaped element 48 from a rest position, in which the C-shaped element 48 extends substantially vertically, to a position in which the C-shaped element 48 touches the stop 66, the slide valve 26 is opened and moved the control lever 22 to the vacuum position. A still further drive of the auger 38 causes the pipe 28 to rotate forward about the pipe stub 24, thereby moving the pipe 28 to the loading position. Coupling of the power take-off shaft 18 causes the tank 12 to come under partial vacuum, which is released by drawing medium from the reservoir through the standpipe 80 and the pipe 28 into the tank 12.

Aagezien het laden wordt bereikt door het aanbrengen van een gedeeltelijk vacuüm in de tank 12, zal het duidelijk zijn dat een mediumdichte afdichting tussen het vrije einde 72 en de mond 82 dwingend is. Een dergelijke afdichting kan worden gemaakt door het aanbrengen van een verende bekleding op het middenoppervlak van de mond 82 (zoals weergegeven in fig. 4) en/of op het buitenoppervlak van het vrije einde 72 (niet weergegeven). Als alternatief kan een dergelijke mediumdichte afdichting ook worden gemaakt door het aanbrengen van een verende rand op het vrije einde 72 (zoals weergegeven in fig. 5) en/of in de mond 82 (niet weergegeven). Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke afdichting in velerlei uitvoeringsvormen kan worden aange bracht, waarbij het vrije einde 72 en de mond 82 delen hebben die complementair afdichtend samenwerkende oppervlakken vormen, bijvoorbeeld een flens (niet weergegeven) op het vrije einde 72, waarbij de flens zodanig is gevormd dat deze samenwerkt met een omgekeerd konische mond 82, of als alternatief, een vrij einde 72 dat is voorzien van een naar binnen toe taps toelopende vorm om samen te werken met een standpijp 80, die geen mond heeft maar een schuin lopende rand.As loading is accomplished by applying a partial vacuum to the tank 12, it will be appreciated that a medium tight seal between the free end 72 and the mouth 82 is compelling. Such a seal can be made by applying a resilient coating to the center surface of the mouth 82 (as shown in Figure 4) and / or on the outer surface of the free end 72 (not shown). Alternatively, such a medium tight seal can also be made by applying a resilient rim to the free end 72 (as shown in Fig. 5) and / or in the mouth 82 (not shown). It will be appreciated that such a seal can be provided in many embodiments, the free end 72 and mouth 82 having parts that form complementary sealing cooperating surfaces, for example a flange (not shown) on the free end 72, with the flange is configured to cooperate with an inverted conical mouth 82, or alternatively, a free end 72 which has an inwardly tapered shape to cooperate with a standpipe 80, which has no mouth but an inclined rim .

Wanneer de tank 12 is geladen, wordt de hydraulische druk op de vijzel 38 afgelaten en de pomp 20 losgekoppeld. De werking van de eerste veer 56 zorgt ervoor dat het C-vormige element 48 terugkeert naar de ruststand, waardoor de schuifklep 26 wordt gesloten en de regelhefboom 22 naar de drukstand wordt weggedraaid. De werking van de tweede veer 70 zorgt ervoor dat de pijp 28 naar de opbergstand terugkeert.When the tank 12 is loaded, the hydraulic pressure on the jack 38 is released and the pump 20 disconnected. The action of the first spring 56 causes the C-shaped member 48 to return to the rest position, thereby closing the slide valve 26 and pivoting the control lever 22 to the pressure position. The action of the second spring 70 causes the pipe 28 to return to the storage position.

De tank 12 wordt nu naar de gewenste locatie getrokken, waar medium op de volgende manier vanuit de tank 12 wordt afgevoerd. De energie-aftakas 18 wordt gekoppeld met de pomp 20, zonder aandrijving van de vijzel 38. Aandrijving van de pomp 20 met de regelhefboom 22 in de drukstand creëert een overdruk of zet de tank 12 onder druk waardoor het medium uit de tank 12 wordt geperst, waarbij gebruik wordt gemaakt van conventionele uitvoerapparatuur. Wanneer het medium een gier is, zou met dergelijke uitvoerapparatuur de gier in de lucht afgevoerd kunnen worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een spuitplaat of dergelijke, of in de grond gebracht kunnen worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van bodeminjectie-apparatuur of dergelijke.The tank 12 is now drawn to the desired location where medium is discharged from the tank 12 in the following manner. The power take-off shaft 18 is coupled to the pump 20, without driving the auger 38. Driving the pump 20 with the control lever 22 in the pressure position creates an overpressure or pressurizes the tank 12 whereby the medium is forced out of the tank 12 , using conventional output equipment. When the medium is a slurry, such discharge equipment could discharge the slurry into the air using a spray plate or the like, or introduce it into the ground using bottom injection equipment or the like.

In fig. 5 van de bijgaande tekening is een alternatieve uitvoeringsvorm van het vrije einde 472 van een pijp 428 en van een mond 128 van een standpijp 180 weergegeven. De 182 is in hoofdzaak omgekeerd conisch en het vrije einde 472 is voorzien van een verend vervormbaar element in de vorm van een verende rand 469, die is ingericht om samen te werken met de mond 182.In Fig. 5 of the accompanying drawing, an alternative embodiment of the free end 472 of a pipe 428 and of a mouth 128 of a standpipe 180 is shown. The 182 is substantially inversely conical and the free end 472 includes a resilient deformable member in the form of a resilient rim 469 adapted to cooperate with the mouth 182.

Een geschikte verende rand 469 wordt geleverd door Battioni Pagani Pompe S.p.A., via Marconi n. 75-43058, Sorbolo, Panna, Italië en heeft de volgende eigenschappen: Polymeer : natuurrubberA suitable resilient rim 469 is supplied by Battioni Pagani Pompe S.p.A., via Marconi n. 75-43058, Sorbolo, Panna, Italy and has the following properties: Polymer: natural rubber

Hardheid : 70° shoreHardness: 70 ° shore

Dichtheid : 1,2 g/cm3Density: 1.2 g / cm3

Breekbelasting : 232 kg/cm2Breaking load: 232 kg / cm2

Rek bij breuk : 416%Elongation at break: 416%

Modulus 100% : 34 kg/cm2Modulus 100%: 34 kg / cm2

Modulus 300% : 160 kg/cm2Modulus 300%: 160 kg / cm2

Scheuring : 5,2 kg/mmTear: 5.2 kg / mm

Het zal verder duidelijk zijn dat de vijzel 38 en de tweede veer 70 kunnen worden vervangen door een dubbelwer-kende vijzel (zoals weergegeven voor de tweede, derde en vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding die hierna worden beschreven).It will further be appreciated that the auger 38 and the second spring 70 can be replaced by a double acting auger (as shown for the second, third and fourth embodiments of the invention described below).

In fig. 6 van de bijgaande tekening is een tweede uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting 110 volgens de uitvinding weergegeven.Fig. 6 of the accompanying drawing shows a second embodiment of a medium displacing device 110 according to the invention.

Er is een gestel aanwezig omvattende een eerste langwerpig element 74 dat zich in hoofdzaak loodrecht vanaf de pijpstomp 124 uitstrekt, een eerste dwarselement 75 dat zich vanaf het eerste langwerpige element 74 in hoofdzaak evenwijdig aan de pijp 128 uitstrekt en een tweede langwerpig element 76 (niet weergegeven) dat zich vanaf het eerste dwarselement 75 in hoofdzaak evenwijdig en op afstand van het eerste langwerpige element 74 uitstrekt. Het vrije einde van het tweede langwerpige element 76 is scharnier-baar om een stang 77 die zich vanaf de pijp 128, axiaal in lijn met de pijpstomp 24 uitstrekt.There is a frame comprising a first elongated member 74 extending substantially perpendicular to the pipe stub 124, a first transverse member 75 extending from the first elongated member 74 substantially parallel to the pipe 128 and a second elongated member 76 (not shown) extending from the first transverse element 75 substantially parallel and spaced from the first elongated element 74. The free end of the second elongated member 76 is pivotable about a rod 77 extending from the pipe 128 axially in line with the pipe stub 24.

Op het eerste dwarselement zijn twee lippen 78 met axiaal in lijn liggende openingen 79 aangebracht. De hefboom heeft in de huidige uitvoeringsvorm de vorm van een plaat 71 met twee uitsteeksels 73 die zich zijwaarts daarvan af uitstrekken, waarbij het draaipunt wordt gevormd door de twee uitsteeksels 73 die in de in lijn liggende openingen 79 in de lippen 78 gelegen zijn. De aanslag 166 strekt zich achterwaarts vanaf de plaat 71 uit.Two lips 78 with axially aligned openings 79 are provided on the first transverse element. In the present embodiment, the lever is in the form of a plate 71 with two projections 73 extending laterally therefrom, the pivot being the two projections 73 located in the aligned apertures 79 in the lips 78. The stop 166 extends rearwardly from the plate 71.

De bewegingsmiddelen omvatten een dubbelwerkende vijzel 138, waarvan een einde bij 138 scharnierbaar is gemonteerd op de vijzelsteun 140, in de vorm van twee lippen die zich vanaf de plaat 71 uitstrekken, en waarvan het andere einde scharnierbaar is gemonteerd op de pijp 128.The moving means comprise a double-acting auger 138, one end of which is hingedly mounted at 138 on the auger support 140, in the form of two lips extending from plate 71, and the other end of which is hingedly mounted on pipe 128.

De klepregelmiddelen en pompregelmiddelen zijn werkzaam met de plaat 71 verbonden door respectieve hefboomme-chanismen 158, 160/162. Een paar eerste veren 156 verbindt de plaat 71 met het eerste langwerpige element 74 en met het tweede langwerpige element 76 (zowel één van de eerste veren 156 die de plaat 71 met het tweede langwerpig element 76 verbindt als het tweede langwerpig element 76 zelf zijn voor de duidelijkheid uit fig. 6 weggelaten).The valve control means and pump control means are operatively connected to the plate 71 by respective lever mechanisms 158, 160/162. A pair of first springs 156 connect the plate 71 to the first elongated element 74 and to the second elongated element 76 (both one of the first springs 156 connecting the plate 71 to the second elongated element 76 and the second elongated element 76 itself are for the clarity from fig. 6 is omitted).

Tijdens gebruik wordt medium op de volgende wijze geladen. De vijzel 138 wordt aangedreven in een eerste modus, waardoor de aanslag 166 tegen het eerste dwarse-lement 75 wordt gedraaid. Tijdens deze achterwaartse draai-beweging wordt de schuifklep 126 geopend en de regelhefboora 122 naar de vacuümstand gedraaid. Verdere aandrijving van de vijzel 138 in de eerste modus beweegt de pijp 128 naar de laadstand.During use, media is loaded in the following manner. The auger 138 is driven in a first mode, whereby the stop 166 is turned against the first transverse element 75. During this reverse rotation, the slide valve 126 is opened and the control lift drill 122 is turned to the vacuum position. Further driving of the auger 138 in the first mode moves the pipe 128 to the loading position.

Teneinde het laden te beëindigen en vervolgens de pijp 128 naar de opbergstand terug te bewegen, zorgt de werking van de eerste veer 156 ervoor dat de plaat 71 naar een ruststand wordt teruggebracht, waarna de schuifklep 126 wordt gesloten en de regelhefboom 122 naar de drukstand wordt teruggebracht. Aandrijving van de vijzel 138 in de tweede modus brengt de pijp 128 terug naar de opbergstand.In order to finish loading and then return the pipe 128 to the storage position, the action of the first spring 156 causes the plate 71 to return to a rest position, then the slide valve 126 is closed and the control lever 122 is pushed reduced. Driving the auger 138 in the second mode returns the pipe 128 to the storage position.

In fig. 7 van de bijgaande tekening is een derde uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting 210 volgens de uitvinding weergegeven.Fig. 7 of the accompanying drawing shows a third embodiment of a medium displacing device 210 according to the invention.

Er is een frame aanwezig omvattende een eerste langwerpig element 274, een eerste dwarselement 275 en een tweede langwerpig element 276. Een tweede dwarselement 267 is in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste dwarselement 275 aangebracht. Een derde langwerpig element 265 is tussen het eerste dwarselement 275 en het tweede dwarselement 267 in hoofdzaak evenwijdig aan het tweede langwerpige element 267 aangebracht.A frame is provided comprising a first elongated element 274, a first transverse element 275 and a second elongated element 276. A second transverse element 267 is arranged substantially parallel to the first transverse element 275. A third elongated element 265 is disposed between the first transverse element 275 and the second transverse element 267 substantially parallel to the second elongated element 267.

De cilinder 234 van de tweewegsvijzel 238 heeft twee schuifarmen 221 die zich zijwaarts daarvanaf uitstrekken. De klepregelmiddelen en de pompregelmiddelen zijn werkzaam verbonden met de schuifarmen 221. Het tweede en het derde langwerpige element 276, 265, tussen het eerste en het tweede dwarselement 275, 267, zijn gevormd uit in hoofdzaak evenwijdige, op afstand van elkaar gelegen strippen, om een paar geleidingskanalen 223 te vormen. De schuifarmen 221 hebben nabij de geleidingskanalen 223 een ringvormige dwarsdoorsnede, teneinde een scharnierbeweging van de schuifarmen 221 ten opzichte van de geleidingskanalen 223 mogelijk te maken.The cylinder 234 of the two-way auger 238 has two sliding arms 221 extending laterally therefrom. The valve control means and the pump control means are operatively connected to the sliding arms 221. The second and third elongated members 276, 265, between the first and second transverse members 275, 267, are formed of substantially parallel spaced strips to form a pair of guide channels 223. The sliding arms 221 have an annular cross-section near the guide channels 223, in order to allow pivoting movement of the sliding arms 221 relative to the guide channels 223.

De eerste veer 256 heeft de vorm van twee veren, die verbonden zijn met beugels die zich vanaf het tweede dwarselement 267 en het tweede langwerpig element 276 uitstrekken.The first spring 256 is in the form of two springs connected to brackets extending from the second transverse element 267 and the second elongated element 276.

Tijdens gebruik wordt medium op de volgende manier geladen. Aandrijving van de vijzel 238 schuift de vijzel 238, met de schuifarmen 221 in de geleidingskanalen 223 naar achteren tegen een aanslag 266 die zich vanaf het eerste dwarselement 275 uitstekt. Tijdens deze achterwaartse schuifbeweging wordt de schuifklep 226 geopend en de regelhefboom 222 naar de vacuümstand bewogen. Verdere aandrijving van de vijzel 238 beweegt de pijp 228 naar de laadstand en tijdens deze verdere aandrijving treedt enige scharnierbeweging van de schuifarmen 221 in de geleidingskanalen 223 op.During use, media is loaded in the following way. Driving the auger 238, the auger 238, with the sliding arms 221 in the guide channels 223, slides back against a stop 266 extending from the first transverse element 275. During this backward sliding movement, the sliding valve 226 is opened and the control lever 222 is moved to the vacuum position. Further driving of the jack 238 moves the pipe 228 to the loading position and during this further driving some pivoting movement of the sliding arms 221 in the guide channels 223 occurs.

Teneinde het laden te beëindigen en de pijp 228 naar de opbergstand terug te brengen, wordt door aandrijving van de vijzel 238 in de tweede modus de pijp 228 naar de opbergstand bewogen en de werking van de eerste veer 256 zorgt ervoor dat de vijzel 238 naar de ruststand terugkeert (die met onderbroken lijnen in fig. 7 is aangegeven), waarna de schuifklep 226 wordt gesloten en de regelhefboom 222 naar de drukstand wordt teruggebracht.In order to end loading and return the pipe 228 to the stowed position, driving the auger 238 in the second mode moves the pipe 228 to the stowed position, and the action of the first spring 256 causes the auger 238 to move to the stowed position. rest position (shown in broken lines in FIG. 7), then the slide valve 226 is closed and the control lever 222 is returned to the pressure position.

In fig. 8 en 9 van de bijgaande tekening is een vierde uitvoeringsvorm van een mediumverplaatsingsinrichting 310 volgens de uitvinding weergegeven.Figures 8 and 9 of the accompanying drawing show a fourth embodiment of a medium displacement device 310 according to the invention.

Het bewegingsmiddel is een dubbelwerkende vijzel 338 die scharnierbaar is gemonteerd op een eerste langwerpig element 374 dat zich vanaf de pijpstomp 324 uitstrekt. In de eerste modus beweegt de vijzel 338 de pijp 328 naar de laadstand en in de tweede modus brengt de vijzel 338 de pijp 328 terug naar de opbergstand.The moving means is a double acting auger 338 hingedly mounted on a first elongated member 374 extending from the pipe stub 324. In the first mode, the auger 338 moves the pipe 328 to the loading position, and in the second mode, the auger 338 returns the pipe 328 to the storage position.

De klepregelmiddelen bestaan uit een enkelwerkende vijzel 327 die gekoppeld is met een derde veer 329. De derde veer 329 is voorgespannen naar een gesloten stand.The valve control means consists of a single-acting auger 327 coupled to a third spring 329. The third spring 329 is biased to a closed position.

De pompregelmiddelen bestaan uit een dubbelwerkende vijzel 331 die, in een eerste modus de regelhefboom 322 naar de vacuümstand draait, en in een tweede modus, de regelhefboom 322 naar de drukstand terugbrengt.The pump control means consists of a double acting auger 331 which, in a first mode, turns the control lever 322 to the vacuum position, and in a second mode, returns the control lever 322 to the pressure position.

De klepregelmiddelen en de pompregelmiddelen zijn werkzaam verbonden met de bewegingsmiddelen, door een verbinding in serie met het hydraulisch circuit van een trekker of dergelijke.The valve control means and the pump control means are operatively connected to the moving means, by connecting in series with the hydraulic circuit of a tractor or the like.

Om medium te laden wordt door aandrijving van de vijzel 327 de schuifklep 326 geopend, de regelhefboom 322 vervolgens naar de vacüumstand gedraaid door aandrijving van de vijzel 331 in de eerste modus en de pijp 328 uiteindelijk naar de laadstand bewogen door aandrijving van de vijzel 338 in de eerste modus.To load medium, the sliding valve 326 is opened by driving the auger 327, the control lever 322 is then turned to the vacuum position by driving the auger 331 in the first mode and the pipe 328 is finally moved to the loading position by driving the auger 338 in the first mode.

Om het laden te beeïndigen wordt de schuifklep 326 gesloten door de werking van de derde veer 329, de regelhefboom 322 vervolgens teruggebracht naar de drukstand door aandrijving van de vijzel 331 in de tweede modus en de pijp 328 tenslotte naar de opslagstand teruggebracht door aandrijving van de vijzel 338 in de tweede modus.To terminate loading, the slide valve 326 is closed by the action of the third spring 329, the control lever 322 is then returned to the pressure position by driving the auger 331 in the second mode, and the pipe 328 is finally returned to the storage position by driving the auger 338 in the second mode.

Het zal duidelijk zijn dat de dubbelwerkende vijzel 138, 238, 338 kan worden vervangen door een enkelwerkende vijzel 138, 238, 338 indien een tweede veer 170, 270, 370 (niet weergegeven) wordt aangebracht.It will be appreciated that the double acting auger 138, 238, 338 can be replaced by a single acting auger 138, 238, 338 if a second spring 170, 270, 370 (not shown) is fitted.

In fig. 10 van de bijgaande tekening is een alternatieve uitvoeringsvorm van een standpijp 280 volgens de uitvinding weergegeven.In Fig. 10 of the accompanying drawing an alternative embodiment of a standpipe 280 according to the invention is shown.

De standpijp 280 omvat een buis 286 die in verbinding staat met een in hoofdzaak haakse (niet weergegeven) starre bocht 288. Een mond 282 staat in verbinding met de bocht 288.The standpipe 280 includes a tube 286 which communicates with a substantially perpendicular (not shown) rigid bend 288. A mouth 282 communicates with the bend 288.

Er is een steun 292 aanwezig omvattende een in hoofdzaak schotelvormig of gedeeltelijk bolvormig de grond rakend element 293 en ten minste twee stangen 295 die zich vanaf het de grond rakende element 293 uitstrekken en zijn ingericht om losneembaar met de standpijp 280 te worden verbonden. Verbindingselementen 297 zijn nabij de mond 282 vast gemonteerd aan tegenover elkaar liggende zijden van de standpijp 280. De verbindingselementen 297 bestaan uit holle kokerprofielen die voorzien zijn van een reeks gaten. De stangen 295 nabij de verbindingselementen 297 bestaan eveneens uit holle kokerprofielen die zodanig gevormd zijn dat ze in de verbindingselementen 297 kunnen verschuiven. De stangen 295 zijn voorzien van een reeks openingen. Het in lijn brengen van de openingen van de stangen 295 en van de verbindingselementen 297 en het insteken van een pen 298 (weergegeven in een opening) maakt de instelling van de hoogte van de mond 282 ten opzichte van de grond mogelijk.A support 292 is provided comprising a substantially saucer-shaped or partially spherical ground-hitting element 293 and at least two rods 295 extending from ground-hitting element 293 and adapted to be releasably connected to the standpipe 280. Connecting elements 297 are rigidly mounted near the mouth 282 on opposite sides of the standpipe 280. The connecting elements 297 consist of hollow box sections provided with a series of holes. The bars 295 near the connecting elements 297 also consist of hollow box sections which are shaped to slide in the connecting elements 297. The bars 295 are provided with a series of openings. Aligning the openings of the rods 295 and of the connecting elements 297 and insertion of a pin 298 (shown in an opening) allows adjustment of the height of the mouth 282 relative to the ground.

Het zal duidelijk zijn dat het aanbrengen van het de grond rakende element 293 het mogelijk maakt dat de mond 282 ten opzichte van het vrije einde 72 beweegt, waardoor een gemakkelijke en automatische verbinding van de medium-verplaatsingsinrichting 10, 110, 210, 310 volgens de uitvinding met de standpijp 80, 180, 280 volgens de uitvinding wordt bevorderd.It will be appreciated that the provision of the ground-contacting element 293 allows the mouth 282 to move relative to the free end 72, allowing easy and automatic connection of the medium displacement device 10, 110, 210, 310 according to the The invention is promoted with the standpipe 80, 180, 280 according to the invention.

Het zal eveneens duidelijk zijn dat de standpijp 80 of 180 of 280 uitwisselbaar kan worden gebruikt, vooropgesteld dat een vloeistofdichte afdichting tussen het vrije einde 72, 172, 272, 372, 472 en de mond 82, 182, 282 is.It will also be appreciated that the standpipe 80 or 180 or 280 can be used interchangeably, provided that a liquid tight seal is between the free end 72, 172, 272, 372, 472 and the mouth 82, 182, 282.

Evenzo kunnen de klep- of pompregelmiddelen die zijn weergegeven in de vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding (fig. 8 en 9), met geschikte aanpassingen uitwisselbaar worden gebruikt met de respectieve klep- of pompregelmiddelen die zijn weergegeven in de eerste, tweede en derde uitvoeringsvorm.Likewise, the valve or pump control means shown in the fourth embodiment of the invention (Figures 8 and 9) can be used interchangeably with the respective valve or pump control means shown in the first, second and third embodiments with appropriate modifications.

Het laden van de verschillende uitvoeringsvormen van de uitvinding is voor de duidelijkheid beschreven als discontinue stappen, hoewel het duidelijk zal zijn dat deze stappen gewoonlijk plaatsvinden als delen van een continue laadhandeling.Loading of the various embodiments of the invention has been described as discontinuous steps for the sake of clarity, although it will be understood that these steps usually take place as parts of a continuous loading operation.

Het zal duidelijk zijn dat het aanbrengen van een standpijp 80, 180, 280 volgens de uitvinding, samen met de aanpassing van het vrije einde 72, 372, 472 voor een afdichtende samenwerking met de standpijp 80, 180, 280 een gemakkelijke en automatische verbinding en loskoppeling van het reservoir met de tank 12, 112, 212, 312 bevordert aangezien tijdens het geheel van verbindings- en loskop-pelhandelingen de bedieningsman de bestuurdersplaats van de trekker niet hoeft te verlaten; de bewegingsmiddelen, zoals de vijzel 38, 138, 238, 338, zijn vanuit die positie door hem te bedienen.It will be appreciated that the provision of a standpipe 80, 180, 280 according to the invention, together with the adjustment of the free end 72, 372, 472 for a sealing cooperation with the standpipe 80, 180, 280, allows an easy and automatic connection and facilitates disconnection of the reservoir from the tank 12, 112, 212, 312 since the operator does not have to leave the driver's seat of the tractor during all the connection and disconnection operations; the moving means, such as the auger 38, 138, 238, 338, can be operated from that position by him.

Het zal eveneens duidelijk zijn dat het aanbrengen van een mediumverplaatsingsinrichting 10, 110, 210, 310 met klepregelmiddelen en pompregelmiddelen die werkzaam zijn verbonden met de bewegingsmiddelen een gemakkelijke en automatische koppeling, lading en loskoppeling van het reservoir en de tank 12, 112, 212, 312 bevorderen.It will also be appreciated that the provision of a medium displacement device 10, 110, 210, 310 with valve control means and pump control means operatively associated with the moving means provides easy and automatic coupling, loading and uncoupling of the reservoir and tank 12, 112, 212, 312.

Het zal verder duidelijk zijn dat de pomp 20, 120, 220, 320 met dubbele functie kan worden vervangen door een vacuümpomp en een afzonderlijke drukpomp. In dat geval zijn de pompregelmiddelen 60/62, 160/162, 260/262 of een pomp-vijzel 331 niet vereist; het laden en uitvoeren worden respectievelijk tot stand gebracht door koppeling met de vacuümpomp of drukpomp.It will further be appreciated that the dual function pump 20, 120, 220, 320 can be replaced by a vacuum pump and a separate pressure pump. In that case, the pump control means 60/62, 160/162, 260/262 or a pump jack 331 are not required; loading and discharging are accomplished by coupling to the vacuum pump or pressure pump, respectively.

Hoewel de mediumverplaatsingsinrichting 10, 110, 210, 310 aan de voorzijde of de achterzijde van de tank 12, 112, 212, 312 kan worden gemonteerd, verdient montage aan de voorzijde de voorkeur, aangezien het nabij de bedieningsman aanbrengen het de bedieningsman mogelijk maakt alle werking van de mediumverplaatsingsinrichtingen 10, 110, 210, 310 waar te nemen. (Wanneer de mediumverplaatsingsinrichting 10, 110, 210, 310 aan de achterzijde is gemonteerd, kan de bedieningsman alleen de beweging van de pijp 28, 128, 228, 328 naar en uit de laadstand waar te nemen). Bovendien laat montage aan de voorzijde de achterzijde van de tank 12, 112, 212, 312 vrij voor het aanbrengen van uitvoerappara-tuur.Although the media displacement device 10, 110, 210, 310 can be mounted on the front or rear of the tank 12, 112, 212, 312, front mounting is preferable since mounting near the operator allows the operator to perform all operation of the medium displacement devices 10, 110, 210, 310. (When the medium displacement device 10, 110, 210, 310 is mounted at the rear, the operator can only observe the movement of the pipe 28, 128, 228, 328 to and from the loading position). In addition, front mounting leaves the rear of the tank 12, 112, 212, 312 free for mounting output equipment.

Claims

Medium displacement device (10), suitable for an automatic medium connection with a standpipe (80), wherein the standpipe (80) is in medium connection with a reservoir, and comprising a tank (12), a pump (20), which extends from the tank (12) extending pipe (28), the free end (72) of the pipe (28) being arranged, in use, to provide a medium-tight seal with a mouth (82) of the standpipe (80) so that when the free end (72) of the pipe (28) and the mouth of the standpipe (80) are in medium communication with each other and the pump (20) is driven, medium from the reservoir through the standpipe (80) and the pipe (80 ) is transferred into the tank (12).

The medium displacement device (10) of claim 1, wherein the free end (72) of the pipe (28) and the mouth (82) of the standpipe (80) each have parts that form complementary co-operating means.

Medium displacement device (10) according to claim 1 or 2, wherein the pump (20) and the pipe (28) are mounted on the front of the tank (12).

Medium displacement device (10) according to any one of the preceding claims, comprising displacement means (38, 40; 138; 238; 338) with which the pipe (28) can be moved from a substantially vertical or storage position to a substantially horizontal or loading position.

Medium displacement device (10) according to claim 4, comprising a valve (26) for the pipe (28) and valve control means (58) for opening and closing the valve (26), the valve control means (58) being operatively connected with the moving means so that, in use, driving the moving means causes the valve control means (58) to open the valve (26).

Medium displacement device (10) according to claim 5, wherein the moving means and the valve control means (58) are operatively connected in series by a hydraulic connection.

Medium displacement device (10) as claimed in any of the claims 4-6, wherein the pump (20) can be optionally operated to realize a partial vacuum in the tank (12) or to realize an overpressure in the tank (12) and the device (10) further comprises pump control means (60, 62) for controlling the pump (20) to optionally realize the partial vacuum or the overpressure, the pump control means (60, 62) being operatively connected to the moving means.

Standpipe (80) suitable for an automatic medium connection with a medium displacement device (10) according to any one of the preceding claims, wherein the standpipe (80) is in medium communication with the reservoir at one end and ends in a mouth at the other end ( 82), so that when the free end (72) of the pipe (28) and the mouth (82) of the standpipe (80) are in medium communication with each other and the pump (20) is driven, medium from the reservoir through the standpipe (80) and the pipe (28) is transferred into the tank (12).

A standpipe (80) according to claim 8, wherein the mouth (82) of the standpipe (80) and the free end (72) of the pipe (28) each have parts complementarily interacting with each other.

Standpipe (80) according to claim 8 or 9, comprising means for moving the mouth (82) of the standpipe (28) relative to the free end (72) of the pipe (28).