NL9201509A - Opvouwbare tafel. - Google Patents

Description

OPVOUWBARE TAFEL

De uitvinding heeft betrekking op een opvouwbaretafel bestaande uit een tafelblad en een onderstel, welktafelblad is samengesteld uit twee tafelbladdelen die tussentwee eindstanden draaibaar met elkaar zijn verbonden,waarbij in de eerste eindstand de tafelbladdelen in een vlakliggen en het tafelblad vormen, en in de tweede eindstand detafelbladdelen evenwijdig aan elkaar zijn gepositioneerd,met de onderzijden naar elkaar toe gericht, waarbij hetonderstel bestaat uit twee pootconstructies waarbij elkepootconstructie draaibaar rond een as evenwijdig aan hettafelblad verbonden is met een tafelbladdeel, in de eersteeindstand van de tafelbladdelen een ruststand kan innemenloodrecht op het vlak van het tafelblad, en de poot-constructies in de tweede eindstand van de tafelbladdelentussen deze delen zijn gepositioneerd.

Een dergelijke tafel is bekend uit DE-A-3943398.Hierin wordt een tafel beschreven waarbij in de eersteeindstand de poten van de pootconstructie zover mogelijk vanhet centrum van het tafelblad zijn gelegen. Dit garandeerteen optimale stabiliteit van de tafel in deze stand.

Teneinde de ingenomen ruimte in de tweede eindstand van detafelbladdelen te verkrijgen, zijn de pootconstructiescharnierend en verschuifbaar langs het tafelbladaangebracht, zodanig dat in deze stand de pootconstructiespraktisch nabij de elkaar rakende randen van detafelbladdelen zijn gelegen.

Een dergelijke constructie van een opvouwbare tafelvereist een aparte geleiding tegen de onderzijde van hettabelblad, die hetzij een bron is van instabiliteit van detafel, of het estetisch uitzicht en de functionaliteit vande tafel nadelig beïnvloed. Bovendien betekent het vaak eenbelemmering in de aard van de pootconstructie.

De uitvinding stelt zich tot doel een tafel van degenoemde soort te verschaffen die de genoemde nadelen nietbezit.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereiktdoordat elke pootconstructie bestaat uit twee pootdelen diemet elkaar zijn verbonden via een scharnier waarvan dedraaias in de ruststand van de pootconstructie loodrechtstaat op het vlak van het tafelblad, waarbij elk pootdeelkan bewegen tussen twee eindstanden, een eerste eindstandwaarin de pootdelen en het bijbehorende scharnier in eenvlak liggen, en een tweede eindstand waarbij de pootdelengezien in de richting loodrecht op het vlak van hettafelblad een hoek insluiten waarbij de uiteinden van depootdelen die het verst verwijderd zijn van de scharnierasten opzichte van het centrum van het tafelblad verder zijnverwijderd dan in de eerste stand.

Andere kenmerken en voordelen zullen duidelijkworden uit de hiernavolgende beschrijving waarbij verwezenwordt naar de bijgevoegde tekeningen. Hierin is:

Fig. 1 een schematische tekening in perspectief vaneen vouwtafel volgens de uitvinding, fig. 2 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede vaneen gedeelte van de onderzijde van de vouwtafel volgensfiguur 1, fig. 3 een aanzicht volgens de lijn III-III infiguur 2 van de vouwtafel, maar dan in samengevouwentoestand, fig. 4 een doorsnede, op grotere schaal, volgens delijn IV-IV in figuur 2, en fig. 5 een doorsnede, op grotere schaal, volgens delijn V-V in figuur 2.

Zoals weergegeven in figuur 1, bestaat de vouwtafelvolgens de uitvinding uit een blad 1 en een onderstel 2. Hetblad 1 bestaat uit twee bladhelften 5 en 6 die in principeidentiek aan elkaar zijn, zoals hierna ook meergedetailleerd zal worden beschreven. Het onderstel 2 bestaatuit twee pootconstructies 7 en 8, waarbij in principe elke pootconstructie 7 en 8 weer bestaat uit twee pootdelen 9, 10respectievelijk 11 en 12. In principe zijn depootconctructies 7 en 8 onderling gelijk, en zijn depootdelen in hoofdzaak onderling gelijk. In wezen vormen depootdelen functionel delen, maar in verband met desaemnvouwbaarheid van de tafel kunnen speciale specifiekevormgevingseisen hieraan worden gesteld. Zo bestaat in wezenelk pootdeel uit een eerste drager 15, die door middel vantwee vertikale steunen 16 en 17 verbonden is met een tweededrager 18 (niet weergegeven) die evenwijdig is aan de eerstedrager, maar die aanligt tegen de onderzijde van hettafelblad, zodat het tafelblad via de drager 18, de steunen16, 17 en de drager 15 rust op de grond.

Zoals weergegeven in figuur 2 omvat elktafelbladdeel een in hoofdszaak rechthoekig, plaatvormigelement 20 dat het eigenlijke tafelblad vormt. Hoewel in deverdere beschrijving zal worden uitgegaan van eenrechthoekig plaatvormig element, moge het duidelijk zijn datelke andere vorm gebruikt kan worden. In verband met destevigheid van het plaatvormige element 20 is dit aan driezijden voorzien van loodrecht hierop staande rand 21, die infeite een naar beneden u-vormig profiel vormt. Voorts zijnonder het plaatvormig element 20 twee in hoofdzaakrechthoekige kokers 22 en 23 gevormd, die een geheel vormenmet het plaatvormig deel 20. De vierde zijde 25 van hetplaatvormig element 20 is aan de onderzijde eveneensvoorzien van een verstevigingsprofiel 24, dat in feite eennaar beneden open U-vormige doorsnede vertoont, waarvan delijfplaat een geheel vormt met het plaatvormig element 20.Deze vierde zijde 25 is de zijde waarmede het enetafelbladdeel aanligt tegen het andere tafelbladdeel in deuitgeklapte stand van de tafel.

In de rechthoekige kokers 22, respectievelijk 23 istelkens een tweede kokervormig deel 30 respectievelijk 31gevormd. Wanneer de tafelbladdelen met hun zijden 25tegenover elkaar zijn geplaatst, dan liggen de kokervormigedelen 30 en 31 in het ene tafelbladdeel in het verlengde van de kokervormige delen 31 respectievelijk 30 van het anderetafelbladdeel. Wanneer nu in telkens elk paar in eikaarsverlengde liggende kokervormige delen een stangverschuifbaar is opgenomen, dan kan die zodanigworden verschoven dat zij gedeeltelijk uitsteekt in zowelhet kokervormige deel 30 of 31 van het ene tafelbladdeel alsin het kokervormige deel 31 respectievelijk 30 van hetandere tafelbladdeel. In figuur 3 is in het kokervormigedeel 31 een stand weergegeven waarbij het kokervormige deel32 geheel in 31, welke stand is voorzien van een knop 35 dieuitsteekt door een sleufvormige uitsparing 34 in de koker23, zodat de stang 33 via deze knop 35 kan worden verschovenin het kokervormige deel 31. Aldus kan het tafelblad terhoogte van de scheiding tussen de twee tafelbladdelen beterworden ondersteund wanneer de tafel in de uitgevouwentoestand staat, terwijl in de samengevouwen toestand destangen 33 volledig kunnen worden opgenomen in dekokervormige delen 30 respectievelijk 31.

Twee tafelbladdelen zijn met de zijden 25 naarelkaar toe gericht scharnierend met elkaar verbonden doormiddel van een brugstuk 36 zoals weergegeven in figuur 5.

Elk brugstuk bestaat uit twee onderling evenwijdigeschalmdelen 37 en 38 die met elkaar zijn verbonden doormiddel van een steunplaat 39. In elk schalmdeel 37respectievelijk 38 zijn twee uitsparingen 40 en 41aangebracht die geschikt zijn voor het draaibaar opnemen vanaseinden 43 en 44 die gevormd zijn op de zijkanten van dekokers 22 en 23 en verstevigingsprofiel 24. Aldus is elkbrugstuk 36 via twee uitsparingen, een in elk schalmdeel, entwee aseinden draaibaar verbonden met elk tafelbladdeel 5/6,zodat de situatie ontstaat dat het ene tafelbladdeel via eendubbel scharnier draaibaar verbonden is met het anderetafelbladdeel. Hierdoor wordt het mogelijk om detafelbladdelen te verdraaien tot in een stand waarbij zijevenwijdig aan elkaar zijn gelegen en er bovendien tussen detwee tafelbladdelen nog een zekere ruimte overblijft. Figuur3 is een weergave van deze stand.

Tegen en in de rand 25 van elk tafelbladdeel 5/6 iseen aantal voorzieningen getroffen die ervoor moeten zorgendat de twee tafelbladdelen goed tegen elkaar aansluiten enook ten opzichte van elkaar kunnen worden vergrendeld. Zoalsweergegeven in figuur 3 zijn twee pennen 45 en 46aangebracht die zich uitstrekken in een richting evenwijdigaan het tafelblad. Tevens zijn twee gaten 47 en 48aangebracht. Een en ander is zodanig uitgevoerd dat depennen 45 en 46 van het ene tafelbladdeel passen in de gaten47 en 48 van een ander tafelbladdeel, wanneer detafelbladdelen tegen elkaar aansluitend zijn geplaatst. Inprincipe kunnen de pennen 45 en 46 en de bijbehorende gaten47 en 48 elke gewenste doorsnede hebben. Daarnaast is eengrendelorgaan 51 aangebracht dat kan samenwerken met eencorresponderende opening 52. In de weergegevenuitvoeringsvorm bestaat het grendelorgaan uit een in de rand25 draaibare pen die aan de naar het andere tafelbladdeelgerichte uiteinde is voorzien van een verdikking, zodanigdat de pen aldaar een ovale doorsnede heeft en in één standkan worden opgenomen door een bijbehorende ovale opening 51.Het andere uiteinde van de pen is eveneens voorzien van eenverdikking die eerder de vorm heeft van een handvatje.Wanneer de pen 51 zich in de juiste stand bevindt dan kunnende twee tafelbladdelen tegen elkaar worden gepositioneerd,waarna door een verdraaiing van de pen 51 in de opening 52de twee tafelbladdelen met elkaar kunnen worden vergrendeld.In figuur 2 zijn twee dergelijke vergrendelpennen 51weergegeven. Het is echter duidelijk dat ook anderevergrendelmogelijkheden in aanmerking komen om de tweetafelbladdelen ten opzichte van elkaar te fixeren. Op dezewijze kunnen twee tafelbladdelen met elkaar worden verbondenzonder dat ze ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, nochin een richting evenwijdig aan het tafelblad, noch in eenrichting loodrecht op het tafelblad.

Tussen de twee rechthoekige kokers 22 en 23 is eenbalk 53 aangebracht, waarvan de uiteinden zijn voorzien vanflensen 54 en 55 waarop pennen zijn bevestigd die draaibaar worden opgenomen in openingen in de rechthoekige kokers 22en 23, zoals schematisch weergegeven in figuur 2. Op dezemanier is de balk 53 draaibaar rond een as evenwijdig aan derand 25 opgenomen tussen de kokers 22 en 23 en dus ook tenopzichte van het tafelbladdeel 6.

Op de balk 53 is een as 57 gemonteerd die in de infiguur 2 weergegeven stand loodrecht staat op het blad 1 vande tafel. Twee pootdelen 9 en 10 zijn draaibaar rond deze as57 gemonteerd. Daarbij kunnen deze pootdelen wordenverdraaid tussen twee eindstanden. In de eerste eindstand(niet weergegeven) liggen de pootdelen in eikaars verlengde,onder de balk 53. Teneinde de pootdelen in deze stand tekunnen fixeren, zijn op de balk 53 twee lipjes 58 en 59aangebracht, welke lipjes elk bestaan uit een L-vorraigprofiel waarvan het vrije uiteinde is voorzien van eenverdikking. Elk lipje 58, respectievelijk 59 kan samenwerkenmet een uitsparing 60 respectievelijk 61 aangebracht indrager 18 van het pootdeel, waarbij deze uitsparingen 60 en61 zodanig gedimensioneerd zijn dat hierin de lipjes via hunverdikking aan het vrije uiteinde klemmend worden opgenomen.Door de elasticiteit van het materiaal waaruit de lipjeszijn vervaardigd kunnen door het uitoefenen van enige krachtde pootdelen toch losgemaakt worden van de balk 53 enverdraaid worden naar de tweede eindstand zoals weergegevenin figuur 2. De lipjes 58 en 59 zorgen er tevens voor dat depootdelen niet verder in de richt van het centrum van detafel kunnen worden verdraaid.

Wanneer de pootdelen 10 en 11 zich in de eersteeindstand bevinden, dan kunnen ze samen met de balk 53worden in een richting verdraaid weg van het centrum rond dedraaias van de balk 53, en in een stand worden gebrachtwaarbij de pootdelen evenwijdig of nagenoeg evenwijdig zijngelegen met blad van de tafel. Wanneer dan tevens debladhelften 5 en 6 rond de brugstukken naar elkaar toe zijnverdraaid, dan is de tafel in een samengevouwen toestand,waarbij de pootconstructies van de twee tafelhelften tegenelkaar liggen, en als zodanig gebruikt kunnen worden voor het ondersteunen van de tafel, en waarbij de tweebladhelften aan weerszijden van de pootconstructiesvertikaal zijn gepositioneerd. Op deze wijze kan de tafelgemakkelijk worden getranporteerd en effectief wordenopgeslagen. Met effectief wordt hier bedoeld dat deingenomen ruimte gering is, en dat de ondersteuning optimaalis, zonder dat delen van de tafel kunnen worden beschadigddoor het ondersteunen, aangezien de tafel ook in deze standrust op de pootdelen.

In de tweede eindstand van de pootdelen 10 en 11vormen de pootdelen onderling een hoek zoals weergegeven in figuur 2. Daarbij zijn de pootdelen ten opzichte van deeerste eindstand verdraaid in een richting weg van hetcentrum van de tafel. Teneinde de tweede eindstand tedefiniëren en tevens de pootdelen ook in deze stand tekunnen fixeren is op elk koker 22 en 23 een rand 65respectievelijk 66 gevormd. De randen 65 en 66 hebben zoalsweergegeven in figuur 4 een L-vormige doorsnede, en hebbeneen vorm die aangepast is aan het gedeelte van de drager 18van de pootdelen 10 en 11. Het met de rand in aanrakingkomende deel van de drager 18 is voorzien van een uitstekendranddeel 19, dat onder de randen 65 en 66 kan wordengeschoven. In de weergegeven uitvormingsvorm zijn de randen65 en 66 cirkelvormig, en is het bijbehorende deel van dedrager eveneens cirkelvormig. Op deze wijze wordt verkregendat in de tweede eindstand van de pootdelen 10 en 11 dezeniet kunnen worden verdraaid om as 57 en een geheel vormenmet het blad.

Teneinde te vermijden dat in de tweede eindstandvan de pootdelen 10 en 11 deze kunnen worden verdraaid tenopzichte van de as 57, is voor elk pootdeel 10respectievelijk 11 een pal 70 respectievelijk 71aangebracht, waarbij elke pal 70 en 71 draaibaar is in eenflens 72 respectievelijk 73 aangebracht tussen de koker 22respectievelijk 23 en de opstaande rand 21. In de in figuur2 en 4 weergegeven stand ligt de pal 70 klemmend aan tagende drager 18 van het pootdeel 10, zodat deze niet kan verdraaien rond de as 57. Wordt de pal voldoende ververdraaid dan komt het pootdeel 10 vrij om in de richtingvan het centrum verdraaid te worden rond de as 57.

Bij voorkeur worden de diverse onderdelen van detafel vervaardigd uit kunststof, waarbij deze kunststof eenzodanige elasticiteit heeft dat zelfklemmende actiesoptreden. Dit geldt in het bizonder voor de werking van hetgrendelorgaan 51, de werking van de lipjes 58 en 59 en dewerking van de pallen 70 en 71.

Het.is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt istot de beschreven en weergegeven uitvoeringsvorm, maar dattalrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht binnen hetkader van de conclusies.

Claims (13)

1. Opvouwbare tafel bestaande uit een tafelblad en eenonderstel, welk tafelblad is samengesteld uit tweetafelbladdelen die tussen twee eindstanden draaibaar metelkaar zijn verbonden, waarbij in de eerste eindstand detafelbladdelen in een vlak liggen en het tafelbladvormen, en in de tweede eindstand de tafelbladdelenevenwijdig aan elkaar zijn gepositioneerd, met deonderzijden naar elkaar toe gericht, waarbij hetonderstel bestaat uit twee pootconstructies waarbij elkepootconstructie draaibaar rond een as evenwijdig aan hettafelblad, verbonden is met een tafelbladdeel, in deeerste eindstand van de tafelbladdelen een ruststand kaninnemen loodrecht op het vlak van het tafelblad, en depootconstructies in de tweede eindstand van detafelbladdelen tussen deze delen zijn gepositioneerd,met het kenmerk, dat elke pootconstructie twee pootdelenomvat die met elkaar zijn verbonden via een scharnierwaarvan de draaias in de ruststand van depootconstructie loodrecht staat op het vlak van hettafelblad, waarbij elk pootdeel kan bewegen tussen tweeeindstanden, een eerste eindstand waarin de pootdelen enhet bijbehorende scharnier in een vlak liggen, en eentweede eindstand waarbij de pootdelen gezien in derichting loodrecht op het vlak van het tafelblad eenhoek insluiten waarbij de uiteinden van de pootdelen diehet verst verwijderd zijn van de scharnieras tenopzichte van het centrum van het tafelblad verder zijnverwijderd dan in de eerste stand.

2. Tafel volgens conclusie 1, waarbij elk tafelbladdeel eenrand heeft die complementair is met een rand van hetandere tafelbladdeel, met het kenmerk, dat elktafelbladdeel met het randdeel dat behoort bij dezecomplementaire rand draaibaar rond een as evenwijdig aanhet tafelblad is verbonden met een brugstuk, waarbij debeide assen evenwijdig aan elkaar zijn.

3. Tafel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat elkranddeel behorende bij de complementaire randen van detafelbladdelen in de eerste stand van de tafelbladdelenrust op het brugstuk.

4. Tafel volgens volgens conclusie 3, met het kenmerk, dattenminste twee brugstukken zijn aangebracht.

5. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat een pootdeel in de tweede stand kan wordenvergrendeld tegen een beweging van de pootconstructie,waarvan het pootdeel deel uitmaakt.

6. Tafel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat hetnabij het tafelbladdeel gelegen uiteinde van elkpootdeel is voorzien is van een uitstekende verdikkingdie in de tweede stand van het pootdeel samenwerkt meteen uitsparing gevormd tegen de onderzijde van hettafelbladdeel en die een beweging van depootconstructie, waarvan het pootdeel deel uitmaakt,rond de as evenwijdig aan het tafelblad verhindert.

7. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat elke pootdeel in de tweede stand kan wordenvergrendeld tegen een beweging rond de as loodrecht ophet vlak van het tafelbladdeel.

8. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat de in de eerste stand tegen elkaar liggenderanden van de tafelbladdelen zijn voorzien vanrespectievelijk een nok en een uitsparing, die in deeerste stand van de tafelbladdelen in elkaar grijpen.

8. Tafel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat tegen deonderzijde van elk tafelbladdeel een tussen tweeeindstanden verplaatbare nok is aangebracht, waarbij ineen eindstand deze nok een verdraaiing van het pootdeelin de tweede eindstand rond de as loodrecht op hettafelblad verhindert.

9. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat de in de eerste stand tegen elkaar liggenderanden van de tafelbladdelen zijn voorzien van eenaantal nokken respectievelijk uitsparingen, die in deeerste stand van de tafelbladdelen in elkaar grijpen.

10. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat twee tegen elkaar geplaatste tafelbladdelenten opzichte van elkaar kunnen worden vergrendeld.

11. Tafel volgens conclusie 8, 9 of 10, dat tenminste eennok de vorm heeft van een pen die draaibaar is rond eenas evenwijdig aan het tafelbladdeel, waarbij het vrijeuiteinde van deze pen een nok draagt, en dat debijbehorende uitsparing in het andere tafelbladdeel eenvorm heeft, waarbij de pen in een stand hierin kanpassen, en in andere standen de nok op de pen detafelbladdelen ten opzichte van elkaar fixeert.

12. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat de in de eerste stand tegen elkaar liggenderanden van de tafelbladdelen elk zijn voorzien vantenminste een kokervormige uitsparing, waarbij dezeuitsparingen in de eerste stand van de tafelbladdelen ineikaars verlengde liggen, en dat in een van dezekokervormige uitsparingen een verstevingingsstangverschuifbaar is opgenomen, waarbij deze stang volledigbinnen een van de uitsparingen kan worden ópgenomen.

13. Tafel volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat zij is vervaardigd uit kunststof.