NL9301585A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel. Download PDF

Info

Publication number
NL9301585A
NL9301585A NL9301585A NL9301585A NL9301585A NL 9301585 A NL9301585 A NL 9301585A NL 9301585 A NL9301585 A NL 9301585A NL 9301585 A NL9301585 A NL 9301585A NL 9301585 A NL9301585 A NL 9301585A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
fibers
fiber
light guide
light
Prior art date
Application number
NL9301585A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tchai Lights Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL9300516A external-priority patent/NL9300516A/nl
Application filed by Tchai Lights Bv filed Critical Tchai Lights Bv
Priority to NL9301585A priority Critical patent/NL9301585A/nl
Priority to CA002158921A priority patent/CA2158921A1/en
Priority to EP94911314A priority patent/EP0690776A1/en
Priority to CN94191546A priority patent/CN1119842A/zh
Priority to AU63864/94A priority patent/AU6386494A/en
Priority to PCT/NL1994/000062 priority patent/WO1994021439A1/en
Priority to JP6520896A priority patent/JPH08507985A/ja
Priority to BR9406234A priority patent/BR9406234A/pt
Priority to KR1019950704139A priority patent/KR960700873A/ko
Priority to US08/216,548 priority patent/US5518669A/en
Publication of NL9301585A publication Critical patent/NL9301585A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D11/00Producing optical elements, e.g. lenses or prisms
    • B29D11/00663Production of light guides
    • B29D11/00673Supports for light guides
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C39/00Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor
    • B29C39/02Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C39/10Shaping by casting, i.e. introducing the moulding material into a mould or between confining surfaces without significant moulding pressure; Apparatus therefor for making articles of definite length, i.e. discrete articles incorporating preformed parts or layers, e.g. casting around inserts or for coating articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2011/00Optical elements, e.g. lenses, prisms
    • B29L2011/0075Light guides, optical cables
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/747Lightning equipment

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Ophthalmology & Optometry (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Optical Fibers, Optical Fiber Cores, And Optical Fiber Bundles (AREA)
  • Casting Or Compression Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
  • Devices For Indicating Variable Information By Combining Individual Elements (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van lichtpanelen volgens de aanhef van conclusie 1, alsmede op een inrichting voor het vervaardigen van dergelijke panelen.
Een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen is bekend uit de PCT-aanvrage nr. WO 92/08593. Volgens de hierin beschreven werkwijze worden door openingen in de bodem van een mal van een vezelvoorraad afkomstige vezeleinden gestoken, wordt de mal vervolgens gevuld met een laag van een kunsthars als giet- of spuitbaar en snel hardend materiaal voor het vormen van de drager, wordt de drager na voldoende te zijn uitgehard uit de mal gelost en verwijderd, en worden de vezels op de gewenste lengte afgesneden.
Een dergelijke werkwijze heeft als nadeel, dat de vezels na verloop van tijd gemakkelijk in de openingen in de malbodem vastgekleefd raken als gevolg van in de openingen gelopen kunsthars. Hierdoor zal telkens na het vervaardigen van een aantal lichtpanelen de mal moeten worden gereinigd, en zullen de vezels opnieuw door de openingen in de malbodem moeten worden gestoken, hetgeen in het bijzonder bij grote aantallen vezels bijzonder arbeids- en tijdsintensief is.
De uitvinding heeft ten doel een werkwijze te verschaffen, waarbij dit nadeel op doeltreffende wijze is opgeheven .
Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat - het overeenkomstig het bepaalde patroon met positioneer-middelen positioneren van lichtgeleidingsvezels, die van een vezelvoorraad zijn afgenomen, - het inbrengen in een mal van aan de van de vezelvoorraad afgekeerde zijde van de positioneermiddelen gelegen lichtgeleidingsvezels voor het laten omhullen hiervan door een laag van een giet- of spuitbaar en snel hardend materiaal voor het vormen van de drager, - het bij het te vormen bovenoppervlak van de drager in de mal in de gewenste stand houden van de lichtgeleidingsvezels, - het door afbuiging gegroepeerd uit de mal geleiden van de vezeluiteinden, - het nabij het naar de positioneermiddelen gerichte drager-oppervlak in de mal doorsnijden van de uit de drager tredende vezels nadat de kunststof zodanig is verhard, dat de uit het naar de positioneermiddelen gerichte drageroppervlak tredende lichtgeleidingsvezels hun ten opzichte van genoemd drageroppervlak in hoofdzaak loodrechte oriëntatie behouden.
Doordat volgens de uitvinding niet meer de mal zelf, doch afzonderlijke positioneermiddelen zorgdragen voor het in het gewenste patroon houden van de lichtgeleidingsvezels, behoeven de doorvoeropeningen van de positioneermiddelen niet meer in aanraking te komen met het hardende materiaal, waardoor het vastkleven van de lichtgeleidingsvezels in de doorvoeropeningen geheel kan worden vermeden. Als gevolg hiervan kunnen grote aantallen lichtpanelen worden vervaardigd zonder dat de lichtgeleidingsvezels opnieuw moeten worden ingestoken na een reinigingsbewerking. Ook behoeven de positioneermiddelen geen afdichtfunctie te vervullen zodat de vezels zonder of met weinig wrijving hierdoorheen kunnen lopen en geen grote krachten behoeven te worden opgewekt om soms grote aantallen vezels door de positioneermiddelen te trekken. Opgemerkt wordt dat desgewenst de vezelpositioneermiddelen bewust met het hardende materiaal in aanraking kan worden gebracht, bijvoorbeeld wanneer de vezelpositioneermiddelen worden uitgevoerd als deksel voor de gietmal, waardoor een gesloten gietmal ontstaat, waarin het snel hardende materiaal door spuitgieten kan worden ingebracht, of waarin een geschuimde kunststof tot een drager kan worden gevormd. Een ander voordeel van de uitvinding is dat het volgens de uitvinding mogelijk is met meerdere mallen te werken, omdat een mal na het doorsnijden van de lichtgeleidingsvezels loskomt van de vezelvoorraad, daar immers de mal aan de van de vezelvoorraad verwijderde zijde van de vezelpositioneermiddelen is gelegen. Het uitharden van het materiaal kan derhalve gelijktijdig plaatsvinden met het vervaardigen van een nieuw lichtpaneel, waardoor een hogere produk-tiesnelheid kan worden gehaald. Ook kan het snel hardende materiaal reeds in een mal worden gebracht, terwijl een licht- paneel in een andere mal wordt gevormd, hetgeen in het bijzonder bij het gebruik van een tweecomponentenhars een grote tijdsbesparing oplevert, omdat deze hars tijd nodig heeft om door reactie van de componenten op de juiste, verhoogde temperatuur te komen. Ook zijn bij de werkwijze volgens de uitvinding de lichtgeleidingsvezels beter in de drager geborgd doordat de vezels binnen de drager zijn afgebogen. Hierdoor kan de drager desgewenst dunner worden uitgevoerd zonder dat het gevaar optreedt dat vezels tijdens het produktieproces uit de drager worden losgetrokken. Voorts verschaft de uitvinding de mogelijkheid dat elke mal deel blijft uitmaken van het uiteindelijk gevormde lichtpaneel.
Een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is die, waarbij voorafgaande aan het inbrengen van de lichtgeleidingsvezels in de mal de aan de van de vezel-voorraad afgekeerde zijde van de positioneermiddelen gelegen lichtgeleidingsvezels in een of meer bundels worden samengenomen .
Door deze maatregel kunnen de lichtgeleidingsvezels op gecontroleerde wijze tot buiten de mal worden geleid.
Zo is het mogelijk dat met het inbrengen in de mal van aan de van de vezelvoorraad afgekeerde zijde van de positioneermiddelen gelegen lichtgeleidingsvezels de samengenomen vezeluiteinden via tenminste een opening in een malwand uit de mal worden geleid en van een het uitstromen van de kunststof verhinderende omhulling worden voorzien.
Op deze wijze kunnen de vezelbundels of vezelbundel op elke gewenste plaats uit de mal worden geleid, terwijl de lichtgeleidingsvezels door de bundeling tevens direct geschikt zijn voor samenwerking met een of meer lichtbronnen.
In het geval dat de mal met het giet- of spuitbare materiaal wordt gevuld voordat de lichtgeleidingsvezels in de mal worden gebracht, terwijl de gebundelde lichtgeleidingsvezels door de zich in de bodem van de mal bevindende opening worden geleid, is het gunstig indien de omhulling voor de lichtgeleidingsvezels bij het inbrengen van het materiaal in de mal in een bovenste stand wordt gehouden waarin het uitstromen van het materiaal uit de mal tot in de omhulling wordt verhinderd, en na het inbrengen van de lichtgeleidingsvezels in de omhulling en het afdichten van de omhulling om de licht- geleidingsvezels, de omhulling zodanig wordt verplaatst dat het materiaal in de omhulling en gedeeltelijk om de vezels stroomt.
Op deze wijze kan ondanks de opening in de malbodem toch met het giet- of spuitbare materiaal worden gevuld voor dat de omhulling en de vezelbundel tegen elkaar zijn afgedicht.
Zoals reeds is vermeld, kan de opening voor het tot buiten de mal geleiden van de lichtgeleidingsvezels zich zowel in de bodem als de zijwand van de mal bevinden. Anderzijds is het zelfs mogelijk geheel zonder opening te werken door de bundel of bundels over de zijwanden van de mal te laten lopen of over 180° gekeerd weer uit het afbeeldingsoppervlak te laten steken.
Overeenkomstig een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt voor de drager geschuimde kunststof toegepast. Aldus kunnen bijvoorbeeld lichtgewicht plafondplaten voor verlichtingsdoeleinden worden vervaardigd, waarbij de lichtgeleidingsvezels volgens een al dan niet regelmatig patroon zijn aangebracht. Het is natuurlijk eveneens mogelijk een dergelijk paneel te vervaardigen met een twee-laags structuur, te weten een eerste dunne laag uit massieve kunststof en daaroverheen een laag uit geschuimde kunststof.
De uitvinding omvat voorts een inrichting voor het uitvoeren van de hiervoor beschreven werkwijze, een gietmal voor toepassing in een dergelijke inrichting en een bij voorkeur volgens de beschreven werkwijze vervaardigd lichtpaneel.
De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekening; hierin toont:
Fig. 1A-R op schematische wijze de opeenvolgende stappen van een uitvoeringsvoorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 2A-L op schematische wijze een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 3 een schematisch vooraanzicht van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
Fig. 4 een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 3.
Fig. 5, 6, 7 zijn een zeer schematisch zijaanzicht, perspectivisch vooraanzicht, respectievelijk perspectivisch achteraanzicht van een lichtpaneel volgens de uitvinding dat kan zijn vervaardigd met de werkwijze van fig. 1.
In de verschillende figuren zijn vergelijkbare onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
In fig. 1A-R zijn op schematische wijze de opeenvolgende stappen van een voorkeursuitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding afgebeeld.
Fig. IA, B tonen hoe een mal 1 door een gietinrich-ting 2 wordt gevuld met een vloeibare en snel hardende kunststof 3 ter vorming van de drager voor lichtgeleidingsvezels 4 in de mal 1.
De lichtgeleidingsvezels 4 zijn reeds door de (niet weergegeven) openingen in een als positioneermiddelen dienende patroonplaat 5 gestoken volgens een voorafbepaald patroon overeenkomstig het gewenste patroon van de lichtgeleidingsvezels 4 aan het afbeeldingsoppervlak. Voor dit doel kan de patroonplaat 5 zijn voorzien van openingen, die overeenkomen met dit patroon. Het is echter ook mogelijk, dat de patroonplaat 5 een regelmatige verdeling van openingen heeft, en dat het gewenste patroon wordt verkregen door de vezels 4 overeenkomstig dit patroon door de patroonplaat 5 te steken. Anderzijds kan daarbij een patroonplaat met regelmatig verdeelde openingen ook door elke opening een lichtgeleidingsvezel zijn gestoken, waarbij dan ter verkrijging van het gewenste patroon slechts die vezels worden doorgestuurd die nodig zijn voor het verwezenlijken van het patroon. Ook kunnen de positioneermiddelen anders dan als enkele of meervoudige patroonplaten zijn uitgevoerd.
Fig. 1C toont hoe in een volgende stap van de werkwijze volgens de uitvinding de onder de patroonplaat 5 uitstekende vezels door een eerste bundelorgaan 6A worden samengenomen. Dit bundelorgaan 6A bestaat uit een aantal als een diafragma naar elkaar toe en van elkaar af in een horizontaal vlak beweegbare platen die de lichtgeleidingsvezels 4 bij elkaar brengen.
Fig. 1D toont dat vervolgens een tweede bundelorgaan 6B de lichtgeleidingsvezels 4 op een afstand van het eerste bundelorgaan 6A eveneens samenbrengen, waardoor de lichtgeleidingsvezels 4 over een grotere lengte tot een mooie vezelbun- del 4' zijn samengebracht.
In fig. IE is te zien dat daarna de door de bundel-organen 6A en B samengebrachte lichtgeleidingsvezels 4 door geschikte snijmiddelen 7, zoals een gloeidraad in één vlak worden afgesneden. Bij voorkeur worden de vezels 4 in de vezelbundel 4’ daarbij tevens meer of minder met elkaar versmolten, waardoor althans de uiteinden van de lichtgeleidingsvezels 4 ook zonder de bundelorganen 6 met elkaar verbonden blijven, waardoor wordt voorkomen dat het uiteinde van een of meer lichtgeleidingsvezels 4 van de bundel 4' af gaat staan.
Fig. 1F laat zien dat de mal 1 met de door een exo-therme reactie op de juiste temperatuur, bijvoorbeeld circa 80°C, gekomen nog vloeibare kunststof 3 tot onder de patroon-plaat 5 met de lichtgeleidingsvezels 4 wordt verplaatst.
Tevens wordt een knijporgaan 8 omhoog bewogen tussen malver-plaatsingsmiddelen 9 van de inrichting voor het ondersteunen van de mal l, zodanig dat knijpers van het knijporgaan 8 zich om een omhulling 10 voor de bundel van lichtgeleidingsvezels 4 bevinden. Deze omhulling 10 bestaat uit een konusvormige mof die met een omringende buigzame verbindingsring 11 in de hoog-terichting verplaatsbaar in een opening 12 in de bodem van de mal 1 is bevestigd. De omhulling 10 bevindt zich in de toestand volgens fig. 1F in de bovenste stand, waarin de kunststof 3 in de mal 1 wordt verhinderd door de opening 12, resp. door de geopende omhulling 10 uit de mal 1 te stromen.
In fig. 1G worden de patroonplaat 5 en de bundelorganen 6A en B gezamenlijk naar beneden in de richting van de mal 1 verplaatst en is een vezelgrijper 13 van de inrichting tot onder de omhulling 10 van de mal 1 gebracht. Tegelijkertijd met het naar beneden verplaatsen van de patroonplaat 5 worden de vezels 4 van bovenaf toegevoerd, zodat geen spanning op de vezels ontstaat en geen ongewenste onderlinge vezelverschuivingen kunnen plaatsvinden door trekkrachten.
In fig. 1H en I is weergegeven dat de patroonplaat 5 en de bundelorganen 6A, B zo ver benedenwaarts zijn verplaatst dat het onderste gedeelte van de vezelbundel 41 in de omhulling 10 is gebracht en het onderste bundelorgaan 6B de mal 1 heeft bereikt, zodat dit bundelorgaan 6B eerst zijdelings uit elkaar moet worden bewogen voordat de patroonplaat 5 met de vezelbundel 4' verder naar beneden kan worden bewogen.
In fig. 1J is de patroonplaat 5 met het bundelorgaan 6A zoveel verder benedenwaarts bewogen, dat de vezelbundel 4' door de omhulling 10 steekt en het onderste gedeelte van de vezelbundel 4' door de vezelgrijper 13 kan worden vastgegrepen, zodat de vezelbundel 4' verder door de omhulling 10 kan worden geleid.
Wanneer volgens fig. IK en L de patroonplaat 5 zoveel verder is bewogen dat ook het bovenste bundelorgaan 6A de mal 1 heeft bereikt en buitenwaarts is verplaatst, wordt het knijporgaan 8 gesloten, waardoor de omhulling 10 afdichtend om de vezelbundel 4' wordt geknepen.
Fig. 1M toont, dat vanaf dat moment de omhulling 10 door het knijporgaan 8 synchroon met de patroonplaat 5 en de vezelgrijper 13 omlaag kan worden verplaatst, waardoor de bovenzijde van de omhulling 10 onder het niveau van de kunststof 3 komt en derhalve de kunststof 3 in de omhulling 10 kan stromen en in een gedeelte van de omhulling 10 om de vezelbundel 4' kan geraken.
In fig. IN heeft de patroonplaat 5 zijn onderste stand tot vlak boven het niveau van de kunststof 3 in de mal 1 bereikt (bijvoorbeeld 2 mm boven het niveau van de kunststof 3), waarbij de lichtgeleidingsvezels 4 onder de patroonplaat 5 nagenoeg geheel in de kunststof 3 zijn ondergedompeld en door de warmte van de kunststof enigszins verweken, waardoor de uit de kunststof 3 tredende, naar de patroonplaat 5 gerichte lichtgeleidingsvezels 4 bij een voldoende kleine afstand tussen de patroonplaat 5 en het niveau van de kunststof 3 in de mal 1 na enige tijd een door de openingen in de patroonplaat opgelegde, in hoofdzaak ten opzichte van het kunststof niveau loodrechte oriëntatie zullen aannemen, in welke stand de kunststof 3 vervolgens uithardt. Opgemerkt wordt dat de openingen in de patroonplaat 5 enerzijds voldoende ruim zijn voor het met weinig weerstand doorlaten van de vezels 4 en anderzijds de vezels voldoende geleiden voor het nauwkeurig positioneren en richten van de vezels.
Tijdens het uitharden van de kunststof 3 in de mal 1, of desgewenst al eerder, kan een andere mal 1 voor een volgend lichtpaneel reeds door de gietinrichting 2 met de kunststof 3 worden gevuld, zodat deze kunststof 3 alvast op de juiste temperatuur kan komen en klaar voor gebruik is indien de voor- gaande mal 1 wordt afgevoerd (fig. 10).
In fig. 1P wordt, nadat de kunststof 3 in de mal 1 voldoende is uitgehard om de lichtgeleidingsvezels 4 in de kunststof 3 hun oriëntatie te laten behouden, de patroonplaat 5 omhoog gebracht en in zijn uitgangspositie voor het vervaardigen van een volgend lichtpaneel teruggebracht.
Hierna worden met de snijmiddelen 7, of eventueel afzonderlijke snijmiddelen, de lichtgeleidingsvezels 4 nabij de kunststof drager doorgesneden. Hiertoe kunnen de snijmiddelen bijvoorbeeld bestaan uit een lasertoestel dan wel een verwarmd ultrasoon trilmes, of eenvoudigweg een gloeidraad. Bij het afsnijden met warmte wordt op het uiteinde van de lichtgeleidingsvezels 4 automatisch een lenskapje gevormd. De vezels 4 staan bij het snijden onder spanning teneinde te waarborgen dat de vezels loodrecht worden doorgesneden. Dan wordt zowel de vezelgrijper 13 als het knijporgaan 8 geopend en kan, overeenkomstig fig. IR, de mal 1 met de daarin gevormde drager voor het lichtpaneel worden afgevoerd teneinde plaats te maken voor de volgende mal 1. Zoals te zien is, is een begindeel van de vezelbundel omhuld door een van de drager uitstekend deel dat in de omhulling 10 is gevormd. De drager kan vervolgens uit de mal 1 worden verwijderd en verder worden bewerkt tot een uiteindelijk lichtpaneel.
Kort samengevat komt de hiervoor beschreven werkwijze dus op het volgende neer. Allereerst worden de door de patroonplaat 5 gestoken vezels daaronder gebundeld. Deze vezels 4 worden niet onder spanning geplaatst, aangezien dit de vezels 4 in hun richting zou verstoren ten opzichte van de wijze waarop zij in de drager zouden moeten komen te liggen. Vervolgens worden de vezels van bovenaf toegevoerd en tegelijkertijd beweegt de patroonplaat 5 samen met de bundelorganen 6A en 6B naar beneden, waarbij de vezels zonder spanning worden gehouden. De ongespannen vezels 4 worden dan in de kunststof 3 in de mal 1 geplaatst en de patroonplaat komt daarbij aangrenzend aan het oppervlak van de kunststof 3 te liggen, teneinde te waarborgen dat de uiteinden van de vezels 4 die uit het dra-germateriaal naar buiten steken in een althans ongeveer loodrechte stand komen te staan. Zodra de kunststof 3 is uitgehard, worden de vezels 4 onder spanning gebracht zodat de vezels 4 althans ongeveer loodrecht kunnen worden afgesneden.
De fig. 2A-L tonen dat volgens een alternatieve uitvoering van de hiervoor beschreven werkwijze de vezels niet door een gat in de bodem van de mal 1 worden gevoerd, doch door of over een zijwand van de mal worden geleid, zodat de vezels al dan niet gebundeld uit de zijkant van het lichtpaneel treden. Bij het op deze wijze uit de mal 1 geleiden van de lichtgeleidingsvezels 4 dient er wel op te worden gelet dat de vezels 4 nabij de plaats van uittreden uit de mal naar beneden worden gedrukt, bijvoorbeeld door een lage opening of door een afzonderlijke neerhouder, zodat wordt voorkomen dat de vezels 4 in de kunststof 3 gaan drijven en de vezels 4 niet goed in de kunststof 3 worden ondergedompeld. De opening in de zijwand van de mal 1 kan ook hier met een in de hoogterichting beweegbare omhulling zijn uitgevoerd of de vezels 4 kunnen op andere wijze afdichtend door de zijwand van de mal worden geleid. In de weergegeven uitvoering is de vezelbundel 4' afdichtend geleid door een opening in een verticaal beweegbare zijwand van de mal 1.
Een mogelijk uitvoeringsvoorbeeld van deze werkwijze wordt nu aan de hand van de fig. 2A-L toegelicht.
Fig. 2A toont weer de mal 1, de gietinrichting 2, de lichtgeleidingsvezels 4, de patroonplaat 5 en bundelorganen 6A en 6B. Deze bundelorganen 6A en 6B zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld verticaal opgesteld en in verticale richting beweegbaar voor het vormen van een bundel. Teneinde de verticaal hangende vezels tussen de delen van de bundelorganen 6A en 6B te krijgen is een afbuigorgaan 22 toegevoegd dat horizontaal verplaatsbaar is en de uiteinden van de vezels 4 naar de bundelorganen 6A en 6B kan wegbuigen.
Fig. 2B en 2C tonen het wegbuigen van de uiteinden van de vezels 4 door het afbuigorgaan 22, terwijl de mal 1 met kunststof 3 wordt gevuld.
In fig. 2D zijn de bundelorganen 6A en 6B gesloten en is een zijdelings uitstekende bundel 4' gevormd. De met kunststof 3 gevulde mal 1 is inmiddels onder de patroonplaat 5 geplaatst.
In fig. 2E is het afbuigorgaan 22 weer naar zijn uit-gangsstand terug bewogen, waarna volgens fig. 2F de patroonplaat 5 met de vezels 4 en de bundelorganen 6 benedenwaarts in de richting van de mal 1 zijn verplaatst. Hierbij is te zien dat een bovenste afdichtdeel 23 met de patroonplaat 5 is mee bewogen en in fig. 2E afdichtend tegen een onderste afdichtdeel 24 is aan komen te liggen, waarbij de afdichtdelen 23 en 24 afdichtend om de vezelbundel 4' komen te liggen. De afdichtdelen 23 en 24 vormen een in hoogterichting verplaatsbare zijwand van de mal 1.
In fig. 2G zijn de vezels 4 door verplaatsing van de patroonplaat 5, de bundelorganen 6 en de afdichtdelen 23, 24 tot in de kunststof in de mal 1 bewogen en in fig. 2H is de eindstand bereikt, waarin de kunststof 3 kan uitharden.
In fig. 21 zijn de patroonplaat 5, de bundelorganen 6 en de afdichtdelen 23, 24 naar de uitgangsstand terug verplaatst en worden de vezels 4 onder spanning gehouden teneinde volgens fig. 2J te worden afgesneden.
In fig. 2K wordt de mal 1 met de daarin gevormde drager afgevoerd en wordt een gereedstaande mal 1 voor een volgende cyclus toegevoerd.
Volgens fig. 2L wordt de uitgeharde drager uit de mal 1 verwijderd en wordt de vezelbundel 41 door snijmiddelen 7 recht afgesneden.
Fig. 3 en 4 tonen schematisch een uitvoeringsvoor-beeld van een inrichting waarin de werkwijze van fig. 1 kan worden verwezenlijkt. Te herkennen zijn de gietinrichting 2, de bundelorganen 6, het knijporgaan 8, de malverplaatsingsmid-delen 9 en de vezelgrijper 13. Deze onderdelen zijn opgehangen aan een frame 14 dat op de grond kan worden geplaatst. De lichtgeleidingsvezels 4 worden in grote aantallen vanaf een vezelvoorraad, bestaande uit een groot aantal spoelen 21 met lichtgeleidingsvezels 4 via (niet weergegeven) geleidingsmid-delen naar de bovenzijde van de weergegeven inrichting geleid. De vezels 4 treden van bovenaf de inrichting binnen, bijvoorbeeld over kammen en worden dan, in dit geval in vier groepen, over telkens drie rollen 15, 16, 17 geleid en uiteindelijk door de patroonplaat 5 gevoerd. De rollen 15-17 dienen voor het telkens van de vezelvoorraad trekken van een vezellengte die benodigd is voor een lichtpaneel. Hiertoe kunnen de middelste rollen 16 horizontaal worden verplaatst teneinde een lus te trekken tussen de rollen 15 en 17, terwijl de rollen 15 en 17, waarover de lichtgeleidingsvezels 4 bij voorkeur in groeven lopen, zijn uitgerust met klemmen die ervoor moeten zorgen dat in fig. 3 bij een verplaatsing van de rollen 16 naar rechts de vezels 4 op de rollen 17 zijn geblokkeerd en over de rollen 15 worden aangevoerd en bij het naar links bewegen van de rollen 16 over de rollen 17 worden afgevoerd en bij de rollen 15 zijn geblokkeerd.
De patroonplaat 5 is verwisselbaar gemonteerd in een patroonplaathouder 18, die met behulp van een aandrijving 19 en rechtgeleidingen 20 in de hoogterichting op en neer beweegbaar is.
Opgemerkt wordt dat de aandrijvingen van de rollen 16, de patroonplaathouder 18 en het knijpórgaan 8, resp. de vezelgrijper 13 althans gedeeltelijk zijn gesynchroniseerd, doordat de aandrijving via diverse overbrengingsmiddelen met de betreffende onderdelen is gekoppeld of de verschillende aandrijvingen zijn gesynchroniseerd. Op deze wijze verlopen de aan de hand van de fig. 1A-R beschreven en getoonde bewegingen waar nodig gesynchroniseerd met elkaar.
De figuren 5, 6 en 7 tonen zeer schematisch de opbouw van een lichtpaneel, waarbij de onderdelen in een niet weergegeven huis of kast zijn ondergebracht. Te herkennen is de drager 25 met daarin de vezels 4 en een gedeelte van de vezel-bundel 4' die eindigt aan het uiteinde van een van de drager 25 uitstekend, integraal hiermede gevormd deel 26. Binnen de niet weergegeven kast of het huis is in lijn met de vezelbun-del 4' een lichtbron 27 opgesteld voor het instralen van licht in de vezels 4. Een kleurenschijf 28 met een aandrijfmotor 29 kan nog zijn tussengeplaatst voor het wijzigen van de kleur van het invallende licht en snoer met stekker 30 is aangebracht voor aansluiting op het lichtnet. In fig. 6 is te zien dat de uiteinden van de vezels 4 een patroon in de vorm van de gewenste afbeelding vormen.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen verschaft, waarmede massaproduktie op economische wijze mogelijk is gemaakt.
Volgens een thans de voorkeur bezittend uitvoerings-voorbeeld wordt als kunststof voor de drager een tweecomponen-ten polyurethaanhars benut of in het geval van geschuimde kunststof een polyurethaan met water. De vezels bestaan uit acryl, zoals polymethylmethacrylaat, met een dikte tussen 0,25 en 3,0 mm, bij voorkeur 0,5 mm. Het aantal vezels in een lichtpaneel kan in grote mate variëren en tot meer dan 2000 bedragen. De gietmal bestaat uit aluminium en is aan de binnenkant bekleed met een lossende laag van siliconen of VitonR. De omhulling met de verbindingsring in de mal kan geheel uit VitonR of siliconen bestaan.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen gevarieerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat in het geval dat verschillende lichtgeleidingsvezels in het lichtpaneel verschillende kleuren dienen uit te stralen en/of niet alle tegelijkertijd dienen op te lichten, de gemeenschappelijke lichtgeleidingsvezels met behulp van daartoe geschikte middelen tot afzonderlijke vezelbundels kunnen worden gebundeld. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld buigzame buizen aan de pa-troonplaat zijn gemonteerd waardoorheen de vezels van een bepaalde groep worden gestuurd. Daarentegen is het ook mogelijk die vezels, welke tot een bundel dienen te worden samengenomen, tegelijkertijd door de patroonplaat te sturen om ze vervolgens tot een bundel samen te nemen en dit proces een zodanig aantal malen te herhalen als er te vormen bundels zijn.
Ook is het denkbaar de patroonplaat zodanig splitsbaar uit te voeren, dat door het splitsen ervan die vezels worden afgezonderd van de grote verzameling vezels, die tot afzonderlijke bundels dienen te worden verenigd. Verder wordt opgemerkt dat het uiteraard ook mogelijk is, voor het bij elkaar brengen van mal en positioneermiddelen, de mal te verplaatsen in plaats van de positioneermiddelen. Ook kan de gietmal allerlei vormen aannemen voor het vormgeven van de drager. Zo kan de bodem van de mal zodanig zijn gevormd, dat de achterzijde van de drager van kegelvormige reflectievlakjes wordt voorzien. Dit is bijvoorbeeld gunstig indien het lichtpaneel wordt gebracht als transparant achterlicht van een voertuig, waarbij de vezels voor het uitstralen van licht dienen en de reflectievlakjes voor het bewerkstelligen van een retroreflecterend effect.

Claims (20)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van lichtpanelen, die bestaan uit een plaat- of bladvormige drager met daarin volgens een bepaald patroon uittredende lichtgeleidingsvezels, gekenmerkt door - het overeenkomstig het bepaalde patroon met positioneermid-delen positioneren van lichtgeleidingsvezels (4), die van een vezelvoorraad (21) zijn afgenomen, - het inbrengen in een mal (1) van aan de van de vezelvoorraad (21) afgekeerde zijde van de positioneermiddelen (5) gelegen lichtgeleidingsvezels (4) voor het laten omhullen hiervan door een laag van een giet- of spuitbaar en snel hardend materiaal (3) voor het vormen van de drager, - het bij het te vormen bovenoppervlak van de drager in de mal (1) in de gewenste stand houden van de lichtgeleidingsvezels (4) , - het bij voorkeur door afbuiging gegroepeerd uit de mal (1) geleiden van de vezeluiteinden, - het nabij het naar de positioneermiddelen (5) gerichte oppervlak van de drager in de mal (1) doorsnijden van de uit de drager tredende vezels (4) nadat het materiaal (3) zodanig is verhard, dat de uit het naar de positioneermiddelen (5) gerichte drageroppervlak tredende lichtgeleidingsvezels (4) hun ten opzichte van genoemd drageroppervlak in hoofdzaak loodrechte oriëntatie behouden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voorafgaande aan het inbrengen van de lichtgeleidingsvezels (4) in de mal (1) de aan de van de vezelvoorraad (21) afgekeerde zijde van de positioneermiddelen (5) gelegen lichtgeleidingsvezels (4) in een of meer bundels (4') worden samengenomen .
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat met het inbrengen in de mal (1) van aan de van de vezelvoorraad (21) afgekeerde zijde van de positioneermiddelen (5) gelegen lichtgeleidingsvezels (4) de samengenomen vezeluiteinden via tenminste een opening (12) in een malwand uit de mal (1) worden geleid en van een het uitstromen van het materiaal (3) verhinderende omhulling (10) worden voorzien.
4. Werkwijze volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de mal (1) met het giet- of spuitbare materiaal (3) wordt gevuld voordat de lichtgeleidingsvezels (4) in de mal (1) worden gebracht.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vezels (4) door de zich in de bodem van de mal (1) bevindende opening (12) worden geleid.
6. Werkwijze volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de omhulling (10) voor de lichtgeleidingsvezels (4) bij het inbrengen van het materiaal (3) in de mal (1) in een bovenste stand wordt gehouden waarin het uitstromen van het materiaal (3) uit de mal (1) tot in de omhulling (10) wordt verhinderd, en na het inbrengen van de lichtgeleidingsvezels (4) in de omhulling en het afdichten van de omhulling om de lichtgeleidingsvezels (4), de omhulling (10) zodanig wordt verplaatst dat het materiaal in de omhulling en gedeeltelijk om de vezelbundel (4') stroomt.
7. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vezels (4) zijwaarts uit de mal (1) worden geleid.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor het in de gewenste stand houden van de lichtgeleidingsvezels (4) de positioneermiddelen bij het te vormen bovenoppervlak van de drager in de mal (1) worden geplaatst en bij voorkeur de positioneermiddelen (5) in de uitgangspositie worden teruggebracht nadat het materiaal (3) zodanig is verhard dat de uit het naar de positioneermiddelen (5) gerichte drageroppervlak tredende lichtgeleidingsvezels (4) ten opzichte van het drageroppervlak hun oriëntatie behouden en voordat de vezels (4) worden doorgesneden.
9. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de mal (1) of een deel daarvan een voorafgaand vervaardigd deel van de drager vormt.
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat voor de drager althans gedeeltelijk geschuimde kunststof (3) wordt toegepast.
11. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende middelen (9) voor het opnemen van een of meer gietmallen (1), middelen (2) voor het in de gietmal (1) voeren van giet- of spuitbaar materiaal (3), middelen (6, 13, 15-17) voor het toevoeren en verplaatsen van vezels (4) en middelen (5) voor het in een gewenst patroon positioneren van de vezels, met het kenmerk, dat de vezelpositioneermiddelen (5) los van de gietmal (1) in de inrichting zijn aangebracht en de vezelpositioneermiddelen (5) en gietmal (1) ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn en de middelen (9) voor het opnemen van een of meer gietmallen (1) zich aan de van de vezelvoorraad (21) afgekeerde zijde van de vezelpositioneermiddelen (5) bevinden, terwijl de vezelver-plaatsingsmiddelen (6) zijn ingericht voor het in de gietmal (1) brengen van de vezels (4).
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de vezelverplaatsingsmiddelen voorts vezelbundelmiddelen (6) omvatten.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van malverplaatsings-middelen (9).
14. Inrichting volgens een van de conclusies 11-13, met het kenmerk, dat de mal (1) van een bodemopening (12) is voorzien met daarin een de vezelbundeleinden (4') omringende omhulling (10), teneinde het door deze opening (12) wegstromen van het giet- of spuitbare materiaal (3) te verhinderen.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat vezelverplaatsingsmiddelen zijn voorzien van middelen (13) voor het door de omhulling (10) geleiden van de vezelbundeleinden (4') en middelen (8) voor het om de vezelbundel (4') knijpen van de omhulling (10) voor het afdichten daarvan om de vezelbundel (41).
16. Inrichting volgens een der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn voor het selectief verplaatsen van groepen van lichtgeleidingsvezels voor het vormen van verschillende bundels.
17. Gietmal voor het daarin vervaardigen van een lichtpaneel, met het kenmerk, dat de mal (1) van een bodemopening (15) is voorzien met daarin een de vezelbundeleinden omringende omhulling (10), teneinde het door deze opening (15) wegstromen van het giet- of spuitbare materiaal (3) te verhinderen.
18. Lichtpaneel met een plaat- of bladvormige drager met daarin volgens een bepaald patroon uittredende lichtgelei-dingsvezels (4) voor het vormen van een afbeelding, met het kenmerk, dat de lichtgeleidingsvezels (4) binnen de drager zijn omgeleid van het genoemde patroon naar een of meer tot buiten de drager verlopende vezelbundels (4).
19. Lichtpaneel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de vezelbundel (4') aan het tegenover het afbeeldings-oppervlak gelegen oppervlak uittreedt.
20. Lichtpaneel volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de vezelbundel (4') althans gedeeltelijk is omhuld door een van de drager uitstekend integraal hiermede gevormd deel.
NL9301585A 1993-03-23 1993-09-14 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel. NL9301585A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9301585A NL9301585A (nl) 1993-03-23 1993-09-14 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel.
KR1019950704139A KR960700873A (ko) 1993-03-23 1994-03-18 라이트패널과 라이트패널 제조방법 및 장치(Method and device for manufacturing light panels, as well as such a light panel)
AU63864/94A AU6386494A (en) 1993-03-23 1994-03-18 Method and device for manufacturing light panels, as well as such a light panel
EP94911314A EP0690776A1 (en) 1993-03-23 1994-03-18 Method and device for manufacturing light panels, as well as such a light panel
CN94191546A CN1119842A (zh) 1993-03-23 1994-03-18 制作光纤板的方法和装置,以及这样的光纤板
CA002158921A CA2158921A1 (en) 1993-03-23 1994-03-18 Method and device for manufacturing light panels, as well as such a light panel
PCT/NL1994/000062 WO1994021439A1 (en) 1993-03-23 1994-03-18 Method and device for manufacturing light panels, as well as such a light panel
JP6520896A JPH08507985A (ja) 1993-03-23 1994-03-18 光パネルを製造する方法及び装置並びにその光パネル
BR9406234A BR9406234A (pt) 1993-03-23 1994-03-18 Método e dispositivo para fabricar painéis luminosos bem como esse painel luminoso
US08/216,548 US5518669A (en) 1993-03-23 1994-03-22 Method and device for manufacturing light panels

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300516 1993-03-23
NL9300516A NL9300516A (nl) 1993-03-23 1993-03-23 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen.
NL9301585A NL9301585A (nl) 1993-03-23 1993-09-14 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel.
NL9301585 1993-09-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301585A true NL9301585A (nl) 1994-10-17

Family

ID=26647080

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301585A NL9301585A (nl) 1993-03-23 1993-09-14 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US5518669A (nl)
EP (1) EP0690776A1 (nl)
JP (1) JPH08507985A (nl)
KR (1) KR960700873A (nl)
CN (1) CN1119842A (nl)
AU (1) AU6386494A (nl)
BR (1) BR9406234A (nl)
CA (1) CA2158921A1 (nl)
NL (1) NL9301585A (nl)
WO (1) WO1994021439A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09308190A (ja) * 1996-05-15 1997-11-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd モールドモータ用結線板の樹脂モールド方法及び樹脂モールド成形金型装置
US6264462B1 (en) 1999-09-01 2001-07-24 Robert M. Gallagher Polymer transfer and deposition molding device
US6796788B2 (en) 2001-05-30 2004-09-28 Robert M. Gallagher Carrier transfer molding device
WO2023065449A1 (zh) * 2021-10-22 2023-04-27 中国科学技术大学 光纤束插芯的制造方法及多通道光纤记录系统

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2931065A (en) * 1956-12-28 1960-04-05 Burroughs Corp Apparatus for forming electrostatic printing heads
US3084391A (en) * 1960-05-09 1963-04-09 Burroughs Corp Mold for encapsulating electrical components
US3402000A (en) * 1964-09-10 1968-09-17 Norman H. Crawford Fiber optical image enlarger
FR1467114A (fr) * 1965-12-08 1967-01-27 Cit Alcatel Dispositif de connexions étanches
CH489259A (de) * 1968-06-08 1970-04-30 Dietzsch Gmbh Hans Joachim Verfahren zur Herstellung von kapillaren Austauschern
US3644922A (en) * 1969-07-14 1972-02-22 Image Products Corp High-resolution fiber optic display and microfilm printer
US3853658A (en) * 1971-07-12 1974-12-10 R Ney Fiber optical image magnifier panel and method of manufacture
JPS5321660B2 (nl) * 1973-06-21 1978-07-04
JPS5342260B2 (nl) * 1973-11-22 1978-11-10
US4090104A (en) * 1977-03-07 1978-05-16 Vann Clyde R Optical fiber television screen
US4356617A (en) * 1981-03-16 1982-11-02 The D. L. Auld Company Decorative emblems and method for making same
NL8501024A (nl) * 1985-04-09 1986-11-03 Philips Nv Werkwijze voor het vervaardigen van een bundel lichtgeleidende vezelgedeelten.
JPS634510A (ja) * 1986-06-25 1988-01-09 アイシン精機株式会社 電気,電子部品の封止方法
DE4029666A1 (de) * 1990-09-19 1992-03-26 Klaus Lorenzen Verfahren und vorrichtung zur anformung mindestens von teilgehaeusen an elektrische bauelemente und danach hergestelltes elektrisches bauelement
NL9101173A (nl) * 1990-11-09 1992-06-01 Novem Optical Fibers Bv Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen.

Also Published As

Publication number Publication date
CN1119842A (zh) 1996-04-03
US5518669A (en) 1996-05-21
WO1994021439A1 (en) 1994-09-29
JPH08507985A (ja) 1996-08-27
KR960700873A (ko) 1996-02-24
EP0690776A1 (en) 1996-01-10
BR9406234A (pt) 1995-01-09
CA2158921A1 (en) 1994-09-29
AU6386494A (en) 1994-10-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2404221B1 (en) Illumination system for use in a stereolithography apparatus
US20010033712A1 (en) Ink-jet printing of collimating microlenses onto optical fibers
US5136678A (en) Optical wave guide array
CN1052796C (zh) 在纤维盘等类似盘片中植入光导纤维的设备和方法
NL9301585A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen, alsmede een dergelijk lichtpaneel.
CA2363736C (en) Apparatus and method for implanting optical fibers in panels
EP1607779A1 (en) Microlens formed at the end of an optical fiber
US5651924A (en) Method for manufacturing light panels
JP2996309B2 (ja) 光ファイバーから成るファイバー バンドルおよびその製造方法
US10336006B1 (en) Methods and apparatus for additive manufacturing
US10534151B2 (en) Systems and techniques for splicing together optical fiber ribbon cables having different core-to-core spacings
TW201633961A (zh) 用於製造刷子或刷毛筆的方法及用於該方法的設備
DE69002105T2 (de) Wiederherstellung der Aussenhülle für Lichtwellenleiterspleiss.
NL9300516A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van lichtpanelen.
NL1012582C2 (nl) Lichtpaneel.
CN115946342B (zh) 一种立体成型设备及成型控制方法
JP3924804B2 (ja) 導光装置及びその製造方法並びにそれを用いた光源構造
JP2010054595A (ja) 光ファイバテープ心線の製造方法及び光ファイバテープ心線用ダイス装置
JP2004118119A (ja) プラスチック光ファイバーアレーの製造方法、及びプラスチック光ファイバーアレー
DE60211365T2 (de) Gerät zur automatischen herstellung und prozess zur anordnung von geordneten optischen faserarrays
JPH0698692B2 (ja) コンクリート用frp補強筋の連続製造方法
JPH05157932A (ja) 光ファイバカプラ製造用モールド装置
JPS6461554A (en) Apparatus for molding fiber bundle
JPH0459614B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed