NL9202152A

NL9202152A - STABILIZED IN ITS ROTATION EXERCISE PROJECTILE WITH SHORT RANGE.

Info

Publication number: NL9202152A
Application number: NL9202152A
Authority: NL
Original assignee: Dynamit Nobel Ag
Priority date: 1991-12-13
Filing date: 1992-12-11
Publication date: 1993-07-01
Also published as: NL193672B; DE4141082A1; NL193672C; DE4141082C2

Description

Titel: In zijn draaibeweging gestabiliseerd oefenings- projectiel met verkorte reikwijdte.Title: Exercise projectile stabilized in its rotational movement with shortened scope.

De uitvinding betreft een, in zijn draaibeweging gestabiliseerd oefeningsprojectiel met verkorte reikwijdte. Dergelijke oefeningsprojectielen worden bij, de realiteit benaderende, oefeningen toegepast, waarbij er voor moet worden gezorgd, dat het oefeningsprojectiel slechts binnen het beschikbare oefeningsterrein kan inslaan. Om de realiteit benaderend te kunnen oefenen, dient het gewicht en dienen de afmetingen van het oefeningsprojectiel overeen te komen met die van scherpe projectielen, terwijl de vliegeigenschappen tot de vastgelegde reikwijdte zoveel mogelijk gelijk moeten zijn.The invention relates to a training projectile stabilized in its rotational movement with a shortened range. Such training projectiles are used in exercises that approach reality, and it must be ensured that the training projectile can only strike within the available training area. In order to practice reality approximation, the weight and dimensions of the training projectile must correspond to those of sharp projectiles, while the flight characteristics must be the same as far as possible within the defined range.

Uit de publikatie DE 27 36 592 is een oefeningsprojectiel van de onderwerpelijke soort bekend, welks mantel is gevormd uit beweegbare mantelelementen. Die mantelelementen worden gevormd door segmenten, welke in het inwendige daarvan een rotatie-symmetrische holle ruimte insluiten, waarin in langsrichting verplaatsbaar een zuiger is aangebracht.Publication DE 27 36 592 discloses an exercise projectile of the subject type, the jacket of which is formed from movable jacket elements. These jacket elements are formed by segments which enclose a rotationally symmetrical cavity in their interior, in which a piston is displaceable in the longitudinal direction.

Die zuiger bevat aan zijn voorzijde schuine vlakken, welke in de vergrendelde toestand van de mantelelementen samenwerken met, aan de segmenten aangebrachte bevestigings-vlakken. Aan de achterzijde van de zuiger is in de mantel een drukkamer gevormd, welke via een terugslagventiel en een kanaal door middel van drijfgassen onder druk kan worden gebracht. In die drukkamer kan een door gas gevormde sas aangebracht zijn.This piston has oblique surfaces on its front side which, in the locked state of the jacket elements, cooperate with mounting surfaces arranged on the segments. At the rear of the piston, a pressure chamber is formed in the jacket, which can be pressurized by means of propellants via a non-return valve and a channel. A gas-formed seal can be arranged in that pressure chamber.

vóór het afschieten van het projectiel worden de segmenten van de mantel door ringvormige vasthoudbanden bijeengehouden. De vasthoudvlakken en de schuine vlakken zijn niet in ingrijping. Bij het afschieten van het projectiel stromen drijfgassen dóór het kanaal en het terugslagventiel tot in de drukkamer en verplaatsen de zuiger axiaal in de richting naar de punt van het projectiel, zodat de schuine vlakken van de zuiger met de vasthoudvlakken in ingrijping komen. Ter ondersteuning van die beweging kunnen de drijfgassen de zich in de drukkamer bevindende gas-sas ontsteken, welke dan een extra druk beschikbaar stelt.before firing the projectile, the segments of the shell are held together by annular retaining bands. The retaining surfaces and the inclined surfaces are not engaged. When the projectile is fired, propellants flow through the channel and the check valve into the pressure chamber and move the piston axially in the direction to the projectile tip, so that the oblique surfaces of the piston engage the retention surfaces. To support this movement, the propellants can ignite the gas seal contained in the pressure chamber, which then provides an additional pressure.

Tijdens de beweging van het projectiel dóór de loop wordt aan het projectiel een draaiende beweging meegedeeld. Na het verlaten van de loop nemen de segmenten van de mantel niet meer door de loop via de vasthoudbanden radiaal buitenwaarts steun, zodat zij, op grond van de erop werkzame centrifugaal-krachten, het streven hebben een buitenwaartse beweging uit te voeren. Die beweging wordt echter door de zuiger zolang verhinderd, als de door de gasdruk in de drukkamer teweeggebrachte kracht de zuiger met de segmenten van de mantel in ineengrijping houdt. Wanneer die kracht op grond van de afkoeling van de drukgassen vermindert, kunnen de vasthoudvlakken over de schuine vlakken van de zuiger afglijden. De segmenten van de mantel bewegen zich dan, onder vernieling van de vasthoudbanden, buitenwaarts.During the movement of the projectile through the barrel, a rotating movement is communicated to the projectile. After leaving the barrel, the segments of the jacket no longer take up radial outward support via the retaining straps, so that they strive to perform an outward movement on account of the centrifugal forces acting on them. However, this movement is prevented by the piston for as long as the force produced by the gas pressure in the pressure chamber keeps the piston engaged with the segments of the jacket. When that force decreases due to the cooling of the compressed gases, the retaining surfaces may slide over the inclined surfaces of the piston. The segments of the jacket then move outward, destroying the retaining straps.

Hierdoor valt het projectiel dan in afzonderlijke delen uiteen, welke elk afzonderlijk een hoge luchtweerstand hebben en derhalve snel op de grond vallen.As a result, the projectile then disintegrates into separate parts, each of which has a high air resistance and therefore falls quickly to the ground.

Nadelig bij deze projectielen is de gecompliceerde opbouw en de daarmee gepaard gaande, hoge vervaardigingskosten.A disadvantage of these projectiles is the complicated construction and the associated high manufacturing costs.

Voorts kan de reikwijdte slechts in onvoldoende mate worden ingesteld, aangezien het opbouwen van de druk in de drukkamer via het terugslagventiel onnauwkeurig is. Daarenboven is bij toepassing van in de drukkamer in te zetten gas-sassen de ontsteking daarvan door de hete drijfgassen niet steeds gewaarborgd.Furthermore, the range can only be set insufficiently, since the build-up of pressure in the pressure chamber via the non-return valve is inaccurate. In addition, when gas gases to be used in the pressure chamber are used, their ignition by the hot propellants is not always guaranteed.

Een verder oefeningsprojectiel is bekend uit het Duitse Offenlegungsschri-ft 15 78 121. Dit projectiel bevat een mantel, welks van een tap voorziene punt in een middelste en een achterste projectieldeel is ingestoken. Het middelste en achterste projectieldeel'bevatten een, dóór die beide in het verloop van hun gemeenschappelijke as reikend kanaal en zijn ten opzichte van elkander verplaatsbaar aangebracht. Aan het achterste deel zijn radiaal buitenwaarts zwenkbare kleppen scharnierbaar bevestigd, welke in de vergrendelde toestand door het middelste projectieldeel binnen de contour van het projectiel worden vastgehouden. Tussen het middelste en achterste projectieldeel zijn veren aangebracht, welke het streven hebben, de beide delen uiteen te drukken, zodat de uitzwenkbare kleppen vrij worden gegeven.A further training projectile is known from German Offenlegungsschrift 15 78 121. This projectile contains a jacket, which has a taped tip inserted in a middle and a rear projectile section. The central and rear projectile parts contain a channel extending through both of them in the course of their common axis and are arranged movably relative to each other. Radially outwardly pivotable flaps are hinged to the rear section, which are held in the locked position by the middle projectile section within the contour of the projectile. Springs are provided between the middle and rear projectile parts, the aim of which is to compress the two parts, so that the swiveling flaps are released.

Na het afschieten van een projectiel vliegt dit zolang met ingezwenkte kleppen, tot de luchtweerstand op de punt afgenomen is en de veren het voorste en achterste projectiel-deel uiteendrukken. Hierdoor worden de uitzwenkbare kleppen vrij gegeven en remmen het projectiel af, zodat dit op de grond valt.After firing a projectile it flies with swiveled flaps until the air resistance on the tip has decreased and the springs compress the front and rear projectile parts. This releases the swing-out flaps and brakes the projectile so that it falls to the ground.

Nadelig bij dit projectiel zijn de onnauwkeurige instelbaarheid van de reikwijdte, de onvoldoende zekerheid, dat er geen fouten bij het functioneren optreden, alsmede de gecompliceerde wijze van vervaardiging.The disadvantage of this projectile is the imprecise adjustability of the range, the inadequate certainty that no errors occur during operation, as well as the complicated method of manufacture.

Aan de uitvinding ligt derhalve het probleem ten grondslag, een oefeningsprojectiel met reproduceerbare reikwijdte te verschaffen.Therefore, the invention is based on the problem of providing an exercise projectile with reproducible range.

Het aan de onderhavige uitvinding ten grondslag liggende probleem wordt, volgens de uitvinding, opgelost met de in conclusie 1 aangegeven kenmerkende maatregelen.The problem underlying the present invention is solved, according to the invention, by the characterizing measures indicated in claim 1.

Het oefeningsprojectiel bevat, volgens de uitvinding, een mantel, in het inwendige waarvan, in een cylindrische ruimte, een permanent tegen de, op de projectielbodem werkzame drijfgassen afgedichte drukkamer is aangebracht. In die drukkamer is een ontstekingsvoorziening aangebracht, welke door een, bij het afschieten ontstane, beweging wordt ontstoken en daardoor de in de drukkamer aangebrachte gas-sas ontsteekt.According to the invention, the training projectile contains a jacket, in the interior of which, in a cylindrical space, a pressure chamber is permanently sealed against the propellants acting on the projectile floor. An ignition device is arranged in that pressure chamber, which is ignited by a movement which arises upon firing and thereby ignites the gas seal arranged in the pressure chamber.

De ontstekingsvoorziening bevat een in de nabijheid van die gas-sas aangebracht ontstekingshoedje en een ontstekings-pen. Door de ontsteking van de gas-sas ontstaan er in het inwendige van de drukkamer drukgassen, welke de de drukkamer begrenzende zuiger in de cylinderruimte naar en tot in zijn eindstand bewegen, waarin die zuiger een beweegbaar mantelelement vastzet, zodat dit niet als gevolg van de centrifugaalkrachten radiaal buitenwaarts kan wijken.The ignition device includes an ignition cap arranged in the vicinity of said gas seal and an ignition pin. Due to the ignition of the gas shaft, pressure gases are generated in the interior of the pressure chamber, which move the piston bounding the pressure chamber in the cylinder space to and into its end position, in which said piston fixes a movable jacket element, so that this does not result from the centrifugal forces can deviate radially outward.

Bij het afschieten van het oefeningsprojectiel versnellen de drijfgassen het oefeningsprojectiel in de loop. Daarbij zijn de drijfgassen, dóór het zich in de projectielbodem bevindende kanaal, dat tot in de cylinderruimte reikt, ook werkzaam op de zuiger, welke daarop binnen de mantel axiaal in de richting naar de punt van het oefeningsprojectiel wordt verplaatst. Daarbij wordt, door het treffen van de ontstekingspen eerst het ontstekingshoedje en vervolgens de gas-sas ontstoken. Door de ontsteking van de nauwkeurig bemeten gas-sas wordt in het inwendige van de aan alle zijden gesloten drukkamer een gedefinieerde druk opgewekt. Die druk dwingt de zuiger tot in zijn grendelstand, zodat de mantel niet van vorm kan veranderen, ofschoon aan het oefeningsprojectiel bij het passeren dóór de loop een draaiende beweging, resp. een rotatiebeweging wordt meegedeeld. Om er voor te zorgen, dat de mantel niet reeds bij het verlaten van de loop zijn vorm verandert en het projectiel op de grond valt, vindt de vergrendeling door de zuiger plaats, voordat het oefeningsprojectiel de loop verlaat.When firing the training projectile, the propellants accelerate the training projectile in the barrel. In addition, the propellants, through the channel located in the projectile floor, which extends into the cylinder space, also act on the piston, which is then axially displaced within the jacket towards the tip of the training projectile. Thereby, by hitting the ignition pin, the ignition cap and then the gas seal is ignited. A defined pressure is generated in the interior of the pressure chamber, which is closed on all sides, by the ignition of the precisely sized gas shaft. This pressure forces the piston into its locking position, so that the jacket cannot change its shape, although on the training projectile when passing through the barrel a rotary movement, respectively. a rotational movement is communicated. In order to ensure that the jacket does not already change its shape when leaving the barrel and the projectile falls to the ground, the piston locks before the training missile leaves the barrel.

Tijdens de vlucht van het oefeningsprojectiel koelt het drukgas in de drukkamer af. Daardoor neemt de, op de zuiger in axiale richting werkzame kracht af. De op de mantel werkzame centrifugaalkracht wekt, via de schuine vlakken en het vasthoudvlak, een tegengesteld aan de drukkracht werkzame axiale kracht op, welke de zuiger uit de grendelstand beweegt. Hierdoor worden de beweegbare mantelelementen vrij gegeven.During the flight of the training projectile, the pressure gas in the pressure chamber cools. As a result, the force acting on the piston in the axial direction decreases. The centrifugal force acting on the jacket generates, via the inclined surfaces and the retaining surface, an axial force acting opposite to the compressive force, which moves the piston out of the locking position. The movable casing elements are hereby released.

Die beweegbare mantelelementen worden hetzij afgesplitst of naar buiten geklapt. In beide gevallen treedt er een verhoging van de weerstand op en verlaat het projectiel de beoogde baan, zodat het projectiel snel op de grond valt.Those movable sheath elements are either spun off or folded out. In both cases, resistance increases and the projectile leaves the intended trajectory so that the projectile quickly falls to the ground.

Door dit aangebracht zijn van de ten opzichte van de omgeving afgesloten, drukkamer, van de zich daar in bevindende gas-sas, en de ontstekingsvoorziening, is het mogelijk, door geschikte dimensionering van die gas-sas, de reikwijdte van het oefeningsprojectiel met een hoge mate van nauwkeurigheid vast te leggen. Aangezien de drukkamer ten opzichte van de omgeving is afgedicht, kunnen ventielinrichtingen voor het regelen van de druk in de drukkamer komen te vervallen.Due to this arrangement of the pressure chamber, which is closed to the environment, of the gas seal contained therein, and the ignition device, it is possible, by suitable dimensioning of that gas seal, to achieve the range of the training projectile with a high record degree of accuracy. Since the pressure chamber is sealed from the environment, valve devices for controlling the pressure in the pressure chamber can be dispensed with.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is de drukkamer aan de voorzijde van de zuiger aangebracht. Daardoor is het mogelijk dat de zuiger vóór het afschieten in de grendelstand is, waardoor de vasthoudbanden kunnen komen te vervallen. Hierbij wordt, na het afschieten de zuiger in de mantel voorwaarts verplaatst tot de gas-sas is ontstoken. In aansluiting hierop wordt - nog binnen de loop - de zuiger door de gasdruk in de drukkamer weer tot in zijn grendelstand verplaatst.In a preferred embodiment, the pressure chamber is mounted on the front of the piston. As a result, the piston may be in the locked position before firing, which may result in the retention of the retaining straps. Hereby, after firing, the piston in the jacket is moved forward until the gas seal is ignited. Following this - still within the barrel - the piston is moved back to its locking position by the gas pressure in the pressure chamber.

De gas-sas in de drukkamer kan in de zuiger zijn geïntegreerd, waardoor de vervaardigingskosten voor het oefeningsprojectiel worden verlaagd. Bij een andere uitvoeringsvorm is die gas-sas als afzonderlijk inzetdeel in de drukkamer ingezet. Daardoor is het gemakkelijk mogelijk, de reikwijdte van het oefeningsprojectiel in te stellen, doordat die gas-sas wordt uitgewisseld. In beide gevallen worden de bij het afschieten optredende krachten nuttig gebruikt, om de interne gas-sas van het projectiel te ontsteken. Daarbij wordt hetzij het slaghoedje öf de slagpen verplaatst.The gas seal in the pressure chamber can be integrated into the piston, reducing the manufacturing cost of the training projectile. In another embodiment, the gas seal is used as a separate insert in the pressure chamber. This makes it easy to adjust the range of the training projectile by exchanging the gas-axis. In both cases, the forces occurring during firing are used to ignite the internal gas seal of the projectile. Either the percussion cap or the firing pin is moved.

Om een eenvoudig, gemakkelijk te monteren en qua prijs gunstig oefeningsprojectiel te verkrijgen, is het voordelig, dat de mantel een ééndelige punt bevat, welke als rotatiesymmetrisch bouwelement is vervaardigd. Aan zijn achtereinde is die punt, op·doelmatige wijze, voorzien van een uitsparing, waar een huls in kan worden gezet. In die huls is de zuiger in langsrichting verplaatsbaar. Ook de als afzonderlijk inzetdeel uitgevoerde gas-sas kan in die huls zijn ingezet.In order to obtain a simple, easy to assemble and inexpensive training projectile, it is advantageous that the jacket has a one-piece point, which is manufactured as a rotationally symmetrical building element. At its rear end, that point is effectively provided with a recess in which a sleeve can be inserted. The piston can be moved in the longitudinal direction in that sleeve. The gas seal designed as a separate insert can also be used in that sleeve.

Aan zijn achtereinde bevat de mantel een ring, welke om de huls grijpt. Die ring bestaat uit ten minste twee segmenten, welke als beweegbare mantelelementen zijn uitgevoerd. Aangezien de punt en de huls elk ééndelig zijn uitgevoerd, wordt bij beide de werkzaamheid van de kracht van de draaiende beweging opgeheven. Daarentegen moet de aan het achtereinde van de mantel aangebrachte ring tegen de werking van de centrifugaalkracht bijeen worden gehouden. De massa van de afzonderlijke segmenten van de ring is echter t.o.v. de overige manteldelen zeer klein, zodat ook slechts kleinere vasthoudkrachten vereist zijn. Daarentegen hebben de segmenten, door hun ligging aan het achtereinde van de mantel, t.o.v. de dwarsas van het projectiel een groot moment. Dit moment kan echter door samenwerking van de huls met de zuiger gemakkelijk worden opgenomen.At its rear end, the jacket contains a ring which grips the sleeve. This ring consists of at least two segments, which are designed as movable jacket elements. Since the tip and the sleeve are each made in one piece, the action of the force of the rotary movement is canceled in both. On the other hand, the ring mounted at the rear end of the jacket must be held together against the action of the centrifugal force. However, the mass of the individual segments of the ring is very small compared to the other casing parts, so that only smaller holding forces are required. On the other hand, because of their location at the rear end of the shell, the segments have a great moment relative to the transverse axis of the projectile. However, this moment can easily be absorbed by cooperation of the sleeve with the piston.

Aan de segmenten zijn vasthoudvlakken aangebracht, welke samenwerken met de schuine vlakken van de zuiger. Zolang de schuine vlakken van de zuiger met de vasthoudvlakken aan de segmenten in ingrijping verkeren, kunnen de segmenten niet o radiaal buitenwaarts wijken. Ook wanneer het oefenings-projectiel zich nog in de loop bevindt, zijn de segmenten vastgelegd. Zodra echter het oefeningsprojectiel de loop heeft verlaten, hebben de segmenten het streven, buitenwaarts te wijken. Zolang echter de drukgassen in de drukkamer niet zijn afgekoeld, zorgt de druk in de drukkamer voor het blijven zitten van de zuiger in de grendelstand.Retaining surfaces are provided on the segments, which co-act with the inclined surfaces of the piston. As long as the inclined surfaces of the piston are engaged with the retaining surfaces on the segments, the segments cannot deviate radially outward. The segments are also recorded when the training projectile is still in the barrel. However, as soon as the exercise projectile has left the barrel, the segments aim to deviate outward. However, as long as the pressure gases in the pressure chamber have not cooled, the pressure in the pressure chamber ensures that the piston remains in the locked position.

Bij afkoeling van de drukgassen vermindert de kracht op de zuiger en zorgen de door de draaiende beweging van het oefeningsprojectiel bewerkstelligde centrifugaalkrachten, het wijken van de segmenten in buitenwaartse richting, waarbij tegelijkertijd de vasthoudvlakken over de schuine vlakken afglijden en de zuiger uit de grendelstand drukken.As the compressed gases cool, the force on the piston decreases and the centrifugal forces effected by the rotating movement of the training projectile cause the segments to move outward, while at the same time the retaining surfaces slide over the inclined surfaces and push the piston out of the locking position.

Door het omkantelen of afsplitsen van de segmenten ontstaat er verandering van de projectie van het oefenings-projectiel resp. een onbalans, welke het projectiel uit zijn baan doet afwijken en tot een verhoogde luchtweerstand leidt. Daardoor wordt de reikwijdte van het oefeningsprojectiel begrensd.By tilting or splitting off the segments, the projection of the training projectile resp. an imbalance, which causes the projectile to deviate from its orbit and leads to increased air resistance. This limits the scope of the training projectile.

Verdere, voordelige nadere uitwerkingen en verdere vervolmakingen van de uitvinding blijken uit de volgconclusies en de tekening, waarnaar in de onderstaande beschrijving wordt verwezen.Further advantageous further elaborations and further perfections of the invention are apparent from the subclaims and the drawing, to which reference is made in the description below.

Fig. 1 is een langsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een oefeningsprojectiel volgens de uitvinding; fig. 2 is een doorsnede van het oefeningsprojectiel volgens de lijn II-II in de figuren 1 en 4; fig. 3 is een doorsnede van het oefeningsprojectiel volgens de lijn III-ÏII in de fig. 1 en 4; en fig. 4 is een langsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het uitgevonden oefeningsprojectiel.Fig. 1 is a longitudinal section of a first embodiment of a training projectile according to the invention; FIG. 2 is a sectional view of the training projectile taken on the line II-II in FIGS. 1 and 4; FIG. 3 is a sectional view of the training projectile taken on the line III-II in FIGS. 1 and 4; and FIG. 4 is a longitudinal section of a second embodiment of the invented exercise projectile.

Het in fig. 1 weergegeven oefeningsprojectiel bevat een mantel 2, welke uit een ééndelige punt 4, een huls 6 en uit een ring 8 bestaat. De punt 4 is aan zijn achtereinde voorzien van een uitsparing 10, waar de huls 6 in is ingestoken. De op de punt 4 aansluitende huls 6 is een in hoofdzaak rotatie-symmetrisch, hol lichaam, aan welks buitenoppervlak, over de omtrek verdeeld, langsgroeven ingefreesd zijn. In de inwendige, holle ruimte van de huls 6 is de cylinderruimte 12 gevormd, waarin de zuiger 14 axiaal t.o.v. de projectielas in langsrichting verplaatsbaar aangebracht is.The training projectile shown in Fig. 1 comprises a jacket 2, which consists of a one-piece point 4, a sleeve 6 and a ring 8. The tip 4 is provided at its rear end with a recess 10 into which the sleeve 6 is inserted. The sleeve 6 connecting to the tip 4 is a substantially rotationally symmetrical, hollow body, on whose outer surface, circumferentially distributed, longitudinal grooves are milled. The cylinder space 12 is formed in the internal hollow space of the sleeve 6, in which the piston 14 is arranged axially with respect to the projection axis in the longitudinal direction.

De zuiger 14 glijdt afdichtend, met zijn cylindrische mantelvlak 18, in het inwendige van de huls 6. De zuiger 14 bevat een voorzijde 20, terwijl de achterzijde 22 ervan naar de projectielbodem 24 toe is gekeerd. Aan zijn achtereinde bevat de zuiger 14 een axiale tap 26 met geringere diameter.The piston 14 sealingly slides, with its cylindrical jacket surface 18, into the interior of the sleeve 6. The piston 14 includes a front 20, while the rear 22 of which faces the projectile bottom 24. At its rear end, the piston 14 includes a smaller diameter axial pin 26.

De overgang naar die tap 26 is een inwendig konisch ringvlak 32, dat een, door een overhangend gedeelte begrensde ondersnijding vormt.The transition to said trunnion 26 is an internal conical annular surface 32, which forms an undercut delimited by an overhang.

De ring 8 vormt een bestanddeel van de projectielbodem 24 en is door middel, van solderen, of een kleefverbinding, met de huls 6 verbonden. Daarbij vormen die soldeer- resp. kleefplaatsen 34 breukverzwakkingsplaatsen. De ring 8 bestaat uit een viertal over de omtrek verdeelde segmenten 36, welke om een, in de projectielbodem 24 gevormd kanaal 38 heen zijn aangebracht. De dwarsdoorsnede van het kanaal 38 is iets groter dan van de tap 26 van de zuiger 14, zodat die tap 26 tot in het kanaal 38 kan reiken.The ring 8 forms part of the projectile floor 24 and is connected to the sleeve 6 by soldering or an adhesive connection. The solder resp. adhesive sites 34 fracture weakening sites. The ring 8 consists of four segments 36 circumferentially distributed, which are arranged around a channel 38 formed in the projectile floor 24. The cross section of the channel 38 is slightly larger than that of the pin 26 of the piston 14, so that the pin 26 can reach into the channel 38.

De segmenten 36 zijn door radiale insnijdingen 40 gescheiden en slechts door smalle ribaanzetstukken 42 met elkander verbonden. Tussen die ribaanzetstukken bevinden zich breukverzwakkingsplaatsen 44, op welke plaatsen de ring 8 stuk scheuren kan.Segments 36 are separated by radial cuts 40 and are joined together only by narrow rib attachments 42. Between these rib attachments are fracture weakening points 44, at which points the ring 8 can tear.

De ring 8 bevat aan zijn voorzijde 46 een cylindrische boring 48, waar het achtereinde van de huls 6 in is gestoken. De segmenten 36 van de ring 8 bevatten naar het ringvlak 32 gaande, schuinverlopende vasthoudvlakken 50, welke, tegen elkander aangezet, een aan de buitenzijde konisch ringvlak vormen.The ring 8 has a cylindrical bore 48 at its front 46, into which the rear end of the sleeve 6 is inserted. The segments 36 of the ring 8 comprise oblique retaining surfaces 50 going towards the ring surface 32, which, when pressed against each other, form a conical ring surface on the outside.

In de weergegeven toestand, welke het projectiel bij het transport en ook, tijdelijk, gedurende de vlucht inneemt, bevindt zich de zuiger 14 aan het achtereinde van de huls 6, zodat het ringvlak 32 tegen de vasthoudvlakken 50 van de segmenten 36 aan ligt, De zuiger 14 is door een schuifring 52 in het inwendige van de huls 6 tegen verplaatsing geborgd.In the position shown, which the projectile assumes during transport and also, temporarily, during flight, the piston 14 is located at the rear end of the sleeve 6, so that the annular surface 32 rests against the retaining surfaces 50 of the segments 36. piston 14 is secured against displacement by a sliding ring 52 in the interior of the sleeve 6.

De in de huls 6 ingezette zuiger 14 begrenst met zijn voorzijde 20 de, in de cylinderruimte 12 gevormde drukkamer 54 aan zijn achtereinde. Een stop 30 doet dienst als drukdichte, voorste begrenzingswand van de drukkamer 54 en is in het vooreinde van de huls 6 bevestigd. Tussen de schuifring 52 en de stop 30 strekt zich een afstandshuls 28 uit.The piston 14 inserted in the sleeve 6 delimits with its front side 20 the pressure chamber 54 formed in the cylinder space 12 at its rear end. A plug 30 serves as a pressure-tight, front boundary wall of the pressure chamber 54 and is mounted in the front end of the sleeve 6. A spacer sleeve 28 extends between the sliding ring 52 and the plug 30.

In de drukkamer 54 is de gas-sas 56 aangebracht, welke tot een bouwgroep is samengevoegd met het er tegenover gelegen onstekingshoedje 58. Daarbij bestaat dat ontstekingshoedje 58 uit een kap 60, welke met pyrotechnisch materiaal is gevuld en zodanig is aangebracht, dat dat pyrotechnische materiaal van de gas-sas 56 en het ontstekingshoedje 58 tegenover elkaar liggen en de onderzijde van de kap 60 van dat ontstekinghoedje 58 naar de punt van het projectiel wijst.In the pressure chamber 54, the gas seal 56 is arranged, which is assembled into a construction group with the ignition cap 58 opposite it. In addition, the ignition cap 58 consists of a cap 60, which is filled with pyrotechnic material and is arranged in such a way that it is pyrotechnic material of the gas seal 56 and the firing cap 58 face each other and the bottom of the cap 60 of that firing cap 58 points to the tip of the projectile.

Bij de eerste uitvoeringsvorm, volgens fig. 1, is de gassas 56 als vulling uit pyrotechnisch materiaal in een, aan de voorzijde 20 van de zuiger 14 gevormde, uitsparing ingebracht.In the first embodiment, according to Fig. 1, the gas shaft 56 is inserted as a filling of pyrotechnic material in a recess formed on the front side of the piston 14.

De zuiger 14 bevat een mof 62, welke het onstekingshoedje 58 afdekt. De mof 62 bevat aan zijn vóóreinde een doorgaand gat 64, welke met de bodem van de kap 60 is afgesloten.The piston 14 includes a sleeve 62 which covers the firing cap 58. The sleeve 62 has a through hole 64 at its front end, which is closed with the bottom of the cap 60.

De ontstekingspen 66 is, bij de eerste uitvoeringsvorm, in het verloop van de projectielas 16 aangebracht en bevestigd aan de stop 30. De dwarsdoorsnede ervan is kleiner, dan die van het doorgaande gat 64, zodat de ontstekingspen 66, dóór dat doorgaande gat 64 heen, op het ontstekingshoedje 58 slagwerking kan uitoefenen en dit hoedje kan ontsteken.The firing pin 66, in the first embodiment, is disposed in the course of the projection weld 16 and secured to the plug 30. Its cross section is smaller than that of the through hole 64, so that the firing pin 66 passes through that through hole 64. , 58 can impact the ignition cap and ignite it.

De wijze van werken van de eerste uitvoeringsvorm van het oefeningsprojectiel 1 wordt in hetgeen thans volgt beschreven. Het projectiel wordt in de weergegeven toestand, welke de transporttoestand is, in een geschutsloop ingebracht. Een drijfsas, welke achter het projectiel 1 wordt aangebracht, zorgt voor de voor het voorwaarts drijven van het oefenings-projectiel 1 vereiste drijfgassen. Na ontsteking van die drijfsas drukken de drijfgassen op de projectielbodem 24. Door het in de projectielbodem 24 aanwezige kanaal 38 zijn die drijfgassen ook werkzaam op de zuiger 14. Deze wordt binnenin de huls 6 naar voren verplaatst, waarbij de schuifring 52 breekt.The mode of operation of the first embodiment of the training projectile 1 is described below. The projectile is introduced into a gun barrel in the displayed state, which is the transport state. A propeller shaft, which is arranged behind the projectile 1, provides the propellants required for propelling the training projectile 1 forward. After ignition of that drive shaft, the propellants press on the projectile bottom 24. The propellants present in the projectile bottom 24 also cause these propellants to act on the piston 14. This is moved forward inside the sleeve 6, whereby the sliding ring 52 breaks.

Nog binnen de loop slaat de ontstekingspen 66 dóór de kap 60 van het ontstekingshoedje 58 heen en ontsteekt dit hoedje. De ontsteking bewerkstelligt de ontsteking van de gas-sas 56, zodat de zuiger 14 dan, tegen de werking van de drijfgassen in, tot zijn achterste eindstand wordt gedrukt, waarin het konische ringvlak 32 ervan tegen de vasthoudvlakken 50 aan ligt.Still within the barrel, the firing pin 66 drives through the cap 60 of the firing cap 58 and ignites this cap. The ignition causes the ignition of the gas shaft 56, so that the piston 14, against the action of the propellant gases, is then pushed to its rear end position, in which its conical ring surface 32 lies against the holding surfaces 50.

De aan het oefeningsprojectiel 1 meegedeelde, draaiende beweging zorgt er voor, dat de segmenten 36 van de ring 8 het streven hebben, radiaal buitenwaarts te bewegen. In die beweging worden zij echter, door de, door middel van de vasthoudvlakken 50 en van het ringvlak 32 meegedeelde steungeving, gehinderd.The rotary motion communicated to the training projectile 1 causes the segments 36 of the ring 8 to aim to move radially outward. However, they are hindered in that movement by the support imparted by means of the retaining surfaces 50 and the annular surface 32.

Die steungeving bestaat echter slechts zolang, als door de in de drukkamer 54 aanwezige drukgassen op de zuiger 14 een kracht wordt uitgeoefend, welke groter is, dan de door de centrifugaalkrachten op de vasthoudvlakken 50 en het ringvlak 32 uitgeoefende langskracht. Aangezien de op de zuiger 14 werkzame kracht van het drukgas afhangt van de druk in de drukkamer 54, bewerkstelligt een afkoeling van de drukgassen een vermindering van de op de zuiger 14 werkzame kracht.However, this support only exists as long as the pressure gases present in the pressure chamber 54 exert a force on the piston 14 which is greater than the longitudinal force exerted by the centrifugal forces on the retaining surfaces 50 and the ring surface 32. Since the force of the pressure gas acting on the piston 14 depends on the pressure in the pressure chamber 54, a cooling of the pressure gases causes a reduction of the force acting on the piston 14.

De drukgassen in de drukkamer 54 koelen af, waardoor de, het ringvlak 32 en de vasthoudvlakken 50 tegen elkaar drukkende kracht afneemt, totdat de uit de centrifugaalkracht resulterende langskracht groter wordt, dan de vasthoudkracht en de zuiger 14 in de schietrichting voorwaarts verplaatst. Daardoor worden de segmenten 36 vrij gegeven. Deze kunnen nu op grond van de centrifugaalkracht, radiaal buitenwaarts bewegen, waarbij de soldeer- resp. kleefplaatsen en de breukverzwakkingsplaatsen 44 worden vernietigd. Aangezien de segmenten 36 zodanig zijn uitgevoerd, dat zij niet tegelijkertijd afscheuren, verkrijgt het oefeningsprojectiel 1 een onbalans. Die onbalans zorgt er voor, dat het oefenings-projectiel 1 uit zijn vliegbaan wordt afgeleid. Met dat afleiden uit die vliegbaan gaat een verhoging van de luchtweerstand van het oefeningsprojectiel 1 gepaard, zodat dat projectiel kort na het uit zijn baan afbuigen op de grond valt.The pressurized gases in the pressure chamber 54 cool, thereby decreasing the compressive force of the annular surface 32 and the retaining surfaces 50 until the longitudinal force resulting from the centrifugal force becomes greater than the retaining force and the piston 14 moved forward in the firing direction. Therefore, the segments 36 are released. Due to the centrifugal force, these can now move radially outwards, whereby the solder resp. adhesive sites and fracture weakening sites 44 are destroyed. Since the segments 36 are configured so that they do not tear at the same time, the training projectile 1 becomes unbalanced. This imbalance ensures that the training projectile 1 is diverted from its flight path. This deflection from that flight path involves an increase in the air resistance of the training projectile 1, so that that projectile falls to the ground shortly after deflection from its orbit.

De in fig. 4 weergegeven, tweede uitvoeringsvorm van het oefeningsprojectiel 1 onderscheidt zich van de eerstbeschreven uitvoeringsvorm wat betreft de uitvoering van de zuiger 14 en van de ontstekingsvoorziening 58, 66.The second embodiment of the training projectile 1 shown in Fig. 4 differs from the first described embodiment in terms of the design of the piston 14 and of the ignition device 58, 66.

In plaats van de aan de stop 30 bevestigde ontstekings-pen 66 is, bij de tweede uitvoeringsvorm, de bouwgroep, uit gas-sas 56 en ontstekingshoedje 58, in het voorste bereik van de huls 6 aangebracht. Een mof 68, welke is voorzien van een dóórgaande opening 70, omsluit de gas-sas 56 en het ontstekingshoedje 58 en is aan zijn naar de punt van het projectiel toe gekeerde einde afgesloten door middel van een afdekschijf 72. Met een breekbare ringribbe 74 is de mof 68, voor transportdoeleinden, gefixeerd in de huls 6. De mof 68 en de afdekschijf 72 dichten de drukkamer 54 naar voren toe drukdicht af.In place of the ignition pin 66 attached to the plug 30, in the second embodiment, the gas shaft 56 and ignition cap assembly 58 is mounted in the front region of the sleeve 6. A sleeve 68, which has a through-hole 70, encloses the gas seal 56 and the firing cap 58 and is closed at its end facing the tip of the projectile by means of a cover disc 72. With a breakable annular rib 74 the sleeve 68, for transportation purposes, is fixed in the sleeve 6. The sleeve 68 and the cover disk 72 seal the pressure chamber 54 forwards pressure-tight.

Bij de tweede uitvoeringsvorm is de ontstekingspen 66 aan de voorzijde van de zuiger 14 aangebracht. De zuigerbeweging wordt begrensd door een borgring 76, waarbij de zuiger 14 slechts zóver voorwaarts kan bewegen, dat het vastgezet zijn van de beweegbare mantelelement, resp. van de segmenten 36, juist wordt vrij gegeven.In the second embodiment, the ignition pin 66 is mounted on the front of the piston 14. The piston movement is limited by a circlip 76, whereby the piston 14 can only move forward enough to secure the movable jacket element, respectively. of the segments 36, right is released.

Overigens is de zuiger 14 in zijn achterste bereik bij beide uitvoeringsvormen op dezelfde wijze uitgevoerd, zodat ook bij de tweede uitvoeringsvorm, volgens fig. 4, het aan de zuiger 14 aanwezige, aan de binnenzijde konische ringvlak 32 samenwerkt met de vasthoudvlakken 50 van de ring 8.Incidentally, the piston 14 in its rear region is designed in the same manner in both embodiments, so that also in the second embodiment, according to Fig. 4, the annular surface 32 conical on the inside of the piston 14 interacts with the retaining surfaces 50 of the ring 8.

De tweede uitvoeringsvorm werkt als volgt:The second embodiment works as follows:

Bij het afschieten van het oefeningsprojectiel 1 in een loop, wordt de zuiger 14 door de drijfgassen over een traject a+x van zijn eindstand uit voorwaarts verplaatst, waarbij het traject a+x groter is, dan het traject a, dat nodig is om de vasthoudvlakken 50 en het ringvlak 32 te ontkoppelen. Door de versnelling van het oefeningsprojectiel 1 scheurt de uit de gas-sas 56, het ontstekingshoedje 58, de afdekschijf 72 én de mof 68 bestaande bouwgroep van de ribbe 74 af, zodat deze zich in de projectielmantel achterwaarts verplaatst.When firing the training projectile 1 into a barrel, the piston 14 is moved forward by the propellant gases over a range a + x from its end position, the range a + x being greater than the range a, which is necessary to detach holding surfaces 50 and the ring surface 32. Due to the acceleration of the training projectile 1, the assembly group consisting of the gas shaft 56, the ignition cap 58, the cover disc 72 and the sleeve 68 tears off the rib 74, so that it moves backwards in the projectile jacket.

Daarbij slaat de ontstekingspen 66 dóór de bodem van de kap 60 en ontsteekt het ontstekingshoedje 58, zodat ook de gas-sas 56 wordt ontstoken. De ontsteking van die gas-sas 56 heeft tot gevolg, .dat in de drukkamer 54 drukgassen worden gevormd, welke zowel de bouwgroep, als de zuiger 14 naar hun eindstanden bewegen.Thereby, the ignition pin 66 strikes through the bottom of the cap 60 and ignites the ignition cap 58, so that the gas shaft 56 is also ignited. The ignition of said gas shaft 56 results in pressure gases being formed in the pressure chamber 54, which move both the assembly and the piston 14 to their end positions.

De begrenzing van de reikwijdte geschiedt, na het afschieten van he.t oefeningspro jectiel 1, bij beide uitvoeringsvormen op analoge wijze. Door de afkoeling van de drukgassen in de drukkamer 54 neemt de, op de zuiger 14 werkzame, axiale kracht af, zodat door het losraken van enkele segmenten 36 het oefeningsprojectiel 1 een onbalans verkrijgt en op de grond valt,The range limitation is effected in an analogous manner in both embodiments after firing the exercise projectile 1. Due to the cooling of the compressed gases in the pressure chamber 54, the axial force acting on the piston 14 decreases, so that the training projectile 1 becomes unbalanced and falls to the ground through the loosening of some segments 36.

In die gevallen, dat de ontsteking van de gas-sas 56 weigert, bevindt zich de zuiger 14, bij beide uitvoeringsvormen, in een voorwaarts verplaatste stand, zodat de vasthoudvlakken 50 en het ringvlak 32 ontkoppeld zijn en het oefeningsprojectiel 1 reeds na het afschieten op de grond valt.In those cases where the ignition of the gas shaft 56 refuses, the piston 14, in both embodiments, is in a forwardly displaced position, so that the retaining surfaces 50 and the annular surface 32 are disengaged and the training projectile 1 is already fired upon firing. falls to the ground.

Bij de weergegeven uitvoeringsvorm worden de segmenten 36 door de centrifugaalkracht van het oefeningsprojectiel 1 afgescheurd. Het is echter ook mogelijk, dat de segmenten 36 beweegbare mantelelementen zijn welke scharnierbaar aan de huls 6 zijn aangebracht, zodat door de centrifugaalkracht slechts het buitenwaarts spreiden van de segmenten 36 plaatsvindt.In the illustrated embodiment, the segments 36 are torn off by the centrifugal force of the training projectile 1. It is also possible, however, that the segments 36 are movable jacket elements which are hingedly mounted on the sleeve 6, so that the segments 36 only spread outwards due to the centrifugal force.

♦♦

Claims

1. A stabilized exercise projectile stabilized in its rotational motion with a jacket (2) containing at least one jacket element movable in a cylinder space (12) for the purpose of limiting the scope (54) limiting piston (14), which in its one end position fixes the movable jacket element, a channel (38) extending from the projectile floor (24) to the cylinder space (12), and a gas seal arranged in the pressure chamber (54) (56), which after its ignition on the piston (14) exerts a force acting in the direction towards the one end position, characterized in that the pressure chamber (54) is permanently sealed with respect to the projectile floor (24). active forces, and that an ignition device (58, 66) is arranged in the interior of the pressure chamber (54), which is ignited by forces generated during firing.

Exercise projectile according to claim 1, characterized in that the ignition device (58, 66) contains an ignition cap (58) and an ignition pin (66).

Exercise projectile according to claim 2, characterized in that the firing cap (56) is arranged in the immediate vicinity of the gas seal (56).

Exercise projectile according to claim 2 or 3, characterized in that the gas shaft (56) and the ignition cap (58) are mounted on the piston (14), and the ignition pin (66) is stationary in the casing (2).

Exercise projectile according to claim 2 or 3, characterized in that the ignition pin (66) on the piston (14) and the gas shaft (56) as well as the ignition cap (58) are fixed in place in the casing (2) to be.

Exercise projectile according to any one of the preceding claims, characterized in that the pressure chamber (54) is arranged on the front of the piston (14).

Exercise projectile according to any one of the preceding claims, characterized in that the jacket (2) has a one-piece tip (4) and a sleeve (6) inserted therein.

Exercise projectile according to claim 7, characterized in that the jacket (2) contains a ring (8) which grips around the sleeve (6) at its rear end.

Exercise projectile according to claim 8, characterized in that the ring (8) consists of at least two segments (36).

Exercise projectile according to claim 9, characterized in that at least one segment (36) is formed by a movable jacket element.

Exercise projectile according to any one of the preceding claims, characterized in that the piston (14) is provided with an annular surface (32) which interacts with retaining surfaces (50) arranged on the movable element.

Exercise projectile according to claim 11, characterized in that the annular surface (32) is designed such that it can slide over the retaining surfaces (50) under the influence of a centrifugal force.

Exercise projectile according to one of the preceding claims, characterized in that the movable jacket element is secured, after the training projectile (1) has been fired, it is unlocked, and first by ignition of the gas shaft (56) by means of the piston (14) is retightened.