NL9300545A - Deksel voor een houder. - Google Patents

Description

Deksel voor een houder.

De uitvinding heeft betrekking op een deksel voor een houder van veerkrachtig vervormbaar kunststofma-teriaal, met een omlaag reikende flens voorzien van een binnenwaarts reikende ringvormige snapribbe welke een verdikte rand of flens van een af te dichten houder aangrijpt.

Deksels van het soort voor gebruik als afdichtende afdichtingen voor houders, bijvoorbeeld verfblikken, zijn dikwijls moeilijk te verwijderen doordat doelmatige afdichting vereist dat het materiaal van het deksel onder krachtige voorspanning staat.

Het doel van de uitvinding is het verwijderen van afdichtende deksels van houders te vergemakkelijken en dit wordt bereikt door het feit dat de flens van het deksel nabij de snapribbe aansluit op een vrijgeefflens aan de omtrek welke een bistabiele snaphaak vormt, waarbij de vrijgeefflens buigbaar is vanuit een omlaag reikende stand waarbij de flens in gespannen toestand in aanraking kan staan met een verdikte rand of een flens op de houder, naar een omhoog reikende vrijgeefstand waarin de snapribbe vrijkomt van de verdikte rand of flens van de houder of hiermee met verminderde spanning in aangrijping staat.

De flens van het deksel en de vrij geef flens vormen de verbindingen van een bistabiele knieverbinding, waarbij het deel tussen de beide flenzen een scharnierver-binding vormt en de ringspanning van de vrijgeefflens werkt als een veer welke in de ene stand van de flens bijdraagt tot het stevig in aangrijping houden van de snapribbe en de verdikte rand of flens van de houder, en in de andere stand de snapribbe vrijhoudt of slechts in geringe aanraking met de flens of verdikte rand van de houder. Door zijn vingers langs de onderzijde van de vrijgeefflens te bewegen, kan een de houder hanterende persoon de vrijgeefflens gemakkelijk voorbij een gebogen stand brengen waarin de ringspanning maximaal is, waardoor aldus de vrijgeefflens in staat wordt gesteld om omhoog te klappen in zijn vrijgeefstand. Het deksel kan nu gemakkelijk worden verwijderd en wanneer de houder in gebruik is, kan het deksel los op de houder worden geplaatst voor tijdelijke bescherming van de inhoud van de houder.

Een uitvoeringsvorm van het uitgevonden deksel voor een houder is gekenmerkt door de aanwezigheid van een ringvormige uitsparing aan de binnenwand van de flens van het deksel, waarbij deze uitsparing kegelvormig omlaag verwijdt naar een dun buigbaar gedeelte van de flens van het deksel onmiddellijk boven de snapribbe. De uitvoeringsvorm is in het bijzonder bruikbaar in verband met axiaal gespannen deksels, waarbij het ondervlak van het deksel in stevige aanraking staat met de rand van de opening van de houder langs een smalle afdichtlijn, waarbij de flens van het deksel ligt op radiale afstand buiten de mond van de houder en met een scherpe boog aansluit op het eigenlijke dekseloppervlak zonder enige mogelijkheid van overdragen van een buigmoment. Een deksel van deze beschreven soort is axiaal gespannen vanwege het feit dat de afstand tussen de rand van de houdermond en de onderzijde van de flens of verdikte rand van de houder groter is dan de verticale afstand tussen de afdichtlijn van het deksel en de bovenzijde van de snapribbe op de flens van de verwijderde deksel. Het plaatsen van het deksel op de houder verwekt een krachtige axiale trekspanning in de flens van het deksel, waarbij deze spanning des te hoger is naarmate de vereiste druk hoger is per oppervlakte-eenheid aan de afdichtlijn tussen de houdermond en het deksel. Aangezien de flens van het deksel slechts axiaal gespannen is en dus slechts onderworpen is aan trekspanning, kan het verbindingsdeel tussen de flens van het deksel en de vrijgeefflens betrekkelijk dun zijn en aldus vereist buigen van de vrijgeefflens vanuit zijn ene naar de andere praktisch slechts het overkomen van de maximale omtreksspanning van de vrijgeefflens.

Indien deksels voor houders dienen af te dichten door slechts axiale spanning, is het van minder belang of de ringspanning het grootste is in de afdichtstand of in de vrijgeefstand van de vrij geef flens, en om deze reden kan de vrijgeefflens in hoofdzaak verticaal omlaag reiken langs de wand van de houder om problemen te vermijden wanneer een aantal houders naast elkaar zijn opgesteld. Andere soorten houders, bijvoorbeeld voor marmelade en dergelijke met buitenwaarts uitbuigende zijwanden beneden de rand van de mond van de houder, kunnen voorzien zijn van een vrij geef flens met een diameter welke in de afdichtstand van de flens groter is dan in de vrijgeefstand daarvan, waarbij de ringspanning van de flens dan hoger is in de afdichtstand en dit is van bijzonder belang in verband met dekselsoorten waarbij de afdichting tussen een verdikte rand aan de mond van de houder en het deksel is gebaseerd op radiale voorspanning.

De uitvinding zal nu nader worden beschreven met betrekking tot de tekening.

Figuur 1 is een radiale doorsnede van een uitvoeringsvorm van het deksel volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een bovenaanzicht van het deksel.

Figuur 3 is een doorsnede van een voorkeursuitvoering van het uitgevonden deksel voor een houder.

Het deksel voor een houder volgens de figuren 1 tot en met 3 heeft een vlak bovenvlak 1 en een in hoofdzaak axiaal, en indien in gebruik, omlaag reikende flens 2, welke via een kegelvormig randgedeelte 3 aansluit op een radiaal flensgedeelte 4 dat verbonden is met het vlakke dekseloppervlak 1 via een in hoofdzaak axiaal inwendig flensgedeelte 5. Het ondervlak van het radiale flensgedeelte 4 is voorzien van een axiale leidribbe 6 en een scherpe afdichtribbe 7 welke in aanraking staat met de rand van de mond van een houder langs een smalle afdicht-lijn. Wanneer de houder goed afgedicht is, staat een snapribbe 8 aan de binnenzijde van de flens 2 van het deksel in aanraking met een omlaag reikende grendelrand aan het uiteinde van een flens 9 van de houder en uitstekend van de wand 10 van de houder. Figuur 3 toont in stippellijnen de stand van het kegelvormige randgedeelte 3 wanneer het deksel los op de houder is geplaatst. In deze stand is de verticale afstand vanaf de rand van de mond van de houder tot de omlaag reikende grendelrand van de flens 9 van de houder groter dan de verticale afstand vanaf de afdichtribbe 7 tot de top van de snapribbe 8. Wanneer het deksel afdichtend geplaatst is op de houder, is het kegelvormige randgedeelte 3 omlaag gedrukt (in de tekening aangegeven met doorlopende lijnen) met behulp van axiale druk, waarbij de snapribbe 8 aldus de grendelrand van de flens 9 van de houder aangrijpt. De flens 2 van het deksel is dus onderworpen aan axiale trekkracht waardoor de afdichtribbe 7 krachtig wordt gedrukt tegen de mond van de houder.

Onmiddellijk boven de snapribbe 8 is de flens 2 van het deksel voorzien van een ringvormige uitsparing 11 en sluit via een dunwandig gedeelte 12 aan op een vrij-geefflens 13 welke in zijn afdichtende stand omlaag reikt als volgens de tekening.

Wanneer een persoon het deksel wenst te verwijderen, beweegt hij zijn vingers langs het ondervlak van de afdichtflens 13 en oefent daarbij een buitenwaarts omhoog gerichte druk uit en verhoogt aldus de ringspanning tot een maximum zodat de flens plotseling omhoog klapt in zijn bovenstand aangegeven met stippellijnen, waarbij de snapribbe 8 vrijkomt van de flens 9 van de houder. De vrijgeef flens 13 werkt dus als een bistabiele knieverbinding langs het dunwandige deel 12 scharnierend verbonden met de flens 2 van het deksel en in zijn uiterste standen gehouden door middel van de ringspanning van de flens. Wanneer de vrijgeefflens 13 zodanig gevormd is dat in afdichtende toestand de flens verder buiten de wand van de houder in axiale richting reikt, zal de verhoogde ringspanning een nog groter aangrijpen van de snapribbe 8 op de flens 9 van de houder veroorzaken.

Het is niet absoluut noodzakelijk om de afdicht-ribbe van de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 volledig vrij te maken van de flens 9 van de houder gedurende het verwijderen of weer aanbrengen van het deksel op de houder. Het uitgevonden deksel voor een houder met zijn bistabiele vrijgeefflens werken als snaphaak kan anders gevormd zijn dan de uitvoeringsvormen volgens de tekening. In het bijzonder kan de omtrek van het deksel een regelmatige veelhoek zijn met afgeronde hoeken om te passen op corresponderend gevormde veelhoekige houders, zoals houders voor het opslaan van voedsel, lunchdozen, voedselem-mers en dergelijke.

Claims (2)

1. Samenstel van een houder en een deksel, waarbij de houder een houderwand bevat met een bovenste rand die een opening bepaalt en grenzend aan de opening aan de omtrek voorzien is van een flens die zich van de uitwendige zijde van de houderwand naar buiten uitstrekt en waarin het deksel van elastisch vervormbaar kunststof-materiaal is, en voorzien is van een omlaag reikende mantel met een inwendige ringvormige snapribbe voor het aangrijpen van de omtreksflens van de houder, waarbij de mantel op radiale afstand van de houderwand is gelegen en met een scherpe bocht aansluit op een konisch randgedeelte van het deksel, waarbij de verticale afstand tussen de rand van de opening en de onderzijde van de omtreksflens van de houder groter is dan de verticale afstand tussen de afdichtlijn van het deksel en de bovenzijde van de snapribbe wanneer het deksel in een losgenomen ontspannen toestand is, met het kenmerk, dat onmiddellijk boven de snapribbe (8) een ringvormige konische uitsparing (11) op de binnenzijde van de dekselmantel (2) is voorzien voor het vormen van een dunne elastische mantelzone (12), en dat de dekselmantel (2) aangrenzend aan de snapribbe (8) overgaat in een ringvormige vrijgeef flens (13) die een bistabiele snapklem vormt en beweegbaar is van een omlaag reikende stand waarin de vrijgeefflens in hoofdzaak evenwijdig aan de houderwand (10) is, naar een omhoog reikende stand waarin de snapribbe (8) vrij van de omtreksflens (9) is of onder lichte druk met de omtreksflens (9) in contact is.

2. Deksel te gebruiken in een samenstel volgens conclusie 1, waarin het deksel van elastisch vervormbaar kunststof materiaal is, en voorzien is van een omlaag reikende mantel met een inwendige ringvormige snapribbe, waarbij de mantel met een scherpe bocht aansluit op een konisch randgedeelte van'het deksel, met het kenmerk, dat onmiddellijk boven de snapribbe (8) een ringvormige koni-sche uitsparing (11) op de binnenzijde van de dekselmantel (2) is voorzien voor het vormen van een dunne elastische mantelzone (12), en dat de dekselmantel (2) aangrenzend aan de snapribbe (8) overgaat in een ringvormige vrij geef-flens (13) die een bistabiele snapklem vormt en beweegbaar is van een omlaag reikende stand waarin de vrijgeefflens in hoofdzaak evenwijdig aan de dekselmantel is, naar een omhoog reikende, van de dekselmantel uitstekende stand.