NL9300571A - Kluisinrichting. - Google Patents

Description

KLUISINRICHTING

Kluisinrichtingen voor het opvangen van munten, worden bij velerlei automaten, zoals parkeerautomaten, toegepast, waarbij een zogenoemde geldloper op gezette tijden cassettes van dergelijke kluisinrichtingen vervangt door een lege, waarna de opbrengst van de automaten op een centrale lokatie wordt bepaald.

In de praktijk blijkt de opbrengst van automaten kleiner dan verwacht mag worden op grond van de verkochte voorwerpen of parkeertijd. Het vermoeden bestaat dat de geldlopers in staat zijn munten uit de kluisinrichtingen te nemen, zonder dat daarbij sporen van molest zichtbaar zijn.

De onderhavige uitvinding verschaft een kluisinrichting voor opslag van munten, omvattende: - een kast, voorzien van een afsluitbare deur; - een ingangsopening voor toegang van munten tot het inwendige van de kast die is aangebracht in een wand van de kast; - afsluitmiddelen voor het afsluiten van de ingangsopening; en - borgmiddelen voor het geborgde stand houden van de afsluitmiddelen alvorens de kast in werkzame stand, waarbij de ingangsopening is geopend, wordt gebracht, waarbij de borgmiddelen instelbaar zijn bij geopende deur vanuit het inwendige van de kast.

Bij het verwisselen van een kast van de kluisinrichting volgens de onderhavige uitvinding, voor een lege kast, worden afsluitmiddelen van de volle kast geborgd, door middel van de borgmiddelen, terwijl bij het plaatsen van de lege cassette de borgmiddelen in werking worden gesteld. Het wordt voor een geldloper onmogelijk de afsluitmiddelen te openen, zonder deze of de borgmiddelen te beschadigen.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de navolgende beschrijving, met verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen: fig. 1 een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de kluisinrichting volgens de onderhavige uitvinding; fig. 2 en 3, een respectieve, gedeeltelijk weggebroken aanzichten in perspectief van de werking van de kluisinrichting uit fig. 1; en fig. 4 een aanzicht in doorsnede van de kluisinrichting uit fig. l.

Een kluisinrichting 1 (fig. 1), omvat een kast of cassette 2 voorzien van zes wanden waaronder de zijwanden 3, 4, en een deur 5, alsmede een handvat 6 waarmede de kast in en uit een houderdeel 7, achter een opstaande rand 8 daarvan geplaatst kan worden. Een dergelijk houderdeel is bijvoorbeeld onlosmaakbaar bevestigd in een met een sleutel afsluitbare ruimte van een automaat, zoals een parkeerautomaat, opdat de kluisinrichting niet toegankelijk is voor een onderhoudsmonteur. Zogenoemde geldlopers verwisselen op gezette tijden, dat wil zeggen nadat vermoed wordt dat een cassette in redelijke mate gevuld is, een gevulde cassette voor een lege.

Op de lokatie waar de kasten worden geledigd, dat wil zeggen waar men in het bezit is van een sleutel voor een slot 9 (fig. 2), wordt een pen 10 die is bevestigd aan een, aan de kast vastgezette ketting 11, in een gat van een aan de deur 5 bevestigd U-vormig deel 12 èn in een gat van een klep 15 geplaatst. De pen 10 wordt door een torsieveer 16 in deze gaten geklemd.

Bij het plaatsen van de kast 2 (volgens pijl A) in het houderdeel 7 dat is voorzien van pennen 13 en 14, maakt pen 14 contact met de zwenkbare klep 15 en drukt deze tegen tegen de veerkracht van veer 16 in, waarbij pen 10 door zijn eigen gewicht naar beneden valt. In deze stand kunnen munten vanuit een muntgeleiding 17 (fig. 1) via een ingangsopening 18 in het inwendige van de kast 2 worden verzameld.

Na een vooraf bepaalde tijdsduur, wordt de kast in de richting van de pijl B (fig. 3) uitgenomen, en beweegt klep 15 zich tot onder de ingangsopening 18 onder invloed van de kracht van veer 16. De ingangsopening 18 wordt zodoende afgesloten door klep 14, die in deze stand wordt geborgd door een verende lip 19, die is voorzien van een omgezette kant 20 en die bijvoorbeeld uit verenstaal is vervaardigd, opdat deze bij beweging van de klep 15 tot in de in fig. 3 getoonde stand door de veerkracht in enige mate naar boven beweegt.

Indien de kast 2 zich in de fig. 3 getoonde toestand bevindt, kan deze niet opnieuw in het houderdeel 7 worden geplaatst, daar klep 15 daarbij aanslaat tegen pen 13, en zodoende de kast op afstand van het houderdeel wordt gehouden, waardoor het onmogelijk wordt een slot 21 te bedienen en de kast in het houderdeel te plaatsen.

In fig. 4 is te zien hoe in werkzame stand munten C via invoer 17 en ingangsopening 18 in het inwendig van de kast 2 geraken. Voorts is hierin schematisch een registratie-eenheid 22 aangegeven, die registreert op welke tijdstippen en voor hoelang een cassette of kast 2 is uitgenomen, opdat kan worden nagegaan of cassettes of kasten inderdaad op de juiste tijd zijn verwisseld, hetgeen verdere malversaties uitsluit.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Veeleer worden de rechten bepaald door de navolgende conclusies.

Claims (8)

1. Kluisinrichting voor opslag van munten, omvattende: - een kast, voorzien van een afsluitbare deur; - een ingangsopening voor toegang van munten tot het inwendige van de kast die is aangebracht in een wand van de kast; - afsluitmiddelen voor het afsluiten van de ingangsopening; en - borgmiddelen voor het geborgde stand houden van de afsluitmiddelen alvorens de kast in werkzame stand, waarbij de ingangsopening is geopend, wordt gebracht, waarbij de borgmiddelen instelbaar zijn bij geopende deur vanuit het inwendige van de kast.

2. Kluisinrichting volgens conclusie 1, omvattende een houderdeel waarin de kast plaatsbaar is.

3. Kluisinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij een beweegbare, bij voorkeur zwenkbare klep, deel uitmaakt van de afsluitmiddelen.

4. Kluisinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij een verende lip deel uitmaakt van de borgmiddelen, die de afsluitmiddelen in afsluitende stand borgt.

5. Kluisinrichting volgens één van de conclusies 1- 4, waarbij een losse pen deel uitmaakt van de borgmiddelen, teneinde de borgmiddelen tegen veerspanning in niet-borgende stand te houden en de afsluitmiddelen in geopende stand te houden.

6. Kluisinrichting volgens conclusie 5, waarbij het houderdeel voorzien is van een bedieningspen voor het, via een opening in de kast, verwijderen van de losse pen bij plaatsing van de kast.

7. Kluisinrichting volgens één van de conclusies 2- 6, waarbij het houderdeel voorzien is van een veiligheidspen die door een opening in de kast reikt tot nabij de ingangsopening, opdat wordt voorkomen dat een kast met gesloten afsluitmiddelen in het houderdeel wordt geplaatst.

8. Kast, houderdeel, afsluitmiddelen en/of borgmiddelen te gebruiken bij een kluisinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-7.