NL9301627A

NL9301627A - Legnest met afsluitorgaan.

Info

Publication number: NL9301627A
Application number: NL9301627A
Authority: NL
Original assignee: Teunis Van Gent
Priority date: 1993-09-20
Filing date: 1993-09-20
Publication date: 1995-04-18

Description

Korte Titel: Legnest met afsluitorgaan.

De uitvinding heeft betrekking op een legnest voor een of meer eieren leggend pluimvee, zoals een kip, welk legnest is voorzien van wanden, waarbij een van de wanden is voorzien van een doorlaatopening, een dak en een bodem, die tevens als legvloer dienst doet, welk legnest voorzien is van een orgaan voor het kunnen uitdrijven van het pluimvee uit het legnest en het kunnen afsluiten van de doorlaatopening van het legnest. Een dergelijk legnest is bekend uit het Nederlandse octrooi NL 185.382, waarin een legnest wordt beschreven, dat voorzien is van een uitdrijforgaan, dat tevens dienst doet als afsluitorgaan voor de doorlaatopening, welke doorlaatopening ervoor dient, dat de kippen het legnest kunnen bereiken om eieren te leggen.

Dit bekende legnest is voorzien van een afsluitorgaan, waarmede het legnest kan worden afgesloten. Echter in de geopende stand wordt een deel van het legnest alsnog afgesloten door het afsluitorgaan, waardoor het legnest groter dient te worden geconstrueerd dan gewenst. Een ander bezwaar van dit afsluitorgaan is, dat indien een kip zich op het legnest bevindt de uitdrijfkracht uitgeoefend door het afsluitorgaan op de kip betrekkelijk klein is en deze naarmate de as waaraan het afsluitorgaan is bevestigd verder naar de afgesloten stand wordt gedraaid, de kracht slechts zeer weinig toeneemt. Hierdoor zullen de kippen die zich op het legnest bevinden niet altijd van het nest worden afgedwongen. Het is van belang dat de kracht voor het verwijderen van de kippen uit de legnesten juist gelij-delijk toeneemt.

Het is gebleken, dat het bijzonder van belang is dat legnesten gedurende bepaalde perioden van de dag kunnen worden afgesloten. Vooral 's nachts hebben kippen nog weleens de gewoonte om in het legnest te overnachten. Wanneer een kip zich langdurig in een legnest bevindt bevuilt zij gemakke- lijk het legnest met uitwerpselen hetgeen zij meestal niet doet tijdens het leggen van een ei. Het afsluiten van het legnest is ook van belang tegen de tijd dat de kippen broeds worden. Zij plegen dan een voorkeur te hebben om op het legnest te willen verblijven en komen er dan slechts sporadis van af om hun behoefte te doen en om te eten.

Het doel van de uitvinding is een inrichting waarmede centraal een groot aantal legnesten tegelijk kan worden afgesloten en weer geopend, waarbij deze inrichting zodanig geconstrueerd is, dat de inrichting het gehele legnest vrij laat indien het afsluitorgaan in de geopende stand is geplaatst.

Dit doel van de uitvinding wordt bereikt met een inrichting volgens de uitvinding, doordat elk afsluitorgaan bevestigd is aan een eerste as en elk eerste as van een afsluitorgaan draaibaar om een tweede as die niet samenvalt met de eerste as en ieder afsluitorgaan met behulp van verplaatsings middelen vanuit een eerste uiterste stand, naar een tweede uiterste stand kan worden verplaatst, in welke tweede stand de doorlaatopening van het legnest is afgesloten.

Met deze maatregelen wordt bereikt, dat de legnesten centraal kunnen worden afgesloten, terwijl indien de afsluit-organen in de stand zijn geplaatst, waarbij de legnesten vrij zijn voor het betreden door kippen, het af sluitorgaan ongeveer in de verticale stand tegen de achterwand van het legnest is geplaatst. Bovendien is gebleken, dat indien de legnesten centraal worden afgesloten de kracht groter wordt naarmate de afsluitorganen meer de stand naderen waarbij het legnest afgesloten is, waardoor op een kip die zich eventueel nog op een legnest bevindt een steeds grotere druk wordt uitgeoefend om het legnest te verlaten. Bevindt zich eventueel een dode kip of een ander obstakel zich op of in een van de nesten, dan zal daarentegen het afsluitor-gaan helemaal in een stand worden geplaatst, waarbij het obstakel in het legnest kan blijven, zonder dat het af-sluitorgaan wordt verbogen of anderszins van vorm wordt veranderd.

In een voorkeursuitvoering is elk legnest voorzien van een afsluitorgaan waarvan de eerste as van het afsluitorgaan nabij de beide uiteinden draaibaar om zijn as is bevestigd aan een hulporgaan, welk beide hulporganen draaibaar zijn gelegerd om de tweede as, waarbij de draaiïngsas van de tweede as niet samenvalt met de draaiïngsas van de eerste as van het afsluitorgaan en dat met behulp van veermiddelen het afsluitorgaan in een voorkeur stand wordt gehouden. In deze voorkeursuitvoering kunnen de legnesten centraal worden afgesloten, waarbij elk afsluitorgaan de mogelijkheid heeft om te kunnen verdraaien om de eerste as, terwijl de centrale as verder wordt verdraaid.

Bij voorkeur bestaan de verplaatsingsmiddelen uit een centrale as en draaiïngsmiddelen, waarmede de as om zijn draaiïngsas kan worden verdraaid alsmede een aantal tandheugels, waarbij aan elk verplaatsingsorgaan een tandheugel is bevestigd en op de as tandwielen zijn bevestigd, waarmede de tandheugels van een eerste stand naar een tweede stand kunnen worden verplaatst. Met deze maatregelen wordt bereikt, dat centraal de legnesten kunnen worden afgesloten, waarbij de twee rijen van legnesten rug aan rug kunnen zijn geplaatst.

Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nader worden verklaard. In de tekening toont:

Fig. 1 een tweetal legnesten voorzien van een inrichting volgens de uitvinding in de geopende stand;

Fig. 2 hetzelfde legnest zoals weergegeven in figuur 1, met het afsluitorgaan in de gesloten stand;

Fig. 3 hetzelfde legnest zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, waarbij in het legnest zich een dode kip bevindt en het afsluitorgaan in de gesloten stand is geplaatst;

Fig. 4 toont een detail van het afsluitorgaan;

Fig. 5 toont hetzelfde detail uit figuur 4 vanuit een andere gezichtshoek gezien;

Figuur 1 toont een tweetal legnesten 1 voorzien van af-sluitorganen 2 volgens de uitvinding. Centraal tussen de legnesten 1 is een eierafvoerhand 3 geplaatst. De bodem 4 van de legnesten 1 zijn enigszins hellend naar de eieraf-voerband 3 geplaatst, waardoor de eieren automatisch naar de eierafvoerhand rollen. Elk legnest 1 is voorzien van een afsluitorgaan 2, dat bestaat uit een traliewerk, dat draaibaar om een eerste as 5 is bevestigd aan een hulporgaan 6. Dit hulporgaan bestaat uit een staaf of plaat 7, waarin enerzijds de eerste as 5 draaibaar is gelegerd. Anderzijds is de staaf 7 op een tweede as 8 bevestigd, welke as 8 in de wand 9 van het legnest 1 is bevestigd. Met behulp van een beugel 10 is een tandheugel 11 bevestigd aan het afsluitorgaan 2. De tandheugel 11 loopt over een as 12 voorzien van een tandwiel 13. Met behulp van een geleider 14 wordt de tandheugel tegen het tandwiel gehouden tijdens het verdraaien van de as 12. Ongeveer loodrecht op het vlak van het afsluitorgaan is een staaf 15 bevestigd. Tussen het uiteinde van de staaf 15 en de tweede as 8 is een veer 16 bevestigd.

De werking van het afsluitorgaan 2 is weergegeven in de figuren 1, 2 en 3 waarvan elke figuur een bepaalde mogelijke stand van het afsluitorgaan 2 weergeven in bepaalde mogelijke situaties. Figuur 2 geeft weer de stand van het afsluitorgaan, waarbij het nest is afgesloten, terwijl figuur 3 weergeeft de situatie waarbij het afsluitorgaan in de gesloten stand is geplaatst, maar dat het afsluitorgaan niet de gewenste stand kan innemen, doordat zich in het nest noch een dode kip 17 zich bevindt.

Figuren 4 en 5 tonen in detail vergroot de veermiddelen weer die het mogelijk maken, dat het afsluitorgaan in de gesloten stand meerdere standen kan innemen. De tweede as 8 is in de wand 9 van het legnest 1 bevestigd. Aan de eerste as 5 is het afsluitorgaan bevestigd, dat in dit geval bestaat uit een traliewerk 18. Tussen de eerste as 5 en de tweede as 8 is de staaf 15 geplaatst, waarbij de eerste as aan het uiteinde is omgebogen en aan het omgebogen uiteinde van de eerste as 5 en de tweede as 8, de veer 16 is bevestigd.

Elk legnest is voorzien van een lattenbodem 19 waarop een kunststofgrasmat 20 is gelegd. Het voordeel hiervan is dat het vuil tussen de openingen van de lattenbodem naar onder zakt waardoor het legnest zo min mogelijk wordt bevuild. De kunststofgrasmat kan dan regelmatig worden gereinigd.

Claims

1. Legnest voor een of meer eieren leggend pluimvee, zoals een kip, welk legnest is voorzien van wanden, waarbij een van de wanden is voorzien van een doorlaatopening, een dak en een bodem, die tevens als legvloer dienst doet, welk legnest voorzien is van een orgaan voor het kunnen uitdrijven van het pluimvee uit het legnest en het kunnen afsluiten van de doorlaatopening van het legnest, met het kenmerk, dat elk afsluitorgaan (2) bevestigd is aan een eerste as (5) en elk eerste as (5) van een afsluitorgaan (2) draaibaar is om een tweede as (8), die niet samenvalt met de eerste as (5) en ieder afsluitorgaan (2) met behulp van verplaatsing middelen vanuit een eerste uiterste stand, naar een tweede uiterste stand kan worden verplaatst, in welke tweede stand de doorlaatopening van het legnest (1) is afgesloten.

2. inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste as (5) van het afsluitorgaan (2) nabij de beide uiteinden draaibaar om zijn as is bevestigd aan een hulporgaan (6), welk beide hulporganen (6) draaibaar zijn gelegerd om de tweede as (8), waarbij de draaiïngsas van de tweede as (8) niet samenvalt met de draaiïngsas van de eerste as (5) van het afsluitorgaan (2) en dat met behulp van veermiddelen (16) het afsluitorgaan in een voorkeur stand wordt gehouden.

3. Inrichting volgens een van de conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen bestaan uit een centrale as (12) en draaiïngsmiddelen, waarmede de as om zijn draaiïngsas kan worden verdraaid alsmede een aantal tandheugels (11), waarbij aan elk afsluitorgaan (2) een tandheugel (11) is bevestigd en op de as (12) tandwielen (13) zijn bevestigd, waarmede de tandheugels van een eerste stand naar een tweede stand kunnen worden verplaatst.

4. Inrichting volgens een van de conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de vloer (3) van het legnest enigszins hellend uit het horizontale vlak is geplaatst, en voorzien is van een kunstgrasmat (20) en dat onder de kunststofgrasmat een lattenbodem (19) is aangebracht.

5. Inrichting volgens een van de conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de afmetingen van afsluitorgaan (2) ongeveer overeenkomen met de afmetingen van de door-laatopening van een legnest.