NL8602398A - Automatisch legnest voor pluimvee. - Google Patents

Description

♦ X Sch/gn/1, Jansen -1- ’ * -J 'A'

Automatisch legnest voor pluimvee - - : -

De uitvinding betreft een legnest voor tenminste één stuk eieren leggend pluimvee, bijvoorbeeld een kip, welk legnest is voorzien van een vloer die een weinig afloopt naar een opvanginrichting voor door het pluimvee gelegde 5 eieren, over welke vloer een uitdrijforgaan zwaaibaar is voor het van de vloer verwijderen van pluimvee, welk uitdrijf orgaan scharnierbaar bevestigd .is aan een zich boven de vloer in horizontaal vlak uitstrekkende as. Een dergelijk legnest is onder meer bekend uit de Nederlandse octrooiaan-10 vrage 8204139. Een dergelijk legnest is zodanig uitgevoerd, dat bij het uitdrijven van pluimvee permanent een kracht moet worden uitgeoefend, die door de dieren als zeer hinderlijk .kan worden ervaren, terwijl verder dode of onwillige dieren door uitoefening van een grotere uitdrijfkracht 15 worden verwijderd. Doel van het uitdrijven van de dieren is, dat voorkomen moet worden dat ze gelegde eieren gaan bebroeden. In het algemeen moeten de dieren 's avonds uit het legnest worden uitgedreven, waarna ze's morgens het legnest weer mogen betreden.

20 De uitvinding beoogt, een legnest zodanig uit te voeren, dat het uitdrijven praktisch zonder controle geheel automatisch kan plaatsvinden, bijvoorbeeld met automatisch bestuurde hydraulische, pneumatische of elektrische middelen.

25 Om dit doel te realiseren stelt de Uitvinding een leg nest van het beschreven type voor, dat het kenmerk vertoont dat het uitdrijforgaan via veermiddelen is gekoppeld met bedieningsmiddelen die twee stabiele uiterste standen bezitten, in welke eerste stand het uitdrijforgaan door de veer-30 middelen naar een onwerkzame rustpositie wordt gedrongen en in welke tweede stand het uitdrijf orgaan door de veermiddelen via een zodanige zwaaibeweging naar een tweede onwerkzame rustpositie wordt gedrongen, dat eventueel 8602398 « -2- op de vloer aanwezig pluimvee een uitdrijvende kracht van het uitdrijforgaan ondervindt als gevolg van de door de bedieningsmiddelen veroorzaakte spanning in de veermiddelen. Met deze uitvoering volgens de uitvinding 5 wordt bereikt, dat de dieren voor het uitdrijven een betrekkelijk lichte uitdrijfkracht ondervinden van het uitdrijforgaan, waardoor ze geleidelijk van de vloer af worden gedrongen. Elke keer, dat een dier van houding verandert om het onaangename effect van de uitdrijfkracht 10 kwijt te raken, zal het uitdrijforgaan een weinig verder gaan in zijn zwaaibeweging over de vloer, waardoor successievelijk de dieren van de vloer worden verwijderd.

Het zal duidelijk zijn, dat de zwaaibeweging zodanig moet plaatsvinden dat er geen kans bestaat dat eventueel op de 15 vloer aanwezige eieren door het uitdrijforgaan worden beschadigd. Een praktisch uitvoeringsvoorbeeld vertoont het kenmerk, dat de as waaraan het uitdrijforgaan bevestigd is, door de bedieningsmiddelen rond zijn langsas tussen twee uiterste hoekstanden roteerbaar en daarin, bijvoorbeeld door 20 wrijving, vastzetbaar is en tenminste één uitsteeksel draagt, dat tussen het uitsteeksel en het uitdrijforgaan een trekveer is aangebracht, dat het uitsteeksel in de eerste stabiele ruststand van de bedieningsmiddelen een zodanige stand bezit dat de trekveer het uitdrijforgaan naar zijn 25 eerste onwerkzame rustpositie trekt, en dat het uitsteeksel in de tweede stabiele ruststand van de bedieningsmiddelen een zodanige stand bezit dat de trekveer het uitdrijforgaan naar zijn tweede onwerkzame rustpositie trekt.

Een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld vertoont de 30 bijzonderheid dat de door de veermiddelen uit te oefenen uitdrijfkracht onvoldoende is voor het van de vloer afschuiven van een stuk pluimvee. In het bijzonder kan hiermee worden bereikt, dat een dood of onwillig dier niet wordt uitgedreven. In dit kader is tevens van belang een 35 variant, die is gekenmerkt door signaleringsmiddelen voor het afgeven van een waarschuwingssignaal in het geval, i 8602398 -3- waarin het uitdrijforgaan ondanks activering van de bedie-ningsmiddelen in een tussenstand blijft staan. Met deze uitvoering kan een bedienend persoon de nodige maatregelen nemen om in het bijzonder een dood dier te verwijderen.

5 Een zeer eenvoudige uitvoering vertoont het kenmerk, dat de as een bedieningshandgreep draagt.

Een belangrijke variant vertoont het kenmerk dat het legnest een huis met een doorlaatopening omvat, en dat het uitdrijf orgaan het uit te drijven pluimvee naar en door die 10 doorlaatopening dringt.

Bij voorkeur is aan de bovenrand van de doorlaatopening tenminste één soepel vel opgehangen voor het althans ten dele afdekken van de doorlaatopening.

Bij voorkeur heeft dit soepele vel een violet-achtige 15 kleur. Een violette kleur blijkt de rust van de dieren te bevorderen en de dieren naar de nesten te trekken, zodat ze alleen daar eieren leggen, en niet op andere plaatsen.

In een zeer eenvoudige uitvoering, waarin het legnest een huis omvat, is de as gelagerd in in wanden van het huis 20 aangebrachte gaten.

Een voorkeursvorm vertoont de bijzonderheid dat het huis een tweede doorlaatopening bezit voor het doorlaten naar de opvanginrichting van gelegde eieren, aan de bovenrand van welke doorlaatopening een flap is bevestigd. Hier-25 mee wordt voorkomen, dat de dieren voor hun hinderlijke tocht ondervinden, en dat ze op de opvanginrichting liggende eieren kapot pikken, aangezien die aan het oog zijn onttrokken.

Zeer eenvoudig is die variant, waarvan de vloer een 30 bodemplaat met een daarop gelegde kunstgrasmat omvat. Hiermee kan de vloer zeer eenvoudig worden uitgenomen en gereinigd.

Om te voorkomen dat dieren plaatsnemen op het huis van een legnest kan die variant toepassing vinden, waarin het 35 huis een dak met een nok bezit en dat op die nok een goot met een V-vormige dwarsdoorsnede scharnierbaar is geplaatst, welke goot door veermiddelen wordt gedrongen naar een * ruststand, waarin de benen van V omhoog gericht zijn, 8602398 * -4- * waarbij de door de veermiddelen uit te oefenen kracht onvoldoende is voor het door de goot doen dragen van een stuk pluimvee. Zeer eenvoudig, goedkoop'en licht is die uitvoering waarvan het uitdrijforgaan een hekwerk omvat.

5 Desgewenst kunnen meerdere legnesten in één huis zijn opgenomen of kunnen diverse legnesten, al dan niet met een huis met elkaar worden gekoppeld.

Het automatische legnest volgens de uitvinding biedt een grote arbeidsbesparing ten opzichte van de genoemde 10 bekende legnesten, omdat broedse dieren automatisch van hun nestplaats worden gedrukt.

Bij het legnest volgens NL-A-8204139 moeten de dieren overdag van het nest worden geduwd voor het rapen van de eieren. Bij het nest volgens de uitvinding gebeurt dit 's 15 avonds, als de dieren geen eieren meer leggen. De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening tonen:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van twee gekoppelde 20 huizen met legnest volgens de uitvinding;

Fig. 2 een dubbel uitgevoerd legnest in een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht;

Fig. 3 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch 20 aanzicht, waarin een huis met een legnest volgens fig. 1 meer in detail is weergegeven;

Fig. 4 een dwarsdoorsnede door het huis met legnest volgens de figuren 1 en 3;

Fig. 5 het detail V volgens fig. 4; en 25 Fig. 6 het detail VI volgens fig. 4.

Fig. 1 toont twee huizen 1, 2, waarin zich legnesten volgens de uitvinding bevinden. Aan de huizen 1, 2 sluit een opvanginrichting in de vorm van een transportband 3 aan.

Fig. 2 toont een uitvoering, waarin twee huizen 4, 5 30 met legnesten aan weerszijden van de transportband zijn geplaatst.

8602398 -5- . *

Fig. 3 toont het huis 2 meer in detail. Het huis 2 omvat vertikale eindwanden 6, 7, een vertikale achterwand 8 en een schuin dak 9. Een bodemplaat 10 van triplex, waarop een kunstgrasmat 11 is gelegd is een weinig hellend 5 opgesteld, zodanig dat eieren, die door op de kunstgrasmat liggende dieren zijn gelegd, geleidelijk door de zwaartekracht en de bewegingen van de dieren naar de transportband 3 worden gerold, waar ze naar een verzamelstation kunnen worden afgevoerd. Daartoe is in het 10 onderste gedeelte van de achterwand 8 een doorlaatopening 12 aanwezig, die ter voorkoming van tocht is afgedekt door een flap 13.

Van de onderrand van het dak 9 hangt een flap 14 af, die violet gekleurd is. Op deze wijze is een tochtvrije, 15 beschaduwde en voor de dieren prettige ruimte beschikbaar.

Hekwerken 15 kunnen dienst doen als uitdrijforganen voor het uitdrijven van dieren. De daartoe dienende constructie en de werking van de uitvinding zal hierna worden uiteengezet aan de hand van de figuren 4 en 5.

20 In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 is de transportband 3 afgedekt door een dak 16.

Alle beschreven delen zijn uitgevoerd in sendzimir-verzinkt plaatstaal. De genoemde huizen zijn alle als één geheel uitgevoerd, waardoor bijvoorbeeld met een 25 lierconstruetie (in de tekening niet weergegeven) de huizen desgewenst kunnen worden opgelicht om de legnesten inwendig te bereiken bijvoorbeeld voor reinigingsdoeleinden.

In fig. 3 is de richting van het werkzame part van de transportband met 17 aangeduid en de richting van het 30 retourpart met het verwijzingsgetal 18.

Bij het uitvoeren van een zwaaibeweging voor het uitdrijven van dieren kan het hekwerk 15 eventueel op de kunstgrasmat 11 aanwezige eieren niet beschadigen, enerzijds als gevolg van de onderlinge afstand tussen de zich in 35 vertikale vlakken uitstrekkende spijlen 19, en anderzijds doordat deze spijlen aan hun ondereinde zijn afgedekt door « 8602398 ’ -6- zachte doppen 20. Het hekwerk 15 is scharnierbaar bevestigd aan een as 21, waarvoor ook wordt verwezen naar fig. 5 en is ten opzichte daarvan gelagerd door middel van een lagerbus 22. De as 21 is gelagerd in gaten 23, die zijn aangebracht 5 in de vertikale eindwanden 6, 7. Deze lagering is zodanig, dat de as slechts met overwinning van een zekere wrijvingskracht roteerbaar is. Ook kunnen vergrendelingsmiddelen aanwezig zijn voor het in de twee uiterste standen vastzetten van de as.

10 De as 21 draagt uitsteeksels 24. Tussen elk uitsteeksel 24 en het hekwerk 15 is een trekveer 25 aangebracht.

Voor het tussen twee uiterste standen roteren van de as 21 is aan het buiteneinde daarvan een bedieningshandgreep 15 26 bevestigd.

Uit fig. 4 blijkt, dat in de met de getrokken lijnen aangeduide stand van de bedieningshandgreep 26 de trekveer 25 een zodanige stand inneemt, dat hij het hekwerk 15 naar zijn met getrokken lijnen aangeduide eerste ruststand 20 trekt. Dit is de stand van het hekwerk, waarin een dier 27 op de kunstgrasmat 11 kan zitten zonder te worden uitgedreven. Wenst een bedienend persoon de dieren 27 uit te drijven, dan haalt hij de handgreep 26 over naar de met 26' aangeduide stand, die met onderbroken lijnen is 25 weergegeven. Door de rotatie van de as 21 roteert het uitsteeksel 24 mee naar de met 24' aangeduide stand, waarin de veer 25 in de met 25' aangeduide stand komt, die zich aan de andere zijde van het "omklappunt" bevindt, waardoor de veerspanning het hekwerk in de richting van de pijl 28 30 dringt, zodanig dat het dier 27 een uitdrijvende kracht ondervindt van het hekwerk, dat met onderbroken lijnen weergegeven situatie met 15' is aangeduid.

In deze uitvoering is de bedieningshandgreep in zijn twee uiterste standen (26, 26') vastzetbaar door middel van 35 vergrendeloren 36, 37 bijbehorende vergrendelpen 38.

Het uitdrijven kan automatisch plaatsvinden door middel van een tijdklok, waarbij bijvoorbeeld een 8902398 -7- hydraulische, pneumatische of elektrische aandrijving wordt toegepast als kracht-afgevend middel.

Fig. 1 toont schematisch signaleringsmiddelen 29 voor het afgeven van een waarschuwingssignaal in het geval, 5 waarin het hekwerk 15 ondanks bediening van de hefboom 26 overeenkomstig de pijl 30 (zie fig. 4) in een tussenstand blijft staan, bijvoorbeeld de stand 15', althans een stand die niet overeenkomt met de eind-ruststand na verplaatsing van het hekwerk 15 overeenkomstig de pijl 28. Na het 10 bereiken van een dergelijke ruststand kunnen de dieren het legnest niet meer betreden. Pas na het terugstellen van de handgreep uit de positie 26' naar de positie 26 is het legnest weer voor de dieren beschikbaar.

Fig. 6 tenslotte toont de nok 30 van het dak 9. De nok 15 30 draagt een goot 31 met een V-vormige dwarsdoorsnede die scharnierbaar door middel van een as 31 en een lager 32 is opgesteld, en door een spiraalveer 33 naar de in fig. 6 getoonde ruststand wordt gedrongen. In deze ruststand zijn de vlakken 34, 35 van de goot 31 omhoog gericht. Doel van 20 deze constructie is om te voorkomen dat dieren niet kunnen plaatsnemen op de nok 30 van het dak. Zodra ze op de goot 31 plaatsnemen moet een omklappen van de goot plaatsvinden, zodat de dieren geen stabiel vlak om te rusten vinden. De door de veer 33 uit te oefenen kracht moet dan ook 25 onvoldoende zijn voor het door de goot 31 doen dragen van een dier 27.

Bij voorkeur is een legnest volgens de uitvinding meervoudig uitgevoerd. Een kip is een gemeenschapsdier en legt graag eieren in een gemeenschappelijke ruimte.

8602598

Claims (13)

1. Legnest voor tenminste één stuk eieren leggend pluimvee, bijvoorbeeld een kip, welk legnest is voorzien van een vloer die een weinig afloopt naar een opvanginrichting voor door het pluimvee gelegde eieren, over welke vloer een 5 uitdrijforgaan zwaaibaar is voor het van de vloer verwijderen van pluimvee, welk uitdrijforgaan scharnierbaar bevestigd is aan een zich boven de vloer in horizontaal vlak uitstrekkende as, met het kenmerk, dat het uitdrijforgaan via veermiddelen is gekoppeld met bedieningsmiddelen die 10 twee stabiele uiterste standen bezitten, in welke eerste stand het uitdrijforgaan door de veermiddelen naar een onwerkzame rustpositie wordt gedrongen en in welke tweede stand het uitdrijforgaan door de veermiddelen via een zodanige zwaaibeweging naar een tweede onwerkzame rust-15 positie wordt gedrongen, dat eventueel op de vloer aanwezig pluimvee een uitdrijvende kracht van het uitdrijforgaan ondervindt als gevolg van de door de bedieningsmiddelen veroorzaakte spanning in de veermiddelen.

2. Legnest volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de as waaraan het uitdrijforgaan bevestigd is, door de bedieningsmiddelen rond zijn langsas tussen twee uiterste hoekstanden roteerbaar en daarin, bijvoorbeeld door wrijving, vastzetbaar is en tenminste één uitsteeksel draagt, 25 dat tussen het uitsteeksel en het uitdrijforgaan een trekveer is aangebracht, dat het uitsteeksel in de eerste stabiele ruststand van de bedieningsmiddelen een zodanige stand bezit dat de trekveer het uitdrijforgaan naar zijn eerste onwerkzame 30 rustpositie trekt, en dat het uitsteeksel in de tweede stabiele ruststand van de bedieningsmiddelen een zodanige stand bezit dat de trekveer het uitdrijforgaan naar zijn tweede onwerkzame rustpositie trekt. 8602398 -9-

3. Legnest volgens conclusie 1 of 2, met het, kenmerk, dat de door de veermiddelen uit te oefenen uitdrijfkracht onvoldoende is voor het van de vlo’er afschuiven van een stuk pluimvee.

4. Legnest volgens conclusie 2 of 3# met het kenmerk/ 5 dat de as een bedieningshandgreep draagt.

5. Legnest volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het legnest een huis met een doorlaat-opening omvat, en dat het uitdrijforgaan het uit te drijven pluimvee naar en door die doorlaatopening dringt.

6. Legnest volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat aan de bovenrand van de doorlaatopening tenminste één soepel vel is opgehangen voor het althans ten dele afdekken van de doorlaatopening.

7. Legnest volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat 15 het soepele vel een violet-achtige kleur heeft.

8. Legnest volgens conclusies 2 en 5, met het kenmerk, dat de as gelagerd is in in wanden van het huis aangebrachte gaten.

9. Legnest volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 20 het huis een tweede doorlaatopening bezit voor het doorlaten naar de opvanginrichting van gelegde eieren, aan de bovenrand van welke doorlaatopening een flap is bevestigd.

10. Legnest volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloer een bodemplaat met een daarop 25 gelegde kunstgrasmat omvat.

11. Legnest volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het huis een dak met een nok bezit en dat op die nok een goot met een V-vormige dwarsdoorsnede scharnierbaar is geplaatst, welke goot door veermiddelen wordt gedrongen naar 30 een ruststand, waarin de benen van V omhoog gericht zijn, waarbij de door de veermiddelen uit te oefenen kracht onvoldoende is voor het door de goot doen dragen van een stuk pluimvee. « 86 0 2 3 § 8 -10-

12. Legnest volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door signaleringsmiddelen voor het afgeven van een waarschuwingssignaal in het geval, waarin het uitdrijf-orgaan ondanks activering van de bedieningsmiddelen in een 5 tussenstand blijft staan.

13. Legnest volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitdrijforgaan een hekwerk omvat. % 8602398