NL9300808A - Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. - Google Patents
Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9300808A NL9300808A NL9300808A NL9300808A NL9300808A NL 9300808 A NL9300808 A NL 9300808A NL 9300808 A NL9300808 A NL 9300808A NL 9300808 A NL9300808 A NL 9300808A NL 9300808 A NL9300808 A NL 9300808A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drive shaft
- bearing unit
- rolling bearing
- thruster
- housing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63H—MARINE PROPULSION OR STEERING
- B63H23/00—Transmitting power from propulsion power plant to propulsive elements
- B63H23/02—Transmitting power from propulsion power plant to propulsive elements with mechanical gearing
- B63H23/04—Transmitting power from propulsion power plant to propulsive elements with mechanical gearing the main transmitting element, e.g. shaft, being substantially vertical
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63H—MARINE PROPULSION OR STEERING
- B63H20/00—Outboard propulsion units, e.g. outboard motors or Z-drives; Arrangements thereof on vessels
- B63H20/14—Transmission between propulsion power unit and propulsion element
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63H—MARINE PROPULSION OR STEERING
- B63H20/00—Outboard propulsion units, e.g. outboard motors or Z-drives; Arrangements thereof on vessels
- B63H20/32—Housings
- B63H2020/323—Gear cases
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Rolling Contact Bearings (AREA)
- Support Of The Bearing (AREA)
Description
Titel: Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip
De uitvinding heeft betrekking op een thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip, voorzien van een huis, een zich althans gedeeltelijk binnen het huis uitstrekkende schroefas waaraan een schroef kan worden bevestigd, een aandrijfas welke een van 180° verschillende hoek maakt met de schroefas en zich althans gedeeltelijk uitstrekt binnen een schacht van het huis, een binnen in het huis opgenomen tandwieloverbrenging voor het aandrijven van de schroefas met de aandrijfas, een eerste en tweede wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste wentellagereenheid zich in de nabijheid van een met de aandrijfas verbonden rondsel van de tandwieloverbrenging bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten, de tweede wentellagereenheid zich nabij een tegenover het rondsel gelegen vrije uiteinde van de aandrijfas bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende axiale krachten en waarbij het huis tenminste in de nabijheid van de eerste wentellagereenheid ongedeeld is uitgevoerd dusdanig dat de schacht althans niet in zijn geheel kan worden gescheiden van de rest van het huis.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel voor het aandrijven van een ten opzichte van een huis roteerbaar opgestelde schroef voorzien van een schroefas welke zich althans gedeeltelijk binnen tot in het huis uitstrekt en waarmee de schroef kan worden aangedreven, een aandrijfas welke een van 180° verschillende hoek maakt met de schroefas en zich althans gedeeltelijk uitstrekt binnen een schacht van het huis, een tandwieloverbrenging voor het aandrijven van de schroefas met de aandrijfas, een eerste en tweede wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste wentellagereenheid zich in de nabijheid van een met de aandrijfas verbonden rondsel van de tand- wieloverbrenging bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten, de tweede wentellager-eenheid zich nabij een tegenover het rondsel gelegen vrije uiteinde van de aandrijfas bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende axiale krachten en waarbij het huis tenminste in de nabijheid van de eerste wentellagereen-heid ongedeeld is uitgevoerd dusdanig dat de schacht althans niet in zijn geheel kan worden gescheiden van de rest van het huis.
Dergelijke thrusters en samenstellen zijn op zich bekend in de vorm van tunnel-thrusters die in de boeg of achtersteven van een schip zijn geplaatst. De gehele thruster inclusief de schroef zijn in een tunnel geplaatst die aan weerszijden in open verbinding staat met het vaarwater. Een voordeel van tunnel-thrusters is dat de onafhankelijkheid van het schip wordt verbeterd zodat veelal geen sleepboten nodig zijn bij het binnen varen van een haven. Bij deze tunnel-thrusters bestaat de eerste wentellagereenheid vaak uit een tweerijig tonlager en de tweede wentellagereenheid uit een paar kegellagers. Doordat het huis, in de nabijheid van de eerste wentellagereenheid ongedeeld is uitgevoerd, kan de thruster economisch gezien zeer voordelig worden gefabriceerd.
Een nadeel van dergelijke thrusters is dat het rondsel onder invloed van de radiale component van tandkrachten tussen het rondsel en de rest van de tandwieloverbrenging wordt verplaatst in een richting loodrecht op de aandrijfas, met als gevolg dat de aandrijfas wordt uitgebogen. Dit heeft tot gevolg dat de contactzone tussen de tanden van de tandwieloverbrenging zich verplaatst naar een minder gunstige positie waardoor de belastbaarheid van de overbrenging wordt verlaagd.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit probleem opgelost doordat de thruster verder is voorzien van een derde wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste en derde wentellagereenheid zich respectievelijk aan weerszijden van het rondsel bevinden voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten en de tweede wentellagereenheid dusdanig is uitgevoerd dat deze kan fungeren als een bolscharnier.
Doordat het rondsel overeenkomstig een aspect van de uitvinding aan beide zijden wordt ondersteund door wentellager-eenheden wordt de invloed van genoemde tandkrachten althans nagenoeg geheel gecompenseerd zodat de aandrijfas veel minder of niet zal uitbuigen. Overeenkomstig de uitvinding is eveneens een probleem opgelost dat direct samenhangt met het gebruik van genoemde dubbele lagering van het rondsel. De rondselas is immers op drie, langs de lengterichting van de aandrijfas op afstand van elkaar gescheiden plaatsen radiaal gelagerd. Hierdoor zal de tweede wentellagereenheid niet alleen de op de aandrijfas werkende radiale en axiale krachten ten gevolge van de aandrijving moeten kunnen compenseren maar eveneens kleine vervormingen van de rondselas ten gevolge van verplaatsingen en vervormingen van het huis onder invloed van op de schroef werkende krachten en momenten moeten kunnen verwerken. Indien de tweede wentellagereenheid als kegellager wordt uitgevoerd kunnen deze genoemde kleine vervormingen niet worden verwerkt met als gevolg een ongunstige belasting van deze kegellagers. Overeenkomstig de uitvinding is de tweede wentellagereenheid dusdanig uitgevoerd dat deze kan fungeren als bolscharnier zodat genoemde vervormingen verwerkt kunnen worden zonder dat de lagers ongunstig worden belast.
Doordat de aandrijfas aan beide zijden van het rondsel is gelagerd kan de thruster overeenkomstig de uitvinding hoog worden belast. Bovendien kunnen genoemde verplaatsing en vervorming van het huis goed worden verwerkt.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de tweede lagereenheid voorzien van twee ton-taatslagers die dusdanig zijn opgesteld dat werkpunten van de tontaatslagers samenvallen voor het verkrijgen van de bolscharnier. In het bijzonder is de afstand tussen de eerste en derde lagereenheid kleiner dan de afstand tussen de eerste en tweede lagereenheid.
In de literatuur zijn eveneens thrusters bekend die zijn voorzien van twee tontaatslagers voor het ondersteunen van de aandrijfas. Het gaat hierbij om in richting bestuurbare, zogenaamde azimuthale thrusters die onder een schip worden bevestigd en waarvan de richting van de schroefas ten opzichte van het schip kan worden ingesteld. Het betreft hier echter thrusters waarvan de schacht demonteerbaar aan de rest van het huis is bevestigd en hierdoor irrelevant zijn voor de onderhavige uitvinding. Bovendien zijn de tontaatslagers niet dusdanig opgesteld dat deze kunnen fungeren als een bolscharnier. De aandrijfas is aan beide zijden van het rondsel voorzien van een wentellagereenheid waarvan de eerste wentellagereenheid, die zich vlak boven het rondsel bevindt, mede is voorzien van genoemde tontaatslagers die echter niet kunnen fungeren als bolscharnier daar hun onderlinge afstand hiertoe te klein is. De aandrijfas is relatief kort en daarom boven de tontaatslagers verlengd met een separate aandrijfas. Alhoewel dergelijke bestuurbare thrusters ten gevolge van de dubbele lagering van het rondsel hoog belast kunnen worden, is een groot nadeel dat het huis vlak boven het rondsel, dat wil zeggen nabij de tontaatslagers, gedeeld is uitgevoerd. Het is echter onvermijdelijk dat het huis aldus gedeeld wordt uitgevoerd daar genoemde tontaatslagers na bevestiging met het huis en de aandrijfas nauwkeurig moeten worden afgesteld alvorens de schacht met de rest van het huis wordt verbonden. Ook het gebruik van een separate aandrijfas brengt een economisch en mechanisch nadeel met zich mee.
De thruster en het samenstel overeenkomstig de uitvinding hebben derhalve het economische voordeel van de genoemde tunnel-thruster en het voordeel van een niet uitbuigende aandrijfas van de bestuurbare thruster en kan derhalve bij grote vermogens worden toegepast.
Volgens een ander aspect van de uitvinding strekt het vrije uiteinde van de aandrijfas zich uit tot voorbij de straal van de schroef. In het bijzonder strekt de aandrijfas zich door een opening van het huis uit tot buiten het huis.
Volgens een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding staan de aandrijfas en schroefas althans nagenoeg loodrecht op elkaar. Veelal is de aandrijfas hierbij althans nagenoeg verticaal opgesteld. In dit laatste geval zal genoemde opening zich bij voorkeur aan de bovenzijde van het huis bevinden.
Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de vinding zijn de twee tontaatslagers tegengesteld ten opzichte van elkaar gericht, dusdanig dat beide lagers respectievelijk tegenovergesteld gerichte axiale krachten opnemen. Hierdoor kunnen de tontaatslagers zowel naar het vrije uiteinde van de aandrijfas gerichte axiale krachten opnemen alsook naar het rondsel gerichte axiale krachten van de aandrijfas opnemen. In het bijzonder is de afstand tussen de beide tontaatslagers dusdanig gekozen dat werkpunten van deze tontaatslagers samenvallen .
Volgens de uitvinding kan de thruster zijn voorzien van een schroef met verstel- of instelbare spoed. Het is echter eveneens mogelijk de thruster te voorzien van een schroef met vaste spoed.
Overeenkomstig een voordelige uitvoeringsvorm is de tandwieloverbrenging verder voorzien van een met de schroefas verbonden kroonwiel dat wordt aangedreven door het rondsel.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de thruster en het samenstel overeenkomstig de uitvinding zowel kunnen worden toegepast in een tunnel-thruster als in een bestuurbare thruster.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren waarvan: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een bekende thruster met een boven het rondsel ongedeeld huis weergeeft; figuur 2 een dwarsdoorsnede van een thruster en samenstel overeenkomstig de uitvinding weergeeft; en figuur 3 een bovenaanzicht van de thruster van figuur 2 weergeeft.
In figuur 1 is met verwijzingscijfer 1 een tunnel-thruster weergegeven die in een tunnel 2 is opgenomen. De tunnel 2 kan op bekende en niet nader omschreven wijze zijn opgenomen in de boeg en/of achtersteven van een schip. De tunnel-thruster 1 is voorzien van een schroefas 4 die met niet nader omschreven wentellagers 6, 8 met een huis 10 van de tunnel-thruster 1 is verbonden. Een schroef 12 is aan de schroefas 4 verbonden. De spoed van de schroef 12 kan zowel instelbaar als vast zijn uitgevoerd. De thruster 1 is verder voorzien van een verticale aandrijfas 14 welke zich in een schacht 16 uitstrekt tot buiten het huis 10 van de tunnel-thruster 1. De schacht 16 is aan zijn onderzijde 17 onlosmakelijk met de rest van het huis verbonden. De thruster 1 is verder nog voorzien van afdekplaten 19, 21. Deze afdekplaten 19, 21 zijn bevestigd aan het huis 10 en dragen er toe bij dat de thruster 1 een gunstige stromingsweerstand heeft. De aandrijfas 14 is middels een haakse tandwiel-overbrenging 18 roteerbaar met de schroefas 4 verbonden. De tandwieloverbrenging 18 is voorzien van een rondsel 20 dat vast met de aandrijfas 14 is verbonden. In dit geval is het rondsel 20 aangesmeed aan de aandrijfas 14. De tandwieloverbrenging 18 is verder voorzien van een met het rondsel 20 samenwerkend kroon-wiel 22 dat met behulp van een koppelflens 24 vast met de schroefas 4 is verbonden. De aandrijfas 14 is middels een eerste wentellager 26, in dit geval een tweerijig tonlager, aan een draagdeel 28 van het huis 10 verbonden. Dit eerste wentellager 26 is vlak boven het rondsel 20 geplaatst en is geschikt om op de aandrijfas 14 werkende radiale krachten op te vangen. De aandrijfas 14 is nabij zijn vrije uiteinde 30 met behulp van een tweede wentellager 32, in dit geval een paar kegellagers in x-opstelling, met het huis 10 verbonden. Het paar kegellagers is geschikt voor het zowel opvangen van op de aandrijfas werkende radiale als axiale krachten.
Het tonlager 26 moet dusdanig worden gemonteerd dat de ring waarvan elk punt beurtelings wordt belast, met een vaste passing op de aandrijfas 14 wordt gemonteerd. De andere, in dit geval de buitenste ring wordt met een schuifpassing gemonteerd. Dit betekent dat het tonlager 26 niet behoeft te worden afgesteld nadat deze op zijn positie binnen in het huis is geschoven. Dit heeft als voordeel dat het huis 10 nabij het tonlager 26, dat wil zeggen vlak boven het rondsel ongedeeld kan worden uitgevoerd. Er behoeft immers van buiten het huis 10 geen directe toegang aanwezig te zijn tot het tonlager 26. Hierdoor kan de gehele tunnel-thruster aanzienlijk voordeliger worden uitgevoerd ten opzichte van thrusters waarvan de zich in de nabijheid van het rondsel bevindende wentellager wel moet worden afgesteld. Dit laatste heeft immers tot gevolg dat het huis gedeeld moet worden uitgevoerd·opdat de schacht 16 kan worden verwijderd voor het afstellen van genoemd wentellager. Dit brengt extra kosten met zich mee, vooral ook omdat het huis in samengestelde toestand goed waterdicht moet blijven.
Deze bekende constructie kent echter als nadeel dat de aandrijfas 14 zal uitbuigen ten gevolge van de tandkrachten tussen kroonwiel 22 en rondsel 20. Dit probleem beperkt de belastbaarheid van de tandwieloverbrenging 18.
In figuur 2 en figuur 3 is een thruster 40 overeenkomstig de uitvinding weergegeven die kan worden toegepast als tunnel-thruster en als bestuurbare thruster. In figuur 3 is een bovenaanzicht van de thruster 40 in de richting van de pijl i in figuur 2 weergegeven. Vergelijkbare onderdelen, in het bijzonder functioneel vergelijkbare onderdelen zijn met gelijke referentienummers als bij figuur 1 aangegeven.
De thruster 40 is voorzien van een schroefas 4 die met, eveneens niet nader omschreven, wentellagers 6, 8 met een huis 10 van de thruster 40 is verbonden. Een schroef 12 is met bekende middelen met de schroefas 4 verbonden. De spoed van de schroef 12 kan zowel instelbaar als vast zijn uitgevoerd. De thruster 40 is verder voorzien van een verticale aandrijfas 14 welke zich in een schacht 16 uitstrekt tot buiten het huis 10 van de thruster 40. De schacht 16 is aan zijn onderzijde 17 ongedeeld met de rest van het huis verbonden en is derhalve althans niet in zijn geheel te verwijderen van de rest van het huis. De thruster 40 is verder nog voorzien van afdekplaten 19, 21. Deze afdekplaten 19, 21 zijn bevestigd aan het huis 10 en dragen er toe bij dat de thruster 40 een gunstige stro-mingsweerstand heeft. De aandrijfas 14 is middels een haakse tandwiel-overbrenging 18 roteerbaar met de schroefas 4 verbonden.
De aandrijfas 14 en de schroefas 4 staan in dit voorbeeld loodrecht op elkaar. Het zal echter duidelijk zijn dat eveneens van 90° afwijkende hoeken tussen deze assen mogelijk zijn. Voor het wezen van de uitvinding maakt dit echter geen verschil. De tandwiel-overbrenging 18 is voorzien van een rondsel 20 dat vast met de aandrijfas 14 is verbonden. In dit geval is het rondsel 20 aangesmeed aan de aandrijfas 14. Er zijn echter andere bekende mogelijkheden denkbaar om deze verbinding tot stand te brengen.
De tandwiel-overbrenging 18 is verder voorzien van een met het rondsel 20 samenwerkend kroonwiel 22 dat met behulp van een koppelflens 24 vast met de aandrijfas 14 is verbonden. Het gebruik van een koppelflens dient als een mogelijk uitvoer ings voorbeeld van de uitvinding waarbij echter eveneens andere middelen kunnen worden aangewend voor het bevestigen van het kroonwiel 22 aan de schroefas 4. De aandrijfas 14 is middels een eerste wentellagereenheid 42 met een eerste draag-deel 44 van het huis 10 verbonden. Deze eerste wentellagereenheid 42 is boven, in het bijzonder vlak boven het rondsel 20 geplaatst. De aandrijfas is aan de bovenzijde van de schacht 16 voorzien van een nog nader te omschrijven tweede wentellagereenheid 46. De aandrijfas 14 is beneden, in het bijzonder vlak beneden het rondsel 20 met behulp van een derde wentellagereenheid 48 aan een tweede draagdeel 50 van het huis verbonden. De eerste en derde wentellagereenheid 42, 48 zijn beide tenminste geschikt voor het opnemen van op de aandrijfas 14 werkende radiale krachten.
Deze radiale krachten worden met name veroorzaakt door tandkrachten tussen het rondsel 20 en het kroonwiel 22. Hierdoor zal de aandrijfas 14 nabij het rondsel in een richting loodrecht op de aandrijfas in de richting van de schroef worden gedrukt. Doordat de aandrijfas echter aan beide zijden van het rondsel 20 middels de wentellagereenheden 42 en 48 met het huis is verbonden zal de aandrijfas niet of nauwelijks uitbuigen onder invloed van genoemde krachten. Ook wanneer zeer grote radiale krachten op de aandrijfas werken, dat wil zeggen wanneer de thruster 40 een zeer groot vermogen moet overbrengen, zal de aandrijfas niet of nauwelijks uitbuigen.
De eerste wentellagereenheid 42 is bij voorkeur voorzien van een tweerijig tonlager. Het tweerijige tonlager 42 moet bij voorkeur dusdanig worden gemonteerd dat de ring waarvan elk punt beurtelings wordt belast, met een vaste passing op de aandrijfas 14 wordt gemonteerd. De andere, in dit geval de buitenste ring wordt met een schuifpassing gemonteerd. Dit betekent dat het tonlager 42 niet behoeft te worden afgesteld nadat deze op zijn positie binnen in het huis is geschoven. In plaats van een tweerijig tonlager kunnen voor de eerste wentellagereenheid 42 eveneens de vakman bekende andere lagers worden toegepast zoals bijvoorbeeld een cilinderlager.
De derde wentellagereenheid 48 is bij voorkeur eveneens voorzien van een tweerijig tonlager. Het is echter ook mogelijk de derde wentellagereenheid 48 uit te voeren met andere bekende wentellagers, zoals bijvoorbeeld een cilinderlager. Hierbij gelden dezelfde overwegingen als bij de eerste wentellagereenheid 42 omschreven. De derde wentellagereenheid 48 kan derhalve op eenzelfde eenvoudige wijze worden gemonteerd als de eerste wentellagereenheid 42. In het bijzonder wordt voor de derde wentellagereenheid 48 een cilinderlager gekozen terwijl voor de eerste wentellagereenheid 42 een tweerijig tonlager wordt gekozen.
Doordat het niet noodzakelijk is de eerste en derde wentellagereenheid 42, 48 nauwkeurig af te stellen, is het enorme voordeel aanwezig dat het huis tenminste in de nabijheid van de eerste wentellagereenheid ongedeeld is uitgevoerd. Er behoeft dus geen directe toegang te zijn van buiten het huis naar de wentellagereenheid 42 en/of wentellagereenheid 48 binnen het huis 10. De schacht 16 van het huis 10 is aan zijn onderzijde 17 onlosmakelijk met de rest van het huis verbonden en is derhalve althans niet in zijn geheel te verwijderen van de rest van het huis. Dit brengt het grote economische voordeel met zich mee dat bij de onderzijde 17 van de schacht 16 geen bijzondere maatregelen vereist zijn om deze goed en waterdicht met de rest van het huis te verbinden. De onderzijde 17 van de schacht 16 vormt immers één geïntegreerd geheel met de rest van het huis. Een en ander brengt met zich mee dat het huis 10 in de nabijheid van de eerste wentellager-eenheid 42, dat wil zeggen vlak boven het rondsel 20, ongedeeld is uitgevoerd met als gevolg dat de schacht 16 althans niet in zijn geheel van de rest van het huis kan worden gescheiden. In het bijzonder is de gehele schacht 16 (aangegeven met pijl p) ongedeeld uitgevoerd zodat in het geheel geen (boven)deel van de schacht 16 kan worden verwijderd. Dit impliceert echter niet dat de schacht 16 aan of nabij zijn bovenzijde, bijvoorbeeld aan weerszijden van de gestippelde deellijn 41 niet in twee losmakelijke delen kan zijn uitgevoerd zodat een (boven)deel van de schacht te verwijderen is van de rest van het huis. Deze deellijn 41 zal echter veelal boven de waterspiegel liggen en als zodanig geen bijzondere afdichting vereisen.
De tweede wentellagereenheid 46 is geschikt voor het tenminste opvangen van axiale krachten die op de aandrijfas 14 werken. Bovendien heeft de tweede wentellagereenheid 46 de eigenschap dat deze kan fungeren als bolscharnier. Het huis 10, in het bijzonder de schacht 16 kan onder invloed van krachten en momenten op de schroef 12 in de x- of z-richting verbuigen. Door de specifieke eigenschappen van de tweede wentellagereenheid 46 kan dit goed worden opgevangen. De wentellagereenheid 46 zal na in het huis te zijn gepositioneerd wel nauwkeurig moeten worden afgesteld. Daar de tweede wentellagereenheid 46 zich echter aan de bovenzijde van het huis bevindt zal de toegang van buiten het huis tot deze wentellagereenheid 46 eenvoudig zijn. In het bijzonder is de lengte van de aandrijfas dusdanig gekozen dat deze zich juist door een opening 52 in het huis 10 uitstrekt tot buiten het huis 10.
Bij voorkeur is de tweede wentellagereenheid 46 voorzien van twee tontaatslagers 54, 56. Het eerste tontaatslager 54 is dusdanig opgesteld dat deze op de aandrijfas werkende axiale krachten in de positieve y-richting kan opvangen. Het tweede tontaatslager 56 is dusdanig opgesteld dat deze op de aandrijfas werkende axiale krachten in de negatieve y-richting kan opvangen. Een en ander brengt met zich mee dat tontaatslagers 54, 56 tegengesteld zijn gericht. De tontaatslagers 54, 56 zijn eveneens geschikt voor het opnemen van op de aandrijfas werkende radiale krachten. Bovendien zijn de beide tontaatslagers 54, 56 dusdanig ten opzichte van elkaar opgesteld dat werkpunten van deze lagers in punt 58 samenvallen. Onder een werkpunt van een lager wordt in dit verband verstaan een ten opzichte van een lager gefixeerd punt rond welke een door het lager ondersteunde as in een ten op zichte van deze as radiale richting kan roteren. Doordat genoemde werkpunten samenvallen en zich tussen het eerste en tweede tontaatslager bevinden kan de aandrijfas over een beperkte hoek ten opzichte van de verticaal worden afgebogen. Een willekeurig punt van de aandrijfas kan zich derhalve langs een gedeelte 60 van een boloppervlak bewegen waarvan het middelpunt samenvalt met het gemeenschappelijke werkpunt 58.
In het bijzonder zijn de eerste en tweede tontaatslager 54, 56 tegenovergesteld ten opzichte van elkaar gericht en is hun onderlinge afstand dusdanig gekozen dat een gemeenschappelijk werkpunt 58 aanwezig is. Met andere woorden de tontaatslagers 54, 56 zijn spiegelbeeldig opgesteld ten op zichte van een vlak dat loodrecht staat op de aandrijfas. Voor de tontaatslagers geldt dat de binnenste ring bij voorkeur met een overgangspassing op de aandrijfas wordt gemonteerd.
De afstand di tussen de eerste en tweede wentellagereenheid is groter dan de afstand d2 tussen de eerste en derde wentellagereenheid.
Tenslotte wordt opgemerkt dat in de thruster overeenkomstig de uitvinding eveneens de tandwieloverbrenging 18 kan worden toegepast zoals deze in figuur 1 is weergegeven. De positie van het kroonwiel 22 ten opzichte van het rondsel 20 is in dit verband irrelevant voor de uitvinding.
Claims (28)
1. Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip, voorzien van een huis, een zich althans gedeeltelijk binnen het huis uitstrekkende schroefas waaraan een schroef kan worden bevestigd, een aandrijfas welke een van 180° verschillende hoek maakt met de schroefas en zich althans gedeeltelijk uitstrekt binnen een schacht van het huis, een binnen in het huis opgenomen tandwieloverbrenging voor het aandrijven van de schroefas met de aandrijfas, een eerste en tweede wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste wentellagereenheid zich in de nabijheid van een met de aandrijfas verbonden rondsel van de tandwieloverbrenging bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten, de tweede wentellagereenheid zich nabij een tegenover het rondsel gelegen vrije uiteinde van de aandrijfas bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende axiale krachten en waarbij het huis tenminste in de nabijheid van de eerste wentellagereenheid ongedeeld is uitgevoerd dusdanig dat de schacht althans niet in zijn geheel kan worden gescheiden van de rest van het huis, met het kenmerk, dat de thruster verder is voorzien van een derde wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste en derde wentellagereenheid zich respectievelijk aan weerszijden van het rondsel bevinden voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten en de tweede wentellagereenheid dusdanig is uitgevoerd dat deze kan fungeren als een bolscharnier.
2. Thruster volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede wentellagereenheid is voorzien van twee tontaatslagers die dusdanig zijn opgesteld dat werkpunten van de tontaatslagers samenvallen voor het verkrijgen van de bolscharnier.
3. Thruster volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstand tussen de eerste en derde wentellagereenheid kleiner is dan de afstand tussen de eerste en tweede wentel-lagereenheid.
4. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste wentellagereenheid is voorzien van een tweerijig tonlager of een cilinderlager.
5. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de derde wentellagereenheid is voorzien van een tweerijig tonlager of een cilinderlager.
6. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van de aandrijfas zich uitstrekt tot voorbij de straal van de schroef.
7. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfas zich door een opening van het huis uitstrekt tot buiten het huis.
8. Thruster volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de twee tontaatslagers tegengesteld gericht ten opzichte van elkaar zijn opgesteld dusdanig dat beide lagers respectievelijk tegenovergesteld gerichte axiale krachten opnemen.
9. Thruster volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afstand tussen de beide tontaatslagers dusdanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd dat hun werkpunten samenvallen.
10. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfas en schroefas althans nagenoeg loodrecht op elkaar staan.
11. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de thruster is voorzien van een schroef met verstel- of instelbare spoed.
12. Thruster volgens een der voorgaande conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de thruster is voorzien van een schroef met vaste spoed.
13. Thruster volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tandwieloverbrenging verder is voorzien van een met de schroefas verbonden kroonwiel dat wordt aangedreven door het rondsel.
14. Samenstel voor het aandrijven van een ten opzichte van een huis roteerbaar opgestelde schroef voorzien van een schroefas welke zich althans gedeeltelijk binnen tot in het huis uitstrekt en waarmee de schroef kan worden aangedreven, een aandrijfas welke een van 180° verschillende hoek maakt met de schroefas en zich althans gedeeltelijk uitstrekt binnen een schacht van het huis, een tandwieloverbrenging voor het aandrijven van de schroefas met de aandrijfas, een eerste en tweede wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste wentellagereenheid zich in de nabijheid van een met de aandrijfas verbonden rondsel van de tandwieloverbrenging bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten, de tweede wentellagereenheid zich nabij een tegenover het rondsel gelegen vrije uiteinde van de aandrijfas bevindt voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende axiale krachten en waarbij het huis tenminste in de nabijheid van de eerste wentellagereenheid ongedeeld is uitgevoerd dusdanig dat de schacht althans niet in zijn geheel kan worden gescheiden van de rest van het huis, met het kenmerk, dat het samenstel verder is voorzien van een derde wentellagereenheid waarmee de aandrijfas roteerbaar met het huis is verbonden waarbij de eerste en derde wentellagereenheid zich respectievelijk aan weerszijden van het rondsel bevinden voor het tenminste opvangen van op de aandrijfas werkende radiale krachten en de tweede wentellagereenheid dusdanig is uitgevoerd dat deze kan fungeren als een bolscharnier.
15. Samenstel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de tweede wentellagereenheid is voorzien van twee tontaatslagers die dusdanig zijn opgesteld dat werkpunten van de tontaatslagers samenvallen voor het verkrijgen van de bolscharnier.
16. Samenstel volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de afstand tussen de eerste en derde wentellagereenheid kleiner is dan de afstand tussen de eerste en tweede wentellagereenheid .
17. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de eerste wentellagereenheid is voorzien van een tweerijig tonlager of een cilinderlager.
18. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-17, met het kenmerk, dat de derde wentellagereenheid is voorzien van een tweerijig tonlager of een cilinderlager.
19. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-18, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van de aandrijfas zich uitstrekt tot voorbij de straal van de schroef.
20. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-19, met het kenmerk, dat de aandrijfas zich door een opening van het huis uitstrekt tot buiten het huis.
21. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-20, met het kenmerk, dat de twee tontaatslagers tegenovergesteld ten opzichte van elkaar zijn gericht zodat beide tontaatslagers respectievelijk tegenovergesteld gerichte axiale krachten kunnen opnemen.
22. Samenstel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de afstand tussen de beide tontaatslagers dusdanig is gekozen dat werkpunten van deze lagers samenvallen.
23. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-22, met het kenmerk, dat de aandrijfas en schroefas althans nagenoeg loodrecht op elkaar staan.
24. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-23, met het kenmerk, dat het samenstel is voorzien van een schroef met verstel- of instelbare spoed.
25. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-23, met het kenmerk, dat het samenstel is voorzien van een schroef met vaste spoed.
26. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 14-25, met het kenmerk, dat de tandwieloverbrenging verder is voorzien van een met de schroefas verbonden kroonwiel dat wordt aangedreven door het rondsel.
27. Tunnel-thruster voorzien van een thruster of samenstel volgens een of meer der voorgaande conclusies.
28. Bestuurbare thruster voorzien van een thruster of samenstel volgens een of meer der voorgaande conclusies 1-26.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300808A NL9300808A (nl) | 1993-05-11 | 1993-05-11 | Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9300808A NL9300808A (nl) | 1993-05-11 | 1993-05-11 | Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. |
NL9300808 | 1993-05-11 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9300808A true NL9300808A (nl) | 1994-08-01 |
Family
ID=19862385
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9300808A NL9300808A (nl) | 1993-05-11 | 1993-05-11 | Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9300808A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103363918A (zh) * | 2013-07-04 | 2013-10-23 | 浙江海洋学院 | 海底隧道变形监测装置 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1932523A (en) * | 1932-01-22 | 1933-10-31 | Outboard Motors Corp | Propeller-gear housing |
US3368420A (en) * | 1965-08-02 | 1968-02-13 | Kiekhaefer Corp | Multiple drive shafts |
NL7107983A (nl) * | 1970-06-10 | 1971-12-14 | ||
DE2814148A1 (de) * | 1978-04-01 | 1979-10-11 | Hatlapa Uetersener Maschf | Schmiersystem fuer antriebsaggregate von wasserfahrzeugen |
-
1993
- 1993-05-11 NL NL9300808A patent/NL9300808A/nl not_active Application Discontinuation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1932523A (en) * | 1932-01-22 | 1933-10-31 | Outboard Motors Corp | Propeller-gear housing |
US3368420A (en) * | 1965-08-02 | 1968-02-13 | Kiekhaefer Corp | Multiple drive shafts |
NL7107983A (nl) * | 1970-06-10 | 1971-12-14 | ||
DE2814148A1 (de) * | 1978-04-01 | 1979-10-11 | Hatlapa Uetersener Maschf | Schmiersystem fuer antriebsaggregate von wasserfahrzeugen |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN103363918A (zh) * | 2013-07-04 | 2013-10-23 | 浙江海洋学院 | 海底隧道变形监测装置 |
CN103363918B (zh) * | 2013-07-04 | 2016-01-20 | 浙江海洋学院 | 海底隧道变形监测装置 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6572422B2 (en) | Tail assembly for an underwater vehicle | |
DE19951915A1 (de) | Richtantrieb | |
EP2427369B1 (de) | Schwenkbare propellerdüse für wasserfahrzeuge | |
DE2748359C2 (de) | Antriebseinrichtung für Schiffe oder Boote | |
DE69926439T2 (de) | Lenkbare Antriebsachse | |
NL9300808A (nl) | Thruster voor de voortstuwing en/of positionering van een schip. | |
US5708232A (en) | Highly maneuverable underwater vehicle | |
DE2521556B2 (de) | Antriebseinheit für ein Boot mit einem Innenbordmotor und einem Außenbordantrieb | |
CN110588944A (zh) | 可变形舵 | |
US4810166A (en) | Controllable pitch marine propeller | |
CN100520098C (zh) | 具有等速接头的组合式驱动轴组件 | |
EP2533002B1 (de) | Suchkopf für einen zielverfolgenden Flugkörper | |
EP0590311B1 (de) | Kreiselkörper für Heumaschinen, insbesondere für Kreiselschwader | |
EP1086010A1 (de) | Verstellbarer kraftfahrzeuglenksäulenstrang | |
CN112013091B (zh) | 用于车辆动力转向组件的球式螺母组件的支承件 | |
US6290020B1 (en) | Motor vehicle transmission main shaft, corresponding transmission device and motor vehicle transmission | |
US5129474A (en) | Steerable wheel axle for a motor vehicle | |
CN102498035B (zh) | 用于船舶的转向和推进的贯通船体支架和装有这种支架的船舶 | |
US4465326A (en) | Apparatus for mounting a wheel, particularly a steering and driving wheel for an automobile | |
KR101969925B1 (ko) | 선박용 조타 및 추진 복합 시스템 | |
EP3504078B1 (en) | Single-suspended-wheel-steering drive system | |
DE2923312C2 (de) | Kraftleitung zwischen der Abtriebswelle einer Antriebseinheit, insbesondere eines Dieselmotors, und dem Vorderrad eines Kraftfahrzeuges mit Vorderradantrieb | |
EP1840414A2 (en) | Gear device and electric power steering apparatus | |
EP4034408B1 (en) | Wheel drive shaft arrangement | |
EP4144634A1 (en) | Powering system for a watercraft |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |